LEEGSTANDSHEFFING OP GEBOUWEN EN WONINGEN GEMEENTERAADSBESLUIT 21 DECEMBER ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 - Definities

Vergelijkbare documenten
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de in vordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen;

BELASTING OP WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR GECOÖRDINEERD REGLEMENT NA GOEDKEURING GR 30 maart 2017

Leegstandsheffing op gebouwen en woningen

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

Artikel 1: Algemene bepalingen

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE BELASTING OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN VOOR DE PERIODE

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

GEMEENTE LENDELEDE B E K E N D M A K I N G ====================

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

Belasting op leegstand van woningen en gebouwen,

commerciële panden Aanvraag vrijstelling

-Artikel 7, 3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning : besluit GEMEENTERAAD. Tom Verheijen

Belastingreglement op woningen die worden beschouwd als onbewoonbaar of ongeschikt voor de aanslagjaren

GEMEENTEBELASTING OP DE LEEGSTAND EN DE VERWAARLOZING VAN GEBOUWEN EN WONINGEN 2011 T/M GOEDKEURING

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

GEMEENTERAAD 7 MAART 2017 BELASTINGREGLEMENT INZAKE LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR

143.4 Directe belastingen. Financiële dienst Ellen Moonen. besluit GEMEENTERAAD. vergadering 19/03/2019

Heffing op leegstand.

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE LEEGSTAND EN LEEGSTANDHEFFING

BELASTING VOOR PANDEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Definities. De volgende begrippen worden gebruikt :

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 20/12/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/207

GEMEENTEBELASTING OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN GESTEMD IN DE GEMEENTERAAD VAN 30 DECEMBER 2013

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS VERWAARLOOSD OF BOUWVALLIG

Reglement leegstandsheffing Haaltert

Punt 7: Goedkeuren belastingreglement op leegstand

BELASTINGVERORDENING OP WONINGEN EN/OF GEBOUWEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONBEWOONBAAR, ONGESCHIKT, VERWAARLOOSD OF LEEGSTAAND

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, 4;

BELASTINGVERORDENING OP WONINGEN EN/OF GEBOUWEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONBEWOONBAAR, ONGESCHIKT, VERWAARLOOSD OF LEEGSTAAND

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 12 november 2013

Procedure van opname in de inventaris

GEMEENTERAAD

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 22 april 2014

Goedkeuren van de aanpassingen in het reglement tot vaststelling van de gemeentebelasting op leegstaande gebouwen en woningen.

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren ( )

Leegstandsheffing op leegstaande gebouwen en woningen Aanslagjaar

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN

Gelet op het voorstel van het Schepencollege om de huidige tarieven te indexeren;

REGLEMENT VAN INVENTARISATIE EN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS VERWAARLOOSD

Inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen

Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren

BELASTING TER BESTRIJDING VAN LEEGSTAND EN VERKROTTING VAN BEDRIJFSRUIMTEN, GEBOUWEN EN WONINGEN

Reglement: belasting op de leegstand van gebouwen en woningen

UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD.

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

reglementen vast Regelt de heffing van de leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen

Procedure van opname in de inventaris

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN

BELASTING OP LEEGSTAND

Belasting op de leegstand.

Belasting op leegstand van gebouwen en/of woningen voor de aanslagjaren

Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren

Belastingreglement op verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen ( (1)

Goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 maart 2017 (treedt in werking op 1 april 2017) Bekendgemaakt op 22 maart 2017

REGLEMENT OPMAAK INVENTARIS VAN ONGESCHIKT EN/OF ONBEWOONBAARVERKLAARDE WONINGEN

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE INVENTARISATIE VAN EN BELASTING OP LEEGSTAANDE WONINGEN EN GEBOUWEN EN OP TWEEDE VERBLIJVEN VOOR DE PERIODE

Belastingreglement op leegstaande woningen voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december Titel I - Algemene bepalingen

Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Bekendgemaakt op 19 december 2013

BELASTING TER BESTRIJDING VAN LEEGSTAND EN VERKROTTING VAN BEDRIJFSRUIMTEN, GEBOUWEN EN WONINGEN

UITTREKSEL uit het register der beslissingen van de gemeenteraad gehouden te Deerlijk ZITTING van

zitting van 19 december 2016

(2) In artikel 7.2, 2 en 3, telkens in fine, wordt het woord driejaarlijks vervangen door jaarlijks.

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE

Heffingsreglement op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister. Goedgekeurd door de gemeenteraad van 14 december 2015.

STEDELIJKE HEFFING op leegstand, verwaarlozing en verkrotting

Verwaarloosde woningen en gebouwen

Belastingreglement leegstaande woningen en gebouwen

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

Gemeenteraad Zitting van 28 maart 2017 Uittreksel

Belasting op de leegstaande woningen of gebouwen.

BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKT EN/OF ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONINGEN

GEMEENTEBELASTING OP DE LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

Belasting op de leegstandsheffing op woningen en op gebouwen ( )

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

Uittreksel uit het notulenboek van de Gemeenteraad Openbare zitting 20 februari 2014

Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt verstaan onder:

zitting van 16/12/2013 BESLISSING Gelet op de de Vlaamse voor woningen; budget; ruchtbaarheid; BRON DOSSIER NR. 9 K aanwezig M.M.

besluit gemeenteraad maandag 26 juni 2017

Verwaarloosde woningen en gebouwen registratie en belasting ( )

REGLEMENT EN BELASTING OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONBEWOONBAAR, ONGESCHIKT, VERWAARLOOSD OF LEEGSTAAND

Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Bekendgemaakt op 19 december 2013

UITTREKSEL uit het register der beslissingen van de gemeenteraad gehouden te Deerlijk ZITTING van

Gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN.

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE LEEGSTAND EN LEEGSTANDHEFFING

Uittreksel uit het register der beraadslagingen van de GEMEENTERAAD

Gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand of onafgewerkt 1 2

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

Transcriptie:

LEEGSTANDSHEFFING OP GEBOUWEN EN WONINGEN - 2016-2017-2018 GEMEENTERAADSBESLUIT 21 DECEMBER 2015 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 - Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1 hoofdverblijfplaats: de plaats waar een gezin of alleenstaande gewoonlijk leeft. De bepaling is gebaseerd op een feitelijke situatie. Het is de plaats waar het gezin of de alleenstaande gedurende het grootste deel van het jaar effectief verblijft. De vaststelling gebeurt na een onderzoek, hetzij door de administratie, hetzij door de politie. 2 ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1., en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, ; 3 renovatienota: een nota die bestaat uit: 1) een gedetailleerd overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd; 2) een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht; 3) een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van de belastingplichtige indien hij zelf de werken zal uitvoeren waarmee hij aantoont dat de kostprijs van de renovatiewerken per geïnventariseerde woning en/of gebouw minstens 12.500,00 euro bedraagt. In dit bedrag is de eventuele kostprijs van de werkuren van de uitvoerende aannemer niet inbegrepen; 4) fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen; 5) indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars; 2. BELASTBARE GRONDSLAG Artikel 2 - Belastbare grondslag Voor een termijn van drie jaar, ingaand op 1 januari 2016 en eindigend op 31 december 2018 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op woningen en gebouwen die voorkomen in het Leegstandsregister zoals bedoeld in artikel 3 van het gemeentelijk reglement op gebouwen en woningen die beschouwd worden als leegstaand. Voor het begrip leegstand wordt verwezen naar artikel 2 van ditzelfde reglement. 2. BELASTINGPLICHTIGE Artikel 3 - Belastingplichtige 1. Als belastingplichtige wordt beschouwd de houder van één van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op de inventarisatiedatum met betrekking tot het in artikel 2 bedoelde Leegstandsregister: 1) de volle eigendom; 2) het recht van opstal of van erfpacht; 3) het vruchtgebruik.

2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3. BELASTING OP WONINGEN EN GEBOUWEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDS- REGISTER - BEREKENING VAN DE BELASTING Artikel 4 - Bedrag van de basisbelasting 1. Het bedrag van de basisbelasting wordt vastgesteld op: 1) 990 euro voor een volledig gebouw of woning; 2) 75 euro voor een kamer; 3) 330 euro voor elke overige woongelegenheid. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van december 2009. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. 2. Het bedrag van de belasting is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: Het bedrag basisbelasting vermeld onder 1. vermenigvuldigd met 'x', waarbij 'x' gelijk is aan het aantal periodes van twaalf maanden dat het gebouw en/of de woning zonder onderbreking opgenomen is in het Leegstandsregister. 'x' mag niet meer bedragen dan 4. 4. VRIJSTELLINGEN Artikel 5 - Aanvraag om vrijstelling 1. Onder de voorwaarden beschreven in artikel 6 tot en met 15 van dit reglement kan een vrijstelling van het betalen van belastingen verkregen worden voor gebouwen en woningen opgenomen in het leegstandsregister. De aanvraag daartoe moet worden ingediend, op straffe van verval, via beveiligde zending voor het verstrijken van de toepasselijke inventarisatiedatum. 2. De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1., die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 6 tot en met artikel 15 van dit reglement moet zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie. Artikel 6 - Vrijstelling voor een belastingplichtige met beperkte handelsbekwaamheid 1. De houder van een zakelijk recht, zoals omschreven in artikel 3-1., wordt vrijgesteld van belasting indien de handelsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt voor een periode die duurt tot twee jaar na het opheffen van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelsbekwaamheid. De gerechtelijke beslissing inzake de beperking van de handelsbekwaamheid moet worden voorgelegd. 2. Indien op het einde van de periode van vrijstelling de woning en/of het gebouw niet uit de Artikel 7 - Vrijstelling voor woningen waarbij de geïnventariseerde woning het enige bezit is 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., wordt vrijgesteld van belasting indien de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1., laatste bewoner is van een woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte en waarvan de woning de enige in zijn bezit is, en die: 1) in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling moet worden voorgelegd.

2) inwoont bij een familielid. Een verklaring op eer opgemaakt door het familielid dat de opvang verzorgt moet worden voorgelegd. 2. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum van de administratieve akte. Artikel 8 - Vrijstelling voor een nieuwe houder van het zakelijk recht 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., die minder dan twee jaar voorafgaand aan de datum van opname in de inventaris, houder is van het zakelijk recht van de woning en/of het gebouw wordt vrijgesteld van de belasting gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van opname in de inventaris. 2. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., die het zakelijk recht verkrijgt na de datum van opname in de inventaris, wordt vrijgesteld van de belasting gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum waarop het zakelijk recht werd verkregen via notariële akte. 3. Deze vrijstelling wordt niet toegekend wanneer: 1) de overdracht van het zakelijk recht gebeurt ten voordele van bloed- of aanverwante(n) in de eerste, tweede of derde graad van de persoon die het zakelijk recht overdraagt, met uitzondering wanneer de overdracht gebeurde bij erfenis of testament. 2) de overdracht bij erfenis of testament gebeurt aan personen die al gedeeltelijk houder van een zakelijk recht waren zoals vermeld in artikel 3-1. 3) de persoon die het zakelijk recht overdraagt, beschikt, rechtstreeks of onrechtstreeks, over één of meer aandelen in de vennootschap die het zakelijk recht verkrijgt. 4. Indien het zakelijk recht van een woning en/of gebouw wordt overgedragen tijdens de periode van vrijstelling, zoals bepaald in 1. en 2., dan vervalt de vrijstelling en wordt aan de overdrager een belasting opgelegd gelijk aan de som van de verschuldigde bedragen die de overdrager verschuldigd zou zijn voor de reeds opgenomen periode van de vrijstelling. 5. Indien, op het einde van de periode van deze vrijstelling, het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris is geschrapt, of indien de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1., niet in aanmerking komt voor een aanvullende vrijstelling zoals beschreven in de artikelen 6 tot en met 15, dan vervalt de lopende vrijstelling voor het lopende dienstjaar en wordt de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1., een belasting opgelegd die overeenkomt met het bedrag dat de belastingplichtige verschuldigd zou zijn mocht hij het lopende dienstjaar geen vrijstelling genoten hebben. Artikel 9 - Vrijstelling voor renovatie 1. Er wordt in een periode van tien jaar aan de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1., een vrijstelling van één jaar gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt. 2. De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel: 1) Indien het gaat om een renovatieproject waarvoor in zijn totaliteit een stedenbouwkundige vergunning nodig is, een goedgekeurde niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning die bovendien niet ouder is dan twee jaar op de datum van opname in de inventaris, of een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, zijn gemachtigde of de gemeentelijke administratie. De stedenbouwkundige vergunning of de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning moeten aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de uit te voeren werken wordt toegelicht.

2) Indien het gaat om een renovatieproject dat in zijn totaliteit niet-vergunningsplichtig is, aan de hand van een renovatienota waarin minstens een overzicht van de voorgenomen werken en een stappenplan zijn opgenomen. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt en de woning, het gebouw of de andere woongelegenheid terug bewoonbaar zal gemaakt worden of in gebruik zal genomen worden. Ingeval de renovatiewerken reeds gestart zijn voor de datum van opname in de inventaris, zal enkel rekening gehouden worden met de facturen waarvan de datum niet ouder is dan één jaar op de datum van opname in de inventaris. 3. De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. De vrijstelling kan maximum 2 maal telkens met een jaar verlengd worden. 4. De vrijstelling gaat in op datum van ontvangst van ofwel de stedenbouwkundige vergunning of de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en het gedetailleerde tijdschema, ofwel de volledige renovatienota. In het geval dat de eerste schijf wordt verleend op basis van een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en een tijdschema, wordt de vrijstelling ongedaan gemaakt als de stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt. 5. De aanvraag om verlenging van de vrijstelling moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto s. 6. De aanvraag van een verlenging moet ingediend worden uiterlijk één maand voor de lopende periode van vrijstelling verstrijkt. Om voor een verlenging in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart (1 ste verlenging) of gevorderd (2 de verlenging) zijn. De toekenning van een verlenging kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart (1 ste verlening) of gevorderd (2 de verlenging) zijn, dan wordt de verlenging geweigerd. 7. Indien op het einde van de 2 de periode van vrijstelling, zoals bepaald in 6., de renovatiewerken niet volledig zijn uitgevoerd, dan vervalt de vrijstelling in het lopende dienstjaar en wordt de belastingplichtige een belasting opgelegd voor het bedrag dat de belastingplichtige verschuldigd zou zijn mocht hij 8. Indien op het einde van de 2 de periode van vrijstelling, zoals bepaald in 6., de renovatiewerken volledig zijn uitgevoerd, maar de woning en/of het gebouw staat nog leeg, dan kan een extra vrijstelling van één jaar toegekend worden voor het wegwerken van de leegstand. Indien, op het einde van de periode van deze extra vrijstelling de leegstand nog niet is weggewerkt, dan vervalt deze vrijstelling en wordt de belastingplichtige een belasting opgelegd voor het bedrag dat de belastingplichtige verschuldigd zou zijn mocht hij het lopende dienstjaar geen vrijstelling genoten hebben. 10. Ingeval de vrijstelling werd toegekend op basis van een renovatienota, moeten op het einde van de 2 de periode van vrijstelling de facturen worden voorgelegd waaruit blijkt dat de opgelegde kosten, zoals beschreven in artikel 1 punt 3 3) wel degelijk werden gemaakt. Indien dit niet het geval is, dan vervalt deze vrijstelling en wordt de belastingplichtige een belasting opgelegd voor het bedrag dat de belastingplichtige verschuldigd zou zijn mocht hij het lopende dienstjaar geen vrijstelling genoten hebben. 11. Indien het zakelijk recht van een woning en/of gebouw wordt overgedragen tijdens een periode van vrijstelling, zoals bepaald in 4., 5. en 6., dan vervalt de vrijstelling in het dienstjaar waarin het zakelijk recht wordt overgedragen en wordt aan de overdrager een belasting opgelegd voor het bedrag dat de overdrager verschuldigd zou zijn mocht hij het lopende dienstjaar geen vrijstelling genoten hebben. De nieuwe houder van het zakelijk recht kan evenwel onder de voorwaarden van artikel 6 tot 15 een vrijstelling aanvragen. Artikel 10 - Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen binnen een onteigeningsplan 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., van een woning en/of gebouw dat het voorwerp is van onteigening of dat ligt binnen een gebied waar een onteigeningsplan wordt

voorbereid en waarvoor er om die reden geen stedenbouwkundige vergunning meer kan worden afgeleverd wordt vrijgesteld van de belasting. 2. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt. Artikel 11 - Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen erkend als monument 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., van een woning en/of gebouw dat krachtens het Decreet tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten is beschermd als monument en waarvoor: 1) ofwel bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaart restauratiepremiedossier is ingediend; 2) ofwel de bevoegde overheid attesteert dat de beschermde woning en/of het gebouw mag blijven leegstaan; wordt vrijgesteld van de belasting. 2. Ingeval een ontvankelijk verklaard restauratiepremie dossier is ingediend, duurt de vrijstelling tot twee jaar na het einde van de termijn van behandeling van het restauratiepremie dossier. Artikel 12 - Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen die getroffen worden door een ramp 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., van een woning en/of gebouw dat werd getroffen door een ramp (brand, natuurramp, gasontploffing, ) en die zelf niet (mede)aansprakelijk kan worden gesteld voor de ramp, wordt vrijgesteld van de belasting. 2. De periode van vrijstelling duurt twee jaar. inventaris is geschrapt, of indien geen aanvullende vrijstelling zoals omschreven in de artikelen 23 tot en met 31 kan worden verkregen, dan vervalt deze vrijstelling en wordt de belastingplichtige Artikel 13 - Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen die het onderwerp vormen van een gerechtelijke procedure 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., van een woning en/of gebouw waarvan het effectieve gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in kader van een strafrechtelijk onderzoek wordt vrijgesteld van de belasting. 2. De periode van vrijstelling vangt aan op de datum van het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid. De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hiervoor voorgelegd worden als bewijsstukken en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verdere verloop van de procedure.

3. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of andere geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van de woning en/of het gebouw heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting. 4. Indien op het einde van de periode van vrijstelling de woning en/of het gebouw niet uit de Artikel 14 - Vrijstelling voor de leegstand van een woning gelegen in een gebouw dat effectief in gebruik is 1. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., wordt vrijgesteld van belasting voor leegstand van een woning indien deze woning gelegen is in een gebouw, maar enkel voor zover aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: 1) De woning is niet afsplitsbaar van het gebouw. Een woning is eerst afsplitsbaar indien ze na sloop van het gebouw kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. 2) Het gebouw effectief gebruikt wordt overeenkomstig de functie en niet kan beschouwd worden als een leegstaand gebouw. 3) De woning niet toegankelijk is via een afzonderlijke toegang vanaf het openbaar domein of vanaf een aan het openbaar domein palende private toegangsweg of buitenruimte die toebehoort aan de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1. Een afzonderlijke toegang is een toegang die leidt naar één of meer woningen in hetzelfde gebouw, waarbij de woningen onafhankelijk van het gebouw op de gelijkvloerse verdieping kunnen betreden worden via een afzonderlijke deur en vaste trap. 2. Deze vrijstelling is niet van toepassing indien, aan een of meerdere van de volgende voorwaarden is voldaan: 1) indien een bestaande afzonderlijke toegang verwijderd werd zonder dat hiervoor de noodzakelijke stedenbouwkundige vergunningen werden bekomen; 2) indien een afzonderlijke toegang kan gerealiseerd worden en hiervoor een stedenbouwkundige vergunning kan verkregen worden langs een andere zijde dan de gevels aan de straatzijde, m.n. via een aan het openbaar domein palende private toegangsweg of buitenruimte die toebehoort aan de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1.; 3) indien een gemeenschappelijke toegang aanwezig is of voorzien kan worden via aanpalende woningen en/of gebouwen die toebehoren aan de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3-1. Artikel 15 - Vrijstelling voor de leegstand van een gebouw of woning eigendom van de stad, het O.C.M.W. of een Sociale Huisvestingsmaatschappij 1. Het stadsbestuur en O.C.M.W. van Torhout, zijn vrijgesteld van de belasting. 2. Ingeval de houder van het zakelijk recht, bedoeld in artikel 3-1., een Sociale Huisvestingsmaatschappij is, wordt een vrijstelling verleend voor een periode van maximum drie jaar. De vrijstelling is onbeperkt in geval het gebouw of de woning onderwerp uitmaakt van een renovatieof reconversieproject, aan te tonen aan de hand van een door de directeur van de Sociale Huisvestingsmaatschappij ondertekende intentieverklaring. 5. OVERGANGSBEPALING Artikel 16 - Overgangsbepaling Woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als "leegstaand" overeenkomstig de bepalingen van het belastingreglement op leegstandsheffing op gebouwen en woningen, aangenomen in de gemeenteraad van 17 december 2012 en die op 31 december 2015 nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen in het leegstandsregister met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum. Het bedrag van de heffing wordt volgens deze inventarisatiedatum bepaald, evenwel met toepassing van de heffingsbedragen volgens het huidige reglement. De leegstand

moet niet opnieuw vastgesteld worden. Toegekende vrijstellingen en/of schorsingen blijven van kracht. 6. INVORDERING VAN DE BELASTINGEN EN REGELING VAN GESCHILLEN Artikel 17 - invordering van de belastingen De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het College. De belasting is betaalbaar binnen de twee maand na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 18 - regeling van de geschillen De vestiging en invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 19 - kennisgeving aan de hogere overheid Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.