Verkennend bodemonderzoek

Vergelijkbare documenten
Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend waterbodemonderzoek

Aanvullend onderzoek demping Zahnstraat 19 te Angeren

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

Verkennend bodemonderzoek

Indicatief bodemonderzoek

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

Eindhoven, Onderwerp: Briefrapportage grondwatermonitoring Uden-Centrum 2016/ 2017 Projectnummer: Referentienummer: SWNL

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

Verkennend bodemonderzoek Horstweg en Eerbeekseweg te Loenen

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

1 Inleiding... 5 Algemeen... 5 Aanleiding en doelstelling Kwaliteitsborging en onafhankelijkheid Opbouw van het rapport...

Gemeente Losser T.a.v. de heer H. Plegt Raadhuisplein AG Losser. Geachte heer Plegt,

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld)

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad

Sanering uitgevoerd, restverontreiniging aanwezig. Ernstig, niet urgent geval van bodemverontreiniging.

Verkennend bodemonderzoek Kamperstraatweg 7 te Kampen

Bodemonderzoek op de voormalige stort Brandlichterweg te Denekamp

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. DE HOEF 2, FASE 2 en 3 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek centrumplan Oldebroek

Verkennend bodemonderzoek 4 percelen Alphen a/d Rijn. Nabij J.C. Hoogendoornlaan

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst

Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming


Bijlage 10: Bodemonderzoeken

VKB 2001/2002 VERKENNEND BODEMONDERZOEK OP HET PERCEEL AAN SCHULPSTET 7, 9 EN 13 TE CASTRICUM. HB Adviesbureau bv

Verkennend bodemonderzoek De Chalmotweg 3A te Kampen

Sporen in Arnhem, actualiserend bodemonderzoek

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017

Verkennend bodemonderzoek

VERKENNEND BODEMONDERZOEK ZUIDZIJDE 31 TE ROZENBURG

Nieuwstraat 10 te Dreumel

Nader bodemonderzoek. Amazonedreef 110 te Utrecht

Verkennend bodemonderzoek Naast Kortveldsesteeg 1-3 te Hank

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK HOGE HEILIGENWEG 17 TE AMMERZODEN Gemeente Ammerzoden, sectie M, nummer 748 PROJECT:

Verkennend bodemonderzoek Plangebied Crescent te Harderwijk (gemeente Harderwijk)

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

Verkennend bodemonderzoek asbest Wissinkbrink & Veldmaat te Haaksbergen

VERKENNEND BODEMONDERZOEK PLAN DE KEYSER PERCELEN G946, 930, 931, 996 (-Y1) EN 717 (-Y2) TE MIDDENBEEMSTER

Brede School Lupinenstraat te Didam


Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

Verkennend bodemonderzoek Kamperstraatweg 9 te Kampen

Zoals overeengekomen ontvangt u hierbij de rapportage van het verkennend bodemonderzoek aan de Eikenlaan te Heemstede in tweevoud.

waterschap roer en overmaas

Verkennend bodemonderzoek

VERKENNEND BODEMONDERZOEK BOUWPLAN AELSERHOF TE ELSLOO

Bodemonderzoek plangebied Ommen Oost - Noordzijde Otmansweg

Verkennend bodemonderzoek en indicatief asbestonderzoek

Verkennend bodemonderzoek

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B OPDRACHTGEVER: V.O.F.

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740

Gemeente Woensdrecht. Bestemmingsplan. Partiële herz. Buitengeb OLV ter Duinenlaan Onderzoeksrapporten

1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10

VERKENNEND BODEMONDERZOEK

Tweede Kruisweg 3 te Puttershoek. Type onderzoek Verkennend bodemonderzoek NEN 5740

1 Inleiding 3. 3 Verrichte werkzaamheden Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek 9

Verkennend bodemonderzoek

VERKENNEND BODEMONDERZOEK NEN 5740 DOMINICANENSTRAAT TUSSEN NUMMER 11 TE LANGENBOOM (PERCEEL GEMEENTE MILL, SECTIE K, NUMMER 2740) GEMEENTE MILL &

25 juni 2009 B

Aanvullend bodemonderzoek en asbestonderzoek

Rapport. Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle. Auteur(s) Opdrachtgever. ing. J.C.M. Lexmond. Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Wematech Bodem Adviseurs B.V.

1 Inleiding 3. 3 Verrichte werkzaamheden Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek 7

Bodemonderzoeken op de locaties Herenweg 60a, 62A en 64 te Kudelstaart. Documentnr: 0412-MIL3031 Datum: 2 november 2012

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek, Kattestraat te Eindhoven PROJECTNUMMER: B

Schijndel, 12 oktober 2007 Betreft: verkennend bodemonderzoek aan de Planetenlaan 1 te Breugel Projectnummer: Bijlagen: rapportage in tweevoud

VERKENNEND BODEMONDERZOEK KLEIN KANTJE ONG. TE NISTELRODE

Verkennend bodemonderzoek

Actualiserend bodemonderzoek

VERKENNEND MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK KLAVER 11

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) BEATRIXSTRAAT Metalen ICP-AES. Minerale olie. Sommaties. Sommaties

Het is toegestaan dit rapport te verveelvoudigen en/of openbaar te maken onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alleen vermenigvuldiging en gebruik

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

VERKENNEND BODEMONDERZOEK MIDDENWEG 14 TE HEERHUGOWAARD

VERKENNEND EN NADER BODEMONDERZOEK BURGEMEESTER MANDERSLAAN 8 ZUNDERT

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Wilheminaweg 3, 5, 7/7A en 9/9A Wageningen Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Wageningen. Datum rapport: Status:

Vooronderzoek bodem. Uitbreiding Camping Somerse Vennen. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 29 juni GM , revisie c2

Onder het (verharde) parkeerterrein van recreatieplas de Langspier te Boxtel is verontreinigd puin aangebracht.

Verkennend bodemonderzoek Van Heemstraweg perceel D176 Afferden

Buro SRO. Boxmeer, 28 april resultaten herbemonstering grondwater peilbuis A01 Project: definitief, versie D1.

B.001 koos witte bouwkundig teken & adviesburo duykerdam tb den burg texel tel kwitte@xs4all.

RAPPORT VERKENNEND BODEMONDERZOEK CONFORM NEN 5740 en BRL SIKB 2000; protocol 2001/2002. Locatie: Moorsel 3 te Lierop. Projectnummer: AQU

Verkennend bodem- en waterbodemonderzoek

Historisch bodemonderzoek conform NEN 5725

Verkennend bodemonderzoek

Behandeld door : JKR Onze ref. : Projectnaam : Psychogeriatrisch centrum De Herven te Den Bosch

Verkennend bodemonderzoek omgeving Frankische Driehoek te Goirle

Transcriptie:

Verkennend bodemonderzoek De Kolk te Wapenveld Definitief gemeente Heerde Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 mei 2009 99047521

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Aanleiding en doelstelling... 4 1.3 Kwaliteitsborging en onafhankelijkheid... 4 1.4 Opbouw van het rapport... 4 2 Vooronderzoek... 5 2.1 Algemeen... 5 2.2 Historie en actuele terreinsituatie... 5 2.3 Bodemopbouw en geohydrologie... 6 3 Onderzoeksstrategie... 7 3.1 Werkwijze bodemonderzoek... 7 3.2 Opstelling onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie... 7 3.3 Veldonderzoek... 8 3.4 Laboratoriumonderzoek... 8 4 Resultaten veldonderzoek... 9 4.1 Algemeen... 9 4.2 Bodemopbouw en grondwatergegevens... 9 4.3 Zintuiglijke waarnemingen... 9 4.4 Monsterselectie... 10 5 Resultaten laboratoriumonderzoek... 11 5.1 Analyseresultaten... 11 5.2 Toetsingskader... 11 5.3 Overschrijdingen... 12 6 Evaluatie... 13 6.1 Algemeen... 13 6.2 Milieuhygiënische kwaliteit van de bodem... 13 6.3 Conclusies en aanbevelingen... 13 Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Topografische ligging onderzoekslocatie Situatie met boringen en peilbuizen Boorprofielen en verklaringsblad Analysecertificaten Toetsingresultaten Toetsingskader bodemkwaliteit Foto asbestverdachte golfplaten Kwaliteitsborging Grontmij 99047521 Pagina 3 van 13

1 Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van gemeente Heerde heeft Grontmij Nederland bv. een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de ontwikkelingslocatie De Kolk te Wapenveld. Het verkennend bodemonderzoek is gebaseerd op de NEN 5740, Bodem Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) januari 2009. De regionale ligging van de onderzoekslocatie is aangegeven in bijlage 1. Een overzicht van de locatie is weergegeven in bijlage 2. 1.2 Aanleiding en doelstelling Aanleiding tot het laten instellen van een verkennend bodemonderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van woningen en de daarvoor benodigde bestemmingswijziging van de locatie. Inzicht in de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is daarom gewenst. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische bodemkwaliteit op de onderzoekslocatie op basis van de huidige kwaliteitsnormen. Het onderzoek is niet bedoeld om de exacte aard en omvang van een eventuele aanwezige verontreiniging aan te geven. 1.3 Kwaliteitsborging en onafhankelijkheid Grontmij wil met haar producten en diensten zo goed mogelijk aan de behoeften, doelstellingen en eisen van haar opdrachtgevers voldoen. De wijze waarop de kwaliteit van de door Grontmij uitgevoerde onderzoeken en gegeven adviezen wordt gewaarborgd, is vermeld in bijlage 8. Grontmij Nederland bv. verklaart hierbij dat zij, de NV waar Grontmij Nederland bv. deel van uitmaakt en haar onderaannemers geen enkel belang hebben bij de uitkomsten van het bodemonderzoek. Het onderzoek is derhalve volgens de eisen uit het Besluit bodemkwaliteit onafhankelijk uitgevoerd. In de rapportage wordt expliciet vermeld welke werkzaamheden zijn uitgevoerd onder de beoordelingsrichtlijnen en onderliggende protocollen. 1.4 Opbouw van het rapport In het voorliggende rapport komen de volgende aspecten aan de orde: de resultaten van het vooronderzoek (hoofdstuk 2); de onderzoeksstrategie (hoofdstuk 3); de resultaten van het veldonderzoek (hoofdstuk 4); de resultaten van het laboratoriumonderzoek en de interpretatie (hoofdstuk 5); een evaluatie van de onderzoeksresultaten, toetsing van de gekozen onderzoekshypothese en conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 6). De bijbehorende tekeningen, boorprofielen en analysecertificaten zijn als bijlage opgenomen. 99047521 Pagina 4 van 13

2 Vooronderzoek 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden de resultaten van het vooronderzoek besproken. Dit resulteert in een hypothese over de mate van verdachtheid ten aanzien van bodemverontreiniging op de locatie. Ten behoeve van het verkennend bodemonderzoek is een vooronderzoek uitgevoerd gebaseerd op de NEN 5725 (beperkt vooronderzoek) uitgezonderd de financieel/juridische aspecten, archeologische verwachting ten aanzien van niet gesprongen explosieven. De resultaten hiervan zijn in onderstaande paragrafen weergegeven. Naar aanleiding van de bevindingen uit het vooronderzoek is er een voorlopig boorplan opgesteld. Informatie omtrent de onderzoekslocatie is in eerste instantie ontleend aan de door de opdrachtgever verstrekte gegevens. Voorafgaand aan het veldonderzoek heeft door Grontmij een terreininspectie plaatsgevonden met als doel om de actuele terreinsituatie te bekijken en op basis hiervan het voorlopig boorplan indien nodig bij te stellen. Hierop wordt in hoofdstuk 3 verder ingegaan. 2.2 Historie en actuele terreinsituatie Het terrein heeft een oppervlak van 46.335 m 2 en is in gebruik als weiland en landbouwgrond. Het perceel is kadastraal bekend als Gemeente Heerde, sectie M 1081. Onderzoekslocatie De locatie is in het verleden, voor zover bekend, niet in gebruik geweest als fruitboomgaard. Op de locatie zijn geen ondergrondse of bovengrondse tanks bekend en er hebben zich geen calamiteiten met een bodembedreigend karakter voorgedaan. Op de locatie is in 2005 een bodemonderzoek uitgevoerd (Verkennend onderzoek, De Klinker, kenmerk: 050916WW.510, d.d. 13 oktober 2005). In zowel de boven- als de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aan de onderzochte stoffen gemeten. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties aan zware metalen en xylenen gemeten. Omringende percelen Op de percelen ten westen nieuwbouwlocatie is in 2000 bodemonderzoek uitgevoerd (verkennend bodemonderzoek, Boluwa, kenmerk: 20268, d.d. 1 december 2000). In de bovengrond is een licht verhoogd gehalte aan PAK aangetoond. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aan de onderzochte stoffen gemeten. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties aan zware metalen aangetoond. Voor het perceel van De Wangen 22 is in 2007 een historisch onderzoek uitgevoerd (historisch onderzoek; Luttenbroekseweg 2, Boluwa, kenmerk: 07199, d.d. 25 september 2007). Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt geen bodemverontreiniging verwacht. 99047521 Pagina 5 van 13

1BVooronderzoek 2.3 Bodemopbouw en geohydrologie De regionale bodemopbouw is weergegeven in tabel 2.1. De gegevens uit deze tabel zijn ontleend aan het dinoloket (www.dinoloket.nl). De maaiveldhoogte ter plaatse van de locatie komt globaal overeen met 3 meter +NAP. Tabel 2.1 Regionale bodemopbouw Globale diepte (m -mv) Geohydrologische schematisatie Samenstelling 0 tot 2,0 2,0 tot 44,0 Slecht doorlatende deklaag 1e watervoerende pakket Klei Fijne en grove zanden Op grond van de TNO/DGV gegevens wordt geconcludeerd dat vermoedelijk sprake is van een kwelsituatie. Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt in oostelijke richting. 99047521 Pagina 6 van 13

3 Onderzoeksstrategie 3.1 Werkwijze bodemonderzoek Voordat op de locatie gestart is met het veldonderzoek zijn de volgende stappen uitgevoerd: de terreineigenaren/gebruikers zijn door de opdrachtgever nader geïnformeerd over het verkennende onderzoek op de locatie; door een medewerker van de Grontmij Nederland bv. is een locatiebezoek afgelegd. Op basis van de resultaten van het locatiebezoek is het vooraf opgestelde voorlopig boorplan zo nodig aangepast en definitief vastgesteld. 3.2 Opstelling onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie Conform de aanpak van de NEN 5740 dient, op basis van de resultaten van het vooronderzoek een onderzoekshypothese te worden vastgesteld. Hierbij wordt de onderzoekslocatie zo nodig onderverdeeld in deellocaties. Per (deel)locatie moet een onderzoekshypothese worden opgesteld, op basis waarvan de onderzoeksstrategie wordt bepaald. De hypothese geeft het volgende aan: of de bodem naar verwachting wel of niet verontreinigd is; de aard van de verontreinigende stoffen; de plaats van voorkomen van de verontreinigende stoffen; of de stoffen worden verwacht in grond en/of grondwater. In onderstaande tabel is de indeling in deellocaties met de bijbehorende onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie weergegeven. Tabel 3.1 Te onderscheiden deellocaties met onderzoeksstrategie Deellocatie Oppervlakte (m 2 ) Verdacht /Onverdacht Onderzoeksstrategie 1 Gehele locatie 46.335 Onverdacht ONV-GR 1 ONV-GR Grootschalig onverdacht In paragraaf 3.4 is de onderzoeksstrategie (boringen, peilbuizen en analyses) uitgewerkt. In onderstaande paragrafen wordt verder ingegaan op het uitgevoerde veld- en laboratoriumonderzoek. 99047521 Pagina 7 van 13

2BOnderzoeksstrategie 3.3 Veldonderzoek Het veldonderzoek in het kader van het verkennend bodemonderzoek is verricht op 6 tot en met 8 april 2009 en heeft bestaan uit de onderstaande werkzaamheden: het uitvoeren van een visuele terreininspectie. Mede aan de hand hiervan is de plaats van de boringen en peilbuizen bepaald; het uitvoeren van in totaal 31 handboringen ten behoeve van het verkennend bodemonderzoek, waarvan: o 21 tot circa 0,5 meter beneden maaiveld (m mv); o 4 tot minimaal 2,0 m mv (de boringen zijn voor de watertoets verder doorgezet dan 2 m m mv, tot maximaal 4,5 m -mv); o 6 tot 3,0 à 3,5 m mv. het zintuiglijk beoordelen van het bij de boringen vrijkomende bodemmateriaal op bodemkundige eigenschappen en op eventueel aanwezige verontreinigingskenmerken; het nemen van monsters van het bij de boringen vrijkomende bodemmateriaal. De monstertrajecten zijn weergegeven aan de rechterzijde van de boorprofielen in bijlage 3; het plaatsen van zes peilbuizen met een filterlengte van 1 meter in zes van de diepste boorgaten; het doorpompen van de peilbuizen direct na plaatsing hiervan. Op 23 maart 2009 zijn de volgende werkzaamheden verricht: het opnemen van de grondwaterstand in de peilbuizen; het bepalen van de zuurgraad (ph) en het elektrisch geleidingsvermogen (Ec) van het grondwater; het nemen van grondwatermonsters uit de peilbuizen; Het veldonderzoek is uitgevoerd door de heren R. Prakken en I. van Oers van de groep Terreinonderzoek van Grontmij Nederland bv. De bovengenoemde medewerkers zijn gecertificeerd voor het uitvoeren van veldwerk conform de BRL SIKB 2000 Veldwerk bij Milieuhygiënisch bodemonderzoek. In tabel 3.2 zijn de uitgevoerde boringen en peilbuis met boordieptes weergegeven. Bijlage 2 geeft een overzicht van de situering van de verrichte boringen en de geplaatste peilbuizen. 3.4 Laboratoriumonderzoek De geselecteerde grond(meng)- en grondwatermonsters zijn in het door RvA geaccrediteerde laboratorium van ALcontrol Laboratories geanalyseerd. Menging van de grondmonsters heeft plaatsgevonden in het laboratorium. De analyses zijn uitgevoerd conform de protocollen die vallen onder het accreditatieschema van de AS 3000 richtlijn. Een overzicht van het aantal en van de verrichte laboratoriumanalyses is weergegeven in tabel 3.2. Tabel 3.2 Deellocatie Overzicht veld- en laboratoriumonderzoek Onderzoeks- Aantal boringen en peilbuizen Aantal en soort analyses 1 Strategie Boringen Peilbuis Grond Grondwater 0,5 m -mv minimaal 2,0 m -mv 3,0 à 3,5 m -mv Gehele locatie ONV 21 4 6 7x NENg 6x NENw 1 NENg droge stof, organische stof, lutum, ontsluiting t.b.v. metalen, Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn, PCB's, PAK 10 VROM en minerale olie GC C10-C40 NENw Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn, benzeen, tolueen, ethylbenzeen, som xylenen (som o,m,p), styreen, naftaleen, vinylchloride, 1,1-dichlooretheen, dichloormethaan, trans-1,2-dichlooretheen, cis-1,2-dichlooretheen, som 1,2-dichlooretheen, 1,1-dichloorethaan, chloroform, 1,1,1-trichloorethaan, tetrachloormethaan, 1,2-dichloorethaan, trichlooretheen, 1,2-dichloorpropaan, 1,1-dichloorpropaan, 1,3-dichloorpropaan, som dichloorpropanen, 1,1,2-trichloorethaan, tetrachlooretheen en bromoform, minerale olie GC C10-C40 Voor de exacte diepte van de verrichte boringen wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 3. Voor de toegepaste analysemethoden bij het laboratoriumonderzoek van ALcontrol wordt verwezen naar bijlage 4. 99047521 Pagina 8 van 13

4 Resultaten veldonderzoek 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden de resultaten van het veldonderzoek beschreven. De bodemopbouw is vermeld in paragraaf 4.2. Paragraaf 4.3 beschrijft de zintuiglijk waargenomen verontreinigingskenmerken en paragraaf 4.4 beschrijft de monsterselectie. 4.2 Bodemopbouw en grondwatergegevens De resultaten van de bodemkundige beoordeling van de boringen zijn in bijlage 3 in de vorm van boorprofielen weergegeven. Op basis van deze boorprofielen kan de bodemopbouw als volgt worden beschreven. Vanaf maaiveld tot circa 4,5 m mv (is maximale boordiepte) bestaat de bodem uit zeer fijn tot zeer grof, zwak siltig zand. De bodem bestaat plaatselijk tot 0,4 à 0,7 m mv uit kleiig zand en plaatselijk uit matig zandhoudende klei. De grondwaterstand in de peilbuizen is opgenomen op 14 april 2009. In tabel 4.1 is de zuurgraad, geleidend vermogen en de grondwaterstand opgenomen. Tabel 4.1 Resultaten veldmetingen grondwater Peilbuis Filterstelling (m -mv) Grondwaterstand (m -mv) ph (-) Ec (µs/cm) 01 2,0 3,0 1,25 6,7 431 05 2,4 3,4 1,56 5,8 263 14 2,0 3,0 1,10 6,3 541 22 2,5 3,5 1,87 5,3 315 26 2,0 3,0 1,31 6,1 214 31 2,0 3,0 1,30 6,3 488 Een eventueel afwijkende zuurgraad (ph) en geleidingsvermogen (EC) in het grondwater kan een indicator zijn voor de aanwezigheid van verontreinigende stoffen. De in de tabel 4.1 weergegeven waarden voor de zuurgraad en het elektrisch geleidingsvermogen worden niet als afwijkend beschouwd. 4.3 Zintuiglijke waarnemingen Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de zuidoost hoek (bij boring 29) van de locatie asbestverdachte golfplaten aan getroffen. De platen staan gegroepeerd, recht op tegen een hek op de grens van de onderzoekslocatie. De golfplaten zijn visueel in goede staat. Een foto van de golfplaten is opgenomen in bijlage 7. Gezien de staat van de golfplaten is besloten hier geen extra onderzoek uit te voeren. Ter plaatse van het overige terrein zijn geen asbestverdacht materialen aangetroffen. Tijdens de boorwerkzaamheden zijn in de bovengrond van boring 29 resten aan puin aangetroffen. In de ondergrond ter plaatse van de boringen 22 en 31 zijn zwakke bijmengingen aan puin aangetroffen. in de overige boringen zijn kenmerken waargenomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen. 99047521 Pagina 9 van 13

3BResultaten veldonderzoek 4.4 Monsterselectie De selectie van de te analyseren grondmonsters, zoals genoemd in 3.2, heeft plaatsgevonden op basis van de in de voorgaande paragrafen genoemde resultaten van het veldonderzoek. De monsters zijn dusdanig geselecteerd, dat na uitvoering van de analyses, een zo representatief mogelijk beeld verkregen wordt van de milieuhygiënische kwaliteit van boven- en ondergrond. De samenstelling van de geselecteerde (meng)monsters is weergegeven in onderstaande tabel en meer gedetailleerd weergegeven in bijlage 4. Tabel 4.3 Monsterselectie Monsternummer Boringnummers Monstertraject (m mv) Motivatie MM01 01, 02, 10, 12, 13, 22, 23 0,0 0,45 Bovengrond, zintuiglijk schoon MM02 03, 08, 14, 15, 14, 24, 25 0,0 0,45 Bovengrond, zintuiglijk schoon MM03 04 t/m 07, 17, 18, 26 0,0 0,5 Bovengrond, zintuiglijk schoon MM04 27 t/m 31 0,0 0,5 Bovengrond, zintuiglijk schoon MM05 01, 22, 24 0,8 1,8 Ondergrond, zintuiglijk schoon MM06 03, 05, 14, 16 0,7 1,7 Ondergrond, zintuiglijk schoon MM07 26, 29, 31 0,75 1,7 Ondergrond, zintuiglijk schoon 99047521 Pagina 10 van 13

5 Resultaten laboratoriumonderzoek 5.1 Analyseresultaten De analysecertificaten van ALcontrol Laboratories met de resultaten van het laboratoriumonderzoek en een toelichting op de toegepaste analysemethoden zijn weergegeven in bijlage 4. Eventuele disqualifiers zijn eveneens in deze bijlage weergegeven. 5.2 Toetsingskader Voor het antwoord op de vraag of en in welke mate bodemverontreiniging aanwezig is, zijn normen opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009. Een toelichting op dit toetsingskader is opgenomen in bijlage 5 bij dit rapport. Voor de toepassing van grond en bagger op landbodems geldt vanaf 1 juli 2008 het toetsingskader op basis van het Besluit bodemkwaliteit. In de bijbehorende Regeling bodemkwaliteit zijn normen opgenomen waaraan de kwaliteit van toe te passen grond of bagger of de kwaliteit van de ontvangende bodem kan worden getoetst. De streefwaarden voor grond zijn niet meer opgenomen in de Circulaire en worden nu vervangen door de achtergrondwaarden (AW2000) uit de Regeling bodemkwaliteit. De analyseresultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden in de gewijzigde Circulaire bodemsanering 2009 en de Regeling bodemkwaliteit. Het toetsingsresultaat is in bijlage 5 weergegeven. Tevens zijn in deze bijlage de toetsingswaarden opgenomen. De toetsingswaarden voor de grond zijn berekend voor de locatiespecifieke bodem op basis van de geanalyseerde gehalten aan lutum en organische stof. De volgende toetsingswaarden worden onderscheiden voor de vaste bodem: AW: Achtergrondwaarde, het gehalte in onbelaste natuurgebieden en landbouwgronden; T: Tussenwaarde, het gemiddelde van de achtergrondwaarde en de interventiewaarde, criterium voor nader onderzoek; I: Interventiewaarde, het gehalte waarboven ernstige vermindering optreedt van de functionele eigenschappen van de bodem. De volgende toetsingswaarden worden onderscheiden voor het grondwater: S: Streefwaarde, ijkpunt voor een milieukwaliteit van het grondwater op de lange termijn op basis van het verwaarloosbaar risiconiveau voor het ecosysteem; T: Tussenwaarde, het gemiddelde van de Streefwaarde en de Interventiewaarde, criterium voor nader onderzoek; I: Interventiewaarde, het gehalte waarboven ernstige vermindering optreedt van de functionele eigenschappen van de bodem. 99047521 Pagina 11 van 13

4BResultaten laboratoriumonderzoek 5.3 Overschrijdingen Uit de toetsing van de gemeten waarden in bijlage 5 blijkt dat in een aantal van de onderzochte monsters gehalten boven de toetsingswaarden zijn aangetroffen. Deze overschrijdingen zijn weergegeven in de tabellen 5.1 (grond) en 5.2 (grondwater). Tabel 5.1 Overschrijdingen van de toetsingwaarden grondmonsters Monsternummer Boringnummers Monstertraject (m -mv) Parameter en overschreden toetsingwaarde MM01 01, 02, 10, 12, 13, 22, 23 0,0 0,45 - MM02 03, 08, 14, 15, 14, 24, 25 0,0 0,45 - MM03 04 t/m 07, 17, 18, 26 0,0 0,5 - MM04 27 t/m 31 0,0 0,5 Lood > AW MM05 01, 22, 24 0,8 1,8 - MM06 03, 05, 14, 16 0,7 1,7 - MM07 26, 29, 31 0,75 1,7 - AW: achtergrondwaarde, T: tussenwaarde, I: interventiewaarde Tabel 5.2 Overschrijdingen van de toetsingwaarden grondwatermonsters Peilbuisnummer Filtertraject (m -mv) Parameter en overschreden toetsingwaarde 01 2,0 3,0 Naftaleen > S 05 2,4 3,4 Barium > S 14 2,0 3,0 Barium > S 22 2,5 3,5 Barium > S 26 2,0 3,0-31 2,0 3,0 - S: streefwaarde, T: tussenwaarde, I: interventiewaarde Op basis van de resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek wordt de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem besproken in hoofdstuk 6. 99047521 Pagina 12 van 13

6 Evaluatie 6.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt de integratie plaats van de resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek. Op basis hiervan is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) beschreven. 6.2 Milieuhygiënische kwaliteit van de bodem Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de zuidoost hoek (bij boring 29) van de locatie asbestverdachte golfplaten aan getroffen. De platen staan gegroepeerd, recht op tegen een hek op de grens van de onderzoekslocatie. De golfplaten zijn visueel in goede staat. Gezien de omvang en staat waarin de platen verkeren, is besloten geen asbestonderzoek te verrichten. Tijdens de boorwerkzaamheden zijn zintuiglijk geen andere kenmerken waargenomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen. Uit de analyseresultaten blijk dat in mengmonster MM04 van bovengrond grond een licht verhoogd gehalte aan lood is gemeten. In de overige mengmonsters van de bovengrond en in de mengmonsters van de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aan de onderzochte stoffen gemeten. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties aan barium en naftaleen gemeten. 6.3 Conclusies en aanbevelingen Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie. Hieruit kan wordt geconcludeerd dat de voor de locatie opgestelde onderzoekshypotheses onverdachte locatie strikt genomen niet juist is. Gezien de relatief lage gehalten is er echter geen aanleiding tot het uitvoeren van vervolg onderzoek. Milieuhygiënisch gezien zijn geen belemmering voor de bestemmingswijziging van de locatie. Wij adviseren om de golfplaten af te voeren naar een erkend verwerker. Indien grond van de locatie vrijkomt en wordt toegepast gelden de regels van het Besluit bodemkwaliteit. 99047521 Pagina 13 van 13