Installatie- en onderhoudsinstructie voor de Li-Lo regenwaterhergebruiktank Alle beschreven punten in deze installatie-instructie dienen ten allen tijde in acht te worden genomen. Alle garantievoorwaarden komen te vervalen indien dit niet het geval is. Aparte installatie-instructies zijn toegevoegd in de transportverpakking van het complete assortiment Duborain Li- Lo. De garantie op het Li-Lo pompassortiment kan enkel gelden voor de pompen zelf en dekt op geen enkele wijze eventueel flankerende kosten (installatie, ). Inhoudstabel 1. ALGEMEENHEDEN 2 1.1 Veiligheid 2 1.2 Labelling/markering 2 2. INSTALLATIE CONDITIES 2 2.1 Belasting voetganger 2 2.2 Belasting licht verkeer 2 2.3 Algemeen 2 3. TECHNISCHE DATA 4 3.1 Li-Lo regenwaterhergebruiktank 4 3.2 Li-Lo schachtophogingselement 4 3.3 Li-Lo deksel PE 4 3.4 Li-Lo auto module 4 4. TANK ONDERDELEN 5 Indien instructies ontbreken dienen deze onmiddellijk bij Dyka te worden aangevraagd. De tank moet worden onderzocht op schade vooraleer ze wordt geïnstalleerd in de bouwput. 5. INSTALLATIE TANK 5 5.1 Werf 6 5.2 Bouwput 6 5.3 Plaatsen en vullen 7 5.4 Aansluitingen 8 6. SAMENSTELLING SCHACHTOPHOGING 8 6.1 Montage van schachtophoging 8 6.2 Montage deksel PE 8 6.3 Montage auto module 9 6.4 Montage schachtophoging als extra verhoging 9 7. INSPECTIE EN ONDERHOUD 10
1. Algemeen 1.1 Veiligheid Bij werken dienen de gepaste en geldende veiligheids- en gezondheidsvoorschriften te worden nageleefd. Om veiligheidsredenen, zeker bij het plaatsen van de tank, dient een tweede persoon aanwezig te zijn. Bovendien moeten, bij het uitvoeren van montage- en installatiewerkzaamheden, inspectie, onderhoud en reparaties, alle werkvoorschriften en normen worden gevolgd. Het complete systeem moet altijd buiten werking worden gesteld en bewaakt tegen ongeoorloofd gebruik bij het uitvoeren van werken aan de installatie of onderdelen van het systeem. DYKA biedt een uitgebreide reeks accessoires die verenigbaar zijn met elkaar en kunnen gebruikt worden om een compleet systeem te bouwen. Het gebruik van accessoires van andere fabrikanten kunnen schadelijk zijn voor de functie van het systeem en de aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende schade is niet meer gedekt door de garantie. 1.2 Labelling/markering Het water in deze systemen is niet geschikt voor consumptie of persoonlijke hygiëne. Alle aftappunten van het watersysteem worden geëtiketteerd als "geen drinkwater", hetzij in woorden hetzij grafisch, zodat na jaren van gebruik, een toevallige verbinding aan het drinkwater is uitgesloten. Zelfs als correct geëtiketteerd werd, kan eventueel steeds verwarring optreden, bijvoorbeeld bij kinderen. Om deze reden worden best alle aftappunten voorzien van een kinderbeveiliging. 2. Installatiecondities 2.1 Belasting voetganger De DYKA Li-Lo Regenwaterhergebruiktank met de PE-deksel mag alleen worden geïnstalleerd in verkeersvrije gebieden. De maximale korte termijnbelasting bedraagt 150kg, op de lange termijn max.. 50 kg. 2.2 Belasting licht verkeer De DYKA Li-Lo Regenwater ondergrondse tank met de gietijzeren deksel (klasse B) is geschikt voor installatie in licht verkeersbelastbare gebieden (max. totale belasting 3,5 ton). In de zones met verkeersbelasting dient de dekking (gecompacteerd) minstens 700mm en maximum 1000mm te bedragen. Onder geen enkel beding mogen er rechtstreeks verkeerslasten op de tank worden overgebracht. 2.3 Algemeen In geval van grondwater of hellende locaties dienen special installatie-instructies te worden gevolgd - zie pag. 6. Bij installatie grenzend aan zones met zwaar verkeersbelasting zie pag. 6. De maximaal toegelaten gronddekking bedraagt 1200mm enkel in groenzones niet bij verkeersbelasting - zie pag. 3. 2/10
2. Installatiecondities 535-865 mm Toegelaten dekking bij Li-Lo schachtophogingselement in groenzones. Maximaal toegelaten gronddekking bij toepassing van bijkomend Li-Lo schachtophogingselement (als extra accessoire). (enkel in groenzone niet onder verkeersbelastbare zones) max. 1200 mm max. 3,5 to Toegelaten gronddekking met schachtophogingselement in combinatie met de auto module (gietijzeren deksel klasse B) in verkeersbelastbare zones (max. 3,5 ton). (zonder grondwater) >700 <1000 mm >700 <1200 mm Gronddekking bij installatie in het grondwater de gearceerde zone specificeert de toegelaten inbouwdiepte in het grondwater. (niet toegelaten in verkeersbelastbare zones) Max. Max. 3/10
3.1 Li-Lo regenwaterhergebruiktank 3. Technische data Tank Order No. Weight L B H *Htot 1500 L 20039753 80 kg 2100 mm 1250 mm 700 mm 1015 mm 3000 L 20039755 170 kg 2450 mm 2100 mm 735 mm 1050 mm 5000 L 20039756 240 kg 2890 mm 2300 mm 950 mm 1265 mm 7500 L 20039757 360 kg 3600 mm 2250 mm 1250 mm 1565 mm *Htot = totale hoogte 3.2 Li-Lo schachtophogingselement Minimum effectieve lengte maximum effectieve lengte maximum lengte bij gebruik als extra verlenging 3.3 Li-Lo deksel PE 3.4 Li-Lo auto module 4/10
4. Tank onderdelen 1. Deksel (PE of auto module) 2. Telescopisch opzetstuk 3. Dichtingsring voor telescopische werking 4. Schacht 5. Li-Lo regenwaterhergebruiktank 5. Installatie tank 1. Grond 2. Schachtophogingselement en deksel 3. Verdichte fundering in zand of ronde kiezel (maximale korrelgrootte 8/16) 4. Omhulling in zand of ronde kiezel (maximale korrelgrootte 8/16) 5. Afwerkingslaag 6. Li-Lo regenwaterhergebruiktank 7. Betonring (enkel bij belasting met voertuigen) ter plaatse te storten Uitgravingshoek β conform voorschriften SB250 5/10
5. Installatie tank 5.1 Werf Vóór installatie dienen volgende punten te worden beschouwd en geverifieerd: de structurele geschiktheid van de grond draagkracht en stabiliteit maximale grondwaterstand en doorlatendheid van de bodem indien drainage noodzakelijk zou zijn optredende lasten (met/zonder verkeer) Een voorafgaandelijk grondonderzoek wordt aanbevolen. 5.2 Bouwput Om ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte beschikbaar is om te werken, moet het grondvlak van de sleuf groter zijn dan de afmetingen van de tank met een overbreedte van minstens 100 mm aan elke zijde. De afstand tot massieve constructies (bv. funderingen van het huis) moet minimaal 1000 mm bedragen. De diepte van de put moet zo worden bepaald dat de maximaal toegelaten dekking (zie punt 2 installatie condities) niet wordt overschreden. Voor gebruik van het systeem in de winterperiode, is het noodzakelijk om de tank en die delen van het systeem die water bevatten, vorstvrije te installeren. De vorstvrije diepte bedraagt ca. 600 tot 800. Een 10 tot 15cm dikke en goed verdichte laag in zand of ronde kiezel (maximale korrelgrootte 8/16) wordt toegepast als fundering voor de tank. De fundering dient waterpas te worden uitgevoerd. 5.2.1 Helling, dijk Bij installatie van de tank in de directe omgeving (< 5 m) van een helling of aarden heuvel, dient een statisch berekende ondersteunende muur gebouwd te worden om de gronddruk op te vangen. De muur moet groter zijn dan de afmetingen van de tank en dit ten minste 500 mm in alle richtingen, en moet op minstens 1000 mm afstand van de tank worden geplaatst. 5.2.2 Grondwater en cohesieve (waterondoorlatende) gronden (bv. klei) Als wordt verwacht dat de tanks dieper in het grondwater zullen worden ondergedompeld dan te zien is in de afbeelding hiernaast worden ondergedompeld, moet er voldoende afvoer door drainage worden gewaarborgd. Afvoer van het drainagewater (bijvoorbeeld via een ringvormige drainagesysteem) is aan te bevelen in het geval van cohesieve, waterondoorlaatbare bodems. 5.2.3 Installatie grenzend aan zones met verkeer Als de ondergrondse tanks worden geïnstalleerd naast oppervlakken die worden gebruikt door de zware voertuigen van meer dan 3,5 ton, dan dient de minimale afstand tot deze zones is op zijn minst de diepte van de bouwput te bedragen. 6/10
5. Installatie tank 5.2.4 Verbinden van tanks Meerdere tanks kunnen met elkaar worden verbonden door middel van speciale afdichtingen en standaard leidingen 110mm (te leveren op de bouwplaats). De openingen worden geboord in de overeenkomstige maat met een speciale klokboor. Er dient voor gezorgd dat de afstand tussen de tanks ten minste 500 mm bedraagt. De insteekdiepte van de koppelbuizen in de tanks bedraagt minstens 200 mm. 5.3 Plaatsen en vullen De tanks moeten impactvrij in de bouwput worden geplaatst met behulp van geschikte apparatuur. De tank wordt voor 1/3 gevuld met water vooraleer er wordt aangevuld. Daarna wordt aangevuld met zand of ronde kiezel (maximale korrelgrootte 8/16) en verdicht in lagen van max. 30 cm. Aandacht dient besteed aan de opvulling en manuele verdichting van de holle uitsparingen in de tank. Schade aan de tank moet worden vermeden tijdens de verdichting. Eventuele mechanische verdichting dient met de grootste omzichtigheid te gebeuren om beschadiging te voorkomen. De afstand van de tank tot de bouwput dient minstens 100mm te bedragen. Zand (goed verdichtbaar) Aanvullingsmateriaal Geschiktheid aanbevolen Ronde kiezel (maximale korrelgrootte 8/16) aanbevolen Geschikte tuingrond Klei enkel indien eigenschappen zand of kiezel benaderen NEE 7/10
5. Installatie tank 5.4 Aansluitleidingen Alle toevoer- en overloopleidingen moeten in helling worden gelegd conform de code van goede praktijk en de geldende plannen en bestekken terzake. Als de overloop wordt aangesloten op een openbare riolering, wordt deze overloopleiding best extra beveiligd met een terugslagklep. Alle aanzuig- en drukleidingen alsook alle bekabeling (oa.electriciteit) worden in een wachtleiding geplaatst (in helling naar de tank). Bochten worden best zoveel mogelijk vermeden. De wachtleiding dient zich steeds boven het maximale waterniveau in de tank te bevinden 6. Samenstelling schachtophoging 6.1 Montage van de schachtophoging De telescopische schacht kan traploos in hoogte aangepast worden tussen min. 535 mm en max. 865 mm. De schacht heeft zeven posities in stappen van 50mm (zie schets). Om de minimale dekking van de tank van slechts 535 mm moet de schacht iets worden ingekort. Steeds inzagen op de ril (niet in de groef). De dichtingsring wordt geplaatst in de hoogste resterende volledige groef. Daarna wordt de telescoop hierover gedrukt (de dichting wordt eerst ingesmeerd met bijgeleverd glijmiddel). De schacht wordt los geplaatst op de tankopening. Bij aanvulling en verdichting wordt de schacht zonder verdere bevestiging op de tank gedrukt en gestabiliseerd. 6.2 Montage deksel PE Het deksel in PE dient steeds afgesloten te worden (kinderbeveiliging) behalve wanneer aan/in de tank wordt gewerkt. Drie speciale getande moeren worden langs de onderzijde in de telescoop door middel van een hamer ingeklopt. Het PE deksel wordt geplaatst en vastgebout (kinderbeveiliging). De rondel zorgt ervoor dat de bout zich niet in het kunststof intrekt. 8/10
6. Samenstelling schachtophoging 6.3 Montage auto module Wanneer de tank wordt geïnstalleerd in zones die worden belast door licht verkeer (max. totale belasting 3,5 ton) dient de telescoop te worden ingebed en ondersteund door middel van gewapend beton. Vervolgens wordt het gietijzeren deksel en kader (klasse B) geplaatst. De dekking boven de tank mag niet minder dan 700 mm en niet meer dan 1000 mm bedragen. Onder geen enkele beding mogen er rechtstreeks lasten worden overgedragen op de tank. De Li-Lo tank mag onder geen enkele voorwaarde worden geïnstalleerd in zones met zwaar verkeer. 6.4 Montage schachtophoging als extra verhoging Bij toepassing van een extra schachtelement als bijkomende verhoging bv. bij een gewenste diepere inbouw, wordt deze schacht los geplaatst tussen de tankopening en het telescopisch schachtophogingselement. De maximale effectieve lengte per extra schachtelement bedraagt 420 mm. De schacht kan worden ingekort op 7 posities van elk 50mm. De maximaal toegelaten dekking met een extra schachtelement bedraagt 1200mm en dit enkel in groenzone zonder verkeersbelasting. Extra schacht = max. effectieve lengte 420 mm Maximaal toegelaten dekking = 1200 mm 1. Deksel PE of auto module 2. Telescopisch schachtophogingselement 3. Extra schacht voor verlenging 4. Dichting 5. Li-Lo regenwaterhergebruiktank 9/10
7. Inspectie en onderhoud Het hele systeem moet worden gecontroleerd op lekken, netheid en de stabiliteit ten minste om de drie maanden. Het hele systeem moet worden onderhouden met een interval van ca.. 5 jaar. In dit geval moeten alle onderdelen van het systeem worden gereinigd en hun functie gecontroleerd. Onderhoud moet worden uitgevoerd als volgt: Tank helemaal leegmaken Reinig de oppervlakken en de interne onderdelen met water Verwijder al het vuil uit de tank Controleer of alle interne onderdelen goed zitten. 10/10