Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2005

Vergelijkbare documenten
Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2009

Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Oosterschelde en Voordelta in het najaar van 2005

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het najaar van 2018.

RIVO / marinx Rapport Nummer: C021/03

RIVO / marinx Rapport

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2017.

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2018.

Mr. H.J. van Geesbergen Postbus AC YERSEKE. Project nummer: Ir. H. van der Mheen Clusterleider Zeecultuur en Visteelt

Visgebied voorjaarsvisserij 2017

Fax: Fax: Fax: Fax: P. C. Goudswaard, M. R. van Stralen, J. J. Kesteloo, J. Jol, C.

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2008

IMARES Wageningen UR. Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2010

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009

Visplan mosselzaadvisserij voorjaar 2018 sublitoraal westelijke Waddenzee 1/3. het Reglement Mosselvisserij 1998 is van toepassing.

Visplan mosselzaadvisserij najaar 2018 sublitoraal westelijke Waddenzee. het Reglement Mosselvisserij 1998 is van toepassing.

PRODUS Project onderzoek duurzame schelpdiercultuur

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Pauline Kamermans, Divera Baars, Johan Jol, Joke Kesteloo en Henk van der Mheen. Postbus AD Den Burg. Project nummer:

Onderzoeksproject duurzame schelpdiervisserij (PRODUS). Deelproject 1A: Bepaling bestand mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2005

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C076/03

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2002

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies. Rapport C012/07

VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2017

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C067/04

IMARES Wageningen UR. Het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2011

RIVO Rapport Nummer : C070/03. Het mosselareaal en -bestand op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2003.

Effecten van mosselzaadvisserij op sublitorale natuurwaarden in de westelijke Waddenzee

VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2015

Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2007

Bepaling bestand op de mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2008

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

VOORTGANGSRAPPORTAGE MOSSELCONVENANT OVER HET JAAR 2018

IMARES Wageningen UR. Inventarisatie van Japanse oesterbanken in de Oosterschelde en Waddenzee in 2011

VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2016

Het Mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2008

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2009

IMARES Wageningen UR. Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2011

Passende Beoordeling van de mosselvisserij in het sublitoraal van de Westelijke Waddenzee in de periode

Datum 9 april 2018 Betreft Wnb; meerjarige vergunning; mosselzaadvisserijen Waddenzee 2018 t/m 2020

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C086/05

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2005

Postbus EK Den Haag. Handtekening: Datum: februari 2003

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2004

Eindrapport EVA II deelproject F4b (Evaluatie Schelpdiervisserij tweede fase) Auteurs: T.P. Bult, M.R. van Stralen, E. Brummellhuis, J.M.D.D.

De ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee: Situatie 2006

Bijlage 1 bij besluit DRZ/06/2060/SD/SM, d.d. 10 mei 2006 VOORJAARSMOSSELZAADVISSERIJ 2006 WESTELIJKE WADDENZEE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

VERSLAG VAN DE 2e STUDIEDAG 2011 RENDEMENT EN IMPACT MOSSELKWEEK WADDENZEE. VRIJDAG 25 februari, DE ZAETE, YERSEKE

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2003

Voortgangsrapport. van de transitie van de nederlandse mosselsector [2014]

Postbus AD Den Burg, Texel. Project nummer: Contract nummer: Hoofd Centrum voor Schelpdieronderzoek

Wageningen IMARES Rendement mosselkweek. Jeroen Wijsman

Deelproject A1: Visserij-inspanning

IMARES Wageningen UR. Ruimtelijke verspreiding van mosselen en Japanse oesters in de Waddenzee in de periode

Kokkels in Waddenzee en Zeeuwse Delta,

IMARES Wageningen UR. Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen van de Waddenzee in het voorjaar van 2012

IMARES Wageningen UR. Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen van de Waddenzee in het voorjaar van 2014

Overleving van MZI zaad: heeft krabben vangen zin?

Voortgangsrapport. Nederlandse mosselsector [2013] programma Naar een rijke Waddenzee

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C010/04

ONTWIKKELING VAN MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE. SITUATIE 2004 en 2005

0NTWIKKELING VAN MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE SITUATIE 2004

Pilot bruikbaarheid onderwatervideocamera voor de signalering van randeffecten op de onderzoeksvakken van PRODUS dp 3

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2017: bestand en arealen

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2004

ONTWIKKELING VAN MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE SITUATIE 2006

PLAN VAN UITVOERING TRANSITIE MOSSELSECTOR

DUURZAAM EN DYNAMISCH. Advies van de Beleidsadviesgroep EVA II inzake het toekomstig beleid voor de schelpdiervisserij

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Materiaal en methode... 5

Ontwikkeling van banken Japanse oesters (Crassostrea gigas) op droogvallende platen in de Waddenzee

Het mosselbestand op de PRODUS-vakken en de effecten van de visserij daarop.

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2015: bestand en arealen

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2016: bestand en arealen

Vernieuwingen in de Mosselcultuur: Gebruik mosselzaadinvang installatie (MZI s) Aad Smaal, Wageningen Universiteit en IMARES Yerseke

IMARES Wageningen UR. PRODUS 1d Rendement MZI zaad op percelen: effect van wegvissen van krabben perceelproef 2009

Ontwikkeling van schelpdierbestanden op de droogvallende platen van de Waddenzee

IMARES Wageningen UR. Ontwikkeling en stabiliteit van sublitorale mosselbanken, samenvattend eindrapport

IMARES Wageningen UR. Inventarisatie bodemfauna op projectlocatie Vogelsand. K. Troost & D. van den Ende Rapport C117/15

Invloed van kokkelvisserij op mosselzaadval en ontwikkeling van mosselbanken in de Waddenzee

Stabiliteitskaart voor sublitorale mosselbanken in de Waddenzee in Niedersaksen.

CONCLUSIES. f. Er zijn geen aanwijzingen dat kokkelvisserij

PROGRAMMA NAAR EEN RIJKE WADDENZEE

Nederlands Instituut voor Ecologie

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Besluit maatregelen productiegebieden Westelijke Waddenzee Noord, Westelijke Waddenzee Midden en Westelijke Waddenzee Zuid (C)

Programma naar een Rijke Waddenzee

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2018: bestand en arealen

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS

Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte,

Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015

De halfgeknotte strandschelp, Spisula subtruncata, in de Nederlandse kustwateren in 2003

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Transcriptie:

onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl notitie nr. 2005.48.2 Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2005 M. van Stralen (marinx) J. Craeymeersch en J. Jol (RIVO) 14 september 2005 1. Inleiding In opdracht van de PO-mosselen is door marinx en het RIVO in de periode 22 augustus tot 8 september 2005 het wilde mosselbestand in de Waddenzee geïnventariseerd. Het onderzoek is uitgevoerd met de mosselvaartuigen BRU6 (eerste week, Oostelijke Waddenzee) en de BRU68 (twee weken, Westelijke Waddenzee). Naast ondergetekenden is aan het onderzoek deelgenomen door E. Boersma, J. Van Dijk en K. Laros (Min. van LNV, directie regionale zaken) en door vertegenwoordigers uit de mosselsector. Vanwege de korte tijd tussen het inventariseren en de aanvang van de zaadvisserij betreft het hier een beknopte rapportage. Deze is opgesteld ten behoeve van de vergunningverlening voor de mosselzaadvisserij in het sublitoraal en het daarvoor door de sector op te stellen visplan. Uitgangspunt is dat in het najaar alleen op instabiele zaadbanken wordt gevist (Beleidsbesluit, LNV 2004). Nieuw ten opzichte van voorgaande jaren is dat ten behoeve van de vergunningverlening door LNV een passende beoordeling wordt gemaakt. De POmosselen heeft een consortium van ALTERRA, RIVO en MarinX gevraagd de daarvoor benodigde informatie te verzamelen. Daartoe is onder meer een stabiliteitskaart voor sublitorale mosselbanken opgesteld op basis van expertkennis en historische gegevens. De uitkomsten van voorliggende survey zijn van belang voor de actualisering van deze kaart voor de specifieke omstandigheden in het najaar van 2005 betreffende de aanwezigheid van zeesterren en/of de accumulatie van destabiliserend slib. Voorliggende rapportage dient verder ter informatie van de kwekers die aan de zaadvisserij deelnemen. Bestand- en areaalschattingen voor het litoraal zijn in deze rapportage niet gemaakt. Deze zullen later door het RIVO worden gerapporteerd.

2 2. Uitvoering Het onderzoek op droogvallende platen vindt te voet plaats. Daarbij worden gericht gebieden onderzocht waar op grond van waarnemingen vanuit de lucht en op grond van eerdere inventarisaties mosselbanken zijn te verwachten. Tijdens het veldwerk worden zo veel mogelijk banken met behulp van plaatsbepalingsapparatuur (GPS) ingemeten. De gegevens worden opgeslagen in MaxSea (elektronische zeekaart) en vervolgens verwerkt in GIS (database RIVO). De dichtheid van de mosselbanken wordt gekwalificeerd in termen van dun, matig, redelijk of dik. De klasse dik komt daarbij overeen met een biomassa van meer dan 3 kg/m 2 ; de klasse matig met ongeveer 1 kg/m 2. Daarnaast worden per bank bedekkings- en bezettingspercentages geschat. Deze geven aan welk deel van de bank bedekt is met mosselruggen en welk deel van deze ruggen bestaat uit mosselen. Bij de classificatie van de banken wordt verder onderscheid gemaakt in zaad, halfwas en volgroeide mosselen (consumptiemaat). Het sublitoraal wordt bemonsterd met een standaard mosselkor (1.90 m breed) waarmee per monsterpunt wordt gevist over een afstand van 200-300 m. Ook hier worden gericht gebieden onderzocht waar mosselen worden verwacht. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van informatie uit eerdere surveys, van vooronderzoek vanaf inspectievaartuigen van het ministerie van LNV en van signalen van garnalenvissers over de aanwezigheid van nieuw mosselzaad. In totaal zijn in het sublitoraal 480 monsterpunten bevist. Van de vangst zijn per trek het volume en samenstelling geregistreerd, waaronder het aantal zeesterren in de vangst (zie bijlagen). Uitgaande van deze gegevens en arealen waar mosselen zijn aangetroffen zijn op basis van expert judgements bestandsschattingen gemaakt. De grootte van de mosselen zelf wordt steekproefsgewijs bepaald, waarbij wordt bepaald hoeveel mosselen er passen in een conservenblik van 880 ml (= ca 620 gram mosselen), het zogenaamde bus-stukstal. 3. Resultaten 3.1 Mosselbanken op droogvallende platen Op 18 augustus is een verkenningsvlucht uitgevoerd boven de gehele Waddenzee. De tijdens de voorjaarsinventarisatie aangetroffen banken bleken voor zover kon worden nagegaan allen nog aanwezig. Verder is een aantal nieuwe mosselbanken gezien, alsmede een aantal andere structuren waarvan het van uit de lucht echter twijfelachtig was dat het zou gaan om nieuw mosselzaad. Tijdens de grondsurvey (22-25 augustus) zijn zo veel mogelijk (potentiele) banken te voet bezocht en ingemeten. De uit de lucht nieuw waargenomen structuren bleken in een groot aantal gevallen te worden gevormd door groen en/of zandkokerwormen met daarin verscholen nog zeer klein mosselzaad (3-5 mm). Ook ter plekke was dit zaad nog vaak nauwelijks zichtbaar en zat het zaad veelal nog verscholen in de grond. De meeste zaadbanken zijn aangetroffen in het gebied tussen de Zuidoost Lauwers en het wantij van Ameland.

3 3.2 Het mosselbestand in het sublitoraal Tijdens vooronderzoek met het RV Stormvogel op 20 juli bleek op veel van de bekende visbestekken mosselzaad aanwezig. Het ging daarbij om nog jong ongepigmenteerd zaad (<3 mm) dat zich tussen de pokken op mosselen en schelpen had genesteld. Tijdens de tweede bemonstering met de Stormvogel op 19 augustus bleek het zaad nog steeds erg klein en veel van dit mosselzaad al te zijn verdwenen. De bestandsopname met BRU68 heeft plaats gevonden in de periode 29 augustus 8 september. Ook tijdens deze bemonsteringen bleek op veel plaatsen het mosselzaad nog erg klein (2-5 mm). Alleen op Texelstroom, op de Lutjewaard en in de Omdraai bleek het zaad te zijn uitgegroeid tot een aantal nieuwe banken. Het totale mosselbestand is geschat op 325.000 mosselton (tabel 1). Daarvan is 165.000 mt zaad. Van dit totale bestand is 190.000 mt visbaar, waarvan 130.000 mt zaad. Van het aangetroffen zaad ligt het meeste op een bank in Texelstroom. Deze locatie zou uitgaande van de stabiliteitskaart in het najaar in ieder geval mogen worden bevist. Het bestand in deze bank is geschat op 100.000 mt waarvan 80.000 mt visbaar. De overige aangetroffen zaadbanken liggen in klasse 3 of stabieler. Voor deze klassen geldt vooralsnog dat deze alleen worden bevist als er aanwijzingen zijn voor een vergroot risico op verlies door zeesterren of sterke afzetting van slik. In het gebied Zuidwest (Lutjewaard) zijn veel sterren aangetroffen (fig 1) en bleek de westzijde van deze bank door predatie al deels te zijn verdwenen. Ook deze bank komt daarmee in aanmerking voor openstelling. Voor de overige zaadgebieden zijn die redenen er momenteel niet. Wel wordt aanbevolen de ontwikkeling op de zaadbank in het Zwin nauwlettend te volgen, aangezien dit ook dit gebied gevoelig is voor zeesterren en er tijdens de survey eveneens aan de westzijde al wat zeesterren zijn aangetroffen (fig. 1). Het visbare bestand in Zuidwest is geschat op 25.000 mt. Dit betekent dat dit najaar 80.000 + 25.000 mt = 105.000 mt zaad in het diep van de Waddenzee opvisbaar zou zijn. Bestand mosselton Zaad en meerjarig totaal 325.000 visbaar 190.000 Mosselzaad totaal 165.000 visbaar 130.000 Texelstroom 80.000 Zuidwest 25.000 Zwin 10.000 Tabel 1 Omvang en samenstelling van het mosselbestand sublitoraal van de Westelijke Waddenzee in het najaar van 2005.

4 Het aanwezige bestand meerjarige mosselen geconcentreerd in het gebied langs de Afsluitdijk, en in het Molenrak (figuur 1 en kaarten in bijlage), en ligt daarmee op voor stormen relatief beschutte plaatsen. Bedreigende hoeveelheden zeesterren zijn in deze gebieden niet aangetroffen. 53.25 53.20 Molenrak Harlingen 53.15 53.10 Texel Omdraai 53.05 Texelstroom 53.00 52.95 Zuidw est Zw in geen zeesterren 1-50 51-100 100-500 500-1000 >1000 zaad, visbaar meerjarig visbaar 52.90 4.80 4.90 5.00 5.10 5.20 5.30 5.40 Figuur 1 Het aantal zeesterren per trek en de aanwezigheid van visbare dichtheden mosselzaad en meerjarige mosselen (d.i. slepen met een vangst van een kwart kor of meer ) in het sublitoraal van de Westelijke Waddenzee in het najaar van 2005. De coordinaten op de assen zijn weergegeven in hondersten nautische graden (kaartdatum WGS84).

5 3.3 Opmerkingen per deelgebied Texelstroom Het merendeel van het aangetroffen mosselzaad ligt in dit gebied. Het aangetroffen zaad is dun van schelp en geel en kan daarmee als zwak worden beoordeeld. Plaatselijk bleken zeesterren al talrijk aanwezig. De gevolgen van predatie in de vorm van leeggegeten schelpen (peulen) waren nog maar beperkt zichtbaar. Het verleden laat echter zien dat dit snel kan veranderen en zaadbanken in dit gebied meestal al in de herfst goeddeels zijn verdwenen. Bij bevissing ligt dan ook voor de hand deze bank zo snel mogelijk open te stellen voor de visserij. Ten aanzien van het op te stellen visplan kan worden opgemerkt dat deze bank ligt op vrij grote diepte (7-14 m) in een gebied met relatief hoge stroomsnelheden. Vangsten onder deze omstandigheden kunnen tegen vallen. Aanbevolen wordt hiermee in het visplan rekening te houden en tijdens de visserij evaluatiemomenten in te bouwen. Wierbalg-Breehorn-Zwin-Visjagersgaatje-Zuidwest-Malzwin Nieuw mosselzaad is aangetroffen in het Zwin, op Breehorn en in het gebied Zuidwest. Het mosselzaad in laatstgenoemd gebied is deels al verdwenen als gevolg van predatie door zeesterren. Zoals al eerder benoemd loopt ook het bestand in het Zwin dit risico. Voor Breehorn lijken er geen verhoogde risico s aan de orde. In het Breehorn liggen ook nog wat meerjarige mosselen. Breesem-Westkom-Omdraai In dit gebied is geen nieuw zaad gevonden, uitgezonderd een klein bankje in de Omdraai. Ook meerjarige mosselen in hoeveelheden van enige betekenis zijn alleen aanwezig in de Omdraai. In vangsten in de Westkom en in de Omdraai zijn regelmatig Japanse oesters aangetroffen. Afsluitdijk - Doove Balg De aanwezige meerjarige mosselen liggen langs de Afsluitdijk en het oostelijke deel van de Doove Balg. Plaatselijk is in deze mosselen fijn mosselzaad aangetroffen. De indruk is dat het zaad nauwelijks groeit en de bestanden daardoor wegkwijnen. Boontjes-Verversgat-Kimstergat-Molenrak Hier hetzelfde beeld als langs de Afsluitdijk: plaatselijk nog fijn mosselzaad dat zich nog niet heeft kunnen ontwikkelen tot zaadbanken met meerjarige mosselen vooral in het Molenrak. Blauwe Slenk Inschot - Mepen In deze gebieden zijn geen hoeveelheden meerjarige mosselen of mosselzaad van betekenis aangetroffen.

6 Zoutkamperlaag (bemonsterd met BRU6) In dit gebied zijn geen mosselen aangetroffen. Tot slot kan worden opgemerkt dat tijdens de survey veel en vooral ook grote krabben (gewone strandkrab) zijn waargenomen. Dit geldt ook voor de droogvallende platen, waarbij opvallend was dat ook na het droogvallen de krabben actief bleven (bleven rondlopen). Mogelijk ligt hier een oorzaak van de tegenvallende hoeveelheden mosselzaad na de aanvankelijk gunstige berichten over de broedval. 4. Bijlagen Bijlage 1. Ligging van gebieden waar in het sublitoraal mosselen zijn aangetroffen. Slepen met een vangst van een kwart kor of meer zijn dik weergegeven. De bemonsterde posities in de Zoutkamperlaag zijn alleen in bijlage 2 opgenomen. Bijlage 2. Lijsten met posities in WGS84, vangstgroottes en samenstelling van de vangsten, waaronder het aantal zeesterren in de vangst, behorend bij de slepen met een mosselkor zoals aangegeven op de kaarten in bijlage 1. Deze posities zijn voor verdere verwerking aan de verschillende leveranciers van plotters met elektronische zeekaarten aangeleverd.