Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. In het tweede lid, derde volzin, vervalt: en aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 2. Het derde lid komt te luiden:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3. In het zesde lid (nieuw) wordt de daarbij horende stukken vervangen door: de bescheiden voor een kandidatenlijst.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MINISTERIE VAN FINANCIEN

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL VAN WET. Artikel I De Registratiewet 1970 wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN RIJKSWET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel van wet. Artikel 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Wijziging van de bepalingen inzake beroep in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling van de rechtsbescherming in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen te herzien en in verband daarmee enkele wijzigingen aan te brengen in de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen en de bij die wet behorende bijlage; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Kieswet wordt als volgt gewijzigd: Artikel G 1 wordt gewijzigd als volgt: a. Het vijfde lid wordt als volgt gelezen: In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in het tweede lid ingediend binnen zeven dagen na de dagtekening van de Nederlandse Staatscourant waarin de beschikking is opgenomen, dan wel na de dag waarop de beschikking wordt geacht te zijn geweigerd. b. Het zesde lid wordt als volgt gelezen: De artikelen 11 en 12 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen blijven buiten toepassing. Artikel G 2 wordt gewijzigd als volgt: a. Het vijfde lid wordt als volgt gelezen: In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in het tweede lid 2 vel Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17 019, nr. 10 1

ingediend binnen zeven dagen na de dagtekening van de Nederlandse Staatscourant waarin de beschikking is opgenomen, dan wel na de dag waarop de beschikking wordt geacht te zijn geweigerd. b. Het zesde lid wordt als volgt gelezen: Artikel 7, tweede lid, van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen blijft buiten toepassing. C Artikel G 3 wordt gewijzigd als volgt: a. Het vijfde lid wordt als volgt gelezen: In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in het tweede lid ingediend binnen zeven dagen na de dagtekening van de openbare kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, dan wel na de dag waarop de beschikking wordt geacht te zijn geweigerd. b. Het zesde lid wordt als volgt gelezen: Artikel 7, tweede lid, van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen blijft buiten toepassing. D In het tweede lid van artikel H 4 vervallen de woorden «en aan Gedeputeerde Staten medegedeeld». E Artikel H 7 wordt gelezen als volgt: 1. In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift krachtens die wet tegen een beschikking van het hoofdstembureau over de geldigheid van een lijst en over het handhaven van daarop voorkomende kandidaten, alsmede over de wijze van vermelding, ingediend binnen twee dagen na de dag waarop de beschikking is gegeven. In afwijking van artikel 7, eerste lid, van die wet kan het beroep worden ingesteld door iedere kiezer. 2. De artikelen 7, tweede lid, 11 en 12 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen blijven buiten toepassing. 3. Het beroep wordt behandeld zonder toepassing van artikel 70 van de Wet op de Raad van State. 4. Na ontvangst van het beroepschrift bepaalt de voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State zo spoedig mogelijk plaats, dag en uur, waarop de openbare behandeling van de zaak door de Afdeling zal plaatsvinden. Hij doet daarvan onverwijld telegrafisch mededeling aan belanghebbenden. Een afschrift van de ingezonden stukken wordt terstond gezonden naar het hoofdstembureau. Het hoofdstembureau is bevoegd binnen een door de voorzitter te stellen termijn een memorie en bewijsstukken bij de voorzitter in te dienen. De secretaris van de Raad van State zendt een afschrift van deze stukken aan de verzoeker. 5. De artikelen 79 tot en met 83 van de Wet op de Raad van State blijven buiten toepassing. 6. De Afdeling rechtspraak van de Raad van State doet uitspraak uiterlijk zes dagen na de dag waarop het beroepschrift is ontvangen. F Artikel H 8 wordt gelezen als volgt: 1. Indien beroep is ingesteld tegen een beschikking waarbij het hoofdstembureau een lijst ongeldig heeft verklaard of de naam van een kandidaat heeft geschrapt op grond van een of meer der verzuimen, vermeld in artikel H 2, eerste lid, zonder dat het hoofdstembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan daarvan aan Tweede Kamer,zitting 1981-1982, 17019, nr. 10 2

hem die de lijst heeft ingeleverd, kan deze '~et verzuim of de verzuimen alsnog herstellen ter secretarie van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State. Artikel H 2, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. 2. Indien een verzuim overeenkomstig het eerste lid is hersteld, houdt de Afdeling rechtspraak van de Raad van State bij haar uitspraak daarmee rekening. 3. De voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State deelt de uitspraak van de Afdeling onverwijld telegrafisch mede aan hem die het beroep heeft ingesteld en aan de voorzitter van het hoofdstembureau. 4. Indien de uitspraak van de Afdeling rechtspraak strekt tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van een beschikking als bedoeld in artikel H 7, eerste lid, voorziet het hoofdstembureau onverwijld opnieuw in de zaak, met inachtneming van die uitspraak. G H Artikel H 9 vervalt. Artikel H 10, eerste lid, wordt gelezen als volgt: 1. Zodra de termijn, bedoeld in artikel H 7, eerste lid, is verstreken zonder dat beroep is ingesteld, of in geval van beroep, zodra aan het derde en, zo nodig, het vierde lid van artikel H8 toepassing is gegeven, deelt de voorzitter van het hoofdstembureau onverwijld aan het centraal stembureau mede, welke geldige lijsten zijn ingeleverd. I Na artikel 0 8 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt: Artikel O 9 1. In afwijking van het bepaalde in artikel C 2 houden de leden van provinciale staten, indien met de eerste woensdag van juni niet de goedkeuring van de geloofsbrieven van meer dan de helft van het in artikel 7 van de Provinciewet genoemde getal leden onherroepelijk is geworden, zitting totdat zulks is geschied. Gedurende deze tijd aanvaarden de bij de verkiezing wegens periodieke aftreding gekozen leden hun betrekking niet. 2. Indien in de volgens het bepaalde in het vorige lid zitting houdende provinciale staten een plaats openvalt, wordt daarin voorzien op gelijke wijze, als zou zijn geschied, indien zij vóór de eerste woensdag in juni zou zijn opengevallen. J Na artikel R 4 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende als volgt: Artikel R 4a 1. In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift krachtens die wet tegen een beschikking van het centraal stembureau over de geldigheid van een lijst en over het handhaven van daarop voorkomende kandidaten, alsmede over de wijze van vermelding, ingediend binnen twee dagen na de dag waarop de beschikking is gegeven. In afwijking van artikel 7, eerste lid, van die wet kan het beroep worden ingesteld door iedere kiezer. 2. De artikelen 11 en 12 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen blijven buiten toepassing. 3. Het beroep wordt behandeld zonder toepassing van artikel 70 van de Wet op de Raad van State. Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17 019, nr. 10 3

4. Na ontvangst van het beroepschrift bepaalt de voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State zo spoedig mogelijk plaats, dag en uur, waarop de openbare behandeling van de zaak door de Afdeling zal plaatsvinden. Hij doet daarvan onverwijld telegrafisch mededeling aan belanghebbenden. Een afschrift van de ingezonden stukken wordt terstond gezonden naar het centraal stembureau. Het centraal stembureau is bevoegd binnen een door de voorzitter te stellen termijn een memorie en bewijsstukken bij de voorzitter in te dienen. De secretaris van de Raad van State zendt een afschrift van deze stukken aan de verzoeker. 5. De artikelen 79 tot en met 83 van de Wet op de Raad van State blijven buiten toepassing. 6. De Afdeling rechtspraak van de Raad van State doet uitspraak uiterlijk zes dagen na de dag waarop het beroepschrift is ontvangen. Artikel R 4b 1. Indien beroep is ingesteld tegen een beschikking waarbij het centraal stembureau een lijst ongeldig heeft verklaard of de naam van een kandidaat heeft geschrapt op grond van een of meer der verzuimen, vermeld in artikel R 1, derde lid, zonder dat het centraal stembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan daarvan aan hem die de lijst heeft ingeleverd, kan deze het verzuim of de verzuimen alsnog herstellen ter secretarie van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State. Artikel R 1, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. 2. Indien een verzuim overeenkomstig het eerste lid is hersteld, houdt de Afdeling rechtspraak van de Raad van State bij haar uitspraak daarmee rekening. 3. De voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State deelt de uitspraak van de Afdeling onverwijld telegrafisch mede aan hem die het beroep heeft ingesteld en aan de voorzitter van het centraal stembureau. 4. Indien de uitspraak van de Afdeling rechtspraak strekt tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van een beschikking als bedoeld in artikel R 4a, eerste lid, voorziet het centraal stembureau onverwijld opnieuw in de zaak, met inachtneming van die uitspraak. K In het eerste lid van artikel R 5 wordt in plaats van «na de beslissing van het centraal stembureau» gelezen: nadat de termijn, bedoeld in artikel R 4a, eerste lid, is verstreken zonder dat beroep is ingesteld, of in geval van beroep, nadat op het beroep is beslist en, zonodig, aan artikel R 4b, vierde lid, toepassing is gegeven. L Artikel S 1 wordt gelezen als volgt: De stemming vindt plaats op de vierendertigste dag na de kandidaatstelling. M 2 van hoofdstuk U wordt gelezen als volgt: 2. ijzondere bepalingen betreffende het begin van het lidmaatschap bij de gemeenteraad en provinciale staten Artikel U 12 Het onderzoek van de geloofsbrieven van hen die tot lid van de raad onderscheidenlijk van provinciale staten zijn benoemd ter vervulling van de plaatsen welke op de gewone tijd van aftreding zullen openvallen, geschiedt Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17 019, nr. 10 4

uiterlijk op de zevenentwintigste dag na die der stemming of, indien dit niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk daarna. Het onderzoek van de geloofsbrieven van benoemden ter vervulling van buiten die tijd opengevallen plaatsen geschiedt onverwijld. Artikel U 13 1. Van elke beslissing betreffende de geloofsbrieven van de tot lid van de raad onderscheidenlijk provinciale staten benoemden, wordt door burgemeester en wethouders onderscheidenlijk door gedeputeerde staten terstond kennis gegeven aan de benoemde. 2. De niet toegelatene wordt met de redenen van de beslissing van de raad onderscheidenlijk van provinciale staten bekend gemaakt. 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien door de raad onderscheidenlijk provinciale staten wegens herhaalde staking van sternmen, of wegens staking vanstemmen in een voltallige vergadering overeen voorstel omtrent toelating geen beslissing is genomen. Artikel U 14 In afwijking van artikel 9 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt een beroepschrift ingevolge die wet tegen een beschikking als bedoeld in artikel U 13, eerste lid, ingediend binnen zeven dagen na de dag waarop zij is gegeven of geacht wordt te zijn geweigerd. Artikel 7, tweede lid, van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen blijft buiten toepassing. Artikel U 15 Een benoemd lid kan niet eerder zitting nemen in de raad onderscheidenlijk in provinciale staten dan nadat de beslissing tot zijn toelating onherroepelijk is geworden. Artikel U 16 Het in de artikelen U 7, U 9 en U 11 bepaalde vindt eerst toepassing wanneer het besluit van de raad onderscheidenlijk van provinciale staten onherroepelijk is geworden. N O P Artikel U 20 wordt genummerd: U 17. Artikel W 6 wordt als volgt gewijzigd: a. De tweede volzin van het derde lid komt te vervallen. b. Het vierde en het vijfde lid komen te vervallen. Artikel W 8 wordt als volgt gewijzigd: a. De tweede volzin van het vijfde lid vervalt. b. Toegevoegd worden een zesde en een zevende lid luidende als volgt: 6. Indien provinciale staten tot vervallenverklaring hebben besloten, blijft deze buiten werking zolang tegen dat besluit een voorziening ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen openstaat of ingevolge een zodanige voorziening een procedure aanhangig is. Ingeval de vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is het lid van provinciale staten gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst. Tweede Kamer, zitting 1981-1982,17 019, nr. 10 5

7. Indien een lid van provinciale staten op grond van dit artikel onherroepelijk van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard, doet Onze commissaris daarvan mededeling aan de voorzitter van het centraal stembureau. Q Artikel W 9, vierde lid, wordt als volgt gelezen: 4. Indien gedeputeerde staten tot vervallenverklaring hebben besloten, blijft deze buiten werking zolang tegen dat besluit een voorziening ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen openstaat of ingevolge een zodanige voorziening een procedure aanhangig is. Ingeval de vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is het lid van de raad gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst. ARTIKEL II A De Wet Europese verkiezingen wordt als volgt gewijzigd: Artikel 19 wordt gelezen als volgt: Van de in artikel H 4 bedoelde zitting wordt ten minste twee dagen tevoren mededeling gedaan aan de Afdeling rechtspraak van de Raad van State. De artikelen 21, 22, 26 en 40 vervallen. ARTIKEL III De Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. In het eerste lid vervalt onderdeel d. 2. De letters e, f, g, h, i en j voor de daarop volgende onderdelen worden vervangen door onderscheidenlijk d, e, f, g, h en i. 3. In het tweede lid wordtin plaats van «b tot en met i» gelezen: b tot en met h. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: De punt aan het slot van het artikel wordt vervangen door een puntkomma. Hierna wordt het volgende toegevoegd: n. beschikkingen inzake de nummering van kandidatenlijsten, de geldigheid van lijstverbindingen, het verloop van de stemming, de stemopneming en de vaststelling van de uitslag bij verkiezingen van de leden van vertegenwoordigende organen. ARTIKEL IV In de bijlage, bedoeld in artikel 6 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen, vervallen de onderdelen 1 en 17 onder het hoofd «Departement van innenlandse Zaken». Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17 019, nr. 10 6

ARTIKEL V A In de Provinciewet worden de volgende wijzigingen aangebracht: Artikel 30 wordt als volgt gelezen: De benoeming van de leden van gedeputeerde staten na de verkiezing van de leden van provinciale staten vindt plaats in de eerste vergadering van provinciale staten in nieuwe samenstelling, te houden op de dag met ingang waarvan de leden van provinciale staten in oude samenstelling aftreden. Artikel 31, tweede lid, wordt als volgt gelezen: Zij treden af tegelijk met de leden van provinciale staten. ARTIKEL VI Artikel 89, eerste lid, van de gemeentewet wordt als volgt gelezen: De verkiezing van de wethouders na de verkiezing van de leden van de raad vindt plaats in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, te houden op de dag met ingang waarvan de leden van de raad in oude samenstelling aftreden. ARTIKEL VII Deze wet is niet van toepassing op beschikkingen, gegeven voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet. ARTIKEL VIII Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van innenlandse Zaken, Tweede Kamer, zitting 1981-1982, 17019, nr. 10 7