Klassieke Olympiaden Opgaven Latijn Ronde 1

Vergelijkbare documenten
Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.

De soldaten maken een geluid dat aansluit bij de muziek die ze maakten.

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

IJsmaan Diepgang. door Niels van der Mast

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

Inhoud. Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht.

De imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

LIDMAATSCHAP VANAF 2015: PER JAAR. Bankrekening: NL44RABO t.n.v. Penningmeester PVBreda

blz. verwijzen naar Kosmos 1 Woorden en Grammatica, e druk

De verbuiging/uitgangen van Iuppiter.

1p 1 Leg uit om welke reden Seneca dit zo stellig kan beweren. Baseer je antwoord op het voorafgaande (Hodierno t/m avocavit regel 1-2).

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

PTA Latijn Leerjaar

De geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels:

Het labyrint lopen. Waarom doen we dat in de Paasnacht? Zeven stappen om het labyrint bewust te lopen

U gaat met uw leerlingen kijken naar Tocht, de nieuwe voorstelling van 4hoog.

a. Leerlingen kiezen de brieftypen en talige verschijnselen uit lijsten

Werken met Pallas, Minerva en Fortuna Leerlingomgeving

BIJBELS GRIEKS LES 3

Nalatenschap van de Romeinse filosofie: gedachten over de structuur van onze wereld

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Antwoorden Kennismaking met de Klassieken. Thema Te wapen! Oorlog bij de Klassieken. Grieken. Vraag 1. a. Tarente, Zuid-Italië. b v. Chr.

PTA Latijn leerjaar

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen Grieks vwo 2005-I

DIDASKO. Auteur: Jan Leenders. Inleiding

Latijnse taal en cultuur

Home. Home. Openingsuren

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Europa - mythologie - prinses

Eindexamen Grieks vwo 2006-II

LESBRIEF - ICAR VLIEGT

PTA Soort toets Gewicht voor periodecijfer Disco les 11 t/m Aeneas taak volbracht Tekst: 11A, 11B

Vertaling Grieks Grieks vertalingen

Als je in een Griekse stad woonde en een jongen van achttien was, kreeg je militaire training voor het Griekse leger.

Eindexamen Grieks vwo 2006-I

Examen VWO. Latijn Latijn. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN...

Antwoorden Grieks Teksten hoofdstuk 6 t/m 14

waarmee de dichter naar zijn eigen activiteit verwijst.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

2 Er begint een nieuwe periode in de geschiedenis als er veel verandert

Algemene opmerkingen:

Eindexamen Grieks vwo 2005-II

Examen VWO Grieks. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

Eindexamen Grieks vwo 2004-I

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving?

Regel bacchatur t/m deum In deze regels wordt het optreden van Lucilius vergeleken met dat van een zieneres.

BIJBELS GRIEKS LES 11

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni uur. Vragenboekje

Mark Woertman

Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs

Eindexamen Latijn vwo I

De strijd van een christen

gemiddelde so s 2x 23. Cicero Periode 1

5,8. Werkstuk door een scholier 1578 woorden 18 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. De Griekse mythologie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn Latijn. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering

Module 4 (leerjaar 1) LEVEN IN HET OUDE GRIEKENLAND.

CORRECTIEADVIES VAN DE VCN CE GRIEKS 2017

Erfgoed Gelderland. Workshop Persbenadering en Persberichten schrijven

De stijl van het huis

Home. Home Er is gisteren een nieuw zwemfeestje gereserveerd. Er zijn twee nieuwe aanvragen voor zwemlessen.

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid.

Examenprogramma Griekse taal en literatuur vwo Latijnse taal en literatuur vwo

Gewicht eindrapport. Grieks Klas 3

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 vrijdag 1 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Lesmap Labyrint. THEATER FROEFROE Namenstraat 7, 2000 Antwerpen tel: e- mail:

Toets VWO Grieks. TSE 3, tijdvak 2 maandag 19 april uur. Bij deze toets hoort een bijlage.

Phèdre (1677) Phaedra, vertaling door Laurens Spoor

Oplossingen begeleid zelfstandig lezen Hero en Leander

Inhoud. Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen. geef meer dan les

Huisstijlhandboek S.V. Salio

Toets VMBO-TL. kunstbeschouwing 9t. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij deze toets hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur. Vragenboekje

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Eindexamen vwo Latijn 2013-I

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Integratie KCV / Grieks en Latijn. Rosanne Bekker Conferentie Gymnasiaal Onderwijs 12 april 2014

Examen VMBO-GL en TL. beeldende vakken CSE GL en TL. tijdvak 1 dinsdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Transcriptie:

Klassieke Olympiaden 2016-2017 Opgaven Latijn Ronde 1 Vooraf aan de leerlingen: De Latijnse tekst is voorzien van aantekeningen die je op pagina 3 vindt. Er zijn in totaal dertig vragen. Elke vraag is 1 punt waard. De tijd waarin de toets afgenomen wordt, bedraagt maximaal 50 minuten. Het gebruik van een Latijn-Nederlands woordenboek is toegestaan, zoals bij het Centraal Eindexamen. Het gebruik van een woordenboek Nederlands is niet toegestaan. Veel succes!

Inleiding In zijn boek Fabulae beschrijft Hyginus, 2 e eeuw v. Chr., onder andere de avonturen van Griekse helden. In de onderstaande passage lees je over Theseus en Ariadne. ARIADNE Minos, de zoon van Jupiter en Europa, voerde oorlog met de Atheners; zijn zoon Androgeus werd in de strijd gedood. Qui posteaquam Athenienses vicit, vectigales Minois esse coeperunt; instituit autem, ut anno unoquoque septenos liberos suos Minotauro ad epulandum mitterent. Theseus 5 posteaquam a Troezene venerat et audiit, quanta calamitate civitas afficeretur, voluntarie se ad Minotaurum pollicitus est ire. Quem pater cum mitteret, praedixit ei, ut, si victor reverteretur, vela candida in nave haberet; qui autem ad Minotaurum mittebantur, velis atris navigabant. Nadat Theseus op Kreta aangekomen was, werd Ariadne, de dochter van Minos, zo verliefd op hem dat 10 zij haar broer verraadde en haar gast redde. Ea enim Theseo monstravit labyrinthi exitum, quo Theseus cum introisset et Minotaurum interfecisset, Ariadnes monitu licium revolvendo foras est egressus eamque, quod fidem ei dederat, in coniugio secum habiturus avexit. Theseus in insula Dia tempestate retentus cogitans, si Ariadnen in patriam portasset, sibi opprobrium futurum, 15 itaque in insula Dia dormientem reliquit; quam Liber amans inde sibi in coniugium abduxit. Theseus autem cum navigaret, oblitus est vela atra mutare, itaque Aegeus pater eius credens Theseum a Minotauro esse consumptum in mare se praecipitavit, ex quo Aegeum pelagus est dictum. Theseus trouwde vervolgens met Ariadnes zus Phaedra. Aantekeningen 2 qui verwijst naar Minos Hyginus, Fabulae 41-43 2

2 en 5 posteaquam lees postquam 3 vectigalis, -e belastingplichtig 3 Minois gen. ev. van Minos 3 unusquisque ieder, elk 4 septeni (mv.) telkens zeven 4 epulor, epulari opeten 5 Troezen, Troezenis Troezen (stad in Griekenland) 5 audiit lees audivit 5 afficio, afficere treffen 7 praedico, praedicere opdragen 7 victor predicatief gebruikt 7 revertor, reverti terugkeren 7 velum zeil 7 candidus wit 8 ater zwart 11 introisset 3 ev. con. plusq. perf. introeo, introire binnengaan 12 Ariadnes gen. ev. 12 monitus, monitus aansporing 12 licium draad 12 revolvo, revolvere weer oprollen 12 foras (bijw.) naar buiten 13 aveho, avehere wegvoeren, wegbrengen 13 Dia oude naam voor het eiland Naxos 13 tempestas, -tatis storm, noodweer 14 retentus vastgehouden 14 Ariadnen acc. ev. 14 portasset lees portavisset 14 opprobrium schande 14 futurum vul aan esse 18 praecipito, -pitare voorover storten 18 pelagus o zee 3

Vraag 1 r. 1: Europa komt oorspronkelijk uit: a. Cyprus b. Egypte c. Phoenicië d. Troje Vraag 2 r. 1: In welke gedaante verleidde Jupiter Europa? a. adelaar b. gouden regen c. stier d. zwaan Vraag 3 r. 1/2: zijn zoon Androgeus werd in de strijd gedood is een vertaling van: a. filius eius Androgeus in pugna occisus erat b. filius eius Androgeus in pugna occisus est c. filius suus Androgeus in pugna occisus erat d. filius suus Androgeus in pugna occisus est Vraag 4 Qui (r. 2) is een voorbeeld van relatieve aansluiting. Noteer uit de passage een ander voorbeeld van een relatieve aansluiting. Vraag 5 Zet Qui Athenienses vicit (r. 2) om in een correcte ablativus absolutus. Vraag 6 r. 3/4: Hoe verhoudt de zin instituit t/m mitterent zich tot de voorafgaande zin? a. opsomming b. tegenstelling c. toegeving d. uitwerking Vraag 7 r. 4: liberos betekent hier: a. Bacchen b. boeken c. kinderen d. vrijen 4

Vraag 8 r. 4: epulandum is een: a. gerundium b. gerundivum c. participium d. supinum Vraag 9 Noteer van afficeretur (r. 5) de modus en verklaar het gebruik ervan. Vraag 10 Met calamitate (r. 5) wordt concreet bedoeld: a. zijn zoon Androgeus werd in de strijd gedood (r. 1-2) b. Athenienses vicit (r. 2) c. vectigales Minois esse coeperunt (r. 2-3) d. septenos liberos Minotauro ad epulandum mitterent (r. 3-4) Vraag 11 Welke civitas wordt bedoeld in r. 5? Vraag 12 r. 6: mitteret. Waarnaartoe? a. Athene b. Dia c. Kreta d. Troezen Vraag 13 r. 6: Quem pater cum mitteret. Zet om van het enkelvoud naar het meervoud. Vraag 14 Wie wordt bedoeld met broer (r. 10)? Vraag 15 Wie wordt bedoeld met gast (r. 10)? 5

Vraag 16 r. 11: Het labyrint is gebouwd door: a. Daedalus b. Icarus c. Phidias d. Praxiteles Vraag 17 r. 13: habiturus is een: a. participium imperfecti passief b. participium futuri actief c. participium praesentis actief d. participium perfecti passief Vraag 18 De participia cogitans (r. 14), dormientem (r. 15) en amans (r. 15) slaan achtereenvolgens op: a. Ariadne, Dionysus, Theseus b. Dionysus, Theseus, Ariadne c. Theseus, Ariadne, Dionysus d. Theseus, Dionysus, Ariadne Vraag 19 r. 14: Met patriam wordt bedoeld: a. Athene b. Dia c. Kreta d. Troezen Vraag 20 r. 15: dormientem reliquit. Welk citaat geeft de reden aan? a. Minotaurum interfecisset (r. 11) b. licium revolvendo (r. 12) c. tempestate retentus (r. 13-14) d. opprobrium futurum (r. 14) Vraag 21 r. 18: quo verwijst naar: a. pater (r. 17) b. Theseum (r. 17) c. Minotauro (r. 17) d. geen van de mogelijkheden a, b of c 6

Vraag 22 Welk van de volgende tekstelementen is geen Accusativus cum Infinitivo? a. se ad Minotaurum ire (r. 6) b. sibi opprobrium futurum (r. 14) c. atria vela mutare (r. 16) d. Theseum esse consumptum (r. 17-18) Vraag 23 Waarom neemt Theseus Ariadne mee van Kreta? Vraag 24 r. 18: Welke gebeurtenis leidt tot in mare se praecipitavit? a. tempestate retentus (r. 13-14) b. reliquit (r. 15) c. oblitus est (r. 16) d. Theseum esse consumptum (r. 17-18) Vraag 25 r. 3: instituit leeft voort in: a. instigatie b. instinct c. instinken d. institutie Vraag 26 r. 5: venerat leeft voort in: a. interventie b. veneratie c. venter d. ventilatie Zie pagina 8 voor vraag 27 en 28 7

Hierboven zie je een schilderij van Angelica Kaufmann (geschilderd voor 1782). Vraag 27 Wie is het snikkende jongetje op het schilderij van Kaufmann? Vraag 28 In welk opzicht wijkt het schilderij van Kaufmann af van het verhaal bij Hyginus? Zie pagina 9 voor de laatste twee vragen 8

Vraag 29 Op de hierboven afgebeelde schaal zie je in het midden het avontuur uit ons verhaal. Noem aan de hand van deze schaal een ander avontuur dat Theseus beleefd heeft. Vraag 30 Het Nederlandse tijdschrift voor handwerken heeft de naam Ariadne. Geef een verklaring voor deze gekozen naam. Einde 9