0$57,1&$6( Quick Start

0$57,1&$6( Quick Start 9HUVLH 5HYLVLH1HGHUODQGV

1. Introductie 2 2. Aansluiten van de controller 2 3. Het gebruik van de toetsen en de aanduiding hiervan 3 4. Toetsenbord help 4 5. Belangrijke opmerkingen en acties 4 6. Voorbeelden die bij deze show horen 4 7. Opstarten 5 7.1 De bestaande show leegmaken 5 7.2 De SETUP, of belichtingsapparaten configureren 6 7.3 Programmatie 8 7.3.1 FIXTURE mode of CUE mode 8 7.3.2 Kanaalwaardes instellen 8 7.3.3 De MASTER fader 10 7.3.4 Lamp ON functie via direct access 10 7.3.5 CUE 1 programmeren 11 7.3.6 CUE 2 programmeren 11 7.3.7 CUE 3 programmeren 12 7.3.8 CUE 4 programmeren 12 7.3.9 CUE 5 programmeren 12 7.3.10 CUE 6 programmeren 13 7.3.11 Het programma testen 13 7.3.12 Playback 10 programmeren 14 7.3.13 Playback 9 programmeren 14 7.3.14 Werken met de playbacks 15 7.3.15 Een sequence of chaser programmeren 16 7.3.16 Werken met de sequence 16 7.4 Einde 17 Quick Start -1-

1. Introductie Dank U voor de keuze van een Martin Case lichtcontroller. De Martin Case lichtcontrollers zijn door de jaren heen geëvolueerd in software en hardware. Vandaag kunnen zij zowel gebruikt worden voor de kleinere shows als voor het grote televisie en theater werk. Het grote voordeel van de Martin Case controllers is, dat de software gelijk is voor alle controllers, van de Pro1 tot de Pro2 +. Deze handleiding is gemaakt voor beginnende gebruikers. Er wordt uitgelegd hoe de Martin Case controller aangesloten wordt en hoe men snel een show kan programmeren, beginnend vanaf nul. Voor de gedetailleerde uitleg van de functies verwijzen wij naar de handleiding Martin Case Manual Version 7.2. Enjoy yourself. 2. Aansluiten van de controller C_e^T <Q]`!"F 34B?=?ed 34B?= 4979D1<?ED < 3XQ^^U\ B B9C;?6 5<53DB93 C8?3; 4? >?D?@5> ;UiR_QbT?ED@EDC 3XQ^! %!" 3XQ^ %!#! "$ 3XQ^! "%!%#& 3XQ^!%#' " $( F71 =_^Yd_b 4=H?ED! 4=H?ED " 4=H?ED # 4=H?ED $ @QbQ\\U\ CUbYQ\ =949?ED 9> 2 1 2 1 9>?ED 4=H 9> <9>; C=@D5 3853; @?G5BC5DD9>7C Waarschuwing : Kijk eerst na of uw lokale spanning overeenkomt met de aanduiding op de controller (pijl check powersettings). - Sluit de bijgeleverde voedingskabel aan. - Sluit het bijgeleverde klavier aan op de ingang Keyboard. Sommige controllers worden geleverd met een overgangsstekker. - Sluit een VGA-monitor aan op de ingang VGA monitor - Sluit de bijgeleverde gooseneck lamp aan op de ingang Lamp +12V - Sluit belichtingsapparatuur aan op de uitgang DMX OUT 1. De controller wordt geleverd met een overgangskabel (5 pin naar 3 pin). Martin belichtingsapparatuur gebruikt een 3 pin DMX aansluiting. Let ook op de aansluiting Hot en Cold (zie hiervoor volgende tabel). Quick Start -2-

Martin Case Controller 5 PIN XLR Pin 1 : GND Pin 2 : Cold of signaal (-) Pin 3 : Hot of signaal (+) Nieuwe generatie Martin belichting 3 PIN XLR Pin 1 : GND Pin 2 : Cold of signaal (-) Pin 3 : Hot of signaal (+) Oude generatie Martin belichting 3 PIN XLR Pin 1 : GND Pin 2 : Hot of signaal (+) Pin 3 : Cold of signaal (-) 3. Het gebruik van de toetsen en de aanduiding hiervan Toetsen worden aangeduid met : [TOETS] Er kan ook een beschrijving worden aangeduid voor de uit te voeren actie. [Beschrijving] Moeten meerdere toetsen gelijktijdig ingedrukt worden, dan worden deze gescheiden door een PLUS teken : [TOETS 1] + [TOETS 2] Moeten meerdere toetsen afzonderlijk, na elkaar ingegeven worden, dan worden deze gescheiden door een SPATIE: [TOETS 1] [TOETS 2] Er zijn toetsen die dezelfde betekenis of functie hebben zoals de grote toetsenmatrix beginnend met toets 1 en eindigend met toets 70. Deze worden als volgt aangeduid: [1 70] Dwz druk één van de toetsen in de toetsmatrix 1, 2, 3,., 70 (Fixtures/Cues/Presets) [1 16] Dwz druk één van de toetsen in de toetsmatrix 1, 2, 3,, 16 (Groups/Cuepages) [1/17 16/32] Dwz druk één van de toetsen in de toetsmatrix [1/17] [16/32] (Control Channels) Sommige toetsen komen meerdere malen voor op het toetsenbord zoals de CLR toets of de P&T toets. Dan wordt tussen haakjes aangeduid om welke toets het gaat: [CLR (Presets)] Een voorbeeld: [1 70] [1 70]. [1 70] Dwz selecteer een aantal toetsen uit de toetsenmatrix 1 70. Dit betekent hetzelfde als selecteer apparaten (zie verder). Vermits we nu weten hoe we apparaten moeten selecteren kan in de volgende paragraaf staan: Quick Start -3-

[Selecteer apparaten] [STORE (groups/cuepages)] + [1 16] We selecteren dus meerdere apparaten en drukken nu de STORE toets (uit groups/cuepages) samen met één van de toetsen in de toetsenmatrix 1 16 (groups/cuepages) 4. Toetsenbord help Het toetsenbord van de controller heeft een ingebouwde HELP functie. Telkens wanneer een functie wordt opgeroepen zullen de LEDs van de toetsen, die in de functie gebruikt kunnen worden, knipperen. Dit om aan te duiden dat men één van deze toetsen in de functie kan gebruiken. Voorbeeld : Wanneer men de [EDIT (CUES)] toets drukt, dan zullen alle LEDs van de te gebruiken toetsen oranje knipperen. 5. Belangrijke opmerkingen en acties Teksten die vet gedrukt zijn duiden een belangrijke opmerking of een tip aan. Teksten die vet en schuin gedrukt zijn duiden een actie aan die door de gebruiker moet uitgevoerd worden. 6. Voorbeelden die bij deze show horen Wanneer U over een MSD (Martin Show Designer) beschikt, dan kan U deze gebruiken om het voorbeeld van deze handleiding te volgen. Het bestand voor de MSD heet: Getting Started Martin Case72. Sluit hiervoor de MSD aan op dezelfde DMX lijn. Dit volledig voorbeeld werd ook op de Martin Case controller geplaats onder de naam: GETSTART. Om deze show op te laden verwijzen wij naar de paragraaf de bestaande show leegmaken. In dit geval wordt niet de EMPTY show geladen, maar de show GETSTART. Het volledige voorbeeld kan ook bekeken worden via een video file op de bijgeleverde CD. Hier worden alle handelingen start voor stap uigelegd. Quick Start -4-

7. Opstarten Schakel de controller aan. Na enkele minuten zal de controller klaar zijn voor gebruik. Volgend scherm zal verschijnen: Dit is het hoofdprogramma waarin later de belichting geprogrammeerd zal worden. Eerst moet echter de bestaande show (de Martin intro zoals op het scherm te zien is) leeggemaakt worden. 7.1 De bestaande show leegmaken De bestaande show kan gewist worden uit het hoofdprogramma door een lege show te laden. [LOAD (gedurende 2 seconden)] [1 (keypad)] - [LOAD] om een nieuwe show op te laden. - Daarna de keuze [1] om de show te laden van de interne harde schijf. Met de keuze [2] kan een show van een floppy geladen worden. Volgend scherm zal geopend worden: Quick Start -5-

[Typ de naam EMPTY in] [RET] of [2;(keypad) (tot de naam EMPTY)] [RET] [RET] De show met naam EMPTY zal nu geladen worden. Deze show, die niets bevat, zal de bestaande show vervangen. Eerst zal echter automatisch een reserve copy gemaakt worden van de bestaande show, deze zal bewaard worden onder de naam BACKUP. Dit geeft de mogelijkheid om een show terug te halen wanneer deze per vergissing nog niet opgeslagen was. Wanneer het hoofdscherm terug verschijnt zal de stage, of het grondplan, leeg zijn. 7.2 De SETUP, of belichtingsapparaten configureren Om belichting te programmeren moeten er eerst belichtingsapparaten geconfigureerd worden. Hiervoor wordt het hoofdprogramma verlaten: [SETUP (gedurende 2 seconden)] [1 (keypad)] - [SETUP] om naar een configuratie programma te gaan. - [1] om naar het FIXTURE SETUP programma te gaan. De keuze [2] zal later behandeld worden. Het voorbeeld dat behandeld wordt, zal uigevoerd worden met 4 Martin apparaten: - 2 x MAC300-2 x MAC250 Quick Start -6-

Deze 4 apparaten moeten nu geconfigureerd worden: - Selecteer met de trackerball de fabrikant MARTIN uit het menu Available Libraries. - Daal af in het menu Available Types tot apparaat MAC300 M4 V0 (Mac300 in Mode 4, versie 0) en selecteer dit. - Selecteer adres 1 in het dipswitch venster. - Plaats het apparaat in het Stage Layout venster, zoals in de figuur hieronder aangegeven. - Doe hetzelfde voor de 2 e MAC300 (adres 14) - De MAC250s zullen we voor de duidelijkheid een witte kleur geven. Selecteer in het COLOR venster, de kleur wit. - Selecteer in het menu Available Types de MAC250 M4 V1 en geef deze adres 27. - Aan de laatste MAC250 wordt adres 40 toegekend. Het grondplan is nu getekend en alle apparaten hebben een adres. Met dit grondplan zal een programma gemaakt worden. Het grondplan bewaren: - Selecteer EXIT en vervolgens 1=SAVE Quick Start -7-

7.3 Programmatie We zijn nu zover dat de eerste stap geprogrammeerd kan worden. Eerst zullen we echter nog wat noodzakelijke uitleg geven over belangrijke begrippen en functies. Belangrijk: Voor U begint met de programmatie moet de cue-fading uitgeschakeld worden. Druk hiervoor [CUE] + [ON] (dus beide toetsen gelijktijdig) tot het Martin logo op het scherm verschijnt. 7.3.1 FIXTURE mode of CUE mode Enkele toetsengroepen op het Martin Case toetsenbord hebben een dubbel gebruik. Een voorbeeld hiervan is de toetsenmatrix [1...70]: Ofwel stellen de toetsen [1...70], de apparaten voor, ofwel stellen zij programma s (cue s) voor. Dit wordt bepaald door de toetsen [FIXT. PgUp], [FIXT. PgDn] of de [CUE] toets. Druk [FIXT. PgUp]. Toetsen [1...70] stellen apparaten voor. Dit is FIXTURE MODE. Druk [CUE]. Toetsen [1...70] stellen cue s of programma s voor. Dit is CUE MODE. De toetsenmatrix kan nog andere dingen voorstellen, doch hiervoor verwijzen wij naar de handleiding. Een enkel voorbeeld wordt verder uitgelegd. Wanneer in FIXTURE MODE toets [1] gedrukt wordt, dan wordt eigenlijk MAC300 met het nummer 1 gekozen. Wordt ook nog toets [2] gedrukt, dan zijn beide MAC300s geselecteerd. Wordt de [1] nogmaals gedrukt dan wordt MAC300 nr. 1 terug gedeselecteerd. Drukt men de toets [ALL] dan zijn alle apparaten geselecteerd. Met [CLR] wordt alles weer gedeselecteerd. 7.3.2 Kanaalwaardes instellen Eerst even een korte uitleg over de apparaten en hoe we hun kanalen instellen. Op het grondplan staan 4 apparaten (2x MAC300 en 2x MAC250). Elk van deze apparaten heeft een aantal kanalen (in dit geval beide 13). In volgende tabel staat het kanaalnummer en de functie voor beide apparaten: Quick Start -8-

Kanaal nummer MAC300 Functie MAC250 Functie Kanaal nummer 1 STROBE 1 STROBE 2 DIMMER 2 DIMMER 3 CYAN 3 COLOR 4 MAGENTA 4 GOBO 5 YELLOW 5 GOBO ROTATE 6 COLOR 6 FOCUS 7 FROST 7 PRISM 8 PAN 8 PAN 9 PAN FINE 9 PAN FINE 10 TILT 10 TILT 11 TILT FINE 11 TILT FINE 12 SPEED PAN/TILT 12 SPEED PAN/TILT 13 SPEED DIMMER/CMY/COLOR Elk van deze functies kunnen apart en per apparaat ingesteld worden. [Selecteer MAC300 nr 1 (toets [1])] 13 SPEED DIMMER/COLOR/GOBO/FROST Zoals in de vorige paragraaf uitgelegd, zal nu MAC300 nr.1 geselecteerd zijn. De kanalen van de MAC300 worden nu op het scherm afgebeeld: Opm. : Wanneer meerdere apparaten gelijktijdig geselecteerd werden, stelt dit scherm de laatst geselecteerde voor. Met de toetsen [[1/17]...[16/32]] wordt een kanaal geselecteerd zodat dit met de trackerball veranderd kan worden. Via de [P&T] toets worden Pan, Pan fine, Tilt en Tilt fine samen geselecteerd. De toetsen [Pg<] en [PG>] worden gebruikt wanneer een apparaat meer dan 16 kanalen heeft. Hiermee worden kanalen 1 tot 16 of 17 tot 32 geselecteerd. Quick Start -9-

Heeft U een Pro 2 of een Pro 2+ controller, dan kunnen de kanalen dadelijk worden ingesteld via de 16 digitale faders: 7.3.3 De MASTER fader Op de controller bevindt zich een master-fader. Deze fader dimt alle apparaten gelijktijdig (geselecteerd of niet). Zet deze fader dus altijd open. *0 7.3.4 Lamp ON functie via direct access Afhankelijk van de instelling van de MAC300s en de MAC250s, zullen bij het aanschakelen van deze apparaten, de lampen branden of niet. Indien ze niet branden, moet eerst het commando Lamp ON gegeven worden. Lamp ON, Lamp OFF en RESET zijn beveiligde functies, deze kunnen alleen benaderd worden via een 3 e methode om kanalen in te stellen, nl. de DIRECT ACCESS functie. Doe hiervoor het volgende: - Selecteer alle apparaten [ALL] - Druk 2 x snel achter elkaar de [DIRECT ACCESS] toets. - Selecteer het STROBE kanaal met toets [1/17]. Een venster zal openen waarin bij nummer 14 het commando LAMP ON staat. - Selecteer toets [14] uit de [1...70] toetsenmatrix. Het commando LAMP ON zal nu uitgestuurd worden. - Verlaat de direct access mode met de toets [ESC] De LAMP ON functie werkt alleen als de MASTER FADER open staat. Quick Start -10-

7.3.5 CUE 1 programmeren Het eerste programma ziet er als volgt uit: 1. Selecteer CUE 1 2. Alle apparaten in de default positie (wit open, geen gobo, kleur wit en Pan/Tilt half). 3. De dimmers worden gesloten 4. Bewaren in CUE 1 Het verloop is als volgt: 1. Druk [CUE] om naar cue mode te gaan en druk [1 (1...70)] om cue 1 te selecteren. 2. Ga terug naar fixture mode door [FIXT. PgUp] te drukken. Druk [ALL] om alle apparaten te selecteren (controller in fixture mode!!) en druk [DEFAULT (2 x snel achter elkaar)]. 3. Selecteer [2/18] om het dimmerkanaal te selecteren (kanaal 2). Dit kanaal is nu in te stellen via de trackerball. Sluit de dimmers door de trackerball omlaag te bewegen. De dimmers van alle apparaten zullen nu gesloten worden, vermits met de [ALL] toets in stap 1, alle apparaten geselecteerd werden. 4. Druk [TO] [RET] [RET] [geef de naam BLACKOUT ] [RET] De eerste cue is nu geprogrammeerd. We negeren hierbij het timing scherm dat geopend wordt na de eerste [RET]. Het verloop om een cue te programmeren is dus als volgt: 1. Selecteer een CUE in cue mode 2. Verander de kan(a)al(en) van de appar(a)at(en) in fixture mode. 3. Bewaar dit door [TO] [RET] [RET] [geef naam] [RET] te drukken. 7.3.6 CUE 2 programmeren Cue 2 ziet er als volgt uit: 1. De dimmers van de MAC300s worden geopend. 2. Deze lichtstand wordt in cue 2 bewaard Het verloop: 1. Druk [CUE] om naar cue mode te gaan en druk [2 (1...70)] om cue 2 te selecteren. Ga terug naar fixture mode [FIXT. PgUp] en druk [CLR (fixtures/cues/presets)] om alle geselecteerde apparaten te deselecteren. Druk [1 (1...70)] en [2 (1...70)] om beide MAC300s te selecteren. Druk [2/18] om de dimmers te selecteren en beweeg de trackerball omhoog. 2. Druk [TO] [RET] [RET] [geef de naam MAC300 open ] [RET] Als we ons programma reeds willen zien, dan moet overgegaan worden naar cue mode en moeten de geprogrammeerde cues geselecteerd worden. - Druk [CUE] - Selecteer cue 1: druk [1 (1...70)] o Alle dimmers zullen zich sluiten. - Selecteer cue 2: druk [2 (1...70)] o De dimmers van de MAC300s zullen openen. Quick Start -11-

7.3.7 CUE 3 programmeren Cue 3: 1. De dimmers van de MAC250s worden geopend 2. We bewaren dit onder cue 3 Verloop: 1. [CUE] [3 (1...70)] [FIXT. PgUp] [CLR (fixtures/cues/presets)] [3 (1...70)] [4 (1...70)] [2/18] [beweeg trackerball omhoog] 2. [TO] [RET] [RET] [geef de naam MAC250 open ] [RET] 7.3.8 CUE 4 programmeren Cue 4: 1. Er wordt een kleur op de MAC300s ingesteld 2. We bewaren dit onder cue 4 Verloop: 1. [CUE] [4 (1...70)] [FIXT. PgUp] [3 (1...70)] [4 (1...70)]. We deselecteren apparaten 3 en 4 (de MAC250s), natuurlijk kan hier ook de [CLR] toets gebruikt worden zoals in vorige voorbeelden. [1 (1...70)] [2 (1...70)] om de MAC300s te selecteren. Open kanaal 3 (cyan) volledig: [3/19] [beweeg trackerball omhoog] 2. [TO] [RET] [RET] [geef de naam MAC300 cyan channel ] [RET] 7.3.9 CUE 5 programmeren Cue 5: 1. De Pan/Tilt van de MAC 250s wordt veranderd. 2. Bewaren onder cue 5 Het verloop is hetzelfde als vorige voorbeelden, doch ook hier hebben we enkele mogelijkheden om de Pan/Tilt in te stellen. We kunnen kanalen 8, 9, 10 en 11 (Pan, Pan fijn, Tilt en tilt fijn) apart instellen, maar we kunnen Pan en Tilt ook tezamen op de trackerball nemen. Hiervoor wordt de [P&T (control channels)] geselecteerd. Als de trackerball bewogen wordt zullen de 4 kanalen samen veranderen. We benoemen deze cue: MAC250 PT Quick Start -12-

7.3.10 CUE 6 programmeren Cue 6: 1. We gaan hier een dimmerwave programmeren over alle apparaten. Hiervoor maken we gebruik van een macro functie van de effect generator. 2. Bewaren onder cue 6 Verloop: 1. Cue 6 selecteren en de effect macro s openen. Een effect functie kiezen: o Selecteer Cue 6 o Ga naar fixture mode en druk [ALL] om alle apparaten te selecteren. o Druk [SHIFT] + [EFF]. Hierdoor worden de effect macro s geopend. Er zal nu een scherm verschijnen waaruit 70 verschillende voorgeprogrammeerde effecten kunnen geselecteerd worden. Deze effecten worden geselecteerd via de trackerball of via de toetsen [1...70]. Kies effect 31 [31 (1...70)]. Op dit ogenblik zullen de dimmers allen samen openen en sluiten, doch we willen het effect spreiden over de 4 apparaten. Hiervoor drukken we [NEXT]. Het effect macro scherm zal nu veranderen in wave per x. er zijn 4 apparaten dus we selecteren wave per 4 met de toets [4 (1...70)] of via de trackerball. 2. Voor de cue kan bewaard worden, moet de effect macro functie verlaten worden. Hiervoor wordt [ESC] gedrukt. De cue wordt bewaard met [TO] [RET] [RET] [geef de naam DIMMER WAVE ] [RET] 7.3.11 Het programma testen Er zijn nu 6 cue s geprogrammeerd. Om deze op te roepen wordt naar cue mode (toets [CUE]) gegaan. - Druk [1 (1...70)]. Alle dimmers gaan dicht. - Druk [2 (1...70)]. De dimmers van de MAC300s openen. - Druk [3 (1...70)]. De dimmers van de MAC250s openen. - Druk [4 (1...70)]. De kleur van de MAC300s verandert. - Druk [5 (1...70)]. Pan/Tilt van de MAC250s verandert. - Druk [6 (1...70)]. Er ontstaat een dimmerwave. Er wordt hier wel verondersteld dat de cues in de volgorde 1, 2, 3...6 geselecteerd worden. Wanneer er na cue 6 terug naar 2, 3, 4 of 5 gegaan wordt, dan zal er weinig veranderen. Waarom dit gebeurt, dat zou ons te ver brengen in deze snel start handleiding. We kunnen alleen zeggen dat het gebeurt omdat we met cue s werken waarin alleen veranderingen tov de vorige cue opgenomen zijn. We zullen nu ook de cue-fading terug opzetten. U heeft waarschijnlijk reeds gemerkt dat bij het bewaren van een cue, een scherm met tijden geopend wordt. Wanneer de cue-fading uitgeschakeld is (zoals we bij het begin aanraadden), zullen deze tijden genegeerd worden bij het oproepen van de cue s. Schakelen we deze in, door [CUE] + [ON] te drukken tot het Martin logo verdwijnt, dan zullen de tijden wel geactiveerd worden. Selecteer nu alle cue s nogmaals (beginnend vanaf cue 1). Quick Start -13-

Om de kanaal-waardes te bekijken moeten we een ander scherm kiezen. Er zijn nu 2 mogelijkheden: Ofwel bekijken we de waardes die opgeslagen zijn in de geheugens, ofwel bekijken we de waardes die uitgestuurd worden door de controller. - Druk [VALUES] tot het scherm Digital Memory-Values verschijnt. Selecteer alle cues. We zien nu op het scherm wat er geprogrammeerd was in de cue s. - Druk [VALUES] tot het scherm Digital Output-Values verschijnt. Selecteer alle cues. We zien nu op het scherm de waardes die uitgestuurd worden door de controller. Met de toets [STAGE] kunnen we kiezen tussen de stage layout of het overzicht van de playbacks (zie volgende paragraaf). Met de toets [TEXT], krijgen we in CUE-MODE ( toets [CUE]) een overzicht van alle geprogrammeerde cue s. 7.3.12 Playback 10 programmeren Een playback is een lichtstand, die met een schuiver kan ingefade worden. Op een Pro1 controller ziet men 10 playback schuivers. Op Pro1+, Pro2+ of wanneer gewerkt wordt met een extra playbackwing, ziet men 42 playback schuivers. We zullen dezelfde lichtstand als we in cue 2 hebben geprogrammeerd, programmeren in playback 10. Playback 10: 1. We programmeren deze playback in cue 1. Alle kanalen van alle apparaten gewist omdat we alleen het dimmer kanaal nodig hebben. 2. De dimmers van de MAC300s worden geopend 3. Dit wordt onder playback 10 bewaard Verloop: 1. Selecteer cue 1. In cue mode [CUE], druk [1 (1 70)] 2. Selecteer de MAC300s en open hun dimmers: Ga terug naar fixture mode [FIXT. PgUp] en druk [CLR (fixtures/cues/presets)] om alle geselecteerde apparaten te deselecteren. Druk [1 (1...70)] en [2 (1...70)] om beide MAC300s te selecteren. Open het Digital Memory-Values scherm (toets [VALUES]. We zien de inhoud van cue 1. Dubbel klik [CLR (control channels)]. We zien nu dat alle waardes in de tabel gewist worden. Druk [2/18] om de dimmers te selecteren en beweeg de trackerball omhoog. 3. [TO] [10(playbacks)] om deze waardes in playback 10 te bewaren. [geef een naam in via het klavier (bijvoorbeeld dimmer MAC300 )] [RET] 7.3.13 Playback 9 programmeren Probeer nu hetzelfde voor playback 9. Hier moeten de dimmers van de MAC250s geprogrammeerd worden. We kunnen in plaats van dimmers ook andere dingen in de playbacks programmeren, zoals kleurverandering. In playback 8 programmeren we het cyan kanaal, in playback 7 het magenta kanaal, in playback 6 het yellow kanaal. Deze 3 playbacks programmeren we in Cue 2. Quick Start -14-

Kort overzicht van het verloop: 1. [deselecteer de MAC300s en selecteer de MAC250s] -- dubbelklik [CLR (control channels)] [2/18] [beweeg de trackerball omhoog] [TO] [9 (playbacks)] [naam Dimmer MAC250 ] [RET] 2. [Ga naar cue-mode en selecteer cue 2] [ga terug naar fixture mode] [deselecteer de MAC250s en selecteer de MAC300s] dubbelklik [CLR (control channels)] [3/19] [beweeg de trackerball omhoog] [TO] [8 (playbacks)] [naam MAC300 cyan ] [RET] 3. dubbelklik [CLR (control channels)] [4/20] [beweeg de trackerball omhoog] [TO] [7 (playbacks)] [naam MAC300 magenta ] [RET] 4. dubbelklik [CLR (control channels)] [5/21] [beweeg de trackerball omhoog] [TO] [6 (playbacks)] [naam MAC300 yellow ] [RET] 7.3.14 Werken met de playbacks Stel dat we cue 1 selecteren. We herinneren ons dat in cue 1 alle dimmers gesloten werden. Open nu de schuiver van playback 10. De dimmers van de MAC300s zullen openen. We zien de default stand van cue1. Open de schuiver van playback 9. De dimmers van de MAC250s zullen ook openen. Sluit beide schuivers terug en druk de playback flash keys van schuivers 9 en 10. Wanneer de Flashmaster geopend is (dit is de schuiver bovenaan naast de MASTER), dan kunnen we met de dimmers van beide apparaattypes flashen. Sla cue 2 en 3 over en ga dadelijk naar cue 4. Open de schuivers. Wanneer we dadelijk cue 4 selecteren, dan zullen de dimmers nog steeds gesloten zijn. We kunnen nu spelen met elke cue waarin geen dimmerwaardes opgenomen werden. Selecteer cue 2 en speel met playbacks 6, 7 en 8. Omdat in cue 2 de dimmers van de MAC300s openen, kunnen we met deze playbacks kleuren mixen. We kunnen ook cue 1 kiezen en playback 10 openen. Dan nog kunnen we de kleuren mixen. Dit is uiteindelijk hetzelfde. Quick Start -15-

7.3.15 Een sequence of chaser programmeren Een sequence is een opeenvolging van lichtstanden in een lus. Veronderstel dat we met de MAC300s een kleuren chaser willen maken in sequence D: Sequence D: 1. We vertrekken van cue 2 omdat hier de dimmers geopend worden. 2. We willen zien wat we programmeren, daarom openen we het digital memories-values scherm. 3. Vermits we in de sequence geen dimmer informatie, maar alleen kleur informatie willen opnemen, moet de dimmer informatie gewist worden, voordat we de lichtstand in de sequence plaatsen. 4. We programmeren een kleur 5. Dit wordt aan de sequence toegevoegd 6. We herhalen stap 4 en 5, maar met andere kleurwaardes, tot we een sequence van 6 stappen hebben. Verloop: 1. Druk [2 (1 70)] om cue 2 te selecteren en te activeren 2. Om te zien welke waardes we invullen, moeten we een scherm Digital Memory values activeren. Druk hiervoor de toets [VALUES] in tot het scherm Digital Memory-values verschijnt. 3. Selecteer de MAC300s: Ga terug naar fixture mode [FIXT. PgUp] en druk [CLR (fixtures/cues/presets)] om alle geselecteerde apparaten te deselecteren. Druk [1 (1...70)] en [2 (1...70)] om beide MAC300s te selecteren. Om alle waardes te wissen drukken we [CLR(control channels)] (dubbelklik). Alle velden op het scherm zullen nu leeg zijn. 4. Stel met de trackerball CMY kanalen 3, 4 en 5 in, tot de gewenste kleur bereikt is. [3/19], stel in met de trackerball, [4/20].., [5/21].. De ingestelde waardes zullen op het scherm verschijnen. 5. Druk [TO] [D], om deze lichtstand toe te voegen aan de sequence. 6. Herhaal stap 4 en 5, 6 maal, met andere kleuren waardes. 7.3.16 Werken met de sequence Om de sequence te starten drukken we [D] en daarna de toets [ON]. We hebben nu een kleurenchaser. Om de snelheid van deze kleuren chaser in te stellen, drukken we [FADE FIG] en we regelen de snelheid met de trackerball. Om deze instelling op te slaan drukken we [STORE]. Wanneer we Cue 1 selecteren (in cue mode [CUE]), zal onze sequence stilvallen, omdat hij geprogrammeerd werd in cue2. We kunnen dit echter wijzigen, doch daarvoor verwijzen wij naar de handleiding. Druk nu in cue mode, [NEXT]. Cue 2 zal opgeroepen worden, en de sequence zal terug gestart worden. Wordt nogmaals [NEXT] gedrukt, dan zal de sequence terug stoppen. Quick Start -16-

7.4 Einde We hopen dat deze korte handleiding een kort overzicht gegeven heeft van de wijze van programmeren op de MartinCase. De controller is echter tot veel meer in staat. Daarvoor verwijzen we naar de handleiding. Beginnende gebruikers kunnen hierin best de delen gemarkeerd met [ERV} (ervaren gebruikers) overslaan. Het MartinCase team. Quick Start -17-