TWEEDE WIJZIGINGSBESLUIT OP HET MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT besluiten:

TWEEDE WIJZIGINGSBESLUIT OP HET MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT 2009 Burgemeester en wethouders van Hilversum; gelet op het bepaalde in artikel 75, tweede lid, 166, 168, 171, 177 en 232 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht besluiten: ARTIKEL I Vast te stellen de navolgende wijzigingen van het Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit 2009: A In Hoofdstuk I Algemeen wordt na artikel 5 een nieuw artikel 5a toegevoegd dat luidt als volgt: Artikel 5a Bezoekersreglement Streekarchief Aan de gemeentearchivaris wordt verleend de bevoegdheid tot het opstellen en wijzigen van het bezoekersreglement voor het Streekarchief Gooi en Vechtstreek, als bedoeld in artikel 6 van het Besluit informatiebeheer. B In Hoofdstuk III Dienst Inwoners wordt na artikel 26 de kop Beheer en Exploitatie gewijzigd in Maatschappelijke Ontwikkeling. C In Hoofdstuk III Dienst Inwoners wordt in de artikelen 27, eerste lid, 33, eerste lid en 38, eerste lid de zinsnede Beheer en Exploitatie vervangen door Maatschappelijke Ontwikkeling. D In Hoofdstuk III Dienst Inwoners worden de artikelen 70 tot en met 113 ingetrokken en vervangen door de artikelen 70 tot en met 100 met de volgende tekst. Algemeen Artikel 70 Toezichthouders en uitgifte legitimatiepassen Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het aanwijzen van de in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde

2 toezichthouders en het uitgeven van de in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde legitimatiepassen voor het toezicht op de naleving op grond van: a. artikel 6.1a van de Algemene Plaatselijke verordening; b. artikel 18.4 lid 2 van de Wet milieubeheer; c. artikel 95 van de Wet bodembescherming; d. artikel 100a van de Woningwet; e. artikel 58 lid 1 van de Monumentenwet 1988; f. artikel 75 lid 1 van de Huisvestingswet; g. artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening; h. artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 71 Toezichthouders en uitgifte legitimatiepassen Brandweer Aan de Regionaal commandant van Brandweer Gooi en Vechtstreek wordt verleend de bevoegdheid tot het aanwijzen van de in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde toezichthouders voor zover het de brandveiligheid betreft en het uitgeven van de in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde legitimatiepassen voor het toezicht op de naleving op grond van: a. artikel 6.1a van de Algemene Plaatselijke Verordening; b. artikel 3.1 van de Brandbeveiligingsverordening en artikel 21 lid 2 van de Brandweerwet c. artikel 100a van de Woningwet; d. artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Omgevingsrecht Omgevingsvergunning Artikel 72 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot de bevoegdheid te beslissen op het verlenen, wijzigen, weigeren en intrekken van een (tijdelijke) omgevingsvergunning. 2. Niet gemandateerd is het verlenen van een omgevingsvergunning voor een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan, maar in overeenstemming met een goede ruimtelijke onderbouwing, als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 73 nadere eisen Wet RO / Wro Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen zoals bedoeld in artikel 15, lid 1 sub b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub d van de Wet ruimtelijke ordening. Artikel 74 welstandsadvisering Aan de medewerkers van het secretariaat van de commissie voor welstand en monumenten wordt gemandateerd de welstandsadvisering met betrekking tot bouwaanvragen die voldoen aan de sneltoetscriteria in gebieden met regulier en in gebieden met bijzonder welstandsniveau. Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (BBGB/Gebruiksbesluit)

3 Artikel 75 Aan de directeur van de dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot: a. het verlenen van ontheffing in het kader van artikel 2.1.8 Gebruiksbesluit b. het beslissen omtrent een aanvraag om gebruiksvergunning op grond van artikel 2.11.3 en 2.11.5 van het Gebruiksbesluit; c. het aanhouden van een aanvraag om gebruiksvergunning op grond van artikel 2.11.3 van het Gebruiksbesluit; d. het verbinden van voorwaarden aan een gebruiksvergunning op grond van artikel 2.11.4 van het Gebruiksbesluit; e. het wijzigen of intrekken van een gebruiksvergunning op grond van artikel 2.11.6 van het Gebruiksbesluit; f. het opleggen van nadere voorwaarden naar aanleiding van een gebruiksmelding op grond van artikel 2.12.4 van het Gebruiksbesluit; g. het wijzigen van de nadere voorwaarden op grond van artikel 2.12.5 van het Gebruiksbesluit. Artikel 76 Aan de Regionaal commandant van de Brandweer Gooi en Vechtstreek wordt verleend de bevoegdheid tot: a. het verstrekken van een ontvangstbevestiging voor een aanvraag om gebruiksvergunning; b. het verzoeken om aanvulling en het buiten behandeling laten van een aanvraag om gebruiksvergunning op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht; c. het beoordelen van gelijkwaardigheid in het kader van artikel 1.4 Gebruiksbesluit, zonodig op basis van aanvullende documentatie als bedoeld in artikel 2.11.2 vierde lid van het Gebruiksbesluit; d. het aanvaarden van documenten als bedoeld in artikel 2.1.7 Gebruiksbesluit; e. het goedkeuren van een programma van eisen voor een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 2.2.1, zesde lid van het Gebruiksbesluit; f. het goedkeuren van een programma van eisen voor een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in artikel 2.3.6, eerste en derde lid van het Gebruiksbesluit; g. het aanvaarden van documenten als bedoeld in artikel 2.3.9 van het Gebruiksbesluit; h. het aanvaarden van documenten als bedoeld in artikel 2.5.1 van het Gebruiksbesluit; i. het beoordelen of een aanvraag gebruiksvergunning vergezeld moet gaan van de vereiste tekeningen als bedoeld in artikel 2.11.2 derde lid van het Gebruiksbesluit; j. het beoordelen of een gebruiksmelding vergezeld moet gaan van de vereiste tekeningen als bedoeld in artikel 2.12.2 vierde lid van het Gebruiksbesluit; k. het verstrekken van een ontvangstbevestiging voor een gebruiksmelding op grond van artikel 2.12.3 van het Gebruiksbesluit; Artikel 77 Brandbeveiligingsverordening Aan de Regionaal commandant van Brandweer Gooi en Vechtstreek wordt verleend de bevoegdheid tot a. het beslissen op aanvragen om gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.1.1 en 2.1.2 van de Brandbeveiligingsverordening; b. het intrekken van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.1.3 van de Brandbeveiligingsverordening;

4 c. het beslissen op aanvragen om ontheffing als bedoeld in artikel 2.3.5, tweede lid van de Brandbeveiligingsverordening; d. het geven van voorschriften als bedoeld in artikel 2.3.8 van de Brandbeveiligingsverordening aan de eigenaar van een naaldhoutbos, een heideveld of een of ander terrein dat met brandbare gewassen is begroeid. Handhaving Artikel 78 Last onder bestuursdwang/last onder dwangsom 1. Aan de afzonderlijke leden van het college, ieder voor zover de zaak tot zijn portefeuille behoort, wordt verleend de bevoegdheid a. tot het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op grond van artikel 125 lid 2 Gemeentewet en het bepaalde in afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht, ter naleving van de bepalingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Leefmilieuverordening, de Bouwverordening Hilversum, het Gebruiksbesluit, de Wet milieubeheer, de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Hilversum en de Wet bodembescherming; b. te beslissen tot het invorderen van de dwangsom, tot het opheffen van een last onder dwangsom, tot het opschorten van de looptijd van de last onder dwangsom voor bepaalde termijn of tot het verminderen van de dwangsom als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht; c. tot het toe- of afwijzen van een verzoek om handhaving; d. tot het toe- of afwijzen van een verzoek omtrent invordering van de dwangsom door een belanghebbende als bedoeld in artikel 5:37 tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht. Indien het naar het oordeel van de portefeuillehouder noodzakelijk is, wordt een beslissing als hierboven onder a tot d bedoeld, voorgelegd aan het college. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid te beslissen tot het toepassen van bestuursdwang in geval van spoed ter naleving van het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Leefmilieuverordening, de Bouwverordening Hilversum, het Gebruiksbesluit, de Wet milieubeheer, de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Hilversum en de Wet bodembescherming. 3. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het voeren van correspondentie omtrent het opleggen van een last onder bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in de afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht ter naleving van bepalingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Leefmilieuverordening, de Bouwverordening Hilversum, het Gebruiksbesluit, de Wet milieubeheer, de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Hilversum en de Wet bodembescherming. 4. Aan de directeur van de Dienst inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verlengen van de begunstigingstermijn van de last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. 5. Aan de burgemeester wordt verleend de bevoegdheid tot het aanwijzen van personen als bedoeld in artikel 5:27 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de bevoegdheid tot het verstrekken van een machtiging voor het binnentreden van een woning als bedoeld in de Algemene wet op het binnentreden in gevallen als bedoeld in artikel 5:27 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht wanneer het college het bestuursorgaan is dat de bestuursdwang toepast. Diversen

5 Artikel 79 Vrijstelling artikel 352 Bouwverordening 1968 Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen omtrent het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 352 van de Bouwverordening 1968 (verbod gebruik bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van bestemming) of krachtens het bouwbesluit. Artikel 80 Vergunning, vrijstelling of ontheffing leefmilieuverordeningen Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen ingevolge plaatselijke leefmilieuverordeningen, tenzij het betreft stadsvernieuwingsgebieden, dan is de instemming van de portefeuillehouder vereist. Artikel 81 Geldelijke steun Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een geldelijke bijdrage op grond van de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 en de daarop gebaseerde Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen. Artikel 82 Huurtoeslag Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het voeren van correspondentie over huurtoeslag (passendheid) op grond van de Wet op de huurtoeslag. Artikel 83 Woonruimteonttrekking Aan de portefeuillehouder Wonen wordt verleend de bevoegdheid tot het verlenen en weigeren van woonruimteonttrekkingsvergunningen als bedoeld in de artikel 3.2 van de Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek. Artikel 84 Huisvesting Aan de gedelegeerde voor volkshuisvesting van het Gewest Gooi en Vechtstreek wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op verzoeken als bedoeld in artikel 2.2 onder 1 van de Huisvestingsverordening. Voor de ondertekening van deze besluiten is het hoofd van het intergemeentelijke bureau van de algemene dienst van het Gewest Gooi en Vechtstreek bevoegd. Wet milieubeheer Artikel 85 Wet milieubeheer Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot: a. het beslissen omtrent het opleggen van een maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 8.42 lid 3 van de Wet milieubeheer, behalve wanneer zienswijzen zijn ingediend, dan beslist de portefeuillehouder milieu; b. het beslissen op meldingen ingevolge artikel 8.40 en 8.41 van de Wet milieubeheer en voeren van correspondentie ten aanzien daarvan;

6 c. het beslissen op het voeren van schadevergoedingsprocedures als bedoeld in artikel 15.20 van de Wet milieubeheer, alsmede het voeren van correspondentie ten aanzien daarvan; d. het beslissen op een verzoek tot toepassing van het gelijkwaardigheidsbeginsel als bedoeld in artikel 8.40a Wet milieubeheer en artikel 1.8 van het Activiteitenbesluit, behalve wanneer zienswijzen zijn ingediend, dan beslist de portefeuillehouder Milieu. Lozingenbesluit bodembescherming Artikel 86 Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot: a. het beslissen op aanvragen om een ontheffing van het verbod op lozing huishoudelijk afvalwater als bedoeld in artikel 14, eerste lid van het Lozingenbesluit bodembescherming; b. het beslissen op aanvragen om een ontheffing van het verbod op lozing koelwater als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van het Lozingenbesluit bodembescherming; c. het beslissen op aanvragen om een ontheffing van het verbod op lozing overige vloeistoffen als bedoeld in artikel 25, tweede lid, van het Lozingenbesluit bodembescherming; d. het beslissen omtrent het opleggen van een gedoogplicht als bedoeld in artikel 27 lid 1 en 2 van het Lozingenbesluit bodembescherming; e. het uitbrengen van advies als bedoeld in artikel 28 lid 2 van het Lozingenbesluit bodembescherming; f. het beslissen omtrent het stellen van nadere eisen aan lozingen als bedoeld in artikel 30 van het Lozingenbesluit bodembescherming. APV Artikel 87 Vergunning voor optochten en kennisgeving betogingen 1. Aan de directeur van de van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een vergunning voor het houden van optochten als bedoeld in artikel 2.1.2.1 van de APV. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verstrekken van een bewijs van ontvangst met betrekking tot een kennisgeving van betogingen op openbare plaatsen als bedoeld in artikel 2.1.2.3 van de APV. Artikel 88 straatartiesten Vergunning voor vertoningen, feest, muziek e.d. en ontheffing 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een vergunning voor het houden van een vertoning, feest, muziek, wedstrijd en dergelijke, als bedoeld in artikel 2.1.3.1 van de APV. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.3.2 derde lid van de APV van het verbod om op door de burgemeester aangewezen wegen of gedeelten daarvan als straatartiest en dergelijke op te treden. Artikel 89 voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg

7 Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.4.1 van de APV. Artikel 90 Vergunning voor evenementen Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV. Artikel 91 Verlof verstrekken alcoholvrije drank en/of eetwaren Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verlenen van verlof voor het verstrekken van alcoholvrije drank en/of eetwaren in een horecabedrijf als bedoeld in artikel 5 van de Horecaverordening, in geval van evenementen als bedoeld in artikel 113. Artikel 92 Ontheffing Zondagswet 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om ontheffing als bedoeld in artikel 3 derde lid van de Zondagswet. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om ontheffing als bedoeld in artikel 4 derde lid van de Zondagswet. Artikel 93 Ontheffing Winkeltijdenwet en Verordening winkeltijden Hilversum 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om ontheffing: a. als bedoeld in artikel 4 van de Winkeltijdenwet; b. voor de openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen, als bedoeld in artikel 5 van de Verordening winkeltijden; c. op zon- en feestdagen voor afzonderlijke situaties, als bedoeld in artikel 6 van de Verordening winkeltijden; d. voor openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur, als bedoeld in artikel 7 van de Verordening winkeltijden. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het intrekken of wijzigen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Verordening winkeltijden. 3. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen waarop de verboden in artikel 2, eerste lid onder a en b van de Winkeltijdenwet niet gelden, als bedoeld in artikel 4 van de Verordening winkeltijden. Artikel 94 Vuurwerk 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een vergunning voor het afleveren van vuurwerk en/of het ter aflevering aanwezig houden van vuurwerk, als bedoeld in artikel 2.7.2 van de APV. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod op het bezigen van vuurwerk op een door het college aangewezen plaats, als bedoeld in artikel 2.7.3 van de APV.

8 3. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op een verzoek voor een verklaring van geen bezwaar voor ontbrandingstoestemming professioneel vuurwerk, als bedoeld in artikel 3.3.4 vijfde lid van het Vuurwerkbesluit.

Artikel 95 Geluidhinder VERVOLGBLAD 9 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op de aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid van de APV (geluidhinder). 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 4.8.5, derde lid van de APV (onversterkte muziek). Artikel 96 Gevelreiniging Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot: a. het beslissen tot verlenen van vrijstelling (ontheffing) als bedoeld in artikel 4.4.8 van de APV (droge gevelreiniging); b. het beslissen tot verlenen ontheffing voor (natte) gevelreiniging (artikel 10.30 en 10.63 Wet milieubeheer). Artikel 97 Reclame Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 4.7.2 (ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclame) van de APV. Artikel 98 Collecteren, venten, standplaats, uitstalling, snuffelmarkt 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een vergunning voor: a. het inzamelen van geld of goed als bedoeld in artikel 5.2.1 van de APV; b. het te koop aanbieden van goederen (venten) als bedoeld in artikel 5.2.2 van de APV; c. het innemen van een standplaats of uitstalling op de weg als bedoeld in artikel 5.2.3 van de APV; d. het houden van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.2.4 van de APV. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het weigeren, wijzigen en intrekken van de vergunningen genoemd in het vorige lid. Artikel 99 Handhaving APV 1. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het doen van aanschrijvingen (controlebrieven) op grond van de artikelen 1.4 (voorschriften en beperkingen), 2.1.2.1 (optochten), 2.1.3.1 (vertoningen, feesten, muziek), 2.1.4.1 (voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg), 2.1.4.1a (wintersluiting horeca-terrassen), 2.1.4.2 (aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg), 2.1.4.3 (maken en veranderen van een uitweg), 2.2.2 (evenementen), 4.1.1 (geluidhinder) 4.7.2 (ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclame), 5.1.2 (parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke), 5.1.2a (te koop aanbieden van voertuigen), 5.1.3 (defecte voertuigen),

10 5.1.5 (caravans en dergelijke), 5.1.6 (parkeren van reclamevoertuigen), 5.1.7 (parkeren van grote voertuigen), 5.1.8 (parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen), 5.2.1 (collecteren), 5.2.2 (venten), 5.2.3 (innemen van een standplaats of uitstalling op de weg) 5.2.4 (snuffelmarkt) van de APV. 2. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het voeren van correspondentie (voornemen last onder dwangsom en last onder bestuursdwang e.d.) met betrekking tot de artikelen van de APV genoemd in het eerste lid in verband met de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang. 3. Aan de directeur Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid te beslissen tot het toepassen van bestuursdwang in geval van spoed ter naleving van bepalingen genoemd in het eerste lid. Niet gemandateerd is de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen waarbij geen spoed is. 4. Aan de portefeuillehouder Beheer openbare ruimte wordt verleend de bevoegdheid te beslissen tot het het opleggen van een last onder dwangsom met betrekking tot de artikelen genoemd in het eerste lid. 5. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het verlengen van de begunstigingstermijn van de last onder bestuursdwang of last onder dwangsom. 6. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het intrekken van een (voor)aanschrijving last onder dwangsom. 7. Aan de portefeuillehouder beheer openbare ruimte wordt verleend de bevoegdheid tot het opschorten van de looptijd van een last onder dwangsom voor een bepaalde termijn of tot het verminderen van de dwangsom als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. 8. Aan de portefeuillehouder beheer openbare ruimte wordt verleend de bevoegdheid tot het toe- of afwijzen van een verzoek om handhaving. Indien het naar het oordeel van de portefeuillehouder beheer openbare ruimte noodzakelijk is wordt de beslissing tot het opleggen van een last onder dwangsom voorgelegd aan het college. 9. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid te beslissen over invordering van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. 10. Aan de portefeuillehouder beheer openbare ruimte wordt verleend de bevoegdheid tot het toe- of afwijzen van een verzoek omtrent invordering van de dwangsom door een belanghebbende als bedoeld in artikel 5:37 tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht. Indien het naar het oordeel van de portefeuillehouder beheer openbare ruimte noodzakelijk is wordt de beslissing tot het toe- of afwijzen van het verzoek voorgelegd aan het college. 11. Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in de gevallen zoals bedoeld in de artikelen 2.1.5.3 (uitzicht belemmerende beplanting of voorwerp), 5.1.11 (overlast van fiets of bromfiets), 5.1.4 (voertuigwrakken), 5.1.5 (caravans en dergelijke) bij een aanhangwagen van een onbekende eigenaar, van de APV. De portefeuillehouder beheer openbare ruimte wordt per geval zo spoedig mogelijk geïnformeerd over de handhavingsactie. Artikel 100 Evenementenreclame

11 Aan de directeur van de Dienst Inwoners wordt verleend de bevoegdheid tot het voeren van correspondentie en het vertegenwoordigen van de gemeente bij het afsluiten van contracten/overeenkomsten met betrekking tot evenementenreclame. E In Hoofdstuk III Dienst Inwoners komen de artikelen 114 tot en met 116 te vervallen. F In Hoofdstuk III Dienst Inwoners worden de artikelen 117 tot en met 130 vernummerd tot de artikelen 101 tot en met 114.

G VERVOLGBLAD 12 In de toelichting op Hoofdstuk III Dienst Inwoners wordt na artikel 26 een nieuw tekstgedeelte ingevoegd, dat luidt als volgt: Maatschappelijke Ontwikkeling Artikel 43 Het gaat hier alleen om het ondertekenen en toezenden van bescheiden en niet het besluiten tot (en het ondertekenen van) het maken van bezwaar namens de gemeente. Dat is ook reeds aangegeven in de toelichting op artikel 6 lid 1 van Hoofdstuk I Algemeen. Daarin staat De bevoegdheid tot het voeren van een rechtsgeding of het maken van bezwaar is uitdrukkelijk niet gemandateerd. Het college beslist te allen tijde of er geprocedeerd gaat worden (zowel eisend als verwerend) en of er namens de gemeente (als rechtspersoon) bezwaar wordt gemaakt. H In Hoofdstuk III Dienst Inwoners wordt de toelichting als volgt gewijzigd: 1. na de zinsnede Vergunningverlening en Handhaving de zinsnede 72 vervangen door 70 ; 2. de zinsnede artikel 74 tot en met 91 en de tekst daaronder wordt vervangen door de volgende tekst: Artikelen 72 tot en met 86 Op 1 juli 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Als gevolg hiervan zijn de bepalingen in dit hoofdstuk in het onderdeel Vergunningverlening en handhaving ingrijpend gewijzigd. Dit was de reden om dit hoofdstuk bij de wijziging van 8 juni 2010 in zijn geheel te wijzigen. Een groot aantal artikelen zou komen te vervallen en daardoor was het overzichtelijker om de nummering aan te passen dat er een doorlopende nummering bleef. Nieuw is bv. artikel 72 inzake de omgevingsvergunning. Ook de handhaving is gewijzigd, in die zin dat er nu één artikel is, behalve voor wat betreft de APV. 3. de zinsnede Artikelen 100 tot en met 112 wordt vervangen door de zinsnede Artikelen 87 tot en met 99. 4. de zinsnede Artikel 103 wordt vervangen door de zinsnede Artikel 90 ; 5. de zinsnede Artikel 104 wordt vervangen door de zinsnede Artikel 91 ; 6. de zinsnede Artikel 107 wordt vervangen door de zinsnede Artikel 94 ; 7. de zinsnede Artikel 112 wordt vervangen door de zinsnede Artikel 99 ; 8. onder artikel 112 wordt de eerste zin vervangen door de volgende tekst: Artikel 99 is zoveel mogelijk gelijk aan het handhavingsartikel inzake omgevingsrecht (artikel 78). I In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt artikel 1 als volgt gewijzigd: a. de leden 2 en 3 komen te vervallen; b. het cijfer 1 voor de eerste zin komt te vervallen. J In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt artikel 11 als volgt gewijzigd:

a. in het opschrift wordt de zinsnede uitoefening bestuursdwang toegevoegd; b. de zinsnede bestuursdwang aanschrijving wordt vervangen door last onder bestuursdwang. VERVOLGBLAD 13 K In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt in artikel 12 in het opschrift de zinsnede kostenverhaal toegevoegd. L In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt in artikel 13 in het opschrift de zinsnede uitvoeren en coördineren werkzaamheden toegevoegd. M In Hoofdstuk IV Dienst Stad komt artikel 20 te vervallen. N In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt de gehele tekst van artikel 22 vervangen door nieuwe tekst, die luidt als volgt: Artikel 22 uitvoering Wet ro en Besluit ro Aan de directeur van de dienst Stad wordt verleend de bevoegdheid tot het verrichten van (feitelijke/voorbereidings-) handelingen en tot het nemen van procedurele besluiten met betrekking tot de uitvoering van de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening. O In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt artikel 40 als volgt gewijzigd: a. in het opschrift wordt de zinsnede basisadministratie vervangen door de zinsnede basisregistratie ; b. in het eerste lid wordt de zinsnede Geo Informatie vervangen door de zinsnede Geo- Informatie ; c. in het eerste lid onder c wordt de zinsnede BAG documenten-register vervangen door de zinsnede BAG brondocumenten-register ; d. in het eerste lid wordt in de laatste zin de zinsnede basisadministratie vervangen door de zinsnede basisregistratie ; e. in het eerste lid wordt onderdeel h vernummerd tot onderdeel i en wordt een nieuw onderdeel h toegevoegd dat luidt als volgt: het vaststellen van de definitieve geometrie in het BAGregister. P In Hoofdstuk IV Dienst Stad worden na artikel 40 drie nieuwe artikelen toegevoegd die luiden als volgt. Artikel 41 Huisnummering

14 Aan de directeur van de dienst Stad wordt verleend de bevoegdheid tot het toekennen van een huisnummer aan een object of een te onderscheiden deel daarvan, als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen. Adressen Hilversum 2003. Artikel 42 Uitvoeringsvoorschriften Aan de directeur van de dienst Stad wordt verleend de bevoegdheid tot het stellen van nadere technische voorschriften voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden als bedoeld in artikel 7 van de Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen. Adressen Hilversum 2003. PLANNING EN CONTROL Artikel 43 Vertegenwoordiging Aan de directeur van de Dienst Stad wordt verleend de bevoegdheid tot het vertegenwoordigen van de gemeente voor de achtervang functie waarborgfonds woningbouwcorporaties sociale woningbouw.

Q VERVOLGBLAD 15 In de toelichting op Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt na de eerste zin een nieuw tekstgedeelte ingevoegd dat luidt als volgt: Artikel 1 Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het afsluiten van overeenkomsten ziet in dit artikel alleen op de ondertekening van de overeenkomsten. Het aangaan van overeenkomsten is gemandateerd via artikel 15, eerste lid van Hoofdstuk I Algemeen. De ondertekening van overeenkomsten is ook al geregeld in artikel 6, eerste lid van Hoofdstuk I Algemeen, maar binnen de Dienst Stad bestond behoefte aan een specifiek artikel voor de verschillende overeenkomsten die hier zijn genoemd. R In de toelichting op Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt na artikel 19 een nieuw tekstgedeelte toegevoegd dat luidt als volgt: Artikel 22 Het gaat hier om het formaliseren van de bestaande praktijk. De bevoegdheid ziet op het verrichten van (feitelijke/voorbereidings-) handelingen, zoals bijvoorbeeld: stukken ter inzage leggen (bv. art. 3.2 lid 5 Wet ro: het ter inzage leggen van de mededeling van termijnoverschrijding) of het voeren van overleg (bv. artikel 4.2 lid 2 Wet ro en artikel 3.1.1 en 5.1.1 Besluit ro), of het horen van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (art. 3.18 lid 7 Wet ro). De bevoegdheid ziet ook op procedurele besluiten, zoals bijvoorbeeld artikel 6.4 lid 2: het wijzen op de verschuldigdheid van recht het niet-ontvankelijk verklaren bij niet of niet-tijdige betaling. Inhoudelijke besluiten zijn niet gemandateerd. Bv. besluiten als er zienswijzen zijn ingediend. S In Hoofdstuk IV Dienst Stad wordt in de toelichting artikel 40 als volgt gewijzigd: a. in de eerste alinea wordt in de eerste regel de zinsnede Basisadministratie vervangen door Basisregistratie ; b. in de eerste alinea wordt in de zesde regel de zinsnede Vastgoedinformatie vervangen door Vastgoed en Geo-informatie (VGI) ; c. in de derde alinea wordt in de tweede regel de zinsnede Landelijke Voorziening vervangen door LV ; d. in de derde alinea wordt in de derde regel de zinsnede voorziening vervangen door LV ; e. in de vierde alinea wordt de zinsnede BAG-register vervangen door BAG brondocumentenregister ; f. onder de regel met de tekst lid 1 onder c wordt de zinsnede woonplaatbesluit vervangen door woonplaatsbesluit en wordt na de zinsnede (als uitvoeringsbesluit) de zinsnede - aanwijzingsbesluit stand- en ligplaatsen toegevoegd. ARTIKEL II Dit besluit wordt aangehaald als Tweede wijzigingsbesluit op het Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit 2009.

16

ARTIKEL III VERVOLGBLAD 17 Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2010. Hilversum, 17 augustus 2010 burgemeester en wethouders voornoemd, de secretaris, de burgemeester, I.C. de Vries E.C. Bakker