Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Kent u het bericht Amsterdam klaagt over geluidsoverlast Schiphol?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Intentieovereenkomst inzet middelen Plan van Aanpak Schiphol en Omgeving (PASO)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Planning wetsvoorstel Omgevingswet

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal

Rapport. Datum: 15 november 2005 Rapportnummer: 2005/349

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Nee

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsinformatiebrief Nr. :

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Heerhugowaard Stad van kansen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aan: College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Haarlemmermeer

Van Rey. hele wetsvoorbereiding en wetsbehandeling

Raadsbijlage Voorstel tot het bekrachtigen van het besluit inzake het instellen van beroep in cassatie (bestemmingsplan PIROC Strij psche Kampen)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ANONIEM BINDEND ADVIES

Eerste Kamer der Staten-Generaal

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beoordeling Bevindingen

gemeente Eindhoven Doelstelling Door de bestemmingsplanherziening wordt de legale en bestaande situatie planologisch juist opgenomen.

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Eerste Kamer der Staten-Generaal

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 21 964 Plan van Aanpak Schiphol en omgeving Nr. 20 VERSLAG VAN EEIM MONDELING OVERLEG Vastgesteld 2 mei 1994 De vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft op 14 december 1993 mondeling overleg gevoerd met de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beheer inzake zonering Schïphol (kamerstuk 21 964, nr. 18). Van het gevoerde overleg brengt de commissie als volgt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Castricum (PvdA), ondervoorzitter, Spieker (PvdA), Van Vlijmen (CDA), Blauw (VVD), Lankhorst (GroenLinks), Nijland (CDAI, Jorritsma-Lebbink (VVD), Tegelaar-Boonacker (CDA), Eisma (D66), J. T. van den Berg (SGP), Lilipaly (PvdAI, Wolffensperger (D66), Frissen (CDAI, Roosen-van Pelt (CDA), Esselink (CDA), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Feenstra (PvdA), Van der Vaart (PvdA), Van Gijzel (PvdA), A. de Jong (PvdA), De Graaf (CDA), Akkerman (PvdA), Remkes (VVD). Plv. leden: Van Gelder (PvdA), R. M. van Middelkoop (PvdA), Reitsma (CDA), Blaauw (VVD), Rosenmöller (GroenLinks), Hillen (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van der Ploeg Posthumus (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Schutte (GPV), Ruigrok-Verreijt (PvdA), Tommel (D66), M. D. Th. M. de Jong (CDA), Koetje (CDA), Mateman (CDA), Leers (CDA), Van Rijn-Vellekoop (PvdA), Swildens Rozendaal (PvdA), Leerling (RPF), Witteveen Hevinga (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Netelenbos (PvdA), Verbugt (VVD). De heer Frissen (CDA) wees erop dat er ondanks de daartoe bestaande verplichting in de Luchtvaartwet tot nu toe geen zonering voor Schiphol is vastgesteld in het kader van de geluidhinder. In het structuurschema Burgerluchtvaartterreinen is al een zone opgenomen, maar die is nooit vastgelegd omdat de gedachtenvorming over de toekomst van Schiphol een van het structuurschema afwijkende richting op ging. De toekomst van Schiphol is vervolgens in het Plan van aanpak Schiphol en omgeving (PASO) vastgelegd. De ministers geven nu de voorkeur aan het gelijktijdig vaststellen van twee zones, namelijk voor het bestaande banenstelsel plus aanpassingen en voor het toekomstige vijf-banenstelsel. Dat zou in 1995 moeten gebeuren. Dat is een krappe planning, gegeven de gecompli ceerdheid van het project en de lange duur van verschillende procedures (IMER, UMER, PKB). De gerechtelijke uitspraak in het geding van Aalsmeer tegen de staat noopt de regering uiterlijk in 1995 duidelijkheid te verschaffen over de zonering. Snelheid van bestuurlijk handelen is geboden om te voorkomen dat de rechter in de toekomst op de stoel van het bestuur gaat zitten, wat belangrijke negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de werkgelegenheid en de verdere mainportontwikkeling van Schiphol. Uit het oogpunt van het beschermen van belangen van burgers en gegeven de uitspraak van de rechter was de heer Frissen voorstander van een snelle aanpak die in ieder geval leidt tot zonering voor het huidige banenstelsel plus de aanpassingen. De ministers hebben zich tot een enorme inspanning verplicht in hun streven in zo'n korte tijd te voldoen aan de PASO-afspraak om een zone vast te leggen voor het huidige en het toekomstige banenstelsel. De heer Frissen ging ervan uit dat als dit niet lukt, wordt gekozen voor «first things first», zodat er niet na 1995 een situatie ontstaat die voor niemand meer aantrekkelijk is. «13504F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantiinstraat 's-gravenhage 1994

De heer Van Gijzel (PvdA) stelde voorop dat het thans gaat om de vraag hoe in de procedure aan een aantal uitgangspunten voor zonering tegemoet kan worden gekomen. Er moet zodanig worden gezoneerd dat uitvoering wordt gegeven aan een gerechtelijke uitspraak, dat de bestaande capaciteit van Schiphol kan worden geaccommodeerd en dat op geen enkele wijze vooruit wordt gelopen op de besluitvorming van het parlement over PKB-deel 3. Alternatief A voldoet niet aan de laatste voorwaarde. Het is niet aan de Kamer om aan te geven hoe het allemaal moet verlopen. In de te kiezen procedure dienen de genoemde uitgangspunten niet aangetast te worden. Alternatief B zou aan die uitgangspunten kunnen voldoen. Kan de Kaagbaan zonder problemen worden verlengd of is er ruimte om daarvoor nog een planologische procedure te volgen? De heer Van Gijzel vroeg of het tweezijdig aanvliegen van de Zwanenburgbaan inderdaad, zoals hij dacht, past binnen het SBL Tot slot stelde hij de vraag of de procedure die de regering gaat kiezen, voldoende recht doet aan de drie genoemde uitgangspunten. De heer Te Veldhuis (WD) ging ervan uit dat Schiphol mainport moet blijven en dat niet alleen de economische en sociale lusten van Schiphol gezamenlijk moeten worden gedeeld, maar ook de lasten. Daarvoor moeten via de zonering de nodige maatregelen worden genomen ten bate van met name adequate geluid en veiligheidsvoorzieningen. Het is gewenst daarover zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen aan de NV Luchthaven Schiphol (NVLS), de gemeenten, de bewoners en de provincie. In theorie zou de heer Te Veldhuis het liefst ckkoord gaan met conclusie 2, omdat daarin sprake is van beoordeling van de gehele planperiode en van een integrale benadering van de deelonderwerpen. Op dit moment is er sprake van een interimzonering. De rechter heeft bepaald dat ultimo 1995 een besluit moet worden genomen over ae Kaagbaan, de Zwanen burgbaan en dprgeiijke. De NVLS heeft te'zelfdertijd verzocht niet door te gaan met de oorspronkelijke zoneringsvoorstellen, omdat er ook op korte termijn een zonering nodig is. Waar niemand tot het onmogelijke is gehouden, meende de heer Te Veldhuis dan ook in deze omstandigheden akkoord te moeten gaan met conclusie 3 die een «geknipte» besluit vorming behelst met een procedure voor de korte en voor de langere termijn. Een extra reden daarvoor is dat nog niet te overzien is waartoe de nachtnormering en het risicobeleid van het kabinet zullen leiden. Het ruimtelijk beleid en het risicobeleid lijken elkaar in dezen te bijten. Aan de bron zullen niet veel maatregelen kunnen worden genomen, omdat de veiligheid van vliegtuigen een zaak is van internationale maatregelen. Wel kunnen maatregelen worden genomen in de zoneringssfeer. De heer Van den Berg (SGP) beaamde dat er sprake is van een moeilijk dilemma en waardeerde het dat de regering dit op deze wijze aan de Kamer heeft voorgelegd. Voor hem is randvoorwaarde dat de integrale besluitvorming over het PASO zo volledig mogelijk tot haar recht blijft komen. Hij wilde zich daarom slechts procedureel opstellen en niet vooruitlopen op de besluitvorming die nog over de zonering moet plaatsvinden. Dat betekende dat alternatief B hem het meest aansprak. Hij wilde evenwel de uiteindelijke beslissing aan de regering overlaten, waarbij hij wel als voorwaarde stelde dat zal worden voldaan aan de eisen van de rechter, dat zo min mogelijk afbreuk zal worden gedaan aan een geïntegreerde besluitvorming en dat de lopende zaken op Schiphol er niet door stagneren. Conclusie 3 komt hiermee het meest overeen. Tot slot vroeg de heer Van den Berg wat alternatief B in vergelijking met alternatief A betekent voor de mogelijkheden van woningbouw in de komende jaren.

De heer Tommel (D66) vond het onbevredigend dat in de staten van Noord-Holland een discussie kon worden gehouden over het MER-rapport, terwijl dit rapport de Kamer eerst vanmorgen heeft bereikt. De minister van Verkeer en Waterstaat stelde dat het rapport verleden week al is verzonden. De heer Tommel veronderstelde dat er nog gelegenheid zal zijn om inhoudelijk over de zonering te spreken. Hij had er begrip voor dat de regering opnieuw over de procedure wilde praten en alternatieven heeft aangedragen. Hij wenste integrale besluitvorming, dus handhaving van de PASO-afspraak om de zonering voor de huidige en de toekomstige situatie tegelijk te bepalen. Hij stemde dan ook in met alternatief A, waarbij zijns inziens de positie van het parlement niet wordt aangetast. Immers, blijkens bijlage 1 bij de brief kan het parlement alsnog belangrijke wijzigingen aanbrengen, al zal dat tot vertraging leiden, maar dat wilde hij voor lief nemen. Hij beaamde in reactie op een interruptie dat de gerechtelijke uitspraak daarbij een probleem oplevert, maar dat geldt zijns inziens ook voor het andere alternatief. Daarom zal er eventueel tussen tijds nauw overleg moeten plaatsvinden. De heer Tommel veronderstelde dat als de gerechtelijke termijn niet wordt gehaald, de rechter hier positiever tegenover zal staan wanneer er sprake is geweest van een geïntegreerde benadering, zoals bij alternatief A, dan wanneer alleen naar zonering voor het huidige banenstelsel is gekeken (alternatief B). Vervolgens stelde hij dat de regering binnenkort op basis van de IMER een model voor de toekomstige situatie gaat kiezen en haar keuze in een PKB aan de Kamer zal voorleggen, waarna deze bij de zonering kan kiezen tussen de alternatieven A en B. Het afzien van een geïntegreerde besluitvorming inzake de huidige en de toekomstige situatie is volstrekt in strijd met de afspraken in het PASO. Daarom was alternatief B voor de heertommel onacceptabel. De heer Lankhorst (GroenLinks) noemde het uit bestuurlijk oogpunt slecht dat het interimbeleid niet eerder is beëindigd en dat de rechter eraan te pas heeft moeten komen. De nu voorgelegde procedurele vragen hadden al eerder aan de Kamer kunnen worden gesteld. Gegeven haar rol in het geheel moet de Kamer haar neiging onderdrukken om net als bijvoorbeeld provinciale staten over zaken als deze te willen praten. Zij moet wachten tot haar de PKB wordt voorgelegd. Waar de Kamer het PASO slechts voor kennisgeving heeft aangenomen, heeft zij nog alle vrijheid in dezen. De heer Lankhorst was van mening dat in alternatief B de rol van het parlement het duidelijkst en indringendst is en dat het parlement daarin de meeste greep op de zaak houdt. Hij was overigens voor een zonering voor het huidige banenstelsel zonder verlenging van de Kaagbaan en zuidelijk gebruik van de Zwanen burgbaan. Daarna zou er moeten worden gesproken over wat het parlement verder wil. In een volgende fase zou vervolgens een nieuwe zonering moeten worden bepaald. Antwoord van de regering De minister van Verkeer en Waterstaat zou er ook de voorkeur aan hebben gegeven om de Kamer in het totale PKB-proces een zonering voor te leggen voor de huidige en de toekomstige situatie samen. Dat is eigenlijk ook nog steeds het streven, maar de oorspronkelijke PKB-planning heeft vertraging opgelopen als gevolg van het ernstige ongeluk in de Bijlmer. De resultaten van de extra veiligheidsonderzoeken die nadien zijn gehouden, worden verwerkt in de definitieve PKB. In dat extra jaar is een aantal technische details op andere vlakken uitgediept. De minister sprak de hoop uit dat de PKB voor de kerst zal kunnen worden

afgerond en aan de Kamer zal kunnen worden toegezonden. De PKB zal verheldering geven van het aan de orde zijnde stuk. Waar is gekozen voor een voorbereidingstraject via het PMMS-circuit, is het onvermijdelijk dat er hier en daar berichten in de media zijn gekomen over in dat circuit gevoerde discussies over de PKB-in-voorbereiding. Het heeft de ministers van VROM en V&W zelf moeite gekost om niet op allerlei details in te gaan zolang de Kamer nog niet over de stukken beschikte. De brief van Schiphol is aanleiding geweest om het traject nog eens precies te bekijken. Vastgesteld is dat er risico wordt gelopen en dat het verstandig is de zoneringsbesluiten over het vier en het vijf-banenstelsel gelijk op te laten lopen, zodat er op het moment dat het mis dreigt te gaan een splitsing kan worden aangebracht. Verloopt de procedure vlot, dan blijft de aanpak integraal. Dat integrale karakter is uit de PKB af te lezen. Komen ertoch moeilijkheden, dan zal een van beide besluiten eerder aan de Kamer moeten worden voorgelegd om te voorkomen dat de zaak vastloopt en Schiphol een deel van zijn capaciteit moet terugdringen. De minister stelde dat bij «geknipte» besluitvorming het eerste te nemen besluit betrekking heeft op twee onomstreden inyrepen, bedoeld om Aalsmeer te ontlasten. De verïenging van de Kaagbaan is vooral bedoeld om het zwaardere vliegverkeer daarop te laten landen, zodat het op lastige momenten niet meer over Aalsmeer behoeft te vliegen en het tweezijdig aanvliegen van de Zwanenburgbaan is bedoeld om ter ontlasting van de regio Aalsmeer met de minste geluidoverlast te kunnen laten aanvliegen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Aalsmeer op deze zonering heeft aangedrongen en die snel vastgelegd wil zien. Gegeven het bestaande probleem, dat kennelijk breed in de Kamer wordt gezien, en de mogelijkheid dattot «geknipte» besluitvorming moet worden besloten, heeft de regering besloten de Kamer daaroverzo vroeg mogelijk te informeren om te voorkomen dat zij op het laatste moment met die mogelijkheid zou moeten worden geconfronteerd. De minister sprak de hoop uit dat de rest van de procedure zo efficiënt verloopt dat deze splitsing in de besluitvorming helemaal niet nodig is. Tot slot dankte zij de Kamer voor de snelle behandeling van het stuk en voor het begrip voor de situatie. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer stelde in de eerste plaats dat de procedure voor de zonering van het huidige banenstelsel zonder aanpassing (S4S1) na ongeveer een jaar afgerond kan zijn. Al bestaat die indruk kennelijk niet in de Kamer, toch geldt voor de alternatieven A en B beide dat de procedure opnieuw moet worden gestart als de Kamer wijziging wil brengen in de uitwerking ervan. De Kamer heeft zich inderdaad niet gebonden aan het PASO, maar zij heeft er wel over gesproken. Wie kiest voor S4S2, het bestaande banenstelsel plus aanpassingen, kiest ervoor om vooruit te lopen op de PKB-procedure. Het zou niet consequent zijn om hier in het ene geval wel voor te kiezen en in het andere niet. Dat geldt zeker waar de aanwijzing, het moment waarop alle volgende juridische maatregelen kunnen worden genomen, inclusief onteigening, in beide modellen aan de orde is na afronding van de behandeling van de PKB in de Tweede en Eerste Kamer. Ook het tweezijdig aanvliegen van de Zwanenburgbaan betekent een wijziging van het SBL en wel van daarin vervatte indicatieve contouren. Deze wijziging wordt in de PKB meegenomen. De heer Van Gijzel stelde dat de door hem geciteerde zinnen uit bijlage 1 over de positie van het parlement de indruk wekken dat het parlement in het ene geval meer gebonden is dan in het andere geval. De minister wees op de tweede alinea over alternatief B, waarin staat dat de aanpassingen inzake Kaagbaan en Zwanenburgbaan niet in strijd mogen zijn met de PKB. S4S1 is de bestaande situatie en S4S2 is de

bestaande situatie plus aanpassingen. Die aanpassingen doorlopen dus ook de PKB-procedure. Gevraagd naar de gerechtelijke gevolgen op het moment dat de zonering niet tijdig kan worden vastgelegd, stelde de minister dat de rechter zijns inziens in overweging zal nemen of de regering alles heeft gedaan wat zij moest doen. Dat tijdige afronding niet mogelijk is, doordat het parlement uiteindelijk tot een andere keuze komt, zal de rechter ook in zijn overwegingen betrekken. Daarvoor zal hij waarschijnlijk begrip kunnen opbrengen. Als de regering niets had gedaan om tijdige zonering te bewerkstelligen, zou de rechter haar dat aanrekenen. De heer Van Gijzel vroeg wat de consequentie kan zijn, als de rechter zegt dat op basis van de bestaande situatie had kunnen worden gezoneerd. De minister van Verkeer en Waterstaat was van oordeel dat de regering tot nu toe volledig in lijn met de uitspraak van de rechter heeft gehandeld. Het overleg met de betrokken gemeente is gevoerd. De procedure voor de PKB is snel in werking gezet. Ook de rechter zal ongetwijfeld begrip hebben voor de vertraging ingevolge het Bijlmeron geval. Op het moment dat de regering ziet aankomen dat er een probleem kan ontstaan, zal zij de Kamer een voorstel voorleggen om aan de gerechte lijke uitspraakte kunnen voldoen. De minister was geneigd een eventuele gang van Aalsmeer naar de rechter met vertrouwen tegemoet te zien zolang de regering met de Kamer en de gemeenten zorgvuldig de daarvoor bestemde weg bewandelt en regering noch Kamer van onredelijkheid kan worden beticht. Aalsmeer heeft zelf het grootste belang bij uitwerking van S4S2. De regering levert een maximale procedurele inspanning om te proberen vroegtijdig te gaan in de richting van de door de hele PMMS nagestreefde betere situatie wat de geluidhinder van Schiphol betreft. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wees erop dat de rechter blijkens zijn uitspraak begrip had voor de stelling van de landsadvocaat dat zonering op basis van het huidige banenstelsel onredelijk was gelet op de planvorming en dat de regering de tijd moest krijgen om die voorgenomen plannen uit te voeren. De landsadvocaat stelde dat dit niet voor 1995 kon. De rechter heeft dus niet gekozen voor de opdracht om binnen een jaar (de daarvoor gestelde tijd) de zonering voor S4S1 vast te leggen. De voorzitter van de vaste commissie, Biesheuvel De griffier van de vaste commissie, Coenen