Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA MIDDELHARNIS *Z03EB5947C3* Registratienummer : Z -13-03431 / 4167 Agendanummer : Portefeuillehouder : Wethouder De Jong Raadsvergadering : 12 februari 2015 Behandelaar : Désirée Megens Bijlage(n) : 1 Onderwerp : Verordening tegenprestatie Goeree- Overflakkee Datum : 20 januari 2015 Geachte raad, Beslispunten Aan u wordt voorgesteld de Verordening tegenprestatie Goeree-Overflakkee met ingang van 1 maart 2015 vast te stellen. Inleiding Per 1 januari 2015 wordt de tegenprestatie als verplichting verbonden aan het hebben van een uitkering op basis van de Participatiewet. Gemeenten zijn vanaf deze datum verplicht de tegenprestatie op te leggen en te handhaven. Doelstelling De uitkering op basis van de Participatiewet, Ioaw en Ioaz biedt ondersteuning bekostigd uit de algemene middelen die worden opgebracht door de samenleving. De tegenprestatie dient om te zorgen dat bijstandsontvangers die een beroep doen op de solidariteit van de samenleving hiervoor iets terug doen en daarmee invulling geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid. Voor wat hoort wat is hiermee het nieuwe credo van de bijstand. Argumenten Het is aan de gemeenteraad te bepalen welke omvang, duur en inhoud de tegenprestatie heeft en aan welke doelgroepen de tegenprestatie wordt opgelegd. Het college heeft als taak het opleggen, uitvoeren en handhaven van de tegenprestatie. Dit betekent onder meer het informeren, keuze maken voor een doelgroep, toezicht houden op uitvoering en op veiligheid, zorgen voor afdoende verzekering en het controleren of de tegenprestatie wordt ingevuld. Kanttekeningen De tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat er geen vacature mag openstaan voor dezelfde of vergelijkbare activiteiten en/of beloning mag plaatsvinden van een ander die dezelfde werkzaamheden verricht of waarvoor korter dan een jaar geleden betaald werd. SZW, VNG en Divosa adviseren in de verordening het voorkomen van verdringing op te nemen als criterium bij de beoordeling of een activiteit als tegenprestatie kan worden gezien. Burgemeester en wethouders kunnen hiermee bij de afweging of een activiteit als tegenprestatie mag worden beschouwd, arbeidsverdringing zoveel mogelijk voorkomen. Er kunnen echter geen garanties worden gegeven dat het in de praktijk helemaal niet zal voorkomen. Het college toetst op een aantal criteria, maar zal niet altijd volledig op de hoogte kunnen zijn van de bedrijfsvoering en Koningin Julianaweg 45, 3241 XB Middelharnis, Postbus 1, 3240 AA Middelharnis T. 14 0187, info@goeree-overflakkee.nl, IBAN NL08BNGH028.51.57.221, KvK 56710240, BTW NL 823658727B01
bezuinigingsmaatregelen in organisaties. Hierdoor is het college deels afhankelijk van de integriteit van werkgevers en organisaties. Financiële consequenties Voor de uitvoering van de tegenprestatie worden door de wetgever geen financiële middelen beschikbaar gesteld. Aangezien de tegenprestatie geen re-integratie instrument is, kunnen de kosten niet betaald worden uit het participatiebudget. Daarom is het uitgangspunt om het proces zo eenvoudig mogelijk in te richten voor de uitkeringsgerechtigde, de re-integratieconsulent en de organisatie waar de activiteiten plaatsvinden. Aan de uitvoering van de tegenprestatie zijn in elk geval de volgende kosten verbonden: Verzekering De uitkeringsgerechtigde moet tijdens het verrichten van de werkzaamheden verzekerd zijn. Het gaat daarbij om het afdekken van de risico's van arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid. Dit voorkomt dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld als het werk leidt tot arbeidsongeschiktheid van de bijstandsgerechtigde of tot schade bij derden. De VNG ontwikkeld op dit moment een participatiepolis. Verklaring omtrent het Gedrag Maatschappelijke organisaties kunnen aan een vrijwilliger die voor hen komt werken een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen. De VOG kan ook worden gevraagd bij het verrichten van de tegenprestatie. De kosten voor de VOG bedragen 30,05 per verklaring. Deze kosten komen voor rekening van de gemeente. Begeleiding bij de organisaties De begeleidingskosten van de gemeente zullen zo laag mogelijk gehouden moeten worden. De begeleiding wordt zoveel mogelijk aan de maatschappelijke organisaties gevraagd. Als gevolg van de bezuinigingen op de subsidies en de decentralisatie Awbz/Wmo zijn de financiële mogelijkheden van de maatschappelijke organisaties hiertoe echter beperkt. De organisaties kunnen hierdoor zeer beperkt begeleiding bieden. Kader De vastgestelde Nota Tegenprestatie naar Vermogen ligt ter grondslag van deze verordening. Planning Intern: Na vaststelling van voornoemde nota s en verordeningen vind publicatie plaats en zullen deze per 1 maart 2015 in werking treden. Extern: Burgemeester en wethouders dragen zorg ervoor dat de (potentiële) doelgroep, betrokken organisaties en gemeentelijke afdelingen worden geïnformeerd. Bijlage Intern - Nota tegenprestatie naar vermogen (vastgesteld op 30 oktober 2014) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee, secretaris, wnd. burgemeester drs. B. Marinussen drs. J.P.J. Lokker Pagina 2 van 8
Raadsvergadering : 12 februari 2015 Registratienummer : Z -13-03431 / 4167 Besluitnummer : Onderwerp : Verordening tegenprestatie Goeree-Overflakkee De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015; gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; b e s l u i t: besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening tegenprestatie Goeree-Overflakkee Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: - IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze Werknemers; - IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; - mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtsreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep; - tegenprestatie: de tegenprestatie zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet; - vrijwilligerswerk: het onverplicht en onbetaald, maar niet vrijblijvend, verrichten van werkzaamheden zowel informeel en ongeorganiseerd als in georganiseerd verband ten behoeve van (groepen uit) de samenleving. Artikel 2. De duur en omvang van de tegenprestatie De tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van 520 uur per jaar. Artikel 3. Opleggen tegenprestatie Geen tegenprestatie wordt opgelegd aan: a. inwoners die enkel bijzondere bijstand ontvangen; b. alleenstaande ouders die op grond van artikel 9a Participatiewet op eigen verzoek een ontheffing van de arbeidsverplichting hebben, omdat zij de volledige zorg hebben voor een kind tot vijf jaar; Pagina 3 van 8
c. uitkeringsgerechtigden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn en op grond daarvan volledig zijn vrijgesteld van de arbeids- en re-integratieverplichting. d. de uitkeringsgerechtigde die parttime werk verricht voor minimaal 20 uur per week, dan wel het naar vermogen maximaal haalbare aantal uren; e. de uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een re-integratietraject, waarmee op de korte of lange termijn wordt toegewerkt naar het kunnen gaan verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid; f. de uitkeringsgerechtigde die vrijwilligerswerk voor minimaal 16 uur per week verricht; g. de uitkeringsgerechtigde die mantelzorg voor minimaal 16 uur per week verricht; h. als er sprake is van multi-problematiek, dan wordt alleen een tegenprestatie opgelegd wanneer dit het plan van aanpak zoals opgesteld door de generalist, niet doorkruist. Artikel 4. De inhoud van de tegenprestatie Op grond van artikel 9 van de Participatiewet, artikel 37 IOAW en artikel 37 IOAZ is: 1. de belanghebbende verplicht naar vermogen door burgemeester en wethouders opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. 2. De op te leggen tegenprestatie moet aan de volgende eisen voldoen: a. de werkzaamheden betreffen onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten; b. de gemeente verstrekt geen vergoeding voor de werkzaamheden; c. de werkzaamheden vormen geen belemmering voor het accepteren van regulier werk; d. de werkzaamheden zijn beperkt in omvang en duur, zij het dat zij groter in omvang en langer in duur mogen zijn voor belanghebbenden die zijn vrijgesteld van de arbeidsplicht. Dit kan een maximum aantal uren per week zijn, maar een maximum aantal uren voor het totaal van de tegenprestatie is ook mogelijk. De omvang van de tegenprestatie kan dus variëren van een eenmalige activiteit van enkele dagen tot een substantieel aantal uren per maand. De duur van de tegenprestatie bedraagt maximaal twaalf maanden met een maximum van 520 uur per jaar. De tegenprestatie moet in principe elk jaar worden geleverd; e. de werkzaamheden moeten in de betreffende organisatie worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid. De werkzaamheden mogen niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt; f. de werkzaamheden zijn naar hun aard niet direct gericht op toeleiding naar de arbeidsmarkt en zijn niet bedoeld als re-integratie-instrument. Artikel 5. Regelingen 1. Burgemeester en wethouders stellen regelingen vast met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. 2. De regelingen, zoals bedoeld in het eerste lid, geven in ieder geval aan wanneer sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt. Artikel 6. Hardheidsclausule Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid. Pagina 4 van 8
Artikel 7. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2015. Artikel 8. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Goeree-Overflakkee. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee op 12 februari 2015. griffier, voorzitter, drs. J. Mimpen drs. J.P.J. Lokker Publicatiedatum: Inwerkingtreding: Pagina 5 van 8
Algemene toelichting Verordening tegenprestatie gemeente Goeree-Overflakkee In artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet en in artikel 37 IOAW en artikel 37 IOAZ is vastgelegd dat degenen die een uitkering ontvangen op grond van deze wetten verplichtzijn om een maatschappelijk nuttige tegenprestatie te verrichten. Deze activiteiten vinden plaats naast of in aanvulling op reguliere arbeid. Daarnaast mogen deze activiteiten niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Vanaf de datum van melding is iedere belanghebbende in de leeftijd van 18 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd verplicht deze tegenprestatie naar vermogen te verrichten. De plicht tot het leveren van een tegenprestatie staat los van de re-integratieplicht. Het is niet bedoeld als re-integratie-instrument. Daarbij is de tegenprestatie beperkt in omvang en duur. De Raad hecht er waarde aan dat burgers duurzaam deelnemen aan de maatschappij. Daarom is in deze verordening de keuze gemaakt dat in eerste instantie wordt ingezet op het verrichten van (vrijwilligers)werk. Als men niet vrijwillig vrijwilligerswerk wil doen, wordt een tegenprestatie opgelegd. Vast te leggen regels in verordening In artikel 8a, eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet is de verordeningsplicht neergelegd. Hierin worden regels opgenomen met betrekking tot de duur, omvang en inhoud van de tegenprestatie naar vermogen. Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld. Artikel 1. Begrippen Voor de definitie van mantelzorg is aangesloten bij artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De andere begrippen behoeven geen bespreking. Artikel 2. De duur en omvang van de tegenprestatie In dit artikel is bepaald dat de tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van 520 uur per jaar. Daarmee is voldaan aan de vereiste dat de tegenprestatie beperkt is in duur en omvang. Artikel 3. Het opleggen van de tegenprestatie Op grond van de wet kan geen tegenprestatie opgelegd worden in de volgende situaties. - Als belanghebbende volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 4 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Dat is geregeld in artikel 9, vijfde lid Participatiewet. - Als belanghebbende alleenstaande ouder is en een ontheffing heeft als bedoeld in artikel 9a Participatiewet, artikel 38, eerste lid IOAW, artikel 38, eerste lid IOAW. Dat is geregeld in artikel 9, zevende lid Participatiewet, artikel 37a, vierde lid IOAW, artikel 37a, vierde lid IOAZ. - Als er daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, dan kunnen Burgemeester en wethouders in individuele gevallen tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om een tegenprestatie te verrichten. - Zorgtaken kunnen als dringende redenen worden aangemerkt. Dat is geregeld in artikel 9, tweede lid Participatiewet. Pagina 6 van 8
- Als betrokkene mantelzorg verricht dan wordt geen tegenprestatie opgelegd. Zie Tweede Kamer 2013-2014, 33 801, nr. 4, blz. 16 en Tweede Kamer, 2013 2014, 33 801, nr. 24, blz. 6. Daarnaast wordt rekening gehouden met de omstandigheden van belanghebbende. Daartoe wordt in ieder geval gerekend: a. Het verrichten van vrijwilligerswerk en mantelzorg. b. Het verrichten van arbeid in loondienst. c. Het volgen van een zorg- of re-integratietraject. d. De duur van de werkloosheid. Als sprake is van de situaties hierboven genoemd onder onderdelen a, b en c, dan wordt in beginsel geen tegenprestatie opgelegd. Personen met een werkloosheidsduur voor een periode van minder dan een jaar krijgen in beginsel geen tegenprestatie opgelegd. De primaire focus van deze groep is re-integratie. Daarbij komt dat de tegenprestatie als nevendoel heeft dat langdurig werklozen worden geactiveerd. Op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2010:BL1093) is individualisering noodzakelijk om te voorkomen dat sprake is van verplichte arbeid. De Rechtbank Breda heeft ook een uitspraak gedaan over het onderscheid met verplichte arbeid in de lijn van deze uitspraak (ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5171). De volgende criteria uit deze uitspraken zijn hier van belang: de aard, de plaats, de duur en de werktijden van de in het kader van de aangeboden voorziening te verrichten werkzaamheden in relatie tot de mogelijkheden, de werkervaring, de opleiding en de gezinssituatie van de belanghebbende; de duur van de werkloosheid van de belanghebbende; de zwaarte van de sanctie bij niet meewerken aan de aangeboden voorziening. Artikel 4. De inhoud van de tegenprestatie Het primaire doel van de tegenprestatie is het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. Het is nadrukkelijk niet bedoeld als re-integratie instrument. Dat heeft tot gevolg dat de tegenprestatie niet in de weg mag staan aan acceptatie van betaald werk of re-integratie. Daarnaast moet het gaan om onbeloonde additionele activiteiten die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Burgemeester en wethouders kunnen dit nader uitwerken in regelingen. Artikel 5 Regelingen Burgemeester en wethouders kan hetgeen in deze verordening is bepaald nader uitwerken. De regelingen hebben in ieder geval betrekking op het voorkomen van verdringing op de arbeidsmarkt. Artikel 6 Hardheidsclausule Behoeft geen toelichting. Pagina 7 van 8
Artikel 7. Inwerkingtreding Behoeft geen toelichting. Artikel 8. Citeertitel Behoeft geen toelichting. Pagina 8 van 8