gehandicapten gemeente Beemster



Vergelijkbare documenten
Verordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht

Verordening voorzieningen gehandicapten

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28;

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Verordening voorzieningen gehandicapten 2005

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

WVG verordening Lelystad 2005

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Uitbetaling financiële tegemoetkoming Woon- of verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening worden verstrekt

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Tweede besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2012

VERORDENING voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Raadsbesluit. Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94. De raad van de gemeente Steenwijkerland;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Pijnacker-Nootdorp - Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening. Raad. 21 september Status. Besluitvormend. Punt no.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen... 5

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leeuwarden 2013

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Behoort bij agendapunt 7 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 29 november 2011

Besluit wet Maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard versie

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN 2006

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal Vastgesteld bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leeuwarden 2014

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Wmo-verordening Vlagtwedde 2011, tweede concept 10 november 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) verordening. Raad. 7 september Status. Besluitvormend. Punt no.

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING OPSTERLAND 2013

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

Stuknummer: bl

RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENGELO

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Achtkarspelen 2015

Gemeente Schinnen Besluit Maatschappelijke Ondersteuning 2012 Behorende bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2012 Gemeente Schinnen

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Transcriptie:

Rijn Middelburgstraat 1, * 1462 NV Middenbeemster * tel. 0299-68 21 21 Verordening Voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 1

INHOUDSOPGAVE VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN AFDELING I ALGEMEEN HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen 1 Artikel 1.1 Begripsbepalingen...1 Artikel 1.2 Beperkingen...2 HOOFDSTUK 2 WOONVOORZIENINGEN 3 Paragraaf 1 Algemene omschrijving...3 Artikel 2.1 Type woonvoorzieningen...3 Paragraaf 2 Het recht op een woonvoorziening...3 Artikel 2.2 Het primaat van de verhuizing...3 Artikel 2.3 Woon- en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt... 4 Artikel 2.4 Vaststelling en uitbetaling financiële tegemoetkoming...4 Paragraaf 3 Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen...4 Artikel 2.5 Hoofdverblijf...4 Artikel 2.6 Aanvang van de werkzaamheden en inzicht in de woning...4 Artikel 2.7 Gereedmelding...4 Artikel 2.8 Vaststellen van de financiële tegemoetkoming...5 Artikel 2.9 Duidelijkheid over financiering van het niet-gesubsidieerde deel van de kosten...5 Artikel 2.10 Het recht en de frequentie van de woningaanpassing...5 Paragraaf 4 Beperking in de verlening van woonvoorzieningen... 6 Artikel 2.11 Het verwerven van de grond... 6 Artikel 2.12 Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten... 6 Paragraaf 5 Verhuis- en (her)inrichtingskosten... 6 Artikel 2.13 Verhuis- en (her)inrichtingskosten, de voorwaarden... 6 Paragraaf 6 Facultatieve woonvoorzieningen... 6 Artikel 2.14 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie... 6 Artikel 2.15 Kosten in verband met tijdelijke dubbele woonlasten... 7 Artikel 2.16 Kosten in verband met huurderving... 7 Paragraaf 7 Meerwaarde woning... 7 Artikel 2.17 Restitutie meerwaarde bij verkoop... 7 HOOFDSTUK 3 VERVOERSVOORZIENINGEN 9 Artikel 3.1 Algemene omschrijving... 9 Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening... 9 Artikel 3.3 Bruikleen, eigendom of financiële tegemoetkoming.10 HOOFDSTUK 4 ROLSTOELEN 11 Artikel 4.1 Algemene omschrijving... 11 Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel... 11 Artikel 4.3 Bruikleen, eigendom of financiële tegemoetkoming... 11 Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 2

HOOFDSTUK 5 FINANCIELE TEGEMOETKOMINGEN 12 Artikel 5.1 Hoogte financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen... 12 Artikel 5.2 Inkomensgrens vervoerskostenvergoedingen en het verstrekken van een bruikleenauto/gesloten buitenwagen.. 12 Artikel 5.3 Gemaximeerde financiële tegemoetkomingen vervoersvoorzieningen...12 AFDELING II PROCEDURES HOOFDSTUK 6 HET VERKRIJGEN VAN EEN VOORZIENING Artikel 6.1 Aanvraagprocedure... 13 Artikel 6.2 Gronden voor weigering... 13 Artikel 6.3 Bijzondere bepalingen betreffende financiële tegemoetkomingen... 13 HOOFDSTUK 7 VERPLICHTINGEN EN BEVOEGDHEDEN VAN RECHTHEBBENDE EN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies... 14 Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie... 14 Artikel 7.3 Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening... 14 Afdeling III SLOT HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen, hardheidsclausule... 15 Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de Verordening niet voorziet... 15 Artikel 8.3 Indexering 15 Artikel 8.4 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling Verordening... 15 Artikel 8.5 Overgangsbepalingen... 15 Artikel 8.6 Citeertitel, inwerkingtreding... 15 Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 3

VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN GEMEENTE BEEMSTER Afdeling I HOOFDSTUK 1 Algemeen ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze Verordening wordt verstaan onder: a. gehandicapte: de persoon als bedoeld in artikel 1 onder a van de wet b. inkomen: 1. het bruto-inkomen van de gehandicapte, indien de gehandicapte 18 jaar of ouder is en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten; 2. het gezamenlijk bruto-inkomen van de ouders of pleegouders van de gehandicapte, indien de gehandicapte jonger is dan 18 jaar en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten; 3. het gezamenlijk bruto-inkomen van de gehandicapte en zijn echtgenoot, indien de gehandicapte een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 7 van de Wet voorzieningen gehandicapten, verminderd met de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremies, met uitzondering van de procentuele premie voor de verplichte ziekenfondsverzekering. c. norminkomen: het netto-inkomen op het voor de gehandicapte relevante niveau volgens de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen Wvg van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. d. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. e. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of gemeenten kunnen worden aangesloten. f. woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen. g. ligplaats: een door de gemeente aangewezen ligplaats welke door een woonschip wordt ingenomen. h. hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de gehandicapte in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven, dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de gehandicapte met een postadres is ingeschreven. i. gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicapte vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken. j. AWBZ-instelling: een instelling die ingevolge artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is toegelaten. k. woningaanpassing: ingreep van bouwkundige- of woontechnische aard die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische belemmeringen die een gehandicapte ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte. l. wet: de Wet voorzieningen gehandicapten. m. forfaitaire vergoeding: een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van een inkomensgrens. n. gemaximeerde vergoeding: een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van een inkomensgrens. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 4

o. financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening. De tegemoetkoming kan bestaan uit een forfaitaire of een gemaximeerde vergoeding of uit een al dan niet percentagegewijze vergoeding van de kosten van een voorziening, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens. p. voorzieningen in natura: een voorziening die in eigendom of in bruikleen wordt verstrekt. q. normbedrag: een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding. Artikel 1.2 Beperkingen 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. deze in overwegende mate op het individu is gericht; b. deze langdurig noodzakelijk is om diens belemmeringen op het gebied van het wonen of het zich binnen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen; c. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan worden aangemerkt. 2. In afwijking op hetgeen in het eerste lid onder a is gesteld, kan een voorziening worden verstrekt in de vorm van het gebruik van een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a. 3. Geen voorziening wordt toegekend: a. indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is; b. voor zover op grond van enige andere wettelijke regeling aanspraak gemaakt kan worden op de voorziening. c. voor zover de ondervonden ergonomische belemmeringen in de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen of uit de bouwkundige staat van de woning. d. voor het verwijderen van voorzieningen van bouwkundige- of woontechnische aard. 4. Indien een voorziening mede inhoudt een algemeen gebruikelijke voorziening wordt voor het gedeelte dat als algemeen gebruikelijk wordt aangemerkt een eigen inbreng geheven, alvorens de voorziening wordt verstrekt. Indien deze voorziening in bruikleen is verstrekt en deze bij beëindiging blijkt te zijn verstrekt voor een kortere periode dan de gemiddelde afschrijvingsduur van een dergelijke voorziening (6 jaar), wordt de eigen inbreng naar tijdsgelang gerestitueerd. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 5

HOOFDSTUK 2 Paragraaf 1 WOONVOORZIENINGEN Algemene omschrijving Artikel 2.1 Type woonvoorzieningen 1. De door burgemeester en wethouders te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit een financiële tegemoetkoming in de kosten van: a. verhuizing en inrichting; b. woningaanpassing, voor zover dit de volgende kosten betreft: 1. de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening. 2. de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991. Ad 1. en 2. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt. 3. het werkelijk overeengekomen en betaalde architectenhonorarium. 4. het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is. 5. de leges voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening. 6. de verschuldigde en niet-verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting. 7. renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen. 8. de prijs van bouwrijpe grond indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel 2.11. 9. de meerkosten, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet waren te voorzien, tot een maximum van 2 % van de aanneemsom. 10. de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing. 11. de kosten van de heraansluiting op de openbare nutsvoorziening. 12. de kosten die de verhuurder in de rol van opdrachtgever maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte bedragen voor zover de kosten onder 1 tot en met 11 meer zijn dan 1500,00, 2 % van die kosten, met een maximum van 340,34. 13. de kosten van een onderzoek naar de bodemgesteldheid, indien dit onderzoek noodzakelijk is; c. woonvoorzieningen van niet-bouwkundige of woontechnische aard; d. onderhoud, keuring en reparatie; e. tijdelijke dubbele woonlasten; f. huurderving. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid onder c genoemde voorzieningen ook in natura verstrekken, in bruikleen of in eigendom. 3. Burgemeester en wethouders kunnen in het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten voor bepaalde kosten, genoemd in lid 1. maximale bedragen of rekenregels vaststellen. Paragraaf 2 Artikel 2.2 Het recht op een woonvoorziening Het primaat van de verhuizing 1. Een gehandicapte kan voor een voorziening als bij artikel 2.1 lid 1 aanhef en onder a genoemd in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare belemmeringen het normale gebruik van de woning beperken of verminderen. 2. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening als bij artikel 2.1 onder 1 sub b genoemd in aanmerking worden gebracht indien verhuizen naar een geschikte woning niet te realiseren is of niet de goedkoopste adequate oplossing is. Artikel 2.3 Woon- en verblijfsruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, verzorgingshuizen, vakantiewoningen, tweede woningen, kamerverhuur en AWBZ-instellingen. Tevens zijn de bepalingen van hoofdstuk 2 niet van toepassing op specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 6

Artikel 2.4 Vaststelling en uitbetaling financiële tegemoetkoming 1. De tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 2.1 lid 1 onder b, d en f, wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte. 2. De tegemoetkoming in de kosten genoemd in artikel 2.1 lid 1 onder a, c en e, wordt uitbetaald aan de geïndiceerde voor de voorziening of aan de leverancier van de voorzieningen. Paragraaf 3 Artikel 2.5 Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen Hoofdverblijf 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de gemaakte kosten, indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen. 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een financiële tegemoetkoming worden verleend in de kosten van het aanpassen van één woonruimte indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling. 3. De aanvraag wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat. 4. De financiële tegemoetkoming bedoeld in het tweede lid wordt verleend onder de voorwaarde, dat de gemeente waar de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft, verklaart dat haar niet bekend is dat ten behoeve van de gehandicapte reeds eerder een woning bezoekbaar is gemaakt. 5. De financiële tegemoetkoming betreft slechts een tegemoetkoming in de kosten van het bezoekbaar maken van de in het tweede lid bedoelde woonruimte. 6. Onder het in het vijfde lid genoemde bezoekbaar maken van de woonruimte wordt verstaan, dat de gehandicapte de woonruimte, de woonkamer en één toilet kan bereiken. Artikel 2.6 Aanvang van de werkzaamheden en inzicht in de woning Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, indien: a. niet reeds een begin met de werkzaamheden waarop de financiële tegemoetkoming betrekking heeft is gemaakt zonder hun toestemming; b. de door hen aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing wordt verricht; c. aan de onder b genoemde personen inzicht wordt geboden in bescheiden en tekeningen, welke betrekking hebben op de woningaanpassing; d. de onder b genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing. Artikel 2.7 Gereedmelding 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen 15 maanden na het verlenen van de financiële tegemoetkoming, verklaart diegene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. 2. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming. 3. De gereedmelding bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend. 4. Diegene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald, dient gedurende een periode van 5 jaar alle rekeningen en betalingswijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden. Artikel 2.8 Vaststellen van de financiële tegemoetkoming 1. Indien burgemeester en wethouders instemmen met de aanvraag tot vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming, stellen zij de financiële tegemoetkoming vast. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is gelijk aan de subsidiabele kosten van de voorziening. 2. Burgemeester en wethouders doen degene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald hiervan mededeling in de vorm van een beschikking, onder vermelding van de wijze van uitbetaling van de financiële tegemoetkoming. Artikel 2.9 Duidelijkheid over financiering van het niet-gesubsidieerde deel van de kosten 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b en d, indien in de financiering van het niet door subsidie gedekte deel van de voorziening is voorzien. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 7

2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten aan woonwagens indien: - de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal vijf jaar is; - de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt; - de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij de gemeente op de standplaats stond; en - de hoofdbewoner van de woonwagen in het bezit is van een woonvergunning als bedoeld in de Woningwet. 3. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip indien: - de technische levensduur van het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag nog minimaal vijf jaar is; - het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag nog minimaal vijf jaar op de ligplaats mag blijven liggen. 4. Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van de indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedraagt de maximale tegemoetkoming in de aanpassingskosten 1.000,00. Artikel 2.10 Het recht en de frequentie van de woningaanpassing 1. De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1. aanhef onder b, d en e wordt geweigerd, indien: a. de noodzaak tot het treffen van deze woonvoorziening gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van ergonomische belemmeringen in het normale gebruik van de woning geen aanleiding bestond, of b. de gehandicapte niet verhuist of is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen meest geschikte woning, tenzij van te voren schriftelijk toestemming is verleend door burgemeester en wethouders. 2. Lid 1 sub a is niet van toepassing, indien: a. een gehandicapte langer dan 7 jaar woont in een woning die bij of krachtens de Wvg of de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten (RGSHG) is aangepast; b. de verhuizing plaatsvindt als gevolg van het aanvaarden van een werkkring in een andere gemeente; c. de verhuizing plaatsvindt als gevolg van naar het oordeel van burgemeester en wethouders zwaarwegende sociale omstandigheden. Paragraaf 4 Beperking in de verlening van woonvoorzieningen Artikel 2.11 Het verwerven van grond Voor zover het treffen van voorzieningen, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b, betreft het uitbreiden van bestaande woningen dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeldt in het verstrekkingenboek. Artikel 2.12 Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte, indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft. Paragraaf 5 Verhuis- en (her)inrichtingskosten Artikel 2.13 Verhuis- en (her)inrichtingskosten, de voorwaarden 1. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a verstrekken aan: a. de gehandicapte; b. een persoon die op verzoek van de gemeente ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte heeft ontruimd. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 8

2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onder a, indien in de te verlaten woning belemmeringen in het normaal gebruik van de woning worden ondervonden, tenzij het een verhuizing naar een ADL-woning betreft, én: a. de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat burgemeester en wethouders op de aanvraag hebben beschikt, tenzij zij daar schriftelijk toestemming voor hebben verleend; b. de verhuizing naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor een persoon als de aanvrager niet in de lijn der levensverwachting ligt en als algemeen gebruikelijk moet worden aangemerkt; c. de gehandicapte verhuist vanuit en naar een woonruimte die bestemd en geschikt is om het hele jaar door bewoond te worden; d. de gehandicapte niet verhuist naar een AWBZ-instelling of een verzorgingshuis; 3. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onder b, indien het een woonruimte betreft, waaraan met toepassing van deze Verordening, dan wel de Beschikking Geldelijke Steun Gehandicapten of de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten een aanpassing is verricht waarvan de aanvaarde kosten ten minste 6.806,70 hebben bedragen. 4. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd op het moment dat feitelijk tot de verhuizing is overgegaan. De toekenning is maximaal twee jaar geldig. Paragraaf 6 Facultatieve woonvoorzieningen Artikel 2.14 Kosten in verband met onderhoud, keuring en reparatie 1. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder d, indien: a. de woonvoorziening in het kader van deze Verordening dan wel de Beschikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten of de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten is verleend; b. de woonvoorziening voorkomt in hoofdstuk 2 van het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten; c. de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf bewoont. 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en keuring zal het bedrag zoals genoemd in hoofdstuk 2 van het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten niet te boven gaan. Artikel 2.15 Kosten in verband met tijdelijke dubbele woonlasten 1.a. Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke dubbele woonlasten verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van: 1. zijn huidige woonruimte; 2. de door de gehandicapte nog te betrekken woonruimte; b. De financiële tegemoetkoming als bedoeld onder a sub 1 en 2 wordt verleend uitsluitend voor de periode, dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. 2. Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke dubbele woonlasten als de gehandicapte redelijkerwijs niet kan voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten heeft. 3. Burgemeester en wethouders verlenen maximaal zes maanden een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid. 4. Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke dubbele woonlasten als bedoeld in het eerste lid, indien deze kosten gemaakt worden in verband met het: a. tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte, b. tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte of c. langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. 5. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is gebaseerd op de kale huur en servicekosten, doch zal niet meer bedragen dan de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van een bedrag gelijk aan de huurprijsgrens ingevolge de Individuele huursubsidiewet of het normbedrag dat geldt bij flankerend beleidopname, ter tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in het vierde lid onder b. Artikel 2.16 Kosten in verband met huurderving 1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan 6.806,70 is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 9

met derving van huurinkomsten van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in het eerste lid is de kale huur van de woonruimte met een maximum van een bedrag gelijk aan de huurprijsgrens ingevolge de Individuele huursubsidiewet. Paragraaf 7 Meerwaarde woning Artikel 2.17 Restitutie meerwaarde bij verkoop 1. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten voor het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort. Voor de toepassing van deze Verordening staat de meerwaarde gelijk aan 80 % van de verleende subsidie. 2. In afwijking van het in lid 1 gestelde, behoeft de meerwaarde niet te worden teruggestort indien de verleende subsidie niet meer dan 6.806,70 heeft bedragen. 3. De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt: voor het eerste jaar 100 % van de meerwaarde, voor het tweede jaar 80 % van de meerwaarde, voor het derde jaar 60 % van de meerwaarde, voor het vierde jaar 40 % van de meerwaarde en voor het vijfde jaar 20 % van de meerwaarde, in alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen. 4. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het in lid 3 gestelde, indien de eigenaar-bewoner aantoont dat de meerwaarde niet kon worden gehaald bij de verkoop van de woning. 5. Voorafgaande aan de toepassing van het vierde lid kunnen burgemeester en wethouders advies vragen. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 10

HOOFDSTUK 3 Artikel 3.1 VERVOERSVOORZIENINGEN Algemene omschrijving De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit: a. gebruik van een collectief systeem van aanvullend vervoer (Wvg-vervoer) tegen een klanttarief; b. een voorziening in natura in de vorm van: 1. een al dan niet aangepaste bruikleenauto; 2. een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen; 3. een open elektrische buitenwagen en/of aanpassingen daarop; 4. een ander verplaatsingsmiddel. c. een tegemoetkoming in de kosten van: 1. aanpassing van een eigen auto; 2. gebruik van een bruikleenauto; 3. gebruik van een eigen auto 4. gebruik van een (rolstoel)taxi; 5. aanschaf of gebruik van een ander verplaatsingsmiddel. 6. gebruik van individuele ritten binnen het Wvg-vervoer (Wvg-plusritten) binnen de regio Zaanstreek-Waterland. Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening 1. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 3.1 onder a vermeld in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek: a. het gebruik van het openbaar vervoer of b. het bereiken van dit openbaar vervoer onmogelijk maken. 3. Een gehandicapte kan voor een begeleidersindicatie ten behoeve van een vervoersvoorziening als in artikel 3.1. onder a vermeld in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het zelfstandig gebruik van het Wvg-vervoer niet mogelijk maken. 4. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 3.1 onder c sub 6 vermeld in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek een collectieve Wvg-rit van het Wvgvervoer als bedoeld in artikel 3.1. onder a onmogelijk maken. De financiële tegemoetkoming wordt uitbetaald op declaratiebasis en de hoogte van de tegemoetkoming per zone wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld in het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten 2003. 5. Een gehandicapte kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 3.1. onder b en c in aanmerking worden gebracht wanneer deze, als gevolg van aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek, geen gebruik kan maken van de voorzieningen genoemd in artikel 3.1. onder a. 6. In afwijking van het gestelde in lid 4 geldt voor de bij artikel 3.1 onder b sub 3 en 4 en onder c sub 5 genoemde voorzieningen dat zij ook in aanvulling op het gebruik van een vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a en onder c sub 6 verstrekt kunnen worden, indien deze laatste voorzieningen niet toereikend zijn voor vervoer op de korte afstand. 7. Voor zover de behoeften van partners niet samenvallen, wordt niet meer dan anderhalf maal een enkele voorziening toegekend indien deze voorziening verstrekt wordt middels een financiële tegemoetkoming. 8. a. In aanvulling op het Wvg-vervoer kan op declaratiebasis ook een bijdrage in de kosten van de ritten met het Wvg-vervoer buiten de regio Zaanstreek-Waterland worden verstrekt, voor zover deze ritten vallen onder de zorgplicht van de gemeente; b. De bijdrage per zone buiten de regio wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld in het Besluit financiële tegemoetkomingen, waarbij het gaat om het commerciële tarief van een Wvg- ritzone (geen Wvgplusrit) verminderd met het bedrag van de Wvg-ritzone binnen de regio; c. Deze financiële tegemoetkoming is een gemaximeerde vergoeding; d. De hoogte van de gemaximeerde vergoeding wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld in het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten. Artikel 3.3. Bruikleen, eigendom of financiële tegemoetkoming Een voorziening als bedoeld in artikel 3.1. onder b sub 4 wordt in principe in natura in bruikleen verstrekt met uitzondering van een aangepaste fiets ten behoeve van gehandicapten van 18 jaar en ouder. Deze laatstgenoemde voorziening wordt in natura in eigendom verstrekt tenzij door de individuele situatie van de aanvrager verstrekking in bruikleen een geschiktere oplossing geacht wordt. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 11

Voor een voorziening als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 5 wordt een financiële vergoeding verstrekt. Na indiening van het betalingsbewijs, gebaseerd op een vooraf goedgekeurde offerte, wordt (indien relevant na aftrek van de eigen inbreng) tot uitbetaling overgegaan. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 12

HOOFDSTUK 4 ROLSTOELEN Artikel 4.1 Algemene omschrijving De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit: a. een rolstoel voor verplaatsing binnen, dan wel voor verplaatsing binnen en buiten de woonruimte, dan wel een aanpassing daaraan; b. een sportrolstoel; c. onderhoud, gebruik en reparatie; d. noodzakelijke accessoires. Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel 1. Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek in belangrijke mate zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en andere hulpmiddelen een onvoldoende oplossing bieden. 2. In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid kan een gehandicapte in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van een sportrolstoel worden gebracht, indien hij zonder sportrolstoel niet in staat is tot sportbeoefening en verklaart aan sportbeoefening te doen. Artikel 4.3 Bruikleen, eigendom of financiële tegemoetkoming 1. Een rolstoel wordt in principe als voorziening in natura in bruikleen verstrekt. 2. In tegenstelling tot het gestelde in het eerste lid wordt een sportrolstoel verstrekt in de vorm van een gemaximeerde vergoeding waarmee voor een periode van drie jaar een rolstoel aangeschaft en onderhouden kan worden. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 13

HOOFDSTUK 5 EIGEN BIJDRAGEN, FINANCIELE TEGEMOETKOMINGEN, GEMAXIMEERDE EN FORFAITAIRE VERGOEDINGEN, ALSMEDE KLANTTARIEVEN Artikel 5.1 Hoogte financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen 1. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van financiële tegemoetkomingen voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen - alsmede de klanttarieven behorend bij het Wvg-vervoer - en rolstoelen vast in het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten. 2. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de eigen bijdragen voor voorzieningen in natura vast in het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten. 3. Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van de eigen inbreng (besparingsbedrag) als bedoeld in artikel 1.2 onder 4 in het Besluit financiële tegemoetkoming vaststellen. Artikel 5.2 Inkomensgrens vervoerskostenvergoedingen en het verstrekken van een bruikleenauto/gesloten buitenwagen 1. Indien het inkomen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder b hoger is dan 1,5 x het norminkomen als bedoeld in artikel 1.1 onder c, wordt geen financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 2, 3 en 4 verstrekt. 2. Indien het inkomen zoals bedoeld in artikel 1.1. onder b hoger is dan 1,5x het norminkomen, wordt geen vervoersvoorziening in natura verstrekt als bedoeld in artikel 3.1. onder b sub 1 en 2. Artikel 5.3 Gemaximeerde financiële tegemoetkomingen vervoersvoorzieningen 1. De financiële tegemoetkomingen als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 2 t/m 4 zijn gemaximeerde vergoedingen die op declaratiebasis verstrekt worden. 2. De financiële tegemoetkoming voor autoaanpassing als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 1 is een gemaximeerde vergoeding indien de voorziening verstrekt wordt in plaats van het gebruik van een collectief vervoersysteem van aanvullend vervoer (Wvg-vervoer) tegen klanttarief. a. De vergoeding wordt niet vaker dan eens per 5 jaar verstrekt en dient tevens als bijdrage voor het onderhoud en reparatie van de voorziening. b. In aanvulling op deze voorziening kan geen financiële tegemoetkoming in de kosten van gebruik eigen auto of (rolstoe)taxi als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 3 en 4 worden verstrekt. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 14

Afdeling II Procedures HOOFDSTUK 6 HET VERKRIJGEN VAN EEN VOORZIENING Artikel 6.1 Aanvraagprocedure Een aanvraag voor een voorziening dient schriftelijk te worden gedaan op een door het RIO Waterland beschikbaar gesteld formulier. Artikel 6.2 Gronden voor weigering Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren: a. voor zover de aanvraag een financiële tegemoetkoming betreft in kosten die de aanvrager voor de aanvraagdatum heeft gemaakt; b. indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze Verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen. Artikel 6.3 Bijzondere bepalingen betreffende financiële tegemoetkomingen 1. Indien een financiële tegemoetkoming wordt verleend, wordt in de beschikking vermeld op welke kosten de tegemoetkoming betrekking heeft. 2. Indien een periodieke tegemoetkoming wordt verleend, wordt in de beschikking tevens vermeld: de geldingsduur, de uitkeringsmaatstaf, alsmede de voorschriften waaraan de rechthebbende dient te voldoen alvorens tot vaststelling en uitbetaling van de tegemoetkoming kan worden overgegaan. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 15

HOOFDSTUK 7 VERPLICHTINGEN EN BEVOEGDHEDEN VAN RECHTHEBBENDE EN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend, op te roepen in persoon te verschijnen op een nader te bepalen plaats en tijdstip en deze persoon te doen ondervragen of onderzoeken. 2. Burgemeester en wethouders hebben de uitvoering hiervan opgedragen aan het RIO Waterland 3.a De indicatieadviseur van het RIO Waterland dient te beschikken over kennis op de volgende gebieden: a. medische kennis b. sociale kennis c. ergonomische kennis d. technische kennis. 3.b De medische rapportages worden opgesteld door een arts. 4. De gehandicapte is verplicht aan het RIO Waterland die gegevens te (doen) verschaffen: a. die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag b. die noodzakelijk zijn bij de financiële afwikkeling van een voorziening. Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie Degene aan wie krachtens deze Verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. Artikel 7.3 Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening 1. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit, genomen op grond van deze Verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien: a. niet is voldaan aan de voorschriften gesteld bij of krachtens deze Verordening; b. op grond van gegevens besloten is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere besluit zou zijn genomen. c. op grond van gegevens is besloten welke zodanig zijn gewijzigd dat inmiddels niet meer wordt voldaan aan de voorschriften gesteld bij de krachtens de wet of deze Verordening; d. aan de gehandicapte onder voorwaarde(n) een tegemoetkoming of vergoeding in het vooruitzicht is gesteld en deze niet binnen 6 maanden na de toekenning heeft voldaan aan de voorwaarden daarbij, tenzij er krachtens deze verordening of in het besluit een andere termijn gesteld is; e. aan de gehandicapte onder voorwaarde(n) een voorziening is verstrekt en binnen een afgesproken termijn niet aan deze voorwaarde(en) voldaan wordt. 2. Een besluit tot vaststelling van een financiële tegemoetkoming, dan wel een gemaximeerde vergoeding, kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de tegemoetkoming of vergoeding binnen zes maanden na de uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor deze was verleend/vastgesteld. 3. Een financiële tegemoetkoming dan wel een gemaximeerde vergoeding zal worden teruggevorderd indien blijkt dat de tegemoetkoming of vergoeding ten onrechte werd betaald; 4. Een besluit tot verlening van een voorziening in natura welke in bruikleen is verstrekt, kan worden ingetrokken indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders door verregaande veronachtzaamheid, verwaarlozing of opzet van de gehandicapte, de voorziening beschadigd is, zoek raakt of anderszins niet meer gebruikt kan worden voor het doel waarvoor deze werd verstrekt. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 16

Afdeling III Slot HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen, hardheidsclausule 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de gehandicapte of de woningeigenaar afwijken van de bepalingen in deze Verordening, indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. Indien een bouwkundige woningaanpassing het bedrag van 45.378,02 te boven gaat, het orgaan bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de noodzaak van deze aanpassing heeft vastgesteld en weigering van deze voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders ondanks het gestelde in artikel 1 lid 1 onder k besluiten tot verstrekking van deze voorziening. Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de Verordening niet voorziet 1. Het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten maakt onderdeel uit van deze Verordening en heeft dezelfde rechtskracht. 2. In gevallen, de uitvoering van deze Verordening betreffende, waarin deze Verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders. Artikel 8.3 Indexering Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de in het kader van deze Verordening geldende bedragen en de bedragen vermeld in het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek en de landelijke Wvg-normen. Artikel 8.4 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling Verordening Het door de gemeente gevoerde beleid wordt periodiek geëvalueerd op doeltreffendheid en de effecten van de Verordening in de praktijk. Indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft, wordt de Verordening aangepast. Artikel 8.5 Overgangsbepalingen 1. Bewoners van AWBZ-instellingen aan wie voor 1 juli 2003 een periodieke tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3.1. sub c onder 1, 3 of 4 van de Verordening voorzieningen gehandicapten Beemster 1999 is toegekend ontvangen over de tweede helft van het jaar 2003 bij wijze van overgang nog één maal een gedeelte van de gemaximeerde vergoeding. 2. De hoogte van de automatische betaling bedoeld onder 1 stellen burgemeester en wethouders vast in het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten 2003. Artikel 8.6 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003. 2. Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2003. 3. Op het in het tweede lid genoemde tijdstip wordt ingetrokken de Verordening voorzieningen gehandicapten Beemster 1999. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 17

BESLUIT FINANCIËLE TEGEMOETKOMING EN EIGEN BIJDRAGEN VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I ALGEMENE INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Begripsbepaling 1 - Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten 1 - Verordening 1 - Forfaitaire vergoeding 1 - Gemaximeerde vergoeding 1 - Eigen bijdrage 1 - Eigen betaling 1 - Kernassortiment 1 HOOFDSTUK 2 WOONVOORZIENINGEN 2 2.1 Maximale financiële tegemoetkoming van de kosten van onderhoud en keuring van woonvoorzieningen 2 2.2 Hoogte financiële tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen 3 HOOFDSTUK 3 VERVOERSVOORZIENINGEN 4 3.1 Collectief systeem van aanvullend vervoer 4 3.2 Gemaximeerde vervoerskostenvergoedingen 4 3.3 Besparingsbedrag 4 3.4 Tegemoetkoming of vergoeding van aanpassing aan de eigen auto 5 HOOFDSTUK 4 ROLSTOELEN 5 4.1 Hoogte financiële tegemoetkoming sportrolstoel 5 HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN 5 5.1 Indexering 5 5.2 Overgangsbepallingen 5 5.3 Citeertitel; inwerkingtreding 5 Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 18

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING 1.1 INLEIDING Burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster; gelet op artikel 5 lid 2 t/m 4 en artikel 6 van de Wet voorzieningen gehandicapten en de hierbij behorende nadere regelen en artikel 5.1 van de Verordening voorzieningen gehandicapten Beemster 2003, besluit vast te stellen het volgende: 1.2 BEGRIPSBEPALING Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten De financiële paragraaf die behoort bij de verordening voorzieningen gehandicapten. Verordening De verordening voorzieningen gehandicapten. Dit is een gemeentelijke verordening die op basis van de wet voorzieningen gehandicapten tot stand is gekomen en die de zorgplicht van de gemeente regelt aangaande voorzieningen voor rolstoelen, vervoer en wonen. Forfaitaire vergoeding Een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens. Gemaximeerde vergoeding Een gemaximeerde vergoeding is een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van een inkomensgrens. Eigen bijdrage Een eigen bijdrage is een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura betaald moet worden en op welk bedrag de bepalingen van de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen Wvg van toepassing zijn. Eigen betaling Onder eigen betaling wordt verstaan het ten eigen laste van de gehandicapte blijvende deel van de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend. Kernassortiment Bij de verstrekking van een voorziening wordt uitgegaan van dit assortiment. Dit kernassortiment weerspiegelt een actuele selectie van de meest goedkope adequate producten, welke op dit moment aangeboden worden op de Nederlandse markt en welke in beginsel binnen normtijden leverbaar zijn. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 19

HOOFDSTUK 2 WOONVOORZIENINGEN 2.1. Maximale financiële tegemoetkoming van de kosten van onderhoud en keuring van woonvoorzieningen 1. Alleen de werkelijk gemaakte kosten van de hieronder genoemde onderdelen komen tot de hieronder vastgestelde maximumbedragen voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking. a. Stoelliften b. Rolstoel- of plateauliften c. Woonhuisliften d. Hefplateauliften e. Balansliften f. Plafondliften g. Mechanische inrichting voor het verstellen van keukenblok of wastafel h. Open- en sluitingsmechanisme voor deuren i. Toiletten voorzien van onderspoel- en föhn inrichting 2. De maximale vergoeding voor onderhoud en keuringen bedraagt (excl. BTW): Keuring Startkeuring Kosten Periodiek Kosten Stoellift Ja 269,55 1 x per 4 jaar 196,03 Rolstoellift Ja 269,55 1 x per 4 jaar 196,03 Woonhuislift * 1 x per 1,5 jaar 239,60 Hefplateaulift * 1 x per 1,5 jaar 243,23 Balanslift * 1 x per 1,5 jaar 69,88 f. t/m i. * 1 x per 2 jaar Kostprijs * de prijs van de startkeuring is bij de nieuwprijs inbegrepen ** balansliften worden niet meer gemaakt en er is derhalve geen startkeuring 3. Onderhoudskosten woonvoorzieningen Onderhoud Frequentie Kosten onderhoud Stoellift Rolstoellift Woonhuislift Hefplateaulift Balanslift Plafondlift 1 x per jaar 1 x per jaar 2 x per jaar 2 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 135,23 135,23 196,03 135,23 135,23 kostprijs Er is een maximale toeslag van 50% op bovenvermelde bedragen als: de installatie buiten de woning is geplaatst, er meer dan 1 verdieping wordt overbrugd en als er elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk wegklapbare raildelen. Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Beemster 2003 20