De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 4 augustus 2015 Beste natuurliefhebber/- ster, Verstandige mensen bleven afgelopen dinsdag thuis, anderen (waaronder ik) hoopten dat het toch nog mee zou vallen met de regen. Die hoop werd echter de zee in gespoeld. Met enkele koppen koffie doodde ik de tijd tot het moment dat het verantwoord was om met de camera de tuinen in te gaan. Gelukkig was ik niet de enige onverstandige en dat veraangenaamde de tijd van het wachten. Zoals ik al had verwacht viel er niet veel te beleven op de tuinen en ik keerde dan ook iets eerder huiswaarts dan gewoonlijk. Vorige week maakte ik de linker foto van de op de bolderik lijkende bloem. Ik noemde het een X- bloem. Omdat de bloem op basis van die ene foto niet kon worden gedetermineerd, maakte ik nu nog een paar foto s. Ik mailde de foto s naar De Bolster Biologische zaden en kreeg het volgende antwoord: De onderkant van de bloem lijkt heel erg op de bolderik met niet uitgegroeide sprieten. De vorm van de bloem, steel en bladeren lijken er ook op, misschien een mutant. Voor ons blijft het ook een X- bloem. We hebben deze nog nooit eerder gezien in een bolderik- veld. De bloem komt in een paar kleurvariaties voor op de tuin van De Wiershoeck. Vrouwtje gewone schorpioenvlieg. De schorpioenvlieg is een vreemd ogende vlieg met een lange snuit, lange zwarte voelsprieten en geel zwart gekleurd lichaam. Het mannetje van de schorpioenvlieg ziet er gevaarlijk uit met een angel die zo van een schorpioen kan zijn. Maar ondanks het uiterlijk zal hij je geen kwaad doen. Want de angel is geen steekwapen maar een instrument dat nodig is tijdens de paring. Dit is meteen ook het enige verschil tussen het mannetje en vrouwtje. Het vrouwtje heeft namelijk een recht achterlijf. De schorpioenvlieg wordt zo'n 25 mm lang. De schorpioenvlieg is een vlieg die in redelijke aantallen te vinden is in Nederland. Vanaf maart t/m september zijn ze actief. Vaak zitten ze op bladeren van bomen en struiken. Ondanks de gevaarlijke uitstraling voedt de schorpioenvlieg zich voornamelijk met dode insecten en honingdauw. Wereldwijd zijn er zo n 680 soorten beschreven, verdeeld over negen families. De lichaamslengte varieert van 0,9 tot 2,5 cm. De vleugels zijn vaak gevlekt. In Europa kennen we ongeveer 30 soorten, in de Benelux tellen we er acht en in Nederland zijn er zes gevestigde soorten.
Aan deze bloem is duidelijk te zien dat het heeft geregend. De volwassen smalle randwants is 12 tot 15 millimeter lang, gespikkeld en roodbruin van kleur. Hij komt in Nederland algemeen voor, vooral op struiken die bessen dragen. Ik zie ze regelmatig op de rimpelroos. Ze zuigen met name op rijpe vruchten. De volwassen wantsen vliegen zeer actief bij hoge temperaturen. Dat was afgelopen dinsdag niet het geval. Ook deze wants was behoorlijk nat en ondanks een voorzichtige vliegpoging bleef hij toch maar op het blad zitten. Bij (half) geopende vleugels is de kleur van het achterlichaam te zien. Ik fotografeerde twee libellen, ongetwijfeld zijn het beide heidelibellen. Maar gaat het in dit geval om de bruinrode heidelibel of de steenrode heidelibel? Dit zijn twee algemene soorten, de bruinrode komt in het noorden iets minder voor dan de steenrode. Helaas lijken ze sterk op elkaar en kan het op naam brengen een hele klus zijn. Op de site http://www.at- a- lanta.nl/weia/libellenstrivulg.html wordt geopperd de steenrode heidelibel in het vervolg snorheidelibel te noemen. Tussen de grote ogen loopt een zwart horizontaal streepje, met niet of wel een zwart streepje eraan vast dat langs de oogrand naar beneden loopt: de 'hangsnor', meestal kortweg 'snor' genoemd. De steenrode heidelibel heeft wel die snor en de bruinrode heidelibel niet. Maar of dat altijd een duidelijk onderscheid is? Ik heb zo mijn twijfels.
Ik denk dat dit een vrouwtje steenrode heidelibel is. Het is zeker een vrouwtje, dat kan je zien aan de in zijaanzicht haaks van het achterlijf afstaande legschede. Bij het vrouwtje van de steenrode heidelibel is de legschede duidelijker zichtbaar dan bij het vrouwtje van de bruinrode heidelibel. De bruinrode heidelibel heeft meestal geen rood op de rug, bij de steenrode is de roodkleuring vrij gewoon. Bij deze libel is boven op de rug een beetje rood te zien. En zo te zien heeft ze een hangsnor.
Deze libel heeft duidelijk geen rood op de rug. Wel heeft hij/zij bruine pterostigma s, maar daar staat bij de beschrijving van deze libellen niets over vermeld. Dat zal dus geen kenmerk zijn. Heeft deze libel nu wel of geen hangsnor? Ik denk het wel, dus zou het ook een steenrode heidelibel kunnen zijn. Ik vind dat deze libel opvallend blauwe ogen heeft. Dat is niet gebruikelijk, maar komt wel voor bij de bruinrode heidelibel. Ik herhaal het nog maar een keer: Determineren is een hele kunst, het is een kunst waarin ik niet bedreven ben.
Je zou haast denken dat het hart van de zonnebloem door een graficus is ontworpen. Het bloemhoofd kan een diameter hebben tot wel 30 cm. Zonnebloemen worden gewoonlijk 1,5 tot 3,5 meter hoog. Er zijn zelfs uitzonderlijke gevallen bekend waarbij de zonnebloem een hoogte van 5 meter wist te bereiken. Ook kan een plant meerdere bloemhoofden voortbrengen. Onvolwassen planten waarvan de bloemknop nog niet geopend is, vertonen heliotropisme: overdag draait de bloemknop op zonnige dagen mee met de zon. 's Nachts keert de bloemknop terug naar de oostelijke stand. Deze dagelijkse beweging wordt bewerkstelligd door ongelijke groei/celstrekking van de bloeistengel. Een zonnebloem heeft namelijk geen pulvini (bladkussentjes)! Tegen de tijd dat de bloem zich opent, verstijft de bloeistengel in de oostelijke stand. Daardoor wijzen bloeiende zonnebloemen de hele dag naar het oosten; hun heliotropisme is dan voorbij. De zonnebloem bloeit van juli tot oktober. Groetjes, Luit