Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer 1 september 2013 Ds. E. Geijlvoet Schriftlezingen: Deuteronomium 24:17-22, Lucas 14: 1-15 Aansteken kaars en moment van inkeer In het licht van deze kaars, herkennen we Jezus Christus, Licht der wereld, kind van God, zoon van mensen In zijn licht zien we Gods licht We zingen lied 280 vers 1 t/m 4 Onze hulp We zijn samengekomen in de Naam van de Heer, die Hemel en Aarde gemaakt heeft, Die trouw houdt tot in Eeuwigheid en niet loslaat het werk dat hij ook met ons is aangevangen. Genade zij ons en Vrede, Van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, Amen. We zingen lied 280 vers 5 t/m 7 Gebed Gebed om eenheid uit de joodse eredienst. Bron van al het geschapene, met ontzag staan we hier voor U, dromend van harmonie met elkaar. Kinderen zijn we van vele tradities, erfgenamen van gedeelde wijsheid en ook van tragische misverstanden, van trotse hoop en van kleine successen. Maar ook allemaal kinderen van U. Het is hoog tijd om elkaar ook weer zo te gaan zien, moed te putten uit de herinnering en vertrouwen te hebben op U. Laat ons toch voelen wat we delen met elkaar, en zien waarin we verschillen. En laat ons in de verschillen met elkaar de eenheid zien die U bent ons aller God. Uit de joodse eredienst. Bundel: Geef ons heden ons dagelijks brood, blz. 72-73. We zingen: 981 Schriftlezing: Deuteronomium 24:17-22 17 U moet de rechten van vreemdelingen en wezen eerbiedigen; van weduwen mag u het overkleed niet in pand nemen. 18 Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u heeft bevrijd. Daarom gebied ik u zo te handelen. 19 Wanneer u bij de graanoogst op de akker een schoof vergeet, mag u niet teruggaan om die op te halen. Laat hem achter voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. De HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt. 20 En wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 21 En wanneer u bij de
wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. 22 Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte. Daarom gebied ik u zo te handelen. We zingen lied 113 Schriftlezing: Lucas 14: 1-15 Een feestmaal op sabbat 1 Toen hij op sabbat naar het huis van een vooraanstaande farizeeër ging, waar hij voor een maaltijd was uitgenodigd, hielden ze hem in het oog. 2 Er was daar iemand met waterzucht. 3 Jezus vroeg aan de wetgeleerden en de farizeeën: Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet? 4 Maar ze zwegen. Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. 5 En tegen de farizeeën en wetgeleerden zei hij: Als uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook al is het sabbat? 6 En daarop hadden ze geen antwoord. 7 Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: 8 Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, 9 en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: Sta uw plaats aan hem af. Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. 10 Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: Kom toch dichterbij! Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aan tafel aanligt. 11 Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden. 12 Hij zei ook tegen degene die hem had uitgenodigd: Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen. 13 Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. 14 Dan zult u gelukkig zijn, zij kunnen voor u dan wel niets terugdoen, maar u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen. 15 Toen een van de anderen die aan tafel aanlagen dit hoorde, zei hij tegen hem: Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God! We zingen: lied 991 Overdenking Natuurlijk vragen we ons deze week in een kort of lang moment af, of we nu een voorstander of tegenstander zouden willen zijn van de Bom van Obama. Voor mij persoonlijk is deze vraag misschien indringender dan voor mensen die minder persoonlijk betrokken zijn bij deze vraag. Maar veel mensen vroegen het zich toch af, samen met mij. Of vroegen het aan mij. Ik vind het een lastige vraag. Immers, ieder mens heeft van nature een stukje primaire reactie in zich dat teruggaat op onze instincten van overleven en zelfverdediging. Het zou, denk ik, niet gezond zijn als we als mens dit stuk oerkracht en oer instinct niet hadden behouden. De vraag wat je zou doen als je direct wordt aangevallen door iemand op straat is niet legitiem. De eerste reactie bestaat uit de reactie van de natuur. Vluchten of vechten... in het Engels Flee of Fight. Hoe geoefend we dan ook mogen zijn in geweldloosheid of pascifisme, deze reactie zit in ieder van ons. Of we rennen of we meppen, toch? Het kost ouders dan soms ook aardig wat aandachtig opvoeden om deze pure reacties te kanaliseren. Je hebt timide kinderen, zoals mijn dochter, die verbaast stond te knipperen als een kindje haar sloeg. Dan heb je mijn zoon, die spontaan een klap geeft aan een kind dat hem treitert. En zo zijn we, generaliserend, als doopsgezinden, getraind en bijgeschaafd door generaties van vredesopvoeding. We kunnen niet voor een bom zijn van Obama. Het gaat in tegen alles wat we hebben meegekregen. En hoewel mijn eerste reactie soms een reactie is van primair instinct, gooien met dat ding, komt er meteen de correctie van mijn diep gewortelde pascifisme.
Afgelopen donderdag middag kwam de vredesgroep bij elkaar. Die van wereldwerk, van de broederschap. Een bron van wijsheid, alsof de dorpsoudsten aan de muur van de stad bij elkaar zitten en open staan voor de vragen van hun gemeenschap. We spraken over de Bom van Obama. Over het leed van de bevolking van Syrië. Over de ongekend grote hoeveelheid verwoesting en vluchtelingen. Over de ontoereikende opvang van vluchtelingen waarvan slechts een fractie opvang kan krijgen. Over de grenzen van Europa. De conclusie van een lang gesprek was: simpel ergens tegen zijn, helpt niet echt. Je zult ergens vóór moeten zijn. Want stilzwegend toekijken is net zo iets als medeverantwoordelijk zijn aan het leed. We besloten dat in plaats van medeverantwoordelijk aan het leed, dat we medeverantwoordelijk zijn voor degenen die lijden. Dat geld in dit ene geval, maar natuurlijk ook in het groot. En dat sluit aan bij de teksten van vandaag De tekst van Deuteronomium. Over de zorg voor: De wees, de weduwe, de vreemdeling. De mensen geknecht in slavernij van armoede en van onrecht. Denk aan het mooie verhaal van Ruth die gaat aren lezen bij Boaz. Boaz, zijn naam betekend: In Hem is Kracht Een steun en toeverlaat voor Ruth en voor de mensen waar hij zich verantwoordelijk voor weet als grote boer met veel landerijen. De gemeenschap steunt op deze man. En met recht steunen ze op Boaz, omdat hij op God bouwt. Deze kracht hebben we ook nodig als we werken aan gerechtigheid en vrede in het Groot of in het Klein. Omdat mensen op ons moeten kunnen bouwen. Zoals de oude doopsgezinde traditie van mijn Ja is Ja. Dat het nodig is dat we mensen zijn die ons deel van de oogst willen delen met mensen die het minder hebben getroffen. De aren die zijn blijven liggen, eigenlijk maar kruimels van de rijkdom. En dat is dan nog wel het minste wat we kunnen doen Verder pratend in de vredesgroep hadden we het al over de wederopbouw van een land na oorlog. Over ons land, dat ook na een oorlog opnieuw werd opgebouwd. Onze democratie, onze verzorgingsstaat. Of een land als Syrië of welk land dan ook, Nederland als voorbeeld zou mogen nemen. Dat leek me op zich niet een slecht idee. Immers, we hebben het hier toch goed! En de mensen in de vredesgroep stelden mij de vraag: Waar denk je dat ons sociale stelsel en onze rijkdom mee betaald wordt? In de wereld zijn we immers te vergelijken met de gast op de bruiloft die zichzelf aan het hoofd van de tafel zet? Zetten we onszelf als Westers land, niet vaak aan het hoofd van de tafel van de wereld? Stel je voor dat ieder land zich zou inrichten zoals we dat doen dan is de wereld te klein voor alle behoeften van alle mensen. Dan mag je hopen dat we ons zelf een plekje lager op de ladder willen zetten. En anderen voor durven laten gaan. Vroeger had je zo n potje voor gast aan tafel als kind deed je daar iedere keer een dubbeltje in als je ging eten. Mensen mee laten eten van de kruimels van onze welvaart. Nu beseffen we steeds meer dat het gaat om een geheel andere inzet. Een verandering van perspectief. Maar daarin zijn we niet goed. Vaak laten we ons liever daarin adviseren door onze instincten van lijfsbehoud en angst. De maatschappij van vandaag kent veel angst. We zelf kennen veel angsten. Ook de angst dat we een stap terug mogen doen en onszelf op het tweede plan mogen stellen, is niet gemakkelijk. Toch, opmerkelijk was deze week, de herdenking van de March van Dominee Maarten Luther Kind. En daarin de toespraak van Obama. De man van de Bom. Die in zijn land van uit zijn politiek van de democratische partij, pleit voor gezondheidszorg, voor sociaal vangnet, voor kansen voor de kinderen uit kansarme buurten zodat de school niet een pijplijn is die regelrecht voort naar de gevangenis een heel hard beeld dat hij gebruikt. Eigenlijk ook een pleidooi voor een eerlijk aanzitten aan de tafel van overvloed. Zo leidde een gesprek over de Bom van Obama ons terug naar de gelijkenis van de maaltijd van God. Ach ja, en dan de vraag over de genezing op Sabbat. Dat de mens in nood, komt, voor de regels van de Wet. Vanuit de wereldraad van kerken, en de positie van kerken ten aanzien van inzet van militaire macht.
In de herfst in de vergadering van de wereldraad in Busan, gaat het over gerechtigheid en vrede. Ons doopsgezinde antwoord van geweldloosheid, geeft ons een grote verantwoordelijkheid aangaande onze inzet voor gerechtigheid en vrede. Immers, ook dan geldt: de bescherming van de mens in nood, komt voor de regels van de Wet. Onze Bergrede wet van geweldloosheid, vraagt ook steeds om herijking. Want deze mensen in nood vragen ons heus wel over onze positie in de wereld: Waarom zitten jullie daar zo comfortabel aan het hoofd van de tafel? Een vraag die we elk naar eigen geweten en zuiverheid van rederneren mogen beantwoorden. Misschien toch maar een stoeltje afzakken? Om de wereldwede gemeenschap voor te laten gaan. Pianospel Open ruimte Aansteken vredeskaars Vanuit de vredesgroep wordt gezocht naar een spiritualiteit die ons kan helpen om uiting te geven aan ons gevoel van machteloosheid over de situatie in de wereld. Stilstaan bij vrede, betekent soms ook, toegeven dat we de vrede niet kunnen afdwingen. Het is een proces van zachte krachten die doorwerken in de wereld. Maar nooit een proces van angst en boosheid. De vredesgroep van doopsgezind wereldwerk roept de doopsgezinde gemeenten op om stil te staan bij het geweld in Syrië. En een antwoord van vrede en gerechtigheid dat we mogen bieden aan de vluchtelingen voor geweld en oorlog: een opvang die rechtdoet aan hun menszijn. Opdat mensen lichamelijk in leven blijven, maar ook spiritueel in leven blijven. Daarom willen we het werk voor en in Syrië, van onze zuster organisatie de MCC, de Mennonite Central Commitee, nog een keer onder de aandacht brengen. De MCC werkt vanuit een Bijbels perspectief van geweldloosheid, gerechtigheid en vrede. Werken aan vrede is een zachte kracht, maar het belang daarvan is niet te onderschatten. Vanuit onze machteloosheid, staan we stil bij onze opdracht om Gods vrede gestalte te geven. Mogen we wegen van vrede vinden, voor ons om samen te gaan. Voorbede stil gebed - Onze Vader Nu we als gemeente samenkomen, willen we samen bidden, Ons bewust worden van de verantwoordelijkheid die we samen mogen dragen, voor de wereld en mensen dichtbij en veraf. Onze ontoereikendheid om het kwaad af te wenden geeft ons vaak een gevoel van machteloosheid. Maar laten we niet vervallen in onze instincten van lijfsbehoud, van agressie, van woede, van Angst. Maar mogen we in de ruimte, God, die u aan mensen geeft om te kiezen welke weg je wilt gaan, ontdekken dat we zoveel andere mogelijkheden in onszelf dragen, als antwoord. Een antwoord op oorlog, mag zijn, het steunen van de slachtoffers. Het antwoord op geweld mag zijn, boosheid en verdriet, en dan een stap van ontwapening. Ontwapenende vrede, mededogen en liefde. Zoals Boaz in U kracht vond om te doen wat recht is, mogen we ook in u deze kracht vinden. Zoals u in ons hart tot ons spreekt, woorden van wijsheid. Zoals u door de mond van anderen tot ons spreekt, woorden van vrede. Mogen we onze angst overwinnen, die ons ingeeft vast te houden aan onze bevoorrechte positie. En te delen in de blijdschap en de rijkdom van het leven. Dat we die delen hier in onze gemeente, met zorg en aandacht voor elkaar. En dat we die delen met de medebewoners van ons dorp en ons land. En dat we dit tot uitdrukking weten te komen, in onze opvattingen over de wereld in haar geheel. Maak ons mensen van delen en breken,
Mogen we mensen zijn van vrede en gerechtigheid, en west u ons hiertoe de weg. Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat we nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook we hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid Amen. Collecten: 1 e collecte voor eigen Gemeente / 2 e collecte contact partnergemeente We zingen: lied 657 Opdracht en Zegenbede We zingen: lied 415