ECLI:NL:RBGEL:2014:1544

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

King Cuisine [gedaagde] DomJur

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Partijen zullen hierna Tangent en Cool Summer genoemd worden.

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

FlexExpert B.V. EquiPlus Mennagement B.V. DomJur

ECLI:NL:RBDOR:2012:BY4587

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

Partijen zullen hierna [eiser] en Eco-Stuc International CV en [gedaagde sub 2] genoemd worden.

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

In naam van de Koning. zaaknummer / rolnummer: C/05/ / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 29 maart 2010 in de zaak van

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBBRE:2008:BG6224

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBGEL:2015:7729

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde 2] worden genoemd. Gedaagden zullen afzonderlijk worden aangeduid als Save-Me en [gedaagde 2].

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239


ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

2.1 In 2007 is door eisers de handelsnaam De Smaak Van in het handelsregister ingeschreven.

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBGEL:2015:7724 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA Vonnis in verzet in kort geding van 8 oktober 2015

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 16 april 2012

ECLI:NL:RBGEL:2013:2406

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

NMLK Didio DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA SP/PV Datum:21 mei In de zaak van

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

vonnis in naam van de Koning 2. de stichting STICHTING WOONBEDRIJF IEDER1, gevestigd te Deventer, gedaagde, advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:RBROT:2016:665

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2013:1759

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis in incident van 25 april 2012 in de zaak van

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2012:BY3179

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBOVE:2014:5435

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBALK:2007:AZ8924

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid COSMICNAVIGATION B.V., gevestigd te Amsterdam, eiseres, advocaat: mr. D.E. Stols te Amsterdam,

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

ECLI:NL:RBZLY:2008:BC7325

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

Transcriptie:

ECLI:NL:RBGEL:2014:1544 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-01-2014 Datum publicatie 10-03-2014 Zaaknummer 255305 Rechtsgebieden Intellectueel-eigendomsrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie Inbreuk op auteursrecht op meubels van Piet Hein Eek; de totaalindruk die de meubels van gedaagde maken is identiek aan de totaalindruk van de door [eiser] ontworpen meubels. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak vonnis RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer / rolnummer: C/05/255305 / KG ZA 13-663 Vonnis in kort geding van 17 januari 2014 in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PIET HEIN EEK B.V., gevestigd te Geldrop, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EEK & RUIJGROK B.V., gevestigd te Geldrop, 3. [eiser], wonende te [plaats], eisers, advocaat mr. M.R. de Zwaan te Amsterdam, tegen [gedaagde], wonende te [plaats], gedaagde, verschenen in persoon. Eisers zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als Piet Hein Eek B.V. c.s. Afzonderlijk zullen zij Piet Hein Eek B.V, Eek & Ruijgrok B.V. en [eiser] genoemd worden. Gedaagde zal [gedaagde] genoemd worden. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbgel:2014:1544 1/6

1 De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de brieven van de advocaat van Piet Hein Eek B.V. c.s. aan de rechtbank d.d. 23 december 2013, 24 december 2013, 30 december 2013, met producties - de brief van de advocaat van Piet Hein Eek B.V. c.s. aan de rechtbank van 2 januari 2014, met producties, waarbij onder meer de vorderingen die ook waren ingesteld tegen de besloten vennootschap Werkspot B.V., zijn ingetrokken - de brief van [gedaagde] aan de rechtbank d.d. 31 december 2013, met producties - de mondelinge behandeling - de door [gedaagde] ter zitting overgelegde productie (proces-verbaal van politie Gelderland-Zuid d.d. 31 oktober 2013) - de pleitnota van Piet Hein Eek B.V. c.s. 1.2. Daarna is vonnis bepaald. 2 De feiten 2.1. Piet Hein Eek B.V. c.s. ontwerpen, vervaardigen en verhandelen onder meer meubels die zij onder het merk Piet Hein Eek op de markt brengen. 2.2. [eiser] heeft onder meer de volgende werken (meubels/lampen) ontworpen: 1. Tweedeurs kast in sloophout 2. Ledikant open in sloophout 3. Afvaltafel in plaatmateriaal 4. Kantinetafel in eiken 5. Afvaltafel in sloophout met T-poot 6. HP-kast met drie laden 7. Wandspot aluminium 8. Hangende draadlamp in stropdaszijde 9. Jufferbankje 10. Kuipstoel in sloophout, wit gelakt 11. Drieladenkast in sloophout. 2.3. [eiser], auteursrechthebbende op deze ontwerpen, heeft het auteursrecht op 28 april 2006 overgedragen aan Piet Hein Eek B.V. Bij gebreke van overdracht van persoonlijkheidsrechten op de ontwerpen komen deze aan [eiser] in persoon toe. Piet Hein Eek B.V. treedt op als auteursrechthebbende op de exploitatierechten. 2.4. Eek & Ruijgrok B.V. is de rechthebbenden op het Benelux woord- en beeldmerk Piet Hein Eek, ingeschreven voor de klassen 11, 20, 21 en 37. 2.5. [gedaagde] is tot (globaal) 1998/1999 als timmerman in dienst geweest bij [eiser] en/of Piet Hein Eek B.V. 2.6. [gedaagde] ontwerpt, vervaardigt en verhandelt zelfstandig meubels. De ontwerpen van deze meubels waren tot voor kort te zien op de websites van [gedaagde], te weten: http://vangalenvormgeving.nl, http://vangalen vormgeving.woordpress.com) en op de website van Werkspot B.V. (http://www.werkspot.nl/profiel/vangalen-vormgeving/ projecten. 3 Het geschil 3.1. Piet Hein Eek B.V. c.s. hebben, na wijziging (vermindering) van hun eis gevorderd: I. [gedaagde] te gebieden onmiddellijk na betekening van dit vonnis elk onrechtmatig handelen en elke inbreuk op het auteurs- en merkrecht van Piet Hein Eek B.V. c.s. door: ( a) verveelvoudiging en/of openbaarmaking van de in de dagvaarding aangeduide ontwerpen en van daarmee overeenstemmende ontwerpen; ( b) afbeelding van de ontwerpen van Piet Hein Eek B.V. c.s. in door [gedaagde] gecontroleerde en/of gelieerde uitingen, waaronder websites van [gedaagde], en/of websites van derden zoals, doch niet uitsluitend http://vangalenvormgeving.nl, http://vangalen vormgeving.woordpress.com, en http://www.werkspot.nl/profiel/vangalenvormgeving/projecten; ( c) ieder gebruik van het merk in verband met de promotie, vervaardiging en verhandeling van inbreuk makende meubels, te staken en gestaakt te houden. II. [gedaagde] te veroordelen binnen 24 uur na betekening van het vonnis de inbreuk makende merkstempel, dan wel een beëdigde verklaring dat hij de bedoelde stempel niet heeft bezeten noch heeft gebruikt of doen gebruiken, tijdens kantooruren te bezorgen bij http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbgel:2014:1544 2/6

de receptie van Piet Hein Eek B.V. c.s. aan [adres], vergezeld van een door hem ondertekende schriftelijke verklaring dat zich geen andere stempels en/of andere uitsluitend of overwegend voor inbreuk op de merk- en auteursrechten van Piet Hein Eek B.V. c.s. geschikte hulpmiddelen meer bij [gedaagde] of op een andere aan hem bekende plaats bevinden. III. [gedaagde] te gebieden binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Piet Hein Eek B.V. c.s. toe te doen komen een correct, compleet, schriftelijk en met onderliggende orders en facturen onderbouwd, en door een onafhankelijke door Piet Hein Eek B.V. c.s. aan te wijzen en te instrueren registeraccountant op kosten van [gedaagde] te verifiëren ( a) overzicht van de aantallen van de in de dagvaarding genoemde inbreuk makende meubels die zijn geproduceerd, ingekocht, verkocht en in voorraad gehouden, alsmede van alle opdrachtgevers en/of afnemers van (de vervaardiging van) deze producten, onder vermelding van de volledige contactgegevens en een duidelijke omschrijving en/of afbeelding van hetgeen aan hen werd geleverd; ( b) berekening van de brutowinst die is behaald met de vervaardiging en/of verkoop van de inbreuk makende meubels als in de dagvaarding bedoeld. IV. [gedaagde] te veroordelen tot verzending aan de hiervoor bedoelde opdrachtgevers en afnemers van een bericht per e-mail of, bij gebreke daarvan, per gewone post, van een kennisgeving met uitsluitend de volgende inhoud: Geachte[] Hierbij moet ik u informeren dat de voorzieningenrechter bij vonnis d.d. [] heeft geoordeeld dat het door mij aan u geleverde meubel, te weten [] inbreuk maakt op de aan Piet Hein Eek toekomende auteurs- en merkrechten. De rechter heeft mij veroordeeld het aan u geleverde meubel terug te halen onder gelijktijdige aanbieding aan u van de door u betaalde koopprijs. Graag verzoek ik u derhalve contact met mij op te nemen zodat ik binnen 7 dagen na dagtekening van dit bericht de koopprijs aan u kan restitueren en het meubel bij u kan ophalen. Ik wijs u erop dat indien u geen gevolg geeft aan dit verzoek de firma Piet Hein Eek uit Eindhoven gerechtigd is het meubel bij u in beslag te nemen en te doen vernietigen. Ik vertrouw erop u hiermee naar behoren te hebben geïnformeerd. Hoogachtend [] V. [gedaagde] te veroordelen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis alle in voorraad gehouden en alle geretourneerde inbreukmakende meubels, in aanwezigheid van een deurwaarder, te vernietigen en een door de deurwaarder opgesteld proces-verbaal van deze vernietiging aan de advocaat van Piet Hein Eek B.V. c.s. te doen toekomen. VI. [gedaagde] te veroordelen aan Piet Hein Eek B.V. c.s. te betalen een dwangsom van 5.000,-- voor iedere keer (de productie, aanbieding, verkoop, verdere verhandeling of afbeelding van afzonderlijk inbreukmakende meubels geldt als één overtreding) dan wel - en zulks ter uitsluitende keuze van Piet Hein Eek B.V. c.s. - voor iedere dag dat [gedaagde] met de tijdige of volledige nakoming van de hieroor bedoelde geboden/veroordelingen in gebreke is. VII. Te bepalen dat de eis in de hoofdzaak op de voet van art. 260 Rv. binnen zes maanden na datum van dit vonnis moet worden ingesteld en dat anders de getroffen voorzieningen hun rechtskracht verliezen mits [gedaagde] een ter zake diende griffie verklaring heeft ingediend. VIII. Zodanige maatregelen te treffen die de voorzieningenrechter passend acht. IX. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de volledige proceskosten op grond van art. 1019h Rv. X. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure. 3.2. Piet Hein Eek B.V. c.s. hebben aan hun vorderingen het volgende ten grondslag gelegd. Zij hebben geconstateerd dat [gedaagde] zonder toestemming de ontwerpen van [eiser], al dan niet gewijzigd, verveelvoudigt en, al dan niet behulp van een merkstempel voorzien van het merk Piet Hein Eek, vervaardigt en verkoopt en dat hij deze ontwerpen gebruikt ter promotie van zijn eigen activiteiten en onderneming. De ontwerpen worden bovendien zonder toestemming door [gedaagde] op diens websites openbaar gemaakt. Door het gewijzigd en ongewijzigd zonder toestemming verveelvoudigen van bedoelde ontwerpen van [eiser], maakt [gedaagde] inbreuk op de auteursrechten van Piet Hein Eek B.V. c.s. door schending van de artikelen 1 jo. 13 Auteurswet en artikel 2 Auteursrichtlijn. Door het fotograferen van deze verveelvoudigingen en door het fotograferen of het gebruken van bestaande foto s van originele ontwerpen van [eiser] en door het beschikbaar stellen van deze afbeeldingen van originele ontwerpen en van namaakproducten op internet, schendt [gedaagde] bovendien de artikeren 1 jo. 12 van de Auteurswet en de artikelen 3 en 4 van de Auteursrichttlijn. Door het aanbrengen van het merk op de namaakproducten en het aanbieden van deze producten zonder toestemming van Piet Hein Eek B.V. c.s., maakt [gedaagde] willens en wetens inbreuk op artikel 2.20 BVIE (Benelux-Verdrag inzake Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen). [gedaagde] handelt volgens Piet Hein Eek B.V. c.s. bovendien onrechtmatig jegens hen. 3.3. [gedaagde] heeft het gevorderde gemotiveerd weersproken. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbgel:2014:1544 3/6

3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4 De beoordeling 4.2. Tussen partijen is niet in geschil dat de hiervoor onder 2.2. bedoelde ontwerpen van meubels en lampen, waarvan door Piet Hein Eek B.V. c.s. foto s in het geding zijn gebracht, auteursrechtelijk beschermd werken zijn in de zin van artikel 1 juncto 10 Auteurswet (hierna: Aw). 4.3. De door [gedaagde] vervaardigde en verhandelde meubels, waarvan eveneens foto s in het geding zijn gebracht, moeten worden aangemerkt als een verveelvoudiging van de door [eiser] ontworpen meubels, hetgeen een inbreuk oplevert op het (overgedragen) auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en [eiser] (dat zijn volgens de stellingen van Piet Hein Eek B.V. c.s. de auteursrechthebbenden), nu zij voor die verveelvoudiging geen toestemming hebben gegeven. Dat is door [gedaagde], behoudens wat betreft de door hem vervaardigde ronde variant van de afvaltafel plaatmateriaal, ook niet gemotiveerd betwist. [gedaagde] heeft enkel opgeworpen dat de door hem vervaardigde meubels op bepaalde details of wat betreft het interieur, het gebruikte materiaal en de afwerking, verschillen van de door [eiser] ontworpen meubels. Deze verschillen betreffen echter ondergeschikte wijzigingen. De totaalindruk die de meubels van [gedaagde] maken is identiek aan de totaalindruk van de door [eiser] ontworpen meubels. 4.4. Wat betreft de ronde variant van de afvaltafel plaatmateriaal geldt het volgende. De ronde vorm is, zoals [gedaagde] terecht heeft opgeworpen, niet in de ontwerpen van [eiser] terug te vinden. Duidelijk is echter wel dat het blad van de tafel van [gedaagde] en de bewerking daarvan geënt zijn op de stijl van [eiser]. De door [eiser] ontworpen tafel met een op tegels lijkend blad, gelakt in hoogglans, heeft een eigen, oorspronkelijk karakter en draagt het persoonlijk stempel van de maker. Deze eigenschappen van de tafel komen dus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Ook als een tafel met deze typische kenmerken in een andere vorm wordt gemaakt, dan nog behoudt deze het eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijke stempel van de maker. Met de vervaardiging en verhandeling van de ronde variant van deze tafel maakt [gedaagde] dus eveneens inbreuk op het auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en [eiser]. 4.5. [gedaagde] heeft benadrukt dat de door hem gemaakte inbreuk op het auteursrecht slechts op beperkte schaal heeft plaatsgevonden en dat hij niet heeft beseft dat het vervaardigen van de meubels op de wijze zoals hij heeft gedaan, niet was toegestaan. Dat laatste moet evenwel worden gerelativeerd. Ter zitting is aan het licht gekomen dat het, op verzoek van een klant, zelfs zover is gekomen dat [gedaagde] een stempel heeft besteld en gekregen, waarmee de aanduiding Piet Hein Eek op de door hem nagemaakte meubels kon worden aangebracht. Dat [gedaagde] het stempel ook daadwerkelijk heeft gebruikt, kan niet worden aangenomen, maar het geeft wel aan dat er bij hem het besef moet zijn geweest dat de desbetreffende klant een meubel wilde hebben dat zoveel mogelijk leek op een door [eiser] ontworpen meubel. In die situatie moet het voor [gedaagde] ook duidelijk zijn geweest dat sprake was van illegale namaak. De door [gedaagde] gemaakte inbreuk lijkt weliswaar niet op grote schaal te hebben plaatsgevonden, volgens [gedaagde] heeft hij sedert 2008 in totaal negen stukken vervaardigd/verhandeld, maar dat is niet relevant. Ook in zo n geval mag de auteursrechthebbende in beginsel gebruik maken van de instrumentaria die de Aw biedt, zonder dat hij daarin beperkt wordt door het feit dat de inbreuk mogelijk op kleine schaal heeft plaatsgevonden. Piet Hein Eek B.V. en [eiser] hebben ook (spoedeisend) belang bij de vordering onder 3.1.I.a en b. Op zichzelf staat wel vast dat de afbeeldingen van de inbreuk makende meubels door [gedaagde] van de websites zijn gehaald en ook heeft [gedaagde] een verklaring ondertekend dat hij de door [eiser] ontworpen meubels niet meer zal namaken, maar niettemin hebben Piet Hein Eek B.V. en [eiser] er belang bij dat dit een en ander door een veroordeling wordt versterkt, om zich ervan te verzekeren dat namaak in de toekomst niet meer zal plaatsvinden. 4.6. De conclusie is dat de vordering van Piet Hein Eek B.V. en [eiser] onder 3.1.I.a en b reeds op grond van hetgeen hiervoor is overwogen toewijsbaar is. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.5 en op hetgeen hierna nog onder 4.7 zal worden overwogen, is de vordering onder 3.1.I.c, gebaseerd op het merkrecht, niet toewijsbaar. 4.7. Wat betreft de vordering onder 3.1.II geldt het volgende. [gedaagde] heeft, zo is hiervoor al overwogen, erkend dat hij de beschikking heeft gehad over het hiervoor omschreven stempel. [gedaagde] heeft evenwel gemotiveerd aangegeven dat hij het stempel thans niet meer in zijn bezit heeft. Dat het anders is, kan niet worden vastgesteld en hebben Piet Hein Eek B.V. c.s. niet aannemelijk gemaakt. Daarom zal deze vordering slechts worden toegewezen in die zin, dat [gedaagde] alleen zal worden veroordeeld tot het afgeven van de bedoelde verklaring. 4.8. De vordering onder 3.1.III. Nu geoordeeld wordt dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en [eiser], en [gedaagde] de nagemaakte meubels heeft verhandeld, hebben Piet Hein Eek B.V. en [eiser] recht en belang bij een overzicht als hier bedoeld, teneinde de omvang van de inbreuk te bepalen en om zo nodig zelf verdere maatregelen te treffen, zoals het terughalen bij derden van de inbreuk makende meubels. Deze vordering zal eveneens worden toegewezen. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbgel:2014:1544 4/6

4.9. Voor de beoordeling van de vordering onder 3.1.IV zijn de volgende omstandigheden van belang. - Art. 28 lid 1 Aw biedt aan Piet Hein Eek B.V. en [eiser], zoals overwogen, de mogelijkheid de inbreuk makende meubels ook zelf bij derden op te eisen. Die mogelijkheid staat ook in de door Piet Hein Eek B.V. c.s. voorgestelde tekst van de brief. Een dergelijke vordering ligt thans evenwel niet voor. - Anders dan de door Piet Hein Eek B.V. c.s. voorgestelde tekst van de brief suggereert, hebben Piet Hein Eek B.V. c.s. niet gevorderd [gedaagde] te veroordelen de door hem geleverde meubels bij derden terug te halen onder gelijktijdige aanbieding de koopprijs aan die derden terug te betalen. Een dergelijke vordering is ook niet aanstonds te baseren op artikel 28 lid 1 Aw. - Het moet er voorshands voor worden gehouden dat er geen grootschalige inbreuk op het auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en [eiser] heeft plaatsgevonden. Al deze omstandigheden leiden ertoe dat, mede gelet op het bepaalde in art. 28 lid 8 Aw, deze vordering van Piet Hein Eek B.V. en [eiser] moet worden afgewezen. 4.10. De vordering onder 3.1.V. [gedaagde] heeft verklaard dat hij alleen in opdracht de inbreuk makende meubels heeft vervaardigd en verhandeld en dat hij dergelijke meubels nooit in voorraad heeft gehad en ook nu niet heeft. Tegenover die gemotiveerde stelling hebben Piet Hein Eek B.V. c.s. niet aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] inbreuk makende meubels in voorraad heeft, zodat van de juistheid van de verklaring van [gedaagde] moet worden uitgegaan. Dat inbreuk makende meubels aan [gedaagde] zullen worden geretourneerd is, mede in aanmerking genomen hetgeen hiervoor onder 4.9 is overwogen, niet aannemelijk. Onder die omstandigheden is er geen aanleiding deze vordering toe te wijzen. 4.11. De (onder 3.1.VI) gevorderde dwangsom zal worden toegewezen. Wel is er aanleiding het totaal van de dwangsommen aan een maximum te binden. 4.12. De vordering onder 3.1.VII. In verband met het bepaalde in artikel 1019i Rv zal de voorzieningenrechter de redelijke termijn waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt stellen op zes maanden na het wijzen van dit vonnis 4.13. De vordering onder 3.1.VIII hebben Piet Hein Eek B.V. c.s. niet nader geconcretiseerd. Deze vordering moet daarom als te onbepaald worden afgewezen. 4.14. [gedaagde] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij te in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Piet Hein Eek B.V. c.s. hebben op grond van artikel 1019h Rv aanspraak gemaakt op vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten. Zij hebben daartoe een kostenspecificatie overgelegd die sluit op, wat betreft het salaris van de advocaat en na aftrek van een door Werkspot B.V. betaald bedrag, 7.465,-- exclusief btw. [gedaagde] heeft aangevoerd dat de kosten niet billijk zijn vanwege het ontbreken van procesbelang van Piet Hein Eek B.V. c.s., omdat hij door het ondertekenen van een verklaring voor de zitting al (grotendeels) aan de eisen van Piet Hein Eek B.V. c.s. had voldaan, vanwege de gebrekkige draagkracht van [gedaagde] en de beperkte omvang van de inbreuk. Bij de vaststelling van het salaris zal aansluiting worden gezocht bij de per 1 augustus 2008 in werking getreden indicatietarieven IE-zaken, die inhoud geven aan de billijkheid van artikel 14 Richtlijn 2004/48 en artikel 1019h Rv. Deze indicatietarieven hanteren als maximumtarief voor de categorie eenvoudig kort geding, waartoe de onderhavige zaak behoort, een bedrag van 6.000,--. Gelet op de omstandigheden dat een deel van het door Piet Hein Eek B.V. c.s. gevorderde wordt afgewezen en dat [gedaagde] zich, ter voorkoming van het onderhavige kort geding, reeds voor de zitting bereid had verklaard aan de thans toegewezen vorderingen - met uitzondering van de vordering onder 3.1.III - te voldoen, is een matiging van laatstbedoeld bedrag op zijn plaats. Aan salaris wordt een bedrag van 4.000,-- redelijk geoordeeld. De kosten aan de zijde van Piet Hein Eek B.V. c.s. worden daarom begroot op: - explootkosten 76,71 - vast recht 608,-- - salaris advocaat 4.000,-- Totaal 4.684,71. 5 De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. veroordeelt [gedaagde] onmiddellijk na betekening van dit vonnis elke inbreuk op het auteursrecht van Piet Hein Eek B.V. en [eiser] door: ( a) verveelvoudiging en/of openbaarmaking van de in de dagvaarding aangeduide ontwerpen en van daarmee overeenstemmende ontwerpen; ( b) afbeelding van de ontwerpen van Piet Hein Eek B.V. en van [eiser] in door [gedaagde] http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbgel:2014:1544 5/6

gecontroleerde en/of gelieerde uitingen, waaronder websites van [gedaagde], en/of websites van derden zoals, doch niet uitsluitend http://vangalenvormgeving.nl, http://vangalen vormgeving.woordpress.com, en http://www.werkspot.nl/profiel/vangalenvormgeving/projecten, te staken en gestaakt te houden, 5.2. veroordeelt [gedaagde] binnen 24 uur na betekening van het vonnis een beëdigde verklaring, inhoudende dat hij de bedoelde stempel niet meer bezit en niet heeft gebruikt of heeft doen gebruiken, tijdens kantooruren te bezorgen bij de receptie van Piet Hein Eek B.V. c.s. aan [adres], vergezeld van een door hem ondertekende schriftelijke verklaring dat zich geen andere stempels en/of andere uitsluitend of overwegend voor inbreuk op de merk- en auteursrechten van Piet Hein Eek B.V. c.s. geschikte hulpmiddelen meer bij [gedaagde] of op een andere aan hem bekende plaats bevinden. 5.3. veroordeelt [gedaagde] binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Piet Hein Eek B.V. c.s. toe te doen komen een correct, compleet, schriftelijk en met onderliggende orders en facturen onderbouwd, en door een onafhankelijke door Piet Hein Eek B.V. c.s. aan te wijzen en te instrueren registeraccountant op kosten van [gedaagde] te verifiëren ( a) overzicht van de aantallen van de in de dagvaarding genoemde inbreuk makende meubels die zijn geproduceerd, ingekocht, verkocht en in voorraad gehouden, alsmede van alle opdrachtgevers en/of afnemers van (de vervaardiging van) deze producten, onder vermelding van de volledige contactgegevens en een duidelijke omschrijving en/of afbeelding van hetgeen aan hen werd geleverd; ( b) berekening van de brutowinst die is behaald met de vervaardiging en/of verkoop van de inbreuk makende meubels als in de dagvaarding bedoeld, 5.4. veroordeelt [gedaagde] aan Piet Hein Eek B.V. c.s. te betalen een dwangsom van 5.000,- - voor iedere keer (de productie, aanbieding, verkoop, verdere verhandeling of afbeelding van afzonderlijk inbreukmakende meubels geldt als één overtreding) dat [gedaagde] met de tijdige of volledige nakoming van de hieroor bedoelde veroordelingen in gebreke is, vermeerderd met een dwangsom van 250,-- voor iedere dag dat de afgifte van de onder 5.2 bedoelde verklaring en/of de afgifte van de onder 5.3 onder a en b bedoelde bescheiden uitblijven, zulks tot een maximum van in totaal 50.000,--, 5.5. bepaalt de termijn waarbinnen op grond van art. 1019i Rv de eis in de hoofdzaak moet worden ingesteld op zes maanden vanaf de dag van het wijzen van dit vonnis, 5.6. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Piet Hein Eek B.V. c.s. tot op heden begroot op 4.684,71, 5.7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 5.8. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2014. Coll.: ED http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbgel:2014:1544 6/6