Kerkring 1, 3, 5 en 7.

Vergelijkbare documenten
A-169, Kerk van de Gereformeerde Gemeente.

A-173, de Apostolische Kerk, nu Molenstraat 10.

De Grutterij, nu op de grens van Deltastraat 4 en 6.

Kerkring, oneven nummers 33 t/m 45.

De geschiedenis van Ring 47 en 49 door Wim Kesteloo

Handsschriftencollectie. Sint Philipsland

Ring 65, Kerkstraat 2 en Kerkstraat 4

Café Kerkemeijer te Rekken

Kerkring 9 t/m 31. (de oneven nummers) Kerkring blz. 2. (Klik om de koppeling te volgen.) Kerkring 17, blz. 10. Kerkring 19, blz. 16.


Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

Inventaris van het archief van. familie De Vor te Vianen,

De nakomelingen van Guilleam Verkamman


E48, Nieuwe Veldenweg 9-11

De Weststraat. Foto s collectie Jan Stolk.

Nummer Toegang: 779 Inventaris van het familiearchief de heij, timmerlieden en molenmakers te rijswijk en voorburg,

Stoofweg A-149 t/m A-158. (huisnummers 1953)

Brouwersstraat 313 t/m 323.

ZANDVLIET (onder Schijndel)

De steenoven van Nicolaas Adrianus van Son op Groot Engeland te Acquoy. Door A. F. Verstegen

Parenteel van Pieter de Graaf

Parenteel van Anthonie Gillisse van der Cingel

Parenteel van Jan van Gent. Generatie I. Generatie II. Generatie III. Generatie IV

D52, Past. Van Haarenstr

Marten Kanters (1761?), timmerman en kroeghouder In de patentregisters van 1815 t/m 1818 woont Marten Kanters op Plaats nr. 17

Nummer Toegang: 858 Plaatsingslijst van de stukken afkomstig van Familiestichting Van der Kooij,

NN van der Kop vader: Hendricus Christiaan van der Kop 32 jaar Keizerlijk notaris

Archief van het Algemeen Armbestuur van Poortvliet

Ooststraat A-182 t/m A-206.

De Muijen, met de melkfabriek, Zonnehoek, Leona, enz.

Gebeurtenis Regeerperiode

Inventaris van het archief van de

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

5. Johannes Consemulder, geboren te Bergen op Zoom op


NT00064_2004. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

D67, Hintelstraat 12

Familie De Vor, te Vianen (2008) D. Ruiter Oktober 2013; November 2015

Cornelis van Huijk(Huik) ( )

Inventaris van de archieven van de notarissen ter standplaats Zegwaart en Zoetermeer, 1651, (1923)

16 Dec Eerste generatie. 1. Johan Heinrich Michael 1 Schimmel, geboren CA hij trouwde Catharina Elizabeth Beltmann, getrouwd VR


Het Snijdersplein. Voorwoord

LIJST VAN TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN ONTEIGENINGSPLAN HARNASCHPOLDER ZUID VERZOEKENDE INSTANTIE: BEDRIJVENSCHAP HARNASCHPOLDER

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

vier generaties BEUKMAN Amsterdam

1 Feb Eerste generatie

De zuidzijde van de Ooststraat: A-227 t/m A-246.

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

16 Christiaan Huberti Schrickx. Hij is gedoopt op in Groot-Zundert.

E70, Goordonksedijk 4

Cornelis Dros ( ), keldergraf 135, vak B Mede-eigenaar van de zeepziederij De Gekroonde Haan

Nummer Toegang: 806 Plaatsingslijst van de collectie van vredenburch,

Doop, trouw en begraafboeken van Zegwaart en Zoetermeer,

Nummer Toegang: 857 Plaatsingslijst van stukken afkomstig van de eigenaren van de Hofwoning te 't Woudt,

De nakomelingen van Jacob Jasperszoon Ulden Van

VIIi - 1. Zie resp. Oud notarieel archief Delft, inv. nr. 2533A, f. 12, inv. nr. 2595, f. 146 en inv. nr. 2856, f.

Adressen op basis van de burgerlijk stand:

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

D63, Meester Schendelerstraat 2

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

Parenteel van Willem Janse van Strien

De nakomelingen van Maarten Boone


N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

Personen overig Akten van de Burgerlijke Stand (geboorten)/1935 (huwelijken)/1960 (overlijden)

Pieter Zillesen ( ) zandgraf 716, vak K Gemeenteraadslid en fabrikant

PIETER CORNELIS ENGEBRECHTSZ., GENAAMD KUNST

Ruim 300 jaar in de St. Janstraat?

Voorouders Rapport. Eerste generatie

Den Huybertsblok nabij de polder Zonnemaire. Er was ook nog een Leendert Huybregtse Bevang.


Een doktersrekening uit 1875.

Akte van geboorte. [w.g.] Govert van Andel Izak van der Beek. Jan Colijn C. Boll maire

Rondje Vledder. een (virtuele) wandeling langs enkele gebouwen van historische betekenis

Parenteel van Jasper Gijsberts van Namen

Westerweele tak cornelis WESTERWEEL anna p BREÄS (jo)zina ZUURVELD jan WESTERWEELE adriaan WESTERWEEL jan WESTERWEELE eva de JONGE laurina KOOMAN

Andere "van den Worm" takken in Holland vanaf 1622 Gesorteerd naar geboortedatum en trouwdag Geb.datum Geb.plaats Trouwdag Trouwplaats

De Stekelstraat, met Poststraat 11, Kerkstraat 34 en Ooststraat 4.

Het karakteristieke pand op de hoek Molenstraat-Denekamperstraat 1


Juridische begrippen in begrijpelijke taal

BROUWERIJ De Zwaan aan de Dungense kant (of Maaskantje) van Sint-Michielsgestel kad. nr. B930 later B928b.

HISTORISCHE VERENIGING SLIEDRECHT DE VERENIGING WAAR VERLEDEN EN TOEKOMST ELKAAR ONTMOETEN WERKGROEP GENEALOGIE

1195. Op deze plaats stond waarschijnlijk de boerderij van onze voorvader Cornelis Gerritsz Breedijcken.

Jan Hendrick Vos (1656-ca1696)

Walcherse herkomst. Deel 1. Ritthem en De Schoone Waardin

G E S C H I E D E N I S V A N O D I J K. N L

Poststraat A-291 t/m A-306.

VIIc - 2. o.tr./tr. Berkel (Gerecht) 1/ (impost man f 15), scheiding van tafel en bed Berkel (Gerecht)

HISTORISCHE VERENIGING SLIEDRECHT DE VERENIGING WAAR VERLEDEN EN TOEKOMST ELKAAR ONTMOETEN

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Gerechtsbestuur Schalkwijk, (105)

Transcriptie:

Kerkring 1, 3, 5 en 7. Op deze foto uit ong.1911 is het lage huis met schuur aan de linkerkant van Willem Capelle, het staat op de plaats van een vroegere dreef en poort, en later komt daar het doktershuis. De hoge schuur er naast hoorde bij het hoge Heerenhuis rechts daarvan; in 1911 is de schuur van Leendert Tuijnman en het vroegere Heerenhuis is van Cornelis van Westen; op de plaats van die twee gebouwen staat nu het verzorgingsgebouw Hebron. Recht daarvan zien we de mooie voordeur van de gebroeders Brouwer met helemaal rechts de ingang naar de timmermanswerkplaats. De situatie in 2014: In 2014 is Kerkring 1 de vroegere dokterswoning en Kerkring 3, 5 en 7 vormen samen het verpleeggebouw Hebron. Kerkring 1 staat voor een groot gedeelte op de plaats waar vroeger een dreef was, en waar ooit een poort heeft gestaan. Kerkring 3 en 5 staan ongeveer op de plek waar de schuur van het Heerenhuis was. Kerkring 7 staat ongeveer op de plek waar vroeger het Heerenhuis stond. Hier volgt wat over de interessante doch ingewikkelde historie van deze percelen. 1

1765 Op dit kaartje uit 1765 staan drie gebouwen n. Samen vormden ze het Heerenhuis, het huis van de ambachtsheer, geschikt als woning voor bijvoorbeeld de baljuw of schout, maar ook voor bijeenkomsten of vergaderingen, en om er rechtspraak te houden. Het is niet bekend wanneer het Heerenhuis gebouwd is, noch of het verbrand is in 1576 en toen herbouwd; het zou kunnen, maar dat vergt nog heel wat onderzoek! Het wordt in ieder geval al genoemd in 1505. Van zo n Heerenhuis is meestal wel wat meer bekend. Het wordt verderop beschreven, met een lijst van de ambachtsheren en ambachtsvrouwen, die de eigenaars zijn tot rond 1800, daarna wordt het burger-bezit tot er in 1928 een gemeentehuis gebouwd wordt. De kleine schuur c die beschreven wordt in het verhaaltje over Poststraat 2, 4,6 en 8, ligt ongeveer waar nu de Burgemeester van Veenstraat begint. Naast de schuur van het Heerenhuis, tussen n en c, ligt een dreef die toegang geeft tot de tuinen en de visvijvers die er achter liggen, en naar de boomgaard met een boerderijtje, wellicht het latere Cereales. Al met al moet het een prachtig bezit geweest zijn. Die dreef, waar later Kerkring 1 ongeveer op zal staan, wordt hierna als eerste beschreven. 1832 Op het kaartje van 1832 zien we dat er het één en ander veranderd is sinds 1765: De meest linkse n is nu een huis op sectie M-332a, groot 170 m2, van burgemeester Cornelis Hallingse. De middelste en rechtse panden n zijn samen veranderd in één grote schuur van Jan Hallingse, die staat op sectie M-332c groot 520 m2. Het schuurtje van Cornelis Hallingse op sectie M-333 groot 37 m2 is op de vroegere dreef gebouwd en staat er nog niet zo lang. Deze drie secties vormen later het gemeentehuis met de dokterswoning. 2

De dreef tot 1816: 1619 De dreef wordt in 1619 nog niet als dreef beschreven; de 41 e mate nr.4, waar de latere dreef in ligt, is dan een lijp weitje naast de dorpsvroone groot 275R. (ca. 3820 m2) van de weeskinderen van Matthijs Adriaanse, dat bewerkt wordt door Jacob Boeije. Het bevang dat dan de 41 e mate in Nieuwerkerk vormt bestaat uit 7 stukken, die tussen het dorp en de Polderweg, de Rolleklootsendijk en de Weel liggen. 1626 Het lijpe weitje is nu van Neelken Gillisse en wordt bewerkt door Cornelis G. Hardemee. 1653 Het noordaan lopende lijpe weitje is van één van de burgemeesters van Zierikzee, mr. Pieter de Witte. Het wordt bewerkt door secr. Pieter van de Velde. 1730 Nr.4 in de 41 e mate is nu een dreef van mr. Cornelis de Jonge, Heer van Ellemeet, lopende tot aan het dorp, waar een poort op staat, naast de Stads Schuur. 1765 De dreef is nu van Willemijna Govertse Berman, de weduwe van Frans Weksteen, de dreef loopt tot aan het dorp, en er staat een poort op, tegen de schuur van de Ambachtsheer. De weduwe woont ten zuiden, op de plaats waar vroeger een boomgaard was. (mogelijk het latere Cerealis ) In de 41 e mate bezit zij ook de nummers 1, 4 en 5. Willemijna bezit in totaal maar liefst 203 Gemeten en 132 Roeden land! 1807 Nr.4 in de 41 e mate is nu een dreef van Dingeman Cornelis Hallingse (1751-1822), de dreef loopt tot aan het dorp en er staat een poort op tegen het koetshuis van notaris A. W. v. d. Halen, met een weie, oostaan, groot 275R. (ca. 3820 m2) De dreef is een uitgang voor het land en de hofstede die van Dingeman is. Dingeman is in 1773 getrouwd met Jannetje (Franse) Weksteen (1749-1799); hij hertrouwt in 1801 met Geertruid Wagemaker (1746-1834) Ca. 1815 Hallingse bouwt een schuurtje aan het begin van de dreef, tegen de bestaande schuur op de plek waar de poort was. Voor het kadaster wordt het sectie M-333, groot 37 m2. Hij is dan ook al eigenaar van de percelen ten oosten (de vroegere schuren c ), en de uitbaning of dreef wordt eenvoudigweg een beetje naar het oosten verlegd. De dreef wordt nu dus gesplitst, we kijken eerst wat er verder gebeurt met de rest van de dreef, en daarna zullen we zien hoe het schuurtje op M-333 verandert in Ring 1. 3

De rest van de dreef na 1816. 1830 De dreef wordt opgemeten voor het nieuwe kadaster en krijgt een sectienummer: M-288 ter, groot 1668 m2, van Cornelis Hallingse (1783-1847) De uitweg M-288 ter gaat over in dreef M-288 van Dirk van Farowe. De dreef loopt aan de oostkant van de tegenwoordige Burg. van Veenstraat en eindigt waar nu Merellaan 4 is. 1862 Dingeman Hallingse (1815-1860), de zoon van Cornelis, is de nieuwe eigenaar geworden. Er is een hermeting en vereniging, de dreef wordt nu sectie M-489, een uitweg van 1028 m2. In 1862, na het overlijden van Dingeman wordt zijn vrouw Cornelia van den Bout, de nieuwe eigenaresse. Er gaat een stukje van de dreef naar Dirk van Driel die het samenvoegt tot M-577, groot 65 m2 en er een huis op bouwt. (zie Kerkring 1) Het andere stuk gaat naar Cornelis van Westen Corneliszoon, het wordt uitweg M-578 groot 1060 m2. In 1866 komt er een nieuwe begraafplaats en dan blijkt dat de dreef, naar de nieuwe begraafplaats, van C. van Westen is, en hij weigert om daar lijken over te laten vervoeren. Zelfs de belofte om de dreef op kosten van de gemeente te bestraten kan van Westen niet vermurwen. De gemeenteraad ziet geen andere oplossing dan een rechtskundige in de arm te nemen. Al spoedig komt er antwoord: van Westen mag de toegang niet belemmeren, en hij moet toestemming geven voor het bestraten. Na 1953 komt de grond van de oude dreef grotendeels in handen van de gemeente en wordt o.a. gebruikt voor de aanleg van de Burg. van Veenstraat. 4

Ring A-1, van 1816 tot 1928 De tegenwoordige Kerkring 1 staat tussen n en het kleine schuurtje c. Oorspronkelijk is dit een dreef naar de tuinen van het Heerenhuis. De familie Hallingse koopt in 1809 de schuren c, en in 1821 de panden n. Omstreeks 1815 bouwt Dingeman Hallingse een schuurtje tussen n en c, tegen de schuur n aan, het wordt sectie M-333. In 1862 wordt het een huis en in 1929 komt daar ongeveer de dokterswoning als onderdeel van het nieuwe gemeentehuis. In 1954 verkoopt de gemeente het huis aan dokter Vleugels-Schutter. Voor het verhaal van de schuren c zie Poststraat 2-8. 1816 Het schuurtje heeft geen apart huisnummer. Op 19 juni of 11 juli 1816 verkoopt de particulier Dingeman Hallingse aan zijn zoon Cornelis Hallingse Dingemanszoon (1783-1847) voor 210 gulden een schuurtje door hem nieuw aangebouwd. De belendingen zijn: oost en zuid de Dreef van Hallingse, west de stal van de notaris A.W. van der Halen en noord de straat. Cornelis Hallingse erft ca. 1822 het Plaatsenhuis en gaat daar wonen met zijn tweede vrouw Burgtje van den Bogaart (zie aldaar). 1821 Op 21 mei 1821 leent Jacobus Dekker, een particulier te Nwk., f.1200,- aan de landbouwer Cornelis Hallingse. Als zekerheid dienen verschillende stukken land en tuinen van Hallingse, en hij geeft een 2 e hypotheek op dit schuurtje met erve, dat belend wordt: oost en zuid de dreef van Dingeman Hallingse; west de schuur van Jan Hallingse en noord de Ring. 1847 Na het overlijden van Cornelis gaat het schuurtje naar zijn zoon Dingeman Hallingse die ook het Heerenhuis krijgt en daar woont. 1861 Ring A-1 (na vernummering) Na het overlijden van Dingeman wordt zijn vrouw Cornelia van den Bout eigenaresse. Op 14 oct. 1861 leent ze f.5000,- van burgemeester Cau uit Zierikzee, met als onderpand: 1 e : het huis met schuur en erf nr. A-3 op sectie M-332a, met de tuin op M-332b; 2 e : de vijver M-325 en de tuin M-326; 3 e : dit schuurtje op M-333 groot 37 m2. Het is samen 22 Roeden en 20 ellen groot. Op 19 juni 1861 verkoopt Cornelia de schuur A-1 voor f.210,- terug aan haar schoonvader, Cornelis Hallingse. Cornelia gaat naar Z.zee en hertrouwt met H. v. Manen. 5

1862 Ring A-1. Cornelis heeft het schuurtje niet nodig, op 21 jan.1862 wordt het verkocht aan de arbeider Dirk van Driel (1822-1886) die getrouwd is met Jacoba Flikweert (1838-1930). Ze worden op 1 feb.1862 als bewoners ingeschreven. Ze hebben dan twee kinderen, en tot 1878 komen er nog zes bij, maar drie kinderen overlijden jong. Dirk sloopt het schuurtje en er komt 28 m2 bij van de oprit, zodat een nieuwe sectie M-577 ontstaat van 65 m2, hij bouwt er een nieuw huis en gaat er wonen. In 1866 is er verval van vrijdom voor de grond; vanaf nu moet er belasting betaald worden. 1871 Ring A-1. Op 20 april 1871 verkoopt Dirk van Driel, die nu landbouwer is, het huis met erf aan de timmerman Jacobus Zoeter (1837-1919), die een paar huizen verderop werkt. Op 4 mei 1871 leent Zoeter er f.900,- op, een eerste hypotheek. (Ermerus) Zoeter is in 1869 ingeschreven op A-16 met zijn vrouw Janna Koopman (1841-1921), ze gaan nu hier wonen. Ze hebben geen kinderen. 1899 Ring A-1. In maart van 1899 vertrekken Zoeter en zijn vrouw naar Zierikzee. Er vindt een hermeting plaats volgens het kadaster, het wordt nu sectie M-1266, groot 92 m2. Op 14 maart 1899 wordt het huis door Zoeter voor f.850,- verkocht aan de landbouwer Maximiliaan Braam (1862-1953), die in 1893 getrouwd is met Elizabeth Flikweert (1861-1934) (J.Franse) Zij krijgen vier kinderen van 1895 tot 1902. Braam heeft ook een schuur in de Poststraat, maar die gaat in 1908 in vlammen op. Maximiliaan verhuist naar A-123 (het latere A-167), een boerderijtje aan de Molendijk. 1909 Ring A-1 Op 19 mei 1909 verkoopt Maximiliaan dit huis voor f.1000,- aan Willem Capelle (1836-1923), landbouwer op Luctor et Emergo. (Nouhuis) Het kadaster vermeldt vernieuwing, door Capelle. Op 24 mei 1909 komt zijn pas getrouwde zoon, de landbouwer Frans Adriaan Capelle (1878-1964) hier wonen, met zijn vrouw Dina Wilhelmina Geelhoed (1883-1971) en hun dochtertje; twee maanden later wordt zoon Hendrik Willem hier geboren. In 1910 gaat Adriaan naar de boerderij Luctor et Emergo en dan komt Willem Capelle hier zelf wonen met zijn vrouw, Neeltje Broeksmit (1844-1920); 1920 Ring A-1 Op 7 mei 1920 verkoopt Willem Capelle, die naar Duivendijke is vertrokken, het huis voor f.2600,- aan Jan van der Have Jacobszoon uit Nwk. Het is nog steeds een huis met erf op sectie M-1266, groot 92 m2. (Biermasz) Op dezelfde dag wordt de inventaris van het huis, die Capelle niet meeneemt, openbaar verkocht, de tafels, stoelen, kachel, bijbel, enz. brengen f.315,95 op. Jan van der Have Jacobszoon (1885-1971) komt van A-227. Jan is in 1913 getrouwd met Elisabeth Sientje Gouw (1885-), hij is dan zonder beroep, maar later zien we hem als commissionair in aardappelen. 6

1925 Ring A-1 Op 26 nov.1925 leent Jan van der Have Jacobszoon f.2000,- van de veearts M. van der Vliet op dit huis en op een paar stukjes land. (Korteweg) Ca.1927 Ring A-1 Van der Have verkoopt het huis met de grond aan de metselaar/makelaar Marinus Corn. Boogert, die het al snel, in 1928, doorverkoopt aan de Gemeente Nieuwerkerk. Jan van der Have gaat naar nr. A-91, een huis aan de binnenkant van de Ring. 1929 Ring A-1 Dit jaar wordt begonnen met de bouw van een nieuw gemeentehuis met doktersonderwijzers- en ambtenarenwoning. Op het stuk grond waar tot nu toe het hiervoor beschreven huis heeft gestaan komt nu het gedeelte dat de ambtswoning en praktijk van de dokter zal worden. Zie Kerkring 1 verderop. 7

Het Heerenhuis tot 1928. De er bij horende grote schuur wordt vanaf 1821 apart beschreven. De eerste gebouwen op de tegenwoordige Kerkring 3, 5 en 7, die bekend gestaan hebben als het Hooghe- of Heerenhuis, Plaatsenhuis, Stadshuis of Gemeentehuis, stonden daar zeker al in de 15 e eeuw, mogelijk nog eerder. Het eerste kaartje waarop de gebouwen voorkomen is van ca.1765. Links van c staan twee gebouwen n. Zij vormden vroeger het Hooghe-, Heeren- Stads- of Ambachts Huijs, later ook Plaatsenhuis genoemd. In 1929 wordt het gemeentehuis. Nu staat verpleeghuis Hebron er. Van zo n Heerenhuis is uiteraard wat meer bekend; tot 1566 is het van een Ambachtsheer of Ambachtsvrouw, dan wordt het van de stad Zierikzee, die de rechten en bezittingen op Duiveland in 1725 verkoopt aan een volgende reeks Ambachtsheren. Een ambachtsheer is er ook nu nog, maar die is geen eigenaar meer van het Herenhuis, dat wordt in ca.1800 privé bezit van de merkwaardige notaris A. W. van Haalen. We beginnen met een overzicht van de ambachtsheren, ambachtsvrouwen en ambachtsgerechtigden van de Ambachtsheerlijkheid de Vierbannen van Duiveland (Ouwerkerk, Nieuwerkerk, Kapelle en Botland), waarvan de meesten dus eigenaar geweest zijn van het Heerenhuis, maar niet één heeft er permanent gewoond. 1387-1426 Klaas van Borselen wordt benoemd als Ambachtsheer van Duiveland. De Ambachtsheerlijkheid wordt tot een onsterfelijk erfleen verheven. In 1408 wordt er Hooge Jurisdictie aan verbonden, met uitzondering van de rechtspraak over doodslag en vredebreuk, dat blijft de graaf zelf doen. 1426-1469 Adriaan van Borselen (-1468) wordt de ambachtsheer, mogelijk heeft hij al een verblijf op Nieuwerkerk, maar dat is niet zeker; hij trouwt in 1757 met Anna van Bourgondië. 1469-1508 Anna van Bourgondië (ca.1435-1508), de weduwe van Adriaan van Borselen, volgt hem op. In 1505 wordt het Hooghe Huis van de Heerlijkheid de Vierbannen, met zijn moestuin, boomgaard en vijvers, in een akte genoemd, het staat aan de zuidkant van de Ring. Er komt een verordening dat men hier moet rechtspreken, of op Swanenburgh op Capelle. Anna is een dochter uit een buitenechtelijke relatie van hertog Filips de Goede. Zij hertrouwt in 1470 met Adolf van Kleef. Ze heeft tijdens haar leven diverse schorren en slikken laten inpolderen. 8

1508-1518 Omdat Anne van Bourgondië is overleden, beleent keizer Maximiliaan op 21 sep. 1508 de heerlijkheid van Duiveland aan zijn nicht, Anne van Borssele (ca.1471-1518), Vrouwe van Veere, die daarmee dus de nieuwe Ambachtsvrouw van Duiveland wordt. De nieuwe Ambachtsvrouw maakt een soort inhuldigingstocht, vooral ook omdat de onderdanen dan hun eed van trouw kunnen vernieuwen. Rentmeester Jan Corneliszoon noteert van deze tocht de volgende onkosten: Op 21 oct.1508 komt Anne s middags met de hue (type zeilboot) aan bij het Gouweveer met haar begeleiders, bagage en kookgerei. Er wordt 4 schellingen en 2 grooten betaald voor het vervoer en voor het overzetten met roeiboten bij het Gouweveer. Daar worden 9 grooten rondgedeeld aan aalmoezen. Het hele gezelschap wordt met 16 schuiten naar Nieuwerkerk gebracht, en omdat de schippers twee dagen hebben liggen wachten, krijgen ze 8 grooten per boot; samen 5 schellingen 8 groten, plus nog 4 grooten drinkgeld. Aangekomen in haar huis te Nieuwerkerk wordt er op Zaterdag het volgende gekocht: Vijf pond kaarsen ten huize van Heijn Hugeszoon, de naijer te Nieuwerkerk met acht en een half pond boter, eieren, en aarden potten en pannen. Aan Emma Roels wordt er betaald voor eieren en brood. En er worden 5 kabeljauwen gehaald in Zierikzee en karpers op Oosterland. 1518-1542 Adolf Jan van Bourgondië (1489-1540) is de volgende Ambachtsheer, Zoon van Philip van Bourgondië en Anna van Borselen, trouwt in 1509 met Anna van Bergen. Hij is bisschop van Utrecht en admiraal van de Nederlanden Uit die tijd komt één van de grafstenen in de kerk met daarop de volgende tekst: "Hier ligt begraven meester Heynderix Bartelemius, baljuw en opperdijkgraaf van Duvelant, die stierf anno 1541, de 25e dag in december". 1543 _ 1558 Maximiliaan van Bourgondië (1514-1558), hij trouwt in 1542 met Louise de Croy (1524-1585). Het markizaat van Maximiliaan blijkt bij zijn overlijden enorme schulden te hebben. Het uitzoeken daarvan duurt vele jaren; Duiveland wordt in 1566 verkocht. Op een andere grafsteen staat: "Hier ligt begraven Jonker Jan Croeser, in zijn leven baljuw van Duvelant, hij stierf de 3 e dag van de Louwmaand (januari) anno 1554. Tot die verkoop in 1566 vinden we in het kohier van de graaflijke Zeeuwse lenen nog de volgende Ambachtsvrouw en Ambachtsheer: 1558-1563 Jonkvrouw Jacqueline van Bourgondië, de zuster van Maximiliaan van Bourgondië, een vurig rooms katholieke. Zij trouwt eerst met Jan van Vlaanderen, en in 1549 met Jan of Johan van Cruyningen, die in 1559 in Veere overlijdt en daar onder een mooie tombe begraven wordt. Deze Johan en zijn zoon Maximiliaan proberen, door leningen op de restanten van de bezittingen, om hun status en grandeur tot het laatst toe overeind te houden. 9

1563-1566 Jonkheer Maximiliaan van Cruyningen, is volgens Smallegange in 1555 geboren en trouwt in 1596 met Eva van Knipohausen. Hij overlijdt berooid in Heenvliet, één van de laatste familiebezittingen. 1566 Maximiliaan van Bourgondië heeft, zoals geschreven, bij zijn overlijden in 1558 te veel schulden, zijn vele bezittingen, waar ook Duiveland onder valt, moeten verkocht worden. Drie van de vier bannen, waaronder Nieuwerkerk, worden door de stad Zierikzee aangekocht voor in totaal 39.520 car. gulden (is ca. 11526.-.-). Daarbij hoort: Het Hooghe-, Heeren- Stads- of Ambachts Huijs te Nieuwerkerk, waar de baljuw, tevens opperdijkgraaf, woont, en waar de Hooghe Vierschaar (rechtspraak) gewoonlijk gehouden wordt, met alles wat daaraan aard- of nagelvast is, benevens de annexe erve, sal met de Heerlijkheid volgen (hoort er bij); en belangende seeker gedeelte van d erve, dat de Baljuw tot weder-opzeggen in gebruik heeft, sal ter discretie van den Heer koper staan, om sulx also te laten, etc. De hooge jurisdictie wordt uitgeoefend door het college van hoogschepenen met den baljuw en den secretaris van Nieuwerkerk. Van de hoogschepenen zitten er vier voor Nieuwerkerk, twee voor Ouwerkerk en één voor Kapelle. De Lage Vierschaar wordt waarschijnlijk gehouden in één van de herbergen. Alle ambtenaren komen te vervallen, behalve de officianten Philipse en Borman, die, als ze dat willen, hun posten kunnen blijven behouden. 1574 Het zijn roerige tijden. Aan Charles de Boisot, gouverneur van Vlissingen, is de verdediging van Duiveland tegen de Spaanse troepen opgedragen. Hij komt in 1574 met twee vaandels soldaten in Duiveland om Zierikzee tegen de vijandige aanvallen te beschermen. Omdat hij zich niet van zijn leger wil verwijderen, laat hij de Vergadering van de Staten van Zeeland te Nieuwerkerk houden. In 1575 trekt Mondragon door het Zijpe en bezet heel Duiveland en later Schouwen. De soldaten hebben hun hoofdkwartier op Nieuwerkerk en rusten daar uit. Drie dagen later is Mondragon ook de baas in Brouwershaven en de rest van Schouwen, alleen Bommenede houdt het vol tot 22 oktober; nu Zierikzee nog. 1576 In Zierikzee zijn 1500 soldaten gelegerd, maar die worden slecht betaald. Als de boter op raaks wordt er op 28 juni 1976 een verdrag gesloten met Mondragon. Volgens dit verdrag valt ook Nieuwerkerk nu officieel in Spaanse handen. De Spaanse soldaten hebben al een hele tijd geen soldij ontvangen en slaan aan het muiten. Na Haamstede, Dreischor en het platteland plunderen ze op 13 juli 1576 ook Nieuwerkerk. Hierbij worden veel vrouwen verkracht en tientallen mannen en jongens vermoord. Als de troepen wegtrekken, wordt het dorp in brand gestoken. Het vuur woedt dagenlang en legt driekwart van het dorp in de as. Ook de kerk gaat in vlammen op. In hoeverre er schade is aan het Hooge Huis is niet bekend. 10

1591 Een groot gedeelte van de Ambachtsheerlijkheid Duiveland is van1566 tot 1725 eigendom van de stad Zierikzee. Er komen extra voorschriften: De baljuw-opperdijkgraaf moet op Nieuwerkerk wonen, in het Hooghe Huijs. Baljuw en schepenen moeten vanaf nu de hoge- en de lage vierschaar in dit grote gebouw spannen (rechtspraak houden) om wat meer respect af te dwingen, voordien gebeurde dat vaak in één der herbergen. Deze voorschriften worden in 1615, 1620 en 1652 herhaald. In de 18 e eeuw, mogelijk na de verkoop door Zierikzee, wordt het gebouw alleen nog gebruikt door de hoge vierschaar, de lage vierschaar spreekt dan weer recht in de veel gezelligere kroeg. De lijst van baljuws is nog niet helemaal duidelijk, en in hoeverre ze op het Heerenhuis gewoond hebben is moeilijk na te gaan. We zullen er een paar noemen, maar er zal nog veel moeten worden uitgezocht! Vóór 1541: Van één van de grafstenen in de kerk komt de volgende tekst: "Hier ligt begraven meester Heynderix Bartelemius, baljuw en opperdijkgraaf van Duvelant, die stierf anno 1541, de 25e dag in december". 1554: Op een andere grafsteen staat "Hier ligt begraven Jonker Jan Croeser, in zijn leven baljuw van Duvelant, hij stierf de 3 e dag van de Louwmaand (januari) anno 1554. 1563: Op 17 mei 1563 is het Jan Aliaenszoon die een eis indient tegen Adolff van Haemstede, baljuw van Nwk.(D) en Nicolaes de Labluijn, zijn stadhouder. (Hof v. Holl.) 1567: Jacob Gillesz.van Hove, schout te Nwk. in D. wordt gedaagd voor het Hof van Holland door Hellecop Bouwens uit Nwk. namens Jan Adriaen Vlames. 1583: Herman Anthonisse wordt op 8 april benoemd als baljuw en opperdijkgraaf van de Vierbannen; hij blijft dat tot 1590. 1586: Op 2 dec. 1586 besluit men dat baljuw Couwenburch zal worden aangesproken om een bijbel en andere noodzakelijkheden voor de kerk te krijgen. 1633: Volgens Maaten is Johan Stavenisse baljuw der Vierbannen, 1646: Baljuw Cornelis Muloch. 1670: Baljuw de Decker; Baljuw: Johan de Cocq tot 1678, tevens opperdijkgraaf. 1671: Baljuw: Johan de Cocq; Baljuw Cornelis Muloch. 1678 tot 1712: Baljuw Jacobus de Rijcke. Hij is getrouwd met Magdalena Hoffers. Dertien kinderen gedoopt van 1678-1695. 1713: Baljuw Cornelis de Jong, hij is ook opperdijkgraaf der Vierbannen; 1749: Baljuw Isaacq Boom; 1756: Baljuw Ernst Louis Temmink (zie gesch.) 1758: Baljuw Smit. 1760: Baljuw Nicolaas Jansz.van IJsselsteijn. 1761: Baljuw Nicolaas Baster, krijgt 10 pond voor het schoonhouden van de tuin bij het Heerenhuis. 1770: Baljuw Gasper de Keulenaer; hij wordt ook weesmeester. 1776: Baljuw L. Zwemer. 1786: Baljuw Geraldus Jacobus Philipse; tevens secr. 1803: Baljuw en dijkgraaf Pieter Smits. 11

De zakelijke bewindvoerders voor Zierikzee zijn: 1595 t.n.v. Cornelis Bartelssen; 1621 t.n.v. Cornelis Rollandt; 1653 t.n.v. Adrijaen van Meerssen; 1680 t.n.v. Johan Teelinck (na het overlijden van Pieter Mogge; 1690 t.n.v. Leendert Pieterse de Cocq; 1705 t.n.v.cornelis Corneliszn Ockerse. Tenslotte nog een lijst met Rentmeesters en beheerders van de Ambachtsheerlijkheid: 1578 Thomas Leenaartse Rinck. (vb) 1579-1601 Lieven Sebastiaanse Ruijte. (vb) 1601-1623 Nicolaes Jobse Vierling. (vb) 1637-1677 Pieter van Couwenburgh. (vb) 1677-1704 Cornelis Imens (tevens penningmeester) (vb) 1762 1769 C. de Jonge; 1785 1799 G. J. Philipse; 1799 1814 A.W. van der Halen; 1823-1834 J.I. Moens; 1836 1851 K.W. de Jonge; 1856 1858 W.M.H. de Jonge; 1859 1877 J.P. van der Bilt; 1877 1904 B.G. van der Have; 1909 1918 J.W.D. en L.M. J. Schuurbeque Boeije; 1918 1935 J.S.L. Korteweg; 1935 1939 H.F. van 't Haaff; 1940 1941 J.W. Raap; 1941 1950 P. Heering; 12

1725-1730 De gemeente Zierikzee heeft waarschijnlijk geld nodig want op 1 juni 1725 wordt in herberg De Groote Zoutkeete door de burgemeesters enz. van de stad Zierikzee, de verkoping gehouden van de Heerlijkheid de Vierbannen in Duiveland met nog enige Ambachten in Schouwen en in Duiveland. In de voorwaarden staat o.a. vermeld dat een klein percentage van de koopsom voor de armen is; de helft voor de armen van Zierikzee, de andere helft voor de armen ter plekke. De molens van Nieuwerkerk en Ouwerkerk zijn al op 16 mei 1703 verkocht zodat daar nu alleen nog cijns van ontvangen wordt: 16.13.4 op Nieuwerkerk en 12.0.0 op Ouwerkerk. Die van Nieuwerkerk heeft trouwens in 1723 voor 7 jaar een korting gekregen van 2.13.4. Een paar van de geschatte waarden van de goederen: op Nieuwerkerk: Het Grote Huis met schuur, hof en vijvers 227 roe (ca. 3000 m2, is 500.-.-. waard. Een boomgaard daarachter, 2 Gem.15 roe (ca 4400 m2), wordt geschat op 183.6.8. En nog een kleine boomgaard, 218 roe (ca.3000 m2), op 33.6.8. De rechten leveren, behalve de molencijns, o.a. de volgende inkomsten op: 33 pond uit belasting op bier; 14.-.- van tienden; 33.-.- uit de visserijen; 24.-.- van de 1 grootte die per gemet moet worden betaald; ca. 20.-.-, oftewel de helft van de boetes; 40.-.- uit de Heeren Diensten; 60.-.- van dijk-ettingen (verpachting van dijken voor begrazing); verpachting van het veer Viane-Stavenisse en van de Staart naar Rotterdam; de vrachtrijders, de vogelarij enz. Na het overlijden van een baljuw of opperdijkgraaf moet een nieuw aangestelde daarvoor 250.-.- betalen aan de Heer, een secretaris 150.-.-, en een schout of dijkgraaf 33.6.8. Op 16 juni 1725 koopt Maria Nachtegaal, de weduwe van wijlen de burgemeester Johan van der Mandere, als moeder en voogdes over haar minderjarige kinderen, de Vierbannen voor 83.500,- Carolische guldens (is ca. 24354.-.-) van de stad Zierikzee: De bannen Nieuwerkerk, Capelle en Botland voor haar zoon Johan van der Mandere, en het ban Ouwerkerk voor zijn broer Jacob van der Mandere. 1730-1771 Als Johan van der Mandere in 1730 overlijdt, wordt zijn broer Jacob van der Mandere (1707-1775) de ambachtsheer van de dan weer (bijna) complete Vierbannen. (zie 1771) Hij is dan ook eigenaar van het Heerenhuis met de er naast liggende schuur. Ca. 1751 is Jacob van der Mandere douwerkerk burgemeester van Vlissingen. Jacob is getrouwd met Petronella Geertruida van Berckel (1716-1780). 13

1755 Op 28 sep.1755 gaat de weduwe van Guiljam Huijbregtse de Clercq met attestatie naar Noordgouwe. De Clercq was kastelein in het Plaatsenhuis. (4668-78) 1761 In 1761 heeft timmerman Krijn van der Plas een flink karwei gedaan aan het Heerenhuis en de schuur op Nieuwerkerk, aan hem wordt 46 pond betaald. Ook timmerman Reijnout van Reet, metselaar Johannis Mulder, metselaar Klaas van Alphen en smid Abraham de Munter verrichten diverse werkzaamheden. Aan baljuw Baster wordt 10 pond betaald voor het schoonhouden van de tuin achter het Heerenhuis gedurende twee jaar. Cornelis de Jonge heeft de tuin geploegd, en Jacobus Izakse heeft gesnoeid en geplant. Pieternella Braam schuurt en lucht het Heerenhuis voor een paar pond per jaar. (Afrek.) 1771-1787 Mr. Paulus Eduwaldus van de Perre wordt de nieuwe Ambachtsheer van de bannen Nieuwerkerk, Capelle en Botland. In 1772 wordt het door vereniging uitgebreid met het ambacht in Botland. 1787-1790 Johanna Suzanna van der Mandere wordt Ambachtsvrouwe na het overlijden van haar man Paulus van der Perre. 1790-1836 Jacoba Johanna van de Perre, oud 12 jaar, wordt Ambachtsvrouwe, na het overlijden van haar moeder Johanna. Jacoba trouwt met haar neef Jan Cornelis van der Mandere. Ze wonen van 1790-1805 op het landhuis der Boede bij Koudekerke. 1791 Dominee Franciscus van de Kasteele wordt wegens het plegen van sodomie tot bloedens toe gegeseld op een schavot voor het Herenhuis te Nieuwerkerk en buiten de maatschappij gesloten: de kerkeraad vindt dat hij als dood beschouwd moet worden. (zie verhaal Kerk enz.) 1796 Aan timmerman Corn. Uijl en metselaar Hermanus Mulder wordt betaald voor werk aan het Heerenhuis. De weduwe Pupelink past nu op het Heerenhuis en ontvangt daarvoor 5.6.-. Rekening van Cornelis Uijl. 14

1800 Op 9 juni 1803 levert rentmeester A. W. van der Halen het Rekening Courant wegens de Domeinen der Vierbannen in over de jaren 1800 en 1801 bij J. C. van der Mandere, die getrouwd is met de Ambachtsvrouwe Jacoba Johanna van der Perre. Behalve de normale inkomsten van pachten, cijns enz., en de uitgaven aan dijkgeschot, aanplant en onderhoud van bossen, belasting en de beloning voor de rentmeester zien we dat de weduwe Pijpeling 3.10.8 per jaar betaald krijgt voor het oppassen en schoonhouden van het Heerenhuis, ze krijgt betaald tot mei 1801. Verder zijn er rekeningen van timmerman C. Uijl, metselaar Mulder, smid Jozua van Beek en schilder Evert Steenland voor reparaties aan het Heerenhuis t/m nov.1800. Kennelijk gaat er iets gebeuren met dit Heerenhuis, in 1800 en in 1801 zijn er posten van 10 en 8 schelling voor het schoonmaken van de meubelen die verzonden worden naar Middelburg. Op 18 aug.1801 wordt het Heerenhuis leeg gemaakt, er worden tafels, stoelen, bedden enz. verkocht; de totaalopbrengst voor de landvoogdes is 83.9.10. Van der Halen zelf krijgt dit jaar 13.6.8 als rentmeester plus 2% over de 725.10.16 inkomsten, is 36.5.6, en hij rekent ook nog 5.6.- schrijfloon. De totale inkomsten voor de Ambachtsvrouw bedragen 725.10.6; de onkosten zijn 213.3.10½. Van der Halen heeft in nov.1801 al 106.-.- betaald en op 1 jan.1803 betaald hij de rest: 406.6.7½. Van der Halen moet trouwens wel elk jaar 25.-.- recognitie betalen omdat hij het secretarisambt op Nieuwerkerk mag uitoefenen en daar apart voor wordt betaald. 1802 In de afrekening met van der Mandere vermeldt van der Halen niets meer over onkosten voor het Plaatsenhuis, waarschijnlijk is het dan al op één of andere manier van hem geworden. 1808 Op 9 feb. 1808 is er een merkwaardige akte: Ter requisitie (op verzoek) van de secretaris A. W. van der Halen worden door de baljuw en de schepenen van Nieuwerkerk, Capelle en Botland de volgende, hem in eigendom aankomende en ten register alhier onbelaste goederen, getaxeerd, welke zij verklaren waard te zijn als volgt: 1 e : Dit huis nr.2 aan de zuidkant van de Kerkring, met koetshuis en erf, groot 227 roeden, met de daarin liggende vijvers. Samen met de zogenaamde grote boomgaard, groot 2G. 15R., en de kleine boomgaard van 220R. aan de westkant van de grote boomgaard. De waarde is 550 pond vlaams. 2 e : Het huis A-3 met erf en daarachter liggende tuin, duivenkooi en de daaraan grenzende vijver. (M-332) (nu Ring 9-15), waar Jan Sluiters gaat wonen of al woont; het is getaxeerd op 450 pond vlaams. 3 e : Diverse stukken land, samen 6G. 230R. à 30 pond per gemet is 203 pond vlaams. 4 e : 7G. 170R. land in de 3 e mate van het Oude Nieuwland à 20 pond per gemet. 5 e : 3G. 209R. aangeplant bos in de 9 e mate van het Oude Nieuwland à 50 pond per gemet. Getekend: Mij present, loco secretaris C. Uijl. (4668-123) Schout noch schepenen zijn aanwezig, behalve schepen Cornelis Uijl, en die ondertekent dus als loco-secretaris! Dit is een vreemd verzoek, het lijkt alsof van der Halen bevestiging zoekt van het feit dat hij eigenaar is Tot nu toe heb ik nog geen koopakte gevonden. 15

1813 In een akte van 1813 van van der Halen staat dat die is opgemaakt hier, ten zijnen huize (het Plaatsenhuis), maar hij woont in Zierikzee. Van der Halen veroorzaakt later problemen, ook op Nieuwerkerk, waar hij secretaris is, het loopt niet zo goed met hem af. 1814 Schout of burgemeester Pieter Smits overlijdt. Landelijk en provinciaal zijn het, vooral bestuurlijk, nog steeds roerige tijden. Er is (nog) geen aanstelling van gevonden, maar Smits wordt kennelijk opgevolgd door één van de schepenen, de timmerman Cornelis Uijl (1744-1824), we zien zijn handtekening als eerste ondertekenaar op diverse hoofdelijk aanslagen van de gemeente, en hij wordt genoemd als de schout die in 1817 meeloopt om de grenzen van Nieuwerkerk vast te leggen voor het kadaster. Uijl is schout tot ca.1923. (zie ook Hoge Kerkstraat 10); In 1824 staat in een gemeenteraadsverslag dat de gewezen schout Cornelis Uijl de f.42,75 terugvraagt die hij als voorschot voor diverse zaken heeft betaald; de f.12,75 die hierbij zit voor koffiegeld tijdens raadsvergaderingen krijgt hij niet terug: De heren hadden de koffie zelf moeten betalen! Op 26 dec.1814 sluit mr. A. W. van der Halen het rekening courant van de domeinen der Vierbannen van Duiveland over de jaren 1807 t/m 1813; hij is rentmeester van de Ambachtsheerlijkheid geweest van 1799-1814; pas in 1823 wordt J. Moens aangesteld als de nieuwe rentmeester of beheerder. Er wordt in dat overzicht niets meer vermeld over het Herenhuis. (Mb. rek.106) 1817 Kennelijk is notaris Albertus Willem van der Halen ( -1839) inderdaad eigenaar van het Plaatsenhuis want dit jaar verkoopt hij het aan Jan Sluiters. Over deze notaris, secretaris van Nieuwerkerk, rentmeester van Duiveland en penningmeester van de polder Schouwen valt nog iets meer te vertellen! Albertus wordt in dec. 1790 op recommandatie van de magistraat van Zierikzee door het Hof van Holland toegelaten als notaris. Op 10 jan. 1791 betaalt A. W. van der Halen in Z.zee trouwgeld met mej. C. J. van der Valk. Ca.1807 trouwt A. W. van der Halen met Magdalena de Jonge. Op 31 maart 1823 blijkt notaris-secretaris van der Halen f. 31.599,-. gestolen te hebben van de polder Schouwen, Burgh en Westland waar hij secretaris-penningmeester is; het wordt een rechtszaak, hij vlucht naar zijn zwager Hendrik Mulock Houwer en leeft daar een paar jaar in vrouwenkleren. Later gaat hij naar Bentheim en overlijdt in Veldhuizen. In de opsporing verzocht staat dat van der Halen "zeer dik van buik, aamborstig en kort van hals is, met alle kentekenen van een borstkwaal, hij heeft kleine handen, is zeer schelkrassend van stem en vlug van uitspraak is; hij spreekt Nederduitsch en zeer gebrekkig Fransch en hij heeft soms aanvallen van het Podegra". Deze laatste aandoening, ook wel "het pootje" genaamd, krijg je door véél zware rode wijn te drinken, bourgogne vooral. De vader van van Halen was trouwens ook als penningmeester van dezelfde polder ontslagen vanwege een kastekort! 16

Op 11 april 1823 stuurt de commissaris van het 2 e district van Zeeland, W. A. de Jonge, een briefje naar het gemeentebestuur van Nwk. Hij heeft met van Halen gesproken en die heeft gezegd dat hij a.s. maandag naar Nieuwerkerk zal komen om te helpen om het kohier van de hoofdelijke omslag op te stellen en opening van zijn administratie te geven; blijkbaar zijn de zaken niet in orde. De commissaris raadt aan om dan de administratie nauwkeurig na te gaan en zijn kas, behoorlijk te verifiëren, en hem dadelijk een schriftelijk rapport op te sturen. In sep. 1823 is er een verkoop van al de roerende en onroerende goederen van A. W. van der Halen: Een tuin en 2 huizen in Z.zee, aandelen in meestoof; 5 stukken grond en tienden; samen ruim f.7000,-. Het wordt grotendeels gebruikt om de schuld aan het waterschap Schouwen te verminderen; die hoeven nu nog maar f. 27.000,- te lenen! De rest van de bezittingen van hem schijnen op naam van zijn vrouw te staan! Op 21 nov.1823 stuurt commissaris de Jong een extract van een brief van GS naar het gemeentebestuur. Het gaat over de rekening over 1822 die van der Halen, als plaatselijke ontvanger van Nieuwerkerk, pas heeft ingediend en waarbij, kort na het vertrek van de toenmalige schout Uijl, door twee leden van het bestuur afrekeningen zijn ondertekend die niet in orde zijn. Omdat er meer klachten zijn over van der Halen wordt goedgevonden dat hij uit zijn functie van secretaris-ontvanger wordt ontslagen. Wanneer en waarom Uijl precies is weggegaan als schout is niet duidelijk, mogelijk is hij ziek, hij overlijdt 26 maart 1824. In 1823 en 1824 is er correspondentie waarbij de gewezen schout Cornelis Uijl de f.42,75 terugvraagt die hij als voorschot voor diverse zaken heeft betaald; de f.12,75 die hierbij zit voor koffiegeld tijdens raadsvergaderingen krijgt hij niet terug: De heren hadden de koffie zelf moeten betalen! Op 20 maart 1817 verkoopt A.W. van der Haalen zoals gezegd, met een ondershandse akte de volgende zaken aan Jan Sluijters: 1 e : Het huis, A-3 met erf en daarachter liggende tuin, duivenkooi en de daaraan grenzende vijver. (sectie M-332) (nu Ring 9-15), waar Jan Sluiters gaat wonen of al woont. 2 e : Dit huis met erf nr.2, het zgn. Plaatsenhuis, met de tuin er achter, strekkende westwaarts tot het dreefje waarover de uitbaning gebeurt. (M-332a) 3 e : Een schuur met daarachter een erf en tuin groot 45 roeden, staande naast het Heerenhuis A-2 en lopende met de zuidoostkant langs de dreef van Dingeman Hallingse. (M-332c) 4 e : Een hof, het zgn. Eilandje, met de vijvers erom heen, behalve de grond er omheen en daar vandaan 3 voet (1 meter) in deze vijvers; gelegen over het dreefje aan het einde van de schuur van Jan Hallingse.. 5 e : Een tuin van 60 Roeden gelegen aan de zuidwestkant aan het einde van de Weststraat, uitkomende aan de Straatweg. (volgens akte van 1821) Bij de inschrijving in het register wordt f.252,31½ aan rechten betaald voor de 10e en 15e% verhogingen. (Volgens de akte van 1821) Op 18 sep.1817 leent Jan Sluijters, landbouwer te Nieuwerkerk, met zijn vrouw Elizabeth van Damme f.6000,- van de Onderlinge Brandwaarborg Mij., met als onderpand: 1 e : Twee naast elkaar gelegen huizen met een schuur en de bijbehorende erven; nr.2 en 3; 2 e : De nu gerooide Boomweije, waarvan 200 roeden schotbaar; in de 41 e mate nr.3. 3 e : De Boeije s weije, naast het voorgaande gelegen in de 41 e mate nr.2; 1G.210R. 17

1818 A-2. Het vroegere Plaatsenhuis is nu dus van de er naast wonende Jan Sluiters. Het wordt bewoond door twee van zijn getrouwde dochters: 1 e : De 21 jarige Hendrika Sluiters, die getrouwd is met de 24 jarige arbeider Marinus van Damme; zij overlijdt in 1920 bij de geboorte van een dochtertje. Marinus gaat dan naar A-69 en het dochtertje gaat naar opa en oma Sluiters. 2 e : De 28 jarige Christina Sluiters, die getrouwd is met de 32 jarige landbouwer Johannis van Nieuwenhuijze; zij hebben 3 kinderen. 1821 A-2. Een trieste dag: het eens zo trotse Heerenhuis en de schuur en de tuinen worden apart verkocht. Op 27 maart 1821 houdt de notaris D. Boom een openbare verkoping in de herberg van Pieter Kik waarbij Jan Sluiters, die nu in Bergen op Zoom woont, zijn bezittingen hier verkoopt: 1 e : Het huis met erf, A-2, het zgn. Plaatsenhuis, met de 38 roeden (5 roeden 31 ellen Nederlandse maat is 531 m2) tuin er achter, strekkende westwaarts tot het dreefje waarover de uitbaning gebeurt, voor f.600,- aan Dingeman Cornelis Hallingse (1751-1822). Dingeman woont in de Kerkstraat in het huis van zijn tweede vrouw, en hij koopt dit huis waarschijnlijk voor zijn zoon Cornelis Hallingse, die in 1822 ad interim burgemeester zal worden. 2 e : Een ongenummerde schuur met daarachter een erf en tuin groot 45 roeden c (ca.609 m2), staande naast het huis nr.2 en lopende met de zuidoostkant langs de dreef van Dingeman Hallingse wordt gekocht door Dingeman Hallingse voor zijn kleinzoon Jan Hallingse uit Nwk. voor f.800,-. Die Schuur naast het Heerenhuis wordt verderop apart beschreven. 3 e : Een tuin met daarbij liggende goudvisvijver en een pad van 4 voet breed, liggende achter het erf van huis nr.3; lopende noordwestelijk langs de zgn. Boeijens weide, strekkende zuidwestwaarts tot over de goudvisvijver, en komende met het einde tot aan de Boomweide. Samen 203½ Roede, wordt niet verkocht. 4 e : Het woonhuis met erf A-3, (zie de tegenwoordige Kerkring 9 etc.) en de daarachter gelegen tuin met tuinhuis en duivenkooi, en de daaraan grenzende vijver, voor f.2305,- aan Marinus Louis Brouwer. 5 e : Een tuin van 60 Roeden gelegen aan de zuidwestkant aan het einde van de Weststraat, uitkomende aan de Straatweg, die gekocht wordt door de arbeider Adriaan Boluijt voor f.250,-. 6 e : een stuk land van ruim 1 Gemet in de 8 e mate van Oud-Nieuwland. 7 e : Een hof, het zgn. Eilandje, met de vijvers; gelegen over het dreefje aan het einde van de hiervoor genoemde schuur van Jan Hallingse. Het wordt gekocht door de heelmeester van Nieuwerkerk, Johannis Jacobus de Moor voor f.150,-. 8 e : Een stuk weiland van ruim 1 Gemet in de 41 e mate nr.2, dat ook niet verkocht wordt. (D. Boom) 18

1822 Ring A-2. Dingeman Hallingse overlijdt kort na de aankoop. Op 6 juli 1822 wordt door notaris een mooie staat en inventaris opgemaakt voor de kinderen en voor zijn laatste vrouw, de weduwe Geertruid Wagemaker. Die nagelaten kinderen zijn: Cornelis Hallingse, zijn broer Frans uit Brouwershaven en hun zuster Tannetje, getrouwd met de veldwachter Joh. v. Dam uit Oosterland. Er zijn drie testamentaire disposities waarmee rekening gehouden moet worden: a: 20 mei 1778: Dingeman en zijn eerste vrouw, Jannetje Weksteen, (Oudesluijs), b: 21 jan.1817: Dingeman Hallingse, (A. W. v. d. Halen), c: 6 feb.1802: Tannetje Dalebout, de moeder van Dingeman, die getrouwd was met Cornelis Hallingse. (M. Berman). Op 27 dec.1822 komen de kinderen van Dingeman Hallingse bij notaris A. W. v. d. Halen om de erfenis te verdelen. Daarbij zit de opbrengst van de hofstede Cereales die intussen voor f.12.389,75 verkocht is. Verder is er dit huis, het Plaatsenhuis met 5 Roeden 31 Ellen (38 Roeden Duivelandse maat) hoveniersgrond daarachter ter waarde van f.800,-. En dan is er ook nog de tuin en vijver gelegen achter het Plaatsenhuis, achter de vijver van Marinus Brouwer en naast de vijver van de Moor. Tot de boedel behoren verder vrij veel stukken land, diverse brieven van het kapittel van Munster van diverse stukken tienden land en aandelen in de meestoof. Verder is er nog de Korte Dreef ter waarde van f.100,- en een huis met schuurtje en erf in de Kerkstraat A-47 (zie nr.13) De totale baten zijn f.25.737,74, waar f.19.742,54 schuld tegenover staat. (v. d. Halen) De zoon Cornelis Dingemanse Hallingse (1783-1847) krijgt dit Plaatsenhuis toebedeeld met de zgn. Korte Dreef met de bomen en allerlei stukken land enz., en ook nog de helft van een huis met schuurtje en erf aan de noordkant van de Kerkstraat, nummer 47 voor f.290,- (Kerkstraat 15). De zoon Frans, die op Brouwershaven woont en als ingenieur bij waterstaat werkt, krijgt ook allerlei stukken land, en de helft van het huis in de Kerkstraat. Cornelis en Frans hebben elk, na aftrek der schulden, recht op f.2243,20. Dochter Tannetje, die met Johannes van Don, de veldwachter op Oosterland, getrouwd is, neemt genoegen met de f.1493,80 die haar testamentair toekomt. (v Halen) Cornelis Hallingse is in 1807 getrouwd met Adriaantje Joziasse de Bruijne (1785-1812), maar zij verdrinkt, met twee anderen, met een ijsslee in de Geul op Oosterland. Cornelis hertrouwt in 1813 met Burgtje van den Bogaart (1779-1858); ze laten 5 kinderen dopen waarvan alleen de zoon Dingeman volwassen zal worden. Cornelis Hallingse is landbouwer, maar ook enige jaren diaken en ouderling voor de Ned. Herv. Kerk. Vanaf 1822 is hij ad-interim burgemeester van Nieuwerkerk, in 1825 wordt hij aangesteld als burgemeester en blijft dat tot 1838. Cornelis gaat hier wonen, in het plaatsen- of dorpshuis. Ze woonden eerst in de Kerkstraat (zie Hoge Kerkstraat 15). 19

1824 Ring A-2. Op 9 dec.1824 leent Cornelis Hallingse f. 800,- van Jacobus Dekker uit Zierikzee. (Zijn vader had daar al eerder een lening van f.1200,-) Als onderpand op deze eerste hypotheek dient het huis en erf, zijnde het zogenaamde Plaatsenhuis met twee tuinen. Verder nog 1/16 e portie in de meestoof. (D. Boom) 1828 Ring A-2. Cornelis Hallingse woont hier met zijn vrouw Burgtje en hun in 1815 geboren zoon Dingeman. Er is vrijwel steeds een inwonende knecht en dienstmeid. 1832 Ring A-2. De nu hier op sectie M-332a, groot 170 m2, wonende burgemeester Cornelis Hallingse bezit veel land o.a. in F, Krabbenhoeke; in G, de Stoofblok; in H, de Noordplas en 20 percelen in M, in het Oude Nieuwland in- en rond het dorp. En hier aan de Ring het huis met de schuur, de vijvers enz., kortom, een man van aanzien! 1832 Ring A-3. Op 27 maart 1832 worden door de dochter van de overleden Jac. Dekker diverse hypotheken opgezegd aan landbouwer Cornelis Hallingse en zijn vrouw Burgje van den Bogerd, in totaal voor f.14.200,-. Hieronder valt o.a: het z.g. Plaatsenhuis, met 5 roeden 31 ellen tuingrond daar achter, en 17 roeden 21 ellen tuingrond daarnaast. De notaris komt met de boodschap naar het huis van Hallingse, die zegt zo snel mogelijk te zullen betalen. Daarna maakt de notaris in het bijzijn van de twee getuigen, de schoenmaker Jacob Lambrechtse Kooijman en gareelmaker Johannis van Driel, een inventaris van de roerende goederen. Er zijn o.a. 6 paarden, 10 koeien, 3 boerenwagens, 2 ploegen, diverse vruchten te velde, enz. (C. P. Boom) 1838 Ring A-2. Cornelis Hallingse woont nog steeds in dit huis op de Ring, op sectie M-332. Op 17 mei 1838 (mogelijk ook 10 dec.1838) krijgt de makelaar D. van der Vliet volmacht van Cornelis Hallingse Dingemanszoon om 45 percelen te verkopen. Het meeste is land, maar er zijn ook 2 schuren bij aan het eind van de Weststraat en twee huizen in de Kerkstraat. 1842 Ring A-2. Op 10 feb.1842 leent Cornelis Hallingse Dingemanszn. f. 800,- van Frans Hallingse, opzichter bij Rijkswaterstaat in Brouwershaven, met als 1 e hypothecair onderpand dit woonhuis en erf met de daarachter liggende tuin en vijver, benevens de gevolge en aankleven van dien ; (not. Borrendam) 1847 Ring A-2. Cornelis is overleden, zijn zoon Dingeman Hallingse (1815-1860) wordt de nieuwe eigenaar van o.a. dit huis op M-332a en b. Dingeman is in 1846 getrouwd met Cornelia van den Bout (1817-1888), ze wonen hier met moeder Burgtje en een inwonende knecht en dienstmeid. Dingeman is burgemeester van 1856-1860. Na het aftreden van zijn vader in 1838 zijn er twee burgemeesters geweest die niet hier woonden, maar nu woont er dus weer één in het vroegere Heerenhuis. Het zal voorlopig wel de laatste zijn, alleen burgemeester van Eeten zal, net voor de ramp, ongeveer op deze plek nog even wonen met zijn vrouw, maar dan is het oude Heerenhuis al lang gesloopt. 20

1855 Ring A-2. Op 4 september 1855 houdt de gemeenteraad zitting in de herberg De Meebaal. De raad onderzoekt dan onder andere een kist met gemeente papieren, correspondentie en wat oude Staatscouranten. De Staatscouranten gaan terug in de kist en de burgemeester neemt de rest mee naar het huis. Een paar dagen later inspecteren ze nog een kast met papieren. De meeste stukken van rond 1700 zijn zo aangetast dat besloten wordt om ze meteen te verbranden. De oude Staatscouranten worden gewogen en voor ƒ 2,80 verkocht aan kastelein Stoutjesdijk. 1856 A-2. De burgemeester/landbouwer Dingeman Hallingse, betaalt dit jaar f.28,- belasting aan de gemeente, de op één na hoogste klasse. 1860 A-2. Op 9 juni 1860 verongelukt de 44 jarige burgemeester D. Hallingse, hij is op familiebezoek geweest in Brouwershaven en rijdt in de donkere nacht tussen Capelle en Nieuwerkerk met zijn rijtuig de sloot in. Hij wordt, droog achteroverliggend in het rijtuig, gevonden. Al op 27 juli 1860 wordt de landbouwer Franke Bouman (1829-1901), die op De Wereld woont, benoemd als de nieuwe burgemeester van Nieuwerkerk.. 1861 A-3. (na vernummering) Cornelia van den Bout, de weduwe van Dingeman Hallingse, is nu eigenaresse; ze verhuist in sep.1861 naar de Vissersdijk D-536 in Zierikzee samen met haar dienstbode Jacoba de Jonge. In 1865 hertrouwt Cornelia met Herbert W. H. van Maenen in Amsterdam. Op 14 okt. 1861 leent Cornelia f.5000,- van burgemeester Cau uit Zierikzee, met als onderpand: dit huis met schuur en erf A-3, de vijver, twee schuren en ruim 18 bunder land. 1862 A-3. Op 12 feb.1862 verkoopt Cornelia verschillende zaken op het dorp voor f.2300,- aan Kornelis (Kees) van Westen Czn.(1833-1922) a/: Dit huis en erf, sectie M-332a, groot 170 m2. b/: De tuin, sectie M-326, groot 1320 m2. c/: De vijver, sectie M-325 groot 315 m2. d/: De tuin, sectie M-332b van 420 m2. Op dezelfde akte wordt voor f.1340,- een schuur met erf verkocht, sectie M-286 (zie Poststraat 2), groot 11 Roeden 60 ellen aan vier mannen: Kornelis van Westen, Leendert de Groene, Simon Kister en Pieter Smallegange. (Ermerins) Kornelis van Westen heeft zijn boerderij Hooggelegen op Capelle dit jaar verkocht. Het is niet duidelijk waarom hij de boerderij, die hij slechts zes jaar eerder van zijn moeder kocht, nu met verlies verkoopt, en naar het dorp vertrekt. Kornelis is in 1858 getrouwd met Krina Jacoba Capelle (1837-1898) ; haar vader is welgesteld en boert van 1829 tot zijn dood in1865 op Schoonverbond. Zij komen hier wonen; van 1859 tot 1867 worden er vijf kinderen geboren, waarvan er twee maar kort leven. Er is regelmatig een inwonende dienstmeid. 1876 A-3. Op 26 oct.1876 leent landbouwer Kornelis van Westen Corneliszoon f.500,- van meester Cornelis van der Lek de Clercq uit Noordgouwe met als onderpand een eerste hypotheek op dit woonhuis, schuur, erf, tuin en vijver. (Bouvin) 21

1878 A-3. Kornelis van Westen leent er nog f.2000,- bij van meester Cornelis van der Lek de Clercq, het is een 2 e hypotheek op dit huis, schuur, erf, tuin en vijver zoals in 1876, en een eerste hypotheek op de hiernaast gelegen schuur met erf en uitweg als weiland gebruikt, sectie M- 286 en 590 groot 2200 m2, en op een huis met tuin, sectie M-755 groot 116 m2 (zie pastorie Kerkstraat), en tenslotte op een huis met erf op sectie M-512, groot 149 m2 (zie Kerkstraat 34). (Bouvin) 1897 A-3. Dit huis met schuur en erf van Kornelis v. Westen Czn. op sectie M-332a groot 170 m2, de tuin M-326, groot 1320 m2, en de tuin M-332b, groot 420 m2, worden samengevoegd tot één sectie M-1272, groot 2140 m2. 1903 A-3. Op 12 oct.1903 wordt er een staat en inventaris opgemaakt voor Kornelis van Westen omdat zijn vrouw Krina is overleden. (J.C.v.d.Lek de Cl.) Naast dit huis, erf en tuin op sectie M-1272 + M-1302, groot 2377 m2, dat nu getaxeerd wordt op f.4000,-, is er ook nog een huis met erf, sectie M-1239, groot 147 m2, getaxeerd op f.800,- (zie Hoge Kerkstraat 34) De vier getrouwde kinderen hebben elk recht op f.150,-; Kornelis heeft recht op f.1800,-; hij houdt de huizen, en blijft de kinderen elk f.150,- schuldig. (CvdLdC) 1914 A-3. De sectie M-1272, groot 2140 m2. wordt gesplitst omdat de RTM grond nodig heeft voor de tramlijn, zij kopen een stuk tuin op sectie M-1688 groot 368 m2. Wat Cornelis van Westen overhoudt is dit huis met tuin op sectie M-1687, groot 1345 m2, en een tuin op sectie M-1689 groot 490 m2. 1922 A-3. Cornelis van Westen overlijdt op 2 april 1922 in dit huis; zijn zoon Kornelis Pieter, die assuradeur is in Amsterdam, en zijn schoonzoon, de bankwerker Tjibbe Bijlsma, doen aangifte Op 6 sep. 1922 verkopen de erfgenamen de volgende zaken: 1 e : Het woonhuis met het erf en de tuin op de secties M-1687, M-1689, M-1690 en M-1691, samen groot 2012 m2 gaat voor f.2601,- naar één van de kinderen, Kornelis Pieter van Westen (1875-), die getrouwd is met Suzanne Robbers. Van het huis is de voorkamer voor f.2,- per week verhuurd aan de arbeider W. van Dijke (1887-), die daar woont met zijn vrouw Adriana Kort en hun vier kinderen. De achterkamer is verhuurd voor f.100,- per jaar aan de landbouwer Jan van Westen (1853-1930, Z.zee), met zijn vrouw Anna Flikweert (1859-1914) en hun vijf kinderen. 2 e : een huis in de Kerkstraat wordt verkocht aan L. de Bil. (zie Hoge Kerkstraat 34) 3 e : De schuur met tuin en erf op sectie M-1166, groot 562 m2 wordt verkocht aan Thonis de Bil. (Korteweg) 22