Ga voor Goud Viering voor school en kerk ter gelegenheid van Sirkelslag School Wat is Sirkelslag School? Sirkelslag School 2016 wordt gespeeld in de eerste drie weken van november. Sirkelslag School speel je als groep onder schooltijd tegen honderden andere scholen in Nederland. Gewoon vanuit je eigen klaslokaal. Sirkelslag SCHOOL is een perfecte manier om invulling te geven aan een levensbeschouwelijk of godsdienstonderwijs. Het is een spannend, interactief spel dat is gekoppeld aan de levensbeschouwelijke methode Kind op Maandag. Het thema van Sirkelslag School Dit jaar is het thema van Sirkelslag School Ga voor Goud! In de spellen van Sirkelslag gaan kinderen aan de slag met hun eigen talenten. Het Bijbelverhaal waarbij de spellen aansluiten is de gelijkenis van de talenten (Matteüs 25:14-30). Thematisering van de gelijkenis In Sirkelslag is de gelijkenis van de talenten als volgt gethematiseerd. Het maakt niet uit hoeveel of hoe weinig talenten je hebt gekregen. Waar het om gaat is dat je het talent gebruikt. De slaaf die één talent ontving, was bang voor zijn heer en begroef het talent. Toen de heer daar achter kwam werd hij boos. Het gaat er niet om dat het talent niet groter of meer is geworden, maar om het gegeven dat de slaaf niets gedaan heeft met het talent. Een talent is een gewichtsmaat. Het gaat in de gelijkenis dus om grote sommen geld. De gelijkenis wil iets duidelijk maken over het koninkrijk van God, namelijk dat je mag en kunt inzetten wat je hebt gekregen. Het verhaal doet een appèl op iedereen om zich in te zetten met wat je is toevertrouwd. Een praktische uitwerking kan zijn dat je je talenten inzet voor het koninkrijk van God. Verbinding met documentaire Als voorbereiding op het spelen van Sirkelslag, hebben de kinderen gekeken naar de documentaire Kippen voor Kimaru. De documentaire gaat over Kimaru, een positieve, strijdbare jongen die knokt voor zijn toekomst. Kimaru heeft maar één doel en dat is naar school gaan om ingenieur te worden. Nog maar een paar maanden geleden overleed zijn vader. Nu is het voor Kimaru (tien jaar oud) nog moeilijker het hoofd boven water te houden. Hij en zijn moeder zijn arm. Straatarm. Het schoolgeld van omgerekend 10,- kan hij niet betalen en hij moet van school af. Op een zondag komt tante Ursula op visite. Kimaru rent haar tegemoet. Ze heeft een doos meegenomen en daar zitten vijf kuikens in. Die zijn voor Kimaru. Hij is blij. Hij mag voor de kuikens gaan zorgen. Zo kan hij eieren verkopen en zijn schoolgeld verdienen, maar dan
Aanknopingspunten voor de viering Talenten heeft te maken met zaken waar je goed in bent. Vaak geldt dat je de dingen waar je goed in bent ook leuk vindt om te doen. Op school wordt vooral een beroep gedaan op cognitieve vaardigheden of talenten. De Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner stelt dat deze benadering wat beperkt is. Mensen kunnen namelijk veel meer dan taal en rekenen. Hij onderscheidt meerdere intelligenties. Je zou ook kunnen stellen dat er verschillende soorten talenten zijn. Hij noemt de volgende intelligenties of talenten: verbaal/linguïstische intelligentie (taalslim); logisch/mathematische intelligentie (rekenslim); visueel/ruimtelijke intelligentie (beeldslim); muzikaal/ritmische intelligentie (muziekslim); lichamelijke/kinesthetische intelligentie (beweegslim); interpersoonlijke intelligentie (samenslim); intrapersoonlijke intelligentie (zelfslim); natuurgerichte intelligentie (natuurslim). In de viering worden verwerkingsopdrachten van het verhaal gebruikt die aansluiten bij verschillende intelligenties. Niet elke intelligentie leent zich even goed voor een leuke verwerkingsopdracht. Er zijn verschillende verwerkingen bedacht voor de volgende intelligenties: Taalslim, Beeldslim, Muziekslim, Beweegslim, Natuurslim, Zelfslim. Vooraf: Print de volgende woorden (elk op een apart A4): Taalslim Beeldslim Muziekslim Beweegslim Natuurslim Zelfslim Hang deze woorden aan de muur verspreid door de hele kerk.
Voorbeeldviering Welkom Deze viering staat in het teken van Sirkelslag School, een spel voor groep 7 en 8 van de basisschool. Het thema is Ga voor Goud. We vieren dat iedereen talenten heeft en dat we die mogen gebruiken! Aansteken kaarsen (door kind en volwassene) Welkomstlied Goedemorgen, welkom allemaal (Lied 288 Nieuwe Liedboek) Votum en groet (kan eventueel ook achterwege gelaten worden) Gebed (uitgesproken door één of drie kinderen) God, We zijn bij elkaar, klein en groot groot en klein We zijn allemaal verschillend Niet één is helemaal hetzelfde Maar we zijn allemaal kind van U. We vragen ons af: Wat wilt u met ons, wat kunnen wij mensen nu? U bent God, wij zijn mens. De talenten die we hebben gekregen, zijn we echt zo knap? zijn we echt zo goed? Leer ons onze talenten gebruiken. Maak dat we niet opgeven wanneer leren met vallen en opstaan gaat. Geef ons vertrouwen in onszelf en in elkaar. Dat we oprecht leren zeggen: Wat ik kan, is zo gek nog niet! Amen Luisterlied (maar meezingen mag natuurlijk) Moet ik dan altijd een winnaar zijn? (de clip is op YouTube te vinden en de tekst is hier te raadplegen)
Gebed God, Als we met elkaar gaan nadenken Over talenten die we hebben gekregen Als we met elkaar gaan praten Over wat we kunnen betekenen voor elkaar Als we elkaar gaan helpen Met het talent dat we hebben gekregen, Vragen we aan U: Bent U erbij? Lezing Matteüs 25: 14-30 Lied Een man deelde zijn rijkdom uit (Uit Liedbundel DV, Reinier Kleijer, melodie Lied 767 Liedboek) 1. Een man deelde zijn rijkdom uit, hij gaf zijn geld te leen. Zijn knechten kregen toevertrouwd: vijf munten, twee en één. 2. Degene die er vijf ontving verdiende er vijf bij. De man die hem dat had geleend was daarmee heel erg blij. 3. Hij die er twee ontvangen had keerde terug met vier. De baas was trots op hem en zei: 'Dat moet worden gevierd!' 4. De derde sprak: 'De ene munt stopte ik in de grond omdat ik u bijzonder streng en heel veeleisend vond...' 5. Gebruik wat je ontvangen hebt, ga daarmee aan de slag, alles wat God je toevertrouwt. Hij schenkt het, elke dag. Talenten Talenten, wat is dat eigenlijk? In de tijd van Jezus ging dat om heel veel geld. Een talent was heel veel geld waard. Je moest er wel een paar jaar voor werken. Een talent is dus heel veel waard. Waarom vertelt Jezus deze gelijkenis eigenlijk? Hij wil iets duidelijk maken over het koninkrijk van God. Het gaat erom dat de schat die aan de slaven of dienaren is toevertrouwd wordt ingezet om het groter (of beter?) te maken. Jezus bedoelt hier waarschijnlijk niet alleen dat het geld dat ons is toevertrouwd op een goede manier moet worden ingezet. Dat is ook belangrijk, maar het gaat hier meer om wat ons is toe vertrouwd en wat van waarde is voor het koninkrijk van God. Het draait dan waarschijnlijk niet om geld, maar om wat we tegenwoordig om talenten verstaan.
Tegenwoordig denken we bij talent niet meer aan een grote som geld, maar aan wat je goed kunt. Er zijn zelfs economen die spreken over sociaal kapitaal. Dat is ook heel veel waard en is doorgaans niet in geld uit te drukken. Sociaal kapitaal is een buurvrouw die haar zieke buurman helpt. Of een vrijwilliger uit de kerk die ervoor zorgt dat het kerkblad wordt rondgebracht. Of de trainer van de voetbal die dat gratis doet. Of de overblijfmoeder op school En bij al dat vrijwilligerswerk mag je doen wat je leuk vindt en goed kunt. Op die manier mag je je talenten inzetten en dat is van onschatbare waarde voor ons allemaal. Er is een Amerikaanse psycholoog (Hij heet Howard Gardner) en die heeft ontdekt dat mensen verschillende talenten hebben. Hij noemt dat verschillende intelligenties. Je kunt ook zeggen: je kunt op verschillende manieren slim zijn. Op school kun je slim zijn en dan betekent het meestal dat je goed bent in taal of rekenen. Howard Gardner zegt eigenlijk, dat is zonde van al het talent als je alleen maar daar naar kijkt! Kijk eens naar wat kinderen en mensen allemaal nog meer kunnen. Je kunt op heel veel verschillende manieren slim zijn. Iedereen is dus wel slim! Gespreksvragen Maar nu is de vraag. Wat gebeurt er als je niets met die slimheid doet? Ga daarover in gesprek in kleine groepjes of met de plenaire zaal. Laat vooral kinderen aan het woord komen. De knecht die maar één talent had gekregen was bang en deed er niets mee. Je zou kunnen zeggen dat hij faalangst had, bang om te mislukken. Waarom is dat erg? Laat vooral kinderen aan het woord komen. De heer werd boos op de knecht met het éne talent. Waarom eigenlijk? Laat vooral kinderen aan het woord komen. Kijk of de volgende conclusies getrokken kunnen worden: 1) Van fouten leer je. Alleen zo kun je slimmer worden of wordt je talent groter. 2) Het was niet dat het talent niet gegroeid was, dat de heer boos werd, maar dat er niets mee gedaan was. Creatieve verwerking Taalslim Laat de kinderen en volwassenen die taalslim zijn met elkaar aan de slag gaan. Laat ze elfjes maken over talenten. Elfjes zijn gedichten die bestaan uit 11 woorden en ze passen in het volgende schema. Zet in elk vak een woord en je hebt een elfje! Een andere mogelijkheid is om gedichten te laten schrijven of verhalen.
Beeldslim Laat de kinderen en volwassenen foto s maken naar aanleiding van het verhaal of laat ze tekenen of schilderen. Ook kleien of spelen met Lego kan verrassende beelden en inspiraties opleveren. Muziekslim Laat kinderen en volwassenen muziek maken naar aanleiding van het verhaal. Welke muziek past bij de gelijkenis? Hoe klinkt het begin en hoe klinkt het einde? Beweegslim Laat kinderen en volwassenen een dans maken naar aanleiding van het verhaal. Op welke muziek mag gedanst worden en hoe mag daarbij bewogen worden? Natuurslim Laat kinderen en volwassenen opzoek gaan naar de natuur in de omgeving van de kerk. Wat voor natuur is daar te vinden? Waarover kunnen zij zich verwonderen in de nabijheid van de kerk? Zelfslim Deze verwerkingsvorm is gebaseerd op de lectio divina. Een Lectio Divina bestaat uit vier onderdelen, namelijk 1) Lectio: lezing van de tekst 2) Meditatio: overweging van de tekst 3) Oratio: gebed 4) Contemplatio: nadere beschouwing Vooraf: Doe je ogen dicht. Ga goed op je stoel zitten. Voeten op de vloer. Voel je rug, je zitvlak, je vingers, je hartslag. Lees Matteüs 25: 14-18 vier maal hardop voor. Neem na elke lezing (in stilte) tijd om stil te staan bij de tekst. 1e keer lezen: lectio: wat valt je op? Wat blijft hangen? 2e keer lezen: mediteren: verplaats je in de tekst: wat voel je, wat proef je, wat zie je, wat hoor je? Hoe zou het zijn als jij in het verhaal zou zijn? Waar zou je zijn? Hoe zou dat zijn? Wat roept dat bij je op? 3e keer lezen: oratio: spreek met God over de tekst. Reageer naar God. 4e keer lezen: contemplatio: rust in wat God heeft laten zien, ontvang het, laat je vullen met Zijn aanwezigheid, Zijn Geest. Als tussendoor je gedachten afdrijven, kijk de gedachte dan even aan en keer vervolgens weer terug naar de tekst. Afsluiting creatieve verwerking Probeer na de creatieve verwerking het goud op te halen van de verschillende groepen. Dit kan door hun mooiste gedicht te laten horen, hun mooiste creatie te laten zien, hun muziek en dans ten tonele te brengen of met elkaar te delen wat de natuur of meditatie gebracht heeft. Al deze gaven vormen het kapitaal van de kerk. Ze mogen gekoesterd worden en vooral ingezet. Want als je het begraaft blijft het klein en verborgen. Als je ermee aan de slag gaat, groeit het. Zo mag je dus voor goud gaan. Voorbeden
Geef iedereen een kaartje om een voorbede op te schrijven. Zet een mooie schaal bij de Paaskaars. Breng deze kaartjes onder begeleiding van bijvoorbeeld liederen uit Taizé naar de Paaskaars. Breng in gebed de voorbeden voor het aangezicht van God en sluit af met een gezamenlijk gebeden Onze Vader. Collecte Zingen Ga met God en Hij zal met je zijn Lied 416 Zegen