Plan van aanpak waterkwaliteit Moersloot Aanleiding In 2006 is op uitgebreide schaal onderzoek gedaan naar de waterkwaliteit in de Moersloot te Zundert. De aanleiding van deze monitoring was om de invloed van gewasbeschermingsmiddelen vanuit de boomkwekerij op oppervlaktewater in beeld te brengen. Uit deze metingen is gebleken dat er veel overschrijdingen van de maximaal toelaatbare risicogrens (MTR) werden aangetroffen. Dit was voor het waterschap aanleiding om in samenwerking met de boomkwekerijsector te komen tot een stimuleringsaanpak om de overschrijdingen terug te dringen. Er is gekozen voor diverse deelprojecten om zoveel mogelijk overschrijdingen aan te kunnen pakken. De onderstaande deelprojecten zijn in de periode 2008-2010 uitgevoerd. - Inzaaien grasranden. Kopakkers worden vaak niet beteeld bij bookwekerijgewassen, maar wel bespoten tegen onkruid. Door de kopakkers in te zaaien met gras wordt voorkomen dat er drift ontstaat bij de onkruidbestrijding en ontstaat een verminderde afspoeling van vaste delen vanaf de percelen waardoor er ook minder gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater komen. - Aanpak beukenbladluisbestrijding. Uit de metingen uit 2006 is gebleken dat een groot deel van de overschrijdingen afkomstig waren van het middel Imidacloprid. Dit middel werd op grote schaal ingezet tegen de beukenbladluisbestrijding. - Aanpak meeldauwbestrijding.meeldauw is in de boomkwekerij een groot probleem waar veel bespuitingen tegen worden uitgevoerd. Bij dit onderdeel is met name veel aandacht besteed aan het overbrengen van kennis over meeldauw. Tevens is er op de proeftuin een alternatieve teeltmethode (Groeikracht systeem)onderzocht en aangelegd. - Inzamelen illegale middelen. In de metingen van 2006 zijn ook een aantal overschrijdingen aangetroffen van middelen die niet meer zijn toegelaten. Er is daarom gekozen voor een inzamelingsactie voor niet meer toegelaten middelen. - Optimalisatie hergebruik containervelden. Door de optimalisatie van het hergebruik van het water van de containervelden kan er meer water worden opgevangen waardoor er minder aanvullend bronwater hoeft te worden opgepompt. Daarnaast zal de overstort minder gaan werken waardoor op deze manier minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater afstromen. In 2011 is wederom een monitoringsronde uitgevoerd om de resultaten van het project Boomkwekerij voor verbetering waterkwaliteit te meten. Uit de meting is gebleken dat de overschrijdingen vanuit de boomkwekerij ten opzichte van 2006 met ongeveer 50% is afgenomen. Het totaal aantal overschrijdingen is gedaald met bijna 30% ten opzichte van 2006. Dit geeft aan dat het project Boomkwekerij verbetert waterkwaliteit zeker heeft bijgedragen aan een vermindering van het aantal overschrijdingen. Ondanks de verbetering ten opzichte van 2006 is het voor het waterschap onacceptabel dat er nog zoveel overschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen worden gemeten. Er is dus een vervolgaanpak noodzakelijk. De aanpak zal bestaan uit 2 sporen. Enerzijds zal gekozen worden voor een striktere handhaving op de bestaande wet- en regelgeving. Anderzijds zal er gekozen worden voor een vervolg van de stimuleringsaanpak waarbij niet alleen de boomkwekerijsector maar ook de aardbeiensector zal worden betrokken. 1 Extra inzet instrument handhaving De conclusies en aanbevelingen uit het rapport Project Monitoring Moersloot 2011 geven aan dat een extra inspanning van het handhavingsinstrument gewenst is om tot een verdergaande reductie te komen van de in 2011 aangetroffen gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Hoewel er nu ook wordt gehandhaafd op de verschillende wetten en algemene regels welke het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen reguleren, zal er in het kader van dit project een specifieke handhavingstrategie worden voorbereid in de vorm van een toezichtplan. Dit toezichtplan zal voor aanvang van het spuitseizoen worden uitgewerkt, rekening houdend met de specifieke conclusies uit het onderzoektrapport. Aan de hand van dit plan zal op een projectmatige wijze het toezicht worden uitgevoerd. Om de toezichtsdruk te verhogen zullen er in het spuitseizoen meer en intensiever controles worden uitgevoerd in het stroomgebied van de Aa of Weerijs. Hierbij wordt rekening gehouden met de conclusies uit het rapport als het gaat om de potentiële lozers van de aangetroffen stoffen. De totale ureninzet door het team Buitengebied en bouw van de afdeling handhaving gericht op dit soort controles zal niet zozeer toenemen maar de aandacht zal in het jaar 2012 meer gericht worden op dit probleemgebied. Op hoofdlijnen zal de toezichtstrategie bestaan uit de volgende aanpak: 1.1 Controles van bedrijven In het stroomgebied van de Aa of Weerijs zijn ca. 800 bedrijven gevestigd. In het overgrote deel gaat het om bedrijven met glastuinbouw, pot- en containervelden, aardbeitrayvelden, boomteelt en veehouderij. In het komend jaar zal er bij 100 bedrijven een aspectcontrole worden uitgevoerd waarbij o.a. de retentie/lozingsvoorzieningen worden beoordeeld op de werking en het gebruik conform de algemene regels of verleende vergunning (tijdsbesteding 100 x 1,5 uur = 150 uur). In het gebied liggen een aantal
aandacht/probleembedrijven die al in meer of mindere mate een handhavingsgeschiedenis kennen. Deze bedrijven worden dit jaar ook gecontroleerd. In de directe omgeving van de Moersloot zijn 41 bedrijven gevestigd. Uit recentelijk vooronderzoek blijkt dat er, gelet op de aard van het bedrijf, ca. 10 bedrijven een voorziening hebben met de mogelijkheid om direct te lozen op de Moersloot. Omdat er duidelijke aanwijzingen zijn dat in de Moersloot verhoogde concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen worden aangetroffen zal bij deze 10 bedrijven een uitgebreide controle worden uitgevoerd (tijdsbesteding 10 x 6 uur = 60 uur). Afhankelijk van de bevindingen na een controle zullen er hercontroles worden uitgevoerd. 1.2 Toepassings/spuitcontroles i.s.m. de nvwa (voormalige AID) De Unie van waterschappen heeft een handreiking Toezicht Wet Gewasbeschermingsmiddelen en biociden uitgebracht waarin een toezichtstrategie wordt aangegeven met betrekking tot de te volgen werkwijze in het kader van de nieuwe bevoegdheden voor de waterschappen. In deze handreiking is aangegeven om met name de watergerelateerde voorschriften uit de genoemde Wet te controleren. De verantwoordelijkheid van de specifieke controles, gericht op de verschillende middelen in de opbergkasten van de agrarische bedrijven, blijft voor rekening van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. Gelet op het feit dat er nog steeds sprake is van het gebruik van illegale middelen is het zeer wenselijk om in dit project gezamenlijk met de NVWA op te trekken. Uit eerste gesprekken blijkt dat de NVWA alle medewerking wil verlenen om in gezamenlijkheid op te treden. De NVWA wordt voortijdig over de voorgestelde toezichtsaanpak en de benodigde capaciteit geïnformeerd. De goede samenwerking heeft zich al bewezen tijdens het jaarlijkse terugkerende project waarbij de Brabantse waterschappen en de NVWA middels luchtwaarnemingen en grondteams toezicht houden op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Dit jaar worden 2 van de 3 milieuvluchten uitgevoerd boven het stroomgebied van de Aa of Weerijs. (tijdsbesteding 5 pers. x 6 uur x 2 vluchten = 60 uur) Naast de milieuvluchten worden er in het spuitseizoen extra toepassings/spuitcontroles uitgevoerd in het gebied. Gedeeltelijk zullen de controles samen met de NVWA worden uitgevoerd. (tijdsbesteding 2 pers. x 10 dagdelen x 4 uur = 80 uur) De wijze van toezicht op de technische elementen als spuittechnieken en recirculatiesystemen alsmede de keuze van de juiste controlemomenten en tijdstippen mag als bekend worden verondersteld en zal op vergelijkbare wijze worden uitgevoerd zoals dat nu ook gebruikelijk is. Het traceren en handhaven van illegale middelen vergt een nog nader uit te werken aanpak. In de meeste situaties is het niet te controleren of er gebruik wordt gemaakt van een illegaal middel. Om dit verband te kunnen leggen is monstername en analyse het meest gewenst controlemiddel. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze methodiek een zeer kostbare aangelegenheid is. De preventieve werking van de bedrijfs- en toepassingscontroles zal naar verwachting meer effect hebben op het naleefgedrag. Dit neemt niet weg dat er wel een beperkt aantal monsters zal worden genomen. Dit onderdeel zal nog nader worden afgestemd met de NVWA en uitgewerkt in het toezichtsplan. Tot slot kan worden vermeld dat geconstateerde overtredingen zullen worden gehandhaafd conform de Brabantse handhavingsstrategie Zo handhaven wij in Brabant. Na afloop van het controleseizoen zal er door de afdeling handhaving een evaluatie plaatsvinden van alle constateringen en bevindingen en waar nodig zal de toezichtstrategie worden bijgesteld. In samenspraak met de afdeling plantoetsing & vergunningen en de afdeling communicatie zal via de media een terugmelding plaatsvinden naar de agrarische sector. In totaal zal in 2012 door de afdeling handhaving ca. 350 uur worden ingezet aan toezicht en handhaving in het stroomgebied van de Aa of Weerijs. Met de voorgestelde toezichtsaanpak en capaciteitsinzet wordt verwacht dat de toezichtsdruk in dit gebied meer dan voldoende wordt verhoogd om tot een beter naleefgedrag te komen. 2 Stimuleringsaanpak Hoe zwaar er ook wordt ingezet op handhaving, er zullen altijd nog overschrijdingen zijn, derhalve is het essentieel en noodzakelijk om ook via het stimuleren van bovenwettelijke maatregelen vooruitgang te boeken. De stimuleringsaanpak richt zich op bovenwettelijke en duurzame maatregelen die ondernemers uitvoeren om de waterkwaliteit te verbeteren. Het is dus zeker niet de bedoeling om bestaande wettelijke verplichtingen te vergoeden. Bij deze aanpak wordt gekozen om met alle betrokken partijen (BMF, gemeente Zundert, Treeport Zundert, ZLTO en Provincie) samen te werken aan een verbetering van de waterkwaliteit. Binnen Brabant loopt vanaf 2012 het project Schoon water voor Brabant Binnen dit project werken provincie Noord Brabant, Brabantse waterschappen en Brabant Water gezamenlijk aan een verbetering van zowel grond- en oppervlaktewater. De stimuleringsaanpak in Zundert zal voor een groot gedeelte plaatsvinden binnen het project Schoon water voor Brabant. -2-
De stimuleringsaanpak heeft in het vorige project Boomkwekerij verbetert waterkwaliteit geleid tot een zichtbare waterkwaliteitsverbetering. Ondanks deze verbetering is er nog een grote inspanning nodig om te komen tot de gewenste waterkwaliteit. Binnen de stimuleringsaanpak wordt gewerkt in diverse deelprojecten. Elk afzonderlijk deelproject richt zich op de aanpak van een emissie richting het oppervlaktewater. Hieronder staan de geplande deelprojecten toegelicht. 2.1 Aanleg van infiltratiegreppels en grasstroken. Doel: voorkomen van afspoeling van perceelswater naar het oppervlaktewater Sector: Boomkwekerijpercelen in de vollegrond en aardbeienteelt Looptijd: aanleg van de greppels langs de beken in 2012 en 2013 Meetbaar resultaat: - aanleg infiltratiegreppels 2 km in 2012 en 3 km in 2013 - inzaaien grasranden 10 km in 2012 en 15 km in 2013 Uit de metingen binnen het project Boomkwekerij voor verbetering waterkwaliteit is gebleken dat afspoeling vanaf de percelen een belangrijke route is voor de gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater. Met name tijdens hevige regenbuien kan er veel regenwater afspoelen naar de sloten. Door het aanleggen van infiltratiegreppels zonder verbinding naar oppervlaktewater wordt voorkomen dat er perceelswater direct afstroomt naar oppervlaktewater. De gewasbeschermingsmiddelen die in de infiltratiegreppel stromen worden in de bodem vastgelegd en op een natuurlijke wijze afgebroken of opgenomen door de aanwezige vegetatie. Niet op alle plaatsen is het mogelijk of wenselijk voor de ondernemer om infiltratiegreppels aan te leggen. In deze gevallen is het mogelijk om grasstroken aan te leggen langs watervoerende sloten. Op deze manier wordt ook de afspoeling vanaf de percelen naar oppervlaktewater vermindert. Op dit moment is er een subsidie-aanvraag ingediend voor een POP-subsidie door het waterschap bij de provincie Noord-Brabant voor de aanleg van 5 km infiltratiegreppel en 25 km grasstrook in het gehele stroomgebied van de Aa of Weerijs. De infiltratiegreppels worden aangelegd op de grond van de ondernemers. In april zal duidelijk worden of er een subsidie wordt toegekend. 2.2 Was en spoelplaatsen Doel: verwerken van duurzame oplossing van reinigingswater van spuitmachines Sector: boomkwekerij en aardbeien Meetbaar resultaat:2012 aanleg van 4 voorzieningen voor verwerking van restvloeistoffen 2013 verspreiding van resultaten via demonstratiebijeenkomsten Uit het project Afspoeling spuitmachines wat is uitgevoerd door waterschap Brabantse Delta en heeft gelopen in de periode 2008-2011 is gebleken dat het schoonmaken van een spuitmachine kan leiden tot hoge concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. Het project was er op gericht om een aantal praktische, haalbare en betaalbare oplossingen te ontwikkelen om schoonmaakwater van spuitmachines te verwerken. In totaal zijn er 6 oplossingen uitgetest: Biofilter, het Aams reinigingssysteem, verwerking via osmose zakken, verwerking via Sentinel, opvangen en uitrijden over land en reinigen via douche op de spuit. In het project zijn er 2 maatregelen naar voren gekomen welke in de praktijk goed te gebruiken zijn. Het gaat om de verwerking via een biofilter en om het opvangen en uitrijden over land. Met name het biofilter willen we binnen dit project stimuleren en optimaliseren. Door het optimaliseren willen we voorkomen dat er een lozing plaatsvindt. 2.3 GPS schoffelen Doel: verminderen van chemische onkruidbestrijding Sector: boomkwekerij Meetbaar resultaat: 2013 aanleg van 3 proefpercelen waar door middel van GPS-techniek is geplant en wordt geschoffeld. Binnen de boomteelt worden er erg veel onkruidbestrijdingsmiddelen toegepast om de gewassen onkruidvrij te houden. Een alternatief voor de chemische bestrijding is schoffelen. In de sector wordt op dit moment weinig gebruik gemaakt van schoffelen. Een nieuwe dimensie aan het schoffelen is GPS. Door het toepassen van GPS tijdens het planten kan zeer nauwkeurig geschoffeld worden tussen de gewassen waardoor onkruid geen kans krijgt om zich te ontwikkelen. Binnen het project worden 3 proefpercelen aangelegd waar in plaats van chemische onkruidbestrijding uitsluitend mechanische onkruidbestrijding wordt toegepast en waar telers -3-
kunnen komen kijken naar de ervaringen. Op deze manier kan het toepassen van schoffelen breder in de sector worden ingevoerd. 2.4 Onderzoek naar nut en noodzaak van startmeststof in potgrond. Doel: verminderen van uitspoeling van stikstof en fosfaat Sector: containerteelt Looptijd: 2012 Meetbaar resultaat: Er is een advies uitgebracht aan de potgrondleveranciers over de hoeveelheid toe te voegen basismeststof aan de potgrond bij boomteeltbedrijven waarbij rekening is gehouden met de uitspoeling naar het milieu. Binnen het project Boomkwekerij verbetert waterkwaliteit heeft een deelproject aandacht besteed aan de optimalisering van het hergebruik bij containervelden. Tijdens de waterkwaliteitsmetingen in de bassins werden pieken gemeten die niet te verklaren zijn door mestgiften op de containervelden. Uit nader onderzoek bleek de uitspoeling van de basismeststof uit de potgrond hierbij een belangrijke rol te spelen. Met de RHP (overkoepelend orgaan voor potgrondleveranciers) heeft hierover overleg plaatsgevonden. Deze partij is bereidt om mee te werken aan een onderzoek om de nut en noodzaak van het toevoegen van de basismeststof in de potgrond aan te tonen. Door de basismeststoffen in de potgrond te verminderen of weg te laten zullen er op de containervelden minder meststoffen uitspoelen en is het water uit de bassins langer te hergebruiken zodat er geen lozingen plaatsvinden op oppervlaktewater. 2.5 Verhoging weerbaarheid van gewassen door verhoging bodemleven en organische stof Doel: verhogen van de weerbaarheid van de gewassen waardoor inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen verminderd. Sector: boomkwekerij Meetbaar resultaat: er zijn 4 kennisbijeenkomsten georganiseerd voor ondernemers. Een rijk bodemleven is belangrijk voor de ziektewering. Verstoring van het bodemleven geeft meer kans op ziekten waardoor er meer gewasbeschermingsmiddelen moeten worden toegepast. Een belangrijke bron voor het bodemleven is de organische stof. Zonder organische stof is er geen bodemleven en hoe rijker een bodem is aan micro organismen hoe gezonder de bodem is. Organische stof in de bodem kan niet in een korte periode worden verhoogd maar is een proces van jaren. Door anders om te gaan met de bodem (bv door niet kerende grondbewerkingen toe te passen) blijft de organische stof en het bodemleven behouden. 2.6 Inzameling overbodige middelen Doel: Inzamelen en op een duurzame manier afvoeren van niet meer toegelaten middelen. Sector: boomkwekerij en aardbeien Meetbaar resultaat: op 150 bedrijven heeft een deskundig adviseur de middelenkast gecontroleerd en zijn de middelen die niet meer worden gebruikt ingezameld. In zowel de aardbeiensector als de boomteeltsector worden regelmatig gewasbeschermingsmiddelen ingezet. De middelen die worden ingezet tegen plagen zijn voortdurend aan wisseling onderhevig. Hierdoor kan het voorkomen dat er gewasbeschermingsmiddelen op de bedrijven aanwezig zijn op de bedrijven die inmiddels niet meer worden gebruikt of zelfs niet meer toegepast mogen worden. Uit de metingen van het waterschap in 2011 is gebleken dat er niet meer toegelaten middelen zijn aangetroffen in het oppervlaktewater. Om te voorkomen dat niet meer toegelaten middelen ook nog steeds worden toegepast is de beste optie om deze stoffen ook weg te halen op de bedrijven en op een goede manier te verwerken. Bij dit onderdeel worden zowel de leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen als de gemeente betrokken. De leveranciers hebben de meest actuele gegevens van de toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en treden op de bedrijven vaak op als adviseur voor wat betreft de inzet van gewasbeschermingsmiddelen tegen ziekten en plagen. Op deze manier hebben de toeleveranciers een vertrouwensrol bij de ondernemers. Door deze leveranciers de check op de middelenkast uit te laten voeren kan een goed advies worden uitgevoerd voor de te gebruiken middelen. De adviseurs kunnen op deze manier tevens adviseren aan de ondernemer om minder milieubelastende middelen te gebruiken. Zij gebruiken hiervoor de milieubelastingskaart. De gemeente zal worden gevraagd een rol te spelen in het op een verantwoorde manier verzamelen en verwerken van niet meer toegepaste middelen. De check op de middelenkast kan ook worden uitgevoerd bij inmiddels gestopte ondernemers. -4-
2.7 Optimaliseren hergebruik bij aardbeitrayvelden Doel: voorkomen van lozing van trayvelden naar het oppervlaktewater Sector: aardbei Meetbaar resultaat: Bij bedrijven met aardbeitrayvelden wordt het afstromende water opgevangen en hergebruikt binnen het bedrijf waardoor lozing op oppervlaktewater wordt voorkomen. Tijdens de metingen in 2011 zijn een aantal middelen aangetroffen welke vermoedelijk afkomstig zijn uit de aardbeienteelt. Uit nader onderzoek blijkt dat deze middelen vermoedelijk afkomstig zijn van de aardbeitrayvelden. Ook bij aardbeitrayvelden geldt dat een gedeelte van het afstromende water moet worden opgevangen. Binnen de aardbeiensector is er nog steeds een afkeer tegen recirculatie van het opgevangen water in verband met ziekteverspreiding. Door schaalvergroting en meer teelt uit de grond zal er steeds meer water moeten worden opgevangen. Door deze schaalvergroting wordt uitregenen in de buitenteelt een groter probleem. Door professionele begeleiding aan te bieden kunnen telers worden begeleidt bij het optimaliseren van het hergebruik van het water binnen het bedrijf waardoor er minder lozingen op oppervlaktewater plaatsvinden. 3 Samenwerking met Schoon Water Tussen de provincie Noord-Brabant, Brabant Water, Brabantse Waterschappen en de ZLTO is een samenwerkingsverband opgestart onder de naam Schoon water voor Brabant om de uitstoot van gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater te verminderen. Dit samenwerkingsverband wat door CLM, DLV en ZLTO-projecten wordt uitgevoerd zal telers stimuleren om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken en daarnaast de uitstoot naar water te verminderen indien de middelen toch gebruikt moeten worden. Binnen dit project zijn een aantal doelgroepen benoemd waaronder de boomkwekers en aardbeienkwekers. Het is de bedoeling om met bovenstaande projecten onder te brengen bij het project Schoon water voor Brabant. Voor deelprojecten die in het gebied van Zundert worden uitgevoerd zal aanvullende financiering nodig zijn vanuit het gebied. Voor een groot gedeelte zal voor rekening komen van de sector (Treeport Zundert). Het voordeel van samenwerking met het project Schoon water is dat er een wisselwerking kan plaatsvinden met overige projecten die onder deze vlag worden uitgevoerd zodat van elkaar geleerd kan worden. Als bijlage zijn de flyers voor de doelgroep aardbeien en de boomtelers opgenomen. De offerte aanbesteding Verbreding Schoon Water Brabant brede uitrol van CLM en DLV kan, indien gewenst worden ingezien. 4 Waterkwaliteitsmetingen Het bovenstaande plan van aanpak is gericht op een waterkwaliteitsverbetering vanuit de boomkwekerij en aardbeiensector. Beide sectoren zijn verdeeld over een groot gebied in West Brabant. Om iets te kunnen zeggen over de gevolgen op de waterkwaliteit zal jaarlijks op 2 punten in de Moersloot in Zundert op 2 momenten een waterkwaliteitsmonster worden genomen. De 2 meetmomenten worden tijdens het teeltseizoen genomen omdat dan de meeste bespuitingen worden uitgevoerd. Daarnaast zal in 2016 weer een uitgebreide meetronde worden gehouden in de Moersloot, vergelijkbaar met de meting in 2006 en 2011 om te bepalen of de gekozen aanpak het gewenste resultaat heeft gehad op de waterkwaliteit. Bijlagen 1 flyer aardbeienteelt 2 flyer boomteelt -5-