Bruine ratten : preventie en bestrijding 1. Probleemstelling De bruine rat is een zoogdier die behoort tot de orde van de knaagdieren. Omdat bruine ratten schadelijk zijn, gaan we ze bestrijden. Hygiëne Ratten bevuilen met hun uitwerpselen, urine en haren goederen in landbouwbedrijven, opslagplaatsen en particuliere huizen. De bruine rat is drager van tal van ziekten en is een cultuurvolger. Enkele ziekten zoals:leptospirose, Hantavirus, Salmonella, De pest en Rattenbeetkoorts kunnen overgedragen worden op mensen, vee en huisdieren. Schade Knaagschade aan isolatiemateriaal, bedrading van elektriciteitsinstallaties, verpakking. Vraatschade aan voedselvoorraden en gewassen Graafschade: ondergraven van dijken, oevers en wegen, met dijkbreuken en wegverzakkingen als mogelijke gevolgen. 1
2. Levenswijze De bruine rat tref je vooral aan in gebouwen, rioolstelsels, afvalstortplaatsen, waterlopen, grachten, rietvelden. De voortplanting van bruine ratten verloopt nogal vlot: 2 tot 7 worpen met telkens 1 tot 15 jongen. Een rat draagt 20 à 24 dagen. Bruine ratten zijn al geslachtsrijp na 8 à 12 weken. De overlevingskansen van de jongen worden beïnvloed door het voedselaanbod dat ze hebben, maar ook door andere factoren zoals aanwezigheid van natuurlijke vijanden, kannibalisme. Een rat eet ongeveer 1/10 van zijn lichaamsgewicht per dag. Zo eet een rat van 250 gr. ongeveer 25 gr. per dag. Dit is handig om weten als men de grootte van een populatie wil schatten! Ratten zijn het meest actief tussen zonsondergang en zonsopgang. Bruine ratten hebben een sterk aanpassingsvermogen. Ze kunnen terughoudend zijn voor nieuwe dingen in hun omgeving <-> muizen zijn nieuwsgierig. Bruine ratten oriënteren zich door middel van geur, tast en gehoor. 2
3. Preventie Een bruine rat heeft drie grote basisbehoeften: voedsel, onderkomen en water. Dus moeten we rond die basisbehoeften werken als we aan preventie willen doen. De voedselvoorraad beperken is het meest efficiënte, en meestal het gemakkelijkste. Waar moet men op letten met betrekking tot voedsel en water. Geen etensresten laten rondslingeren. Dierenvoeders en afval goed afgesloten bewaren in containers of vaten. Voeder dieren bij voorkeur s morgens en spaarzaam, zodat het voedsel s avonds op is Strooi het voedsel niet op de grond, maar voeder in voederbakken. Resterende gewassen of vruchten op de landerijen verwijderen of tijdig inwerken. Het overvloedig voederen van vogels en wild vermijden tijdens de winterperiode. Bied zo weinig mogelijk drinkwater aan: vermijd lekkende kranen en leidingen. Gebruik om vogels te voederen een voederplaat op een paal. Bevestig horizontaal aan de paal een ronde schijf op minstens 80 cm hoogte, zo kunnen de ratten niet bij het voedsel komen. Composteer bij voorkeur in een compostvat en plaats die op een harde ondergrond. Stapel voeders los van de muren en in losstaande stapels. Vermijd langdurige voederopslag en gebruik de oudste voorraad eerst Waar moet men op letten met betrekking tot onderdak en nestgelegenheid. Verluchtingskokers en raampjes, afvoerpijpen en rioolputjes worden best afgeschermd met een gaas of rooster. Ramen en deuren van plaatsen waar voedsel aanwezig is worden best telkens dichtgedaan. Ruim regelmatig op in en rond gebouwen. Zo voorkomt men schuil- en nestplaatsen en behoudt men een goed overzicht om eventuele sporen op te merken. Vermijd zoveel mogelijk dichte begroeiing rond gebouwen. 3
4. Bestrijding van bruine ratten Wie moet ratten bestrijden? Volgens de wetgeving van 2 april 1971 en latere uitvoeringsbesluiten, moet elke eigenaar, huurder, gebruiker, publiek- of privaatrechterlijk persoon ratten bestrijden zodra hij hun aanwezigheid vaststelt, of deze hem door een overheidspersoon is gemeld. Gemeenten, provincies en gewest moeten dus hun verantwoordelijkheid nemen op openbare waterlopen, weggrachten en de terreinen waar deze openbare besturen belast zijn met het beheer. De rattenbestrijding voor private grachten en alle andere private eigendommen is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de particulieren. Hoe gaan we bruine ratten bestrijden? mechanisch of chemisch? Hoewel preventie altijd de beste bestrijding is, is het soms onvermijdelijk dat men moet overgaan tot bestrijding van deze ongewenste diertjes, hetzij mechanisch of chemisch. Mechanische bestrijding In veel gevallen kan een mechanische bestrijding met vallen of vangkooitjes voldoende zijn om het probleem op te lossen. Mechanische bestrijding is zeker aan te raden bij kleine concentraties ratten, maar ook als een signaal van mogelijke populatie op (landbouw)bedrijven. Enkele tips: Gebruik aantrekkelijk lokaas (bijvoorbeeld chocolade, maïs, tarwe) Plaats het vangmateriaal op plaatsen waar de aanwezigheid van ratten zichtbaar is (uitwerpselen, andere sporen) Plaats klemmen op een vluchtpad zoals leidingen, buizen, scheidingsmuurtjes, en zorg ervoor dat de rat geen alternatief heeft. Kijk het vangmateriaal dagelijks na. Probeer zoveel mogelijk ongewenste nevenvangsten te voorkomen. Verplaats het vangmateriaal, of neem het een periode weg als je merkt dat de ratten je tactiek door hebben. 4
Chemische bestrijding Alle rattengif in België is op basis van anticoagulantia of bloedverdunners. De actieve stof in het gif verhindert de bloedstolling en de knaagdieren sterven aan in- en uitwendige bloedingen. Gif op basis van anticoagulantia is traag werkend, daardoor leggen ratten het verband niet tussen de ongemakken van de vergiftigingsverschijnselen en de opname van het giflokaas: zo wordt lokaasschuwheid vermeden. Chemische bestrijding is aan te raden bij hoge concentraties bruine ratten Hou rekening met volgende tips wanneer je chemisch gaat bestrijden. Gebruik een aangepast lokaas in functie van de omstandigheden waar je gaat bestrijden: graanlokaas is goed in droge omstandigheden(binnen), voor buitengebruik, en in vochtige omstandigheden gebruik je waterbestendige gifblokken. Leg het gif altijd afgeschermd uit: in een gifbuis of speciaal ontworpen gifdoos: dit om vergiftiging van andere dieren te vermijden. Op openbaar domein moet gif steeds identificeerbaar zijn, zodat men bij eventuele accidentele opname door mens of dier steeds kan achterhalen wat de actieve stof is die het giflokaas bevat. Vermeld ook het nummer van het antigifcentrum (070/245245) op de gifdoos of gifbuis, evenals een gevarenteken van giftige stof. Volg de bestrijding goed op: controleer of het lokaas wordt opgenomen en zorg dat er continu lokaas in de gifbuis aanwezig is. De hoeveelheid gif die men moet aanbieden is afhankelijk van de inschatting van de grootte van de populatie, de onderlinge afstand tussen je lokaasposten en de frequentie van opvolging. Soms moet men wat geduld hebben. Sommige populaties ratten zijn terughoudend tegenover nieuwe dingen (zoals een gifbuis) in hun leefomgeving. Hou rekening met de omstandigheden en de omgeving. Soms is het zinloos om gif aan te bieden als er volop ander aantrekkelijker voedsel aanwezig is. Werk met kennis van zaken en hou rekening met de risico s. 5