Liturgie oudejaarsavond 31 december 2016 Voorganger Organist Lector Koster Bord-/beamerbeheerder ds. Reinoud Koning Ans Kuus Aone Koopmans Hans van Polen Niels Kuyt Welkom door de ouderling Stil gebed Intochtslied psalm 148 1) Halleluja! Prijst God en zingt, gij fiere hemel die daar blinkt, gij legioen dat naar Hem hoort, gij engelen die draagt zijn woord, zonlicht en maan en alle sterren, hemel der hemelen van verre, peilloos verschiet boven ons hoofd: de naam des HEREN zij geloofd!
2) Naam van den HEER die heilig zijt, geprezen uw aanwezigheid. Want Gij hebt met uw stem en macht heel dit bestel tot stand gebracht. Gij laat uw schepping nimmer vallen, Gij roept uw creaturen alle. Gij hebt getemd het sterk geweld, Gij hebt het paal en perk gesteld. Bemoediging en groet Zingen als antwoord - "Machtig God, sterke Rots." (EL 351) Machtig God, sterke Rots, U alleen bent waardig. Aard en hemel prijzen U. glorie voor uw naam. Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig, stralend Licht, Morgenster, niemand is als U. Prijst de Vader, prijst de Zoon. Prijst de Geest, die in ons woont. Prijst de Koning der heerlijkheid. Prijst Hem tot in eeuwigheid. Lezing Genesis 1:1 3 (NBG1951) In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zei: Er zij licht; en er was licht. Gebed van toenadering Zingen gezang 392 1) Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt. De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt. Andere helpers, Heer, ontvallen mij. Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
2) Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt. Alles verdoft wat glans bezat en gloed. Alles vervalt in 't wisselend getij, maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij. 3) U heb ik nodig, uw genade is mijn enig licht in nacht en duisternis. Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij? In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij. Lezing O.T. - Genesis 28:10 16 (NBV) 10 Jakob verliet dus Berseba en ging op weg naar Charan. 11 Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. 12 Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhoog gaan en afdalen. 13 Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: Ik ben de HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal ik aan jou en je nakomelingen geven. 14 Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen. 15 Ikzelf sta je terzijde, ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en ik zal je naar dit land terugbrengen; ik zal je niet alleen laten tot ik gedaan heb wat ik je heb beloofd. 16 Toen werd Jakob wakker. Dit is zeker, zei hij, op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet. Zingen gezang 487 1) De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen. Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht, gaf mij een levend hart en nieuwe ogen. Zo komt Hij steeds met stille overmacht en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen. 3) Gij geeft het uw beminden in de slaap, Gij zaait uw naam in onze diepste dromen, Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt - zoals de regen neerdaalt in de bomen, zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat, zo zult Gij uw beminden overkomen. Lezing N.T. Johannes 20:19 23 (NBV) 19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: Ik wens jullie vrede! 20 Na deze woorden toonde hij
hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21 Nog eens zei Jezus: Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit. 22 Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: Ontvang de heilige Geest. 23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven. Verkondiging Zingen gezang 299 Allen 1) Voor alle heilgen in de heerlijkheid die U beleden in hun aardse strijd, zij uw naam lof, o Jezus, te allen tijd! Vrouwen 2) Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht; Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht; Gij hebt uw pelgrims veilig thuis gebracht. Mannen 3) Maak al uw strijders in dit aards gevecht moedig als hen wier pleit reeds werd beslecht tot aan de tijd die Gij hebt toegezegd. Allen 4) Hun is de prijs, de lauwerkrans, de kroon; toch zijn wij één: zij zingend voor de troon, wij in de wereld, wachtend op Gods Zoon. Allen 10) Van alle einders, van de verste kust zullen zij vinden vrede, feest en rust, U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest! Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel (325-381) Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen. En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden.
Ter wille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden. Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft geleden, is begraven. Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften. Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader en zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben. En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat, die samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten. En een heilige, algemene en apostolische kerk. Wij belijden een doop tot vergeving van de zonden. Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw. Amen Zingen gezang 255 1) Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heilge Geest, de Trooster, de Drieeenge in zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drieeenge in zijn troon! Dank- en voorbeden, stil gebed en Onze Vader Collecte
Slotlied gezang 393 1) De dag, door uwe gunst ontvangen, is weer voorbij, de nacht genaakt; en dankbaar klinken onze zangen tot U, die 't licht en 't duister maakt. 2) Die dan, als onze beden zwijgen, als hier het daglicht onderduikt, weer nieuwe zangen op doet stijgen, ginds waar de nieuwe dag onluikt. 3) Zodat de dank, U toegezonden, op aard nooit onderbroken wordt, maar steeds opnieuw door mensenmonden gezongen en gesproken wordt. 4) Voorwaar, de aarde zal getuigen van U, die thans en eeuwig zijt, tot al uw schepselen zich buigen voor uwe liefd' en majesteit. Heenzending en Zegen