REGLEMENT KEVERKLASSE 2009 foto: Hein van Schie 1
Reglement Keverklasse 2009 Wedstrijdwagens moeten aan de volgende eisen voldoen 1. In deze klasse zijn alle wagens voorzien van een originele stalen VW kevercarrosserie, met standaardchassis en originele bodemplaat, inclusief de bevestigingsgaten waarop de carrosserie bevestigd is geweest. In de bodem mogen maximaal 6 gaten zitten met een maximale diameter van 10 cm voor waterafvoer. Indien de originele bodemplaat verrot is, mag deze vervangen worden door 2 mm plaatstaal. Het hoekstaal mag dan vervangen worden door buis 42 x 2,6 mm of koker. Hierop moet minimaal een hoeklijn 50 x 50 x 4 mm of gelijkwaardig koker of buis aan de rolkooi gemonteerd worden, waarop de rolkooi moet worden bevestigd. Alleen ten behoeve van de motorophanging mag het chassis worden aangepast. Het is toegestaan de voorzijden tot aan de vooras in te korten. Radiateurbescherming is verplicht,zie alg regelement veiligheid. Indien de portieren worden verwijderd, dient vervangend metaal of aluminium van minimaal 0,5 mm dikte gebruikt te worden. Het dak moet origineel zijn. De zijkanten mogen van metaal of aluminium zijn met een dikte van minimaal 0,5 mm. Op de stuurzijde moeten minimaal drie schoren geplaatst worden, van de zijkant naar de tunnel. Twee voor de stoel en achter de stoel, zie de tekening. Minimaal koker 20/20 of rond 20mm 0.2 dik. 2. Het verlagen van de carrosserie is toegestaan. De instaphoogte aan beide zijden moet een afmeting hebben van min 45 cm hoog en 75 cm breed. De hoogte van het bestuurderscompartiment moet van de vloer tot het dak minimaal 95 cm zijn, ter hoogte van de bestuurdersplaats. Er moet min 5 cm ruimte tussen helm en dak zijn. Onnodig uitstekende delen, zowel binnen als buiten de wagen, moeten worden verwijderd. De eventuele afschermingen van zowel de voor-, achter- en zijkanten mogen nooit buiten de wielen uitsteken. Hoeken moeten afgerond zijn geen scherpr delen. 3. Als motor mag een niet bij het chassis behorende motor worden gebruikt, met maximaal 4 cilinders. Mag carburateur of injectie zijn. Turbo is verboden. Andere dan automotoren zijn verboden. De versnellingsbak en de motor moeten op de originele 2
plaats zitten. De koeling is vrij en mag dus worden aangepast koelmiddel mag alleen water zijn. 4. De radiateur, oliekoeler, water- en olieleidingen en de benzinetank binnen het bestuurderscompartiment dienen deugdelijk te worden afgeschermd d.m.v. plaatstaal of aluminium. Dit dient zodanig te zijn geconstrueerd dat er nimmer gevaar kan optreden voor de coureur.de afscherming tussen akku en tank moet van niet geleidend materiaal zijn. 5. Elke carburateur moet een veer hebben die de gasklep afsluit. 6. De velgmaat van de voor- en achterwielen mag niet groter zijn dan 16 inch..alleen toegestaan zijn rally banden of of M.S banden geen noppe banden of traktorbanden. Om de banden of aan de velgen mogen geen hulpmiddelen worden gemonteerd. 7. Brandstoftanks moeten van metaal gemaakt zijn en mogen een capaciteit hebben van maximaal 20.5 liter en moeten heel precies zijn vastgezet in de auto met voldoende bescherming en geheel vrij van de carrosserie. Stalen tanks moeten minimaal 1.5mm dik zijn. Brandstoftanks mogen niet onder het nivo van de achterbumper geplaatst worden. Aluminium brandstof tanks zijn niet toegestaan. Tank moet deugdelijk zijn gemonteerd zie tekening. Verplichte tank montage instructies De tank moet in een hoekijzerframe zitten. Het wordt aanbevolen een plaat onder de tank te lassen zodat hij niet van onderen gepenetreerd kan worden.het frame moet een beetje groter zijn dan de tank zodat er een, bij voorkeur, rubberen buffering tussen de tank en het frame aangebracht kan worden. De tank moet naar beneden vastgeklemd worden met dubbele klem(diagram A) of een enkele (diagram B). De tank moet op alle plaatsen die de tank raken gebufferd worden. De klemmen moeten niet te strak worden vastgezet, want daardoor kan de tank buigen of barsten. Een sluitmoer op tankhoogte zal dit voorkomen. Het wordt aanbevolen gevlochten slang te gebruiken voor de pick-up leiding om een beetje beweging toe te staan en daardoor schuren van de brandstofleiding te voorkomen. 3
De ontluchtingsleiding moet de tank bovenin verlaten, dan een stukje naar beneden waarna hij een hele slag om de tank moet maken waarna hij naar beneden geleid kan worden. Het doel hiervan is dat een deel van de leiding in welke positie dan ook altijd boven het brandstofniveau is waardoor er nooit brandstof uit kan lekken. Let op: Wees er zeker van dat jouw brandstoftank veilig is en controleer hem na elke race. Dat ben je verplicht aan je familie en vrienden. 8. Als brandstof mag uitsluitend benzine of superbenzine van een normaal handelsmerk worden gebruikt. 9. De wagens moeten voorzien zijn van een gescheiden remsysteem. De remwerking mag op geen enkele manier uitschakelbaar zijn. Aan de achterzijde van de wagen moeten goed functionerende remlichten zijn aangebracht en een continu brandend stoflicht. 10. De originele voor- en achteras mogen van stelpunten voorzien zijn. De achterwielophanging moet origineel zijn. Eventueel mag Porsche achterwielophanging gebruikt worden, 11. De auto moet voorzien zijn van een dubbele rolkooi en een stalen dak die de veiligheid van de coureur garanderen. De rolkooi moet zijn vervaardigd van minimaal dikwandig stalen buis Ø 38 mm met een dikte van 2,6 mm. Koker, u profiel, gegalvaniseerde buis of aluminium kooiconstructies worden niet toegestaan. Alle constructies dienen van ronde buis te worden vervaardigd en binnen de wagen te worden gemonteerd. Een extra plaatstalen plaat met een dikte van minimaal 4 mm behoort aan de rolkooi gelast of deugdelijk geschroeft te zijn over het gehele vlak waar de coureur zit. 12. Veiligheidsgordel a. Type De gordel moet een 5-punts samenstelling hebben met twee schoudergordels, 2 schootgordels en een kruisgordel. Het harnas moet 5 bevestigingspunten hebben en 5 sluitpunten. Het wordt ten zeerste aanbevolen dat de bevestigingspunten van een bout voorzien zijn.als de haak- of cliptype worden gebruikt moeten ze minimaal 3.9mm dik zijn en van een erkende fabrikant. De gordels moeten minimaal 75mm breed zijn behalve de kruisgordel die 38mm mag zijn. De leeftijd van de gordels mogen niet ouder zijn dan 5 jaar. LET OP: Als men nieuwe gordels koopt of sluitclips, laat je dan adviseren en koop sowieso het bout-type. b. Gebruik De gordels moeten ten allen tijde gedragen worden als de auto op de baan is. Er moet voor worden gezorgd dat de gespen goed vastgeclipt zijn. Elke gordel moet goed strak getrokken worden, schootgordels eerst zonder ruimte zodat de rijder goed in zijn stoel gehouden wordt.dit moet gedaan worden voordat de auto de arena in gaat zodat de 4
keurmeester ze kunnen controleren. Het wordt aanbevolen de gordels na maximaal 3 jaar te vervangen of nadat de auto herhaaldelijke hevige botsingen heeft ondergaan. c. Installeren Veiligheidsgordels moeten gemonteerd worden volgens de instructies van de fabrikant en de bijgeleverde bevestiging materiaal moeten worden gebruikt. De gordel moet worden gemonteerd aan het hoofdchassis en of de rolkooi, NIET aan de stoel, door passende gelaste 4mm dikke steunen van maximaal 50mm lengte. De gordels moeten worden gemonteerd tussen een dubbele set steunen aan iedere kant van de gordel. Als er bouten worden gebruikt, moeten ze een hoge trekkracht hebben en minimaal 10mm zijn, vastgezet met een moer, bij voorkeur van het type Ny-Loc. R-type koppelingen en kettingen zijn niet toegestaan om gordels te koppelen.min 8.8 bouten. De schoudergordels moeten zo dicht mogelijk bij de rijder gemonteerd worden, achter de stoel, onder schouderhoogte. De schoudergordels moeten op schouderhoogte over een stuk buis lopen als de rijder in de wagen zit. Dit moet een ronde metalen buis zijn. De schootgordels moeten zo dicht mogelijk bij de rijder gemonteerd worden, achter de stoel en aan de zijkanten.als de kruisgordel gemonteerd wordt is het noodzakelijk dat de gordel niet van het lichaam van de rijder wordt afgetrokken.men moet ook veiligstellen dat de gordel niet ergens op metalen delen kan schaven(slijten). Hieronder staat een geadviseerde layout van de gordelmontage. d. Onderhoud Het wordt aanbevolen dat de gordels na elke wedstrijd worden schoongemaakt en geïnspecteerd. Als de stof tekenen van slijtage vertoont moeten ze vervangen worden door een erkende reparateur. Het wordt tevens aanbevolen om de sluiting en de bouten aan het einde van het seizoen te vervangen. Op aanwijzing van de keurmeester kan van de rijder geëist worden de harnasverbindingen opnieuw te naaien met rotproof draad door een specialist, waar er aanwijsbare rotting is. e. Inspectie de veiligheidsgordel wordt bij elke wedstrijd gecontroleerd door de keurmeester die de rijder kan vragen in de auto te gaan zitten om te kunnen controleren of de gordel goed gemonteerd is en of het goed past. Als de keurmeester van mening is dat de gordel onveilig is of in slechte conditie, dan kan hij de rijder vragen om de gordel te vervangen. Als de bevestigingspunten niet goed zijn of in slechte conditie dan zal de auto niet mogen racen totdat alles hersteld is. 5
f Goedgekeurd materiaal/leverancierlijst Elke gordel met de haak/clip sluitingen moet komen van een van de volgende fabrikanten: Simpson Total/TRS RJS Willans Deze lijst mag uitgebreid worden. Als U er niet zeker van bent of Uw gordels voldoen aan de eisen neem dan contact op met de Hoofd keuring van desbetreffende vereniging. Schoot gordel moet door de stoel gemonteerd te zijn. Lay out Geadviseerde gordel De chauffeurstoel moet voorzien zijn van een hoofdsteun en behoort een geheel te zijn.aangeraden wordt de stockar stoel,knaf of Fifa gekeurt. Brandwerende kleding Is verplicht zowel de overall als de onderkledingen sokken en handschoenen. Een goedpassende helm en nekband van brandwerend materiaal zijn ook verplicht. 13. Er mogen geen ruiten aanwezig zijn. 14. in de raamopening aan bestuurderskant moeteen netwerk zitten.raam aan de voorkant moet afgeschermt zijn door staalnet van min 10/10 cm Om het afslepen vlotter te doen verlopen, moet er zowel voor als achter een sleepoog aanwezig zijn. Vierwiel aangedreven wagens worden niet toegestaan. 15. Het geluidsniveau van de auto mag niet hoger zijn dan 100 decibel, dit gemeten bij 4000 toeren. Dit alles wordt gemeten op 1 meter hoogte en op 10 meter afstand van de wagen. 6
16. De zijkantbescherming moet van ronde buis zijn,de voorbumper mag max uit 2 pijpen bestaan max 34 mm 2,5 mm dikte. 17. De auto mag afgetankt maximaal 800 kg zijn en moet minimaal 600 kg zijn, hier wordt steekproefsgewijs op gecontroleerd voor of na de wedstrijd. 18. Als nummeraanduiding dient op het dak een bordje van 20 x 20 cm te zijn aangebracht, hierop dient het startnummer met duidelijke cijfers te zijn aangebracht. 19. ZEER BELANGRIJK!! ZEER BELANGRIJK!!! Auto s dienen op de eerste wedstrijddag van 2009 aan de regels van dit reglement te voldoen, op straffe van uitsluiting. Paspoort wordt in 2009 verplicht. HET EINDOORDEEL LIGT BIJ DE KEURINGSCOMMISSIE EN IS BINDEND. 7