Overgangsreglement Vut

Vergelijkbare documenten
Overgangsregeling ECI 15 jaarsoptie Uitstel financiering van over het verleden in te kopen pensioenruimte

Reglement Versleepregeling

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Overgangsregeling VPL PME

O V E R G A N G S B E P A L I N G E N P E N S I O E N R E G L E M E N T Regulier. Versie 1.0 STICHTING PENSIOENFONDS SNS REAAL

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Aanvullend reglement. Overgangsregeling VPL

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Oudedagregelingen. 6b.19 6b.20 6b.21 6b.22 6b.23 6b.24 6b.25 6b.26 6b.27 6b.28 6b.29. 6b.30 6b.31. 6b.32. 6b.33 6b.34 6b.35

REGLEMENT. per 1 januari Stichting VUT fonds ECI

Aanvullend reglement

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN IN DE PERIODE 1950 TOT EN MET 1972

Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen

Stichting Pensioenfonds HAL

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in Verf, het Glasbewerkingsen het Glazeniersbedrijf

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonmortelindustrie (Bpf-Mortel)

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedek- kingsbedrijven (Bpf-Bitumen)

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Stichting Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel

Addendum op het op 1 januari 2007 in werking getreden pensioenreglement 2007 van Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V.

Pensioenreglement PR2007

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Progress. Pensioenreglement 2002

VPL Reglement. 1 februari 2016 Pagina 1 van 7

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

REGLEMENT. Toeslagregeling per

STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Opgave pensioenaanspraken per 1 januari 2014

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave

Aanvullend reglement

STICHTING FLEXIBEL PENSIOEN RANK XEROX AMSTELVEEN REGLEMENT

PENSIOENREGLEMENT II

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Reglement Aanvullend Arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) Stichting Pensioenfonds Yara Nederland. 1 januari Correspondentieadres:

Progress. Pensioenreglement 2002

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2011

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN.

Samenvatting DEPF reglementen

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

REGLEMENT MINDER WERKEN EN VAN WERK NAAR WERK TRAJECT

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Reglement Anw-hiaatpensioen

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

PREPENSIOENREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL. mei 2011

ANW- Hiaat Reglement 2015

PENSIOENSPAARREGLEMENT

Reglement Anw-hiaatpensioen

Uitvoeringsrichtlijn betreffende deelneming bij werken na de ingang van het ouderdomspensioen

INHOUDSOPGAVE. Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen Cargill BV. Inhoud

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Transcriptie:

Overgangsreglement Vut Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in Verf, OVERGANGSREGLEMENT VUT 1 26-juli-13

Inhoud Artikel 1 - Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 - Deelnemerschap... 4 Artikel 3 - Verstrekken van inlichtingen... 5 Artikel 4 - Voorwaardelijke aanvullende pensioentoekenning... 5 Artikel 5 - Jaarsalaris... 6 Artikel 6 - Hoogte aanvullende pensioentoekenning... 7 Artikel 7 - Kosten van de overgangsregeling... 7 Artikel 8 - Financiering van de overgangsregeling... 8 Artikel 9 - Fiscale maximering... 8 Artikel 10 - Schakelbepaling... 8 Artikel 11 - Inwerkingtreding... 8 Bijlage 1 Overzicht vaste bedragen... 9 Bijlage 2 Actuariële factor... 10 OVERGANGSREGLEMENT VUT 2 26-juli-13

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen In dit reglement gelden de volgende begripsomschrijvingen: Aangesloten onderneming: de onderneming, die in de zin van dit reglement werkgever is van een groep van personen die tot deelneming aan deze overgangsregeling van de stichting verplicht is krachtens artikel 2 van de Wet-bpf, evenwel met uitzondering van werkgevers die voor hun werknemers tot 1 januari 2007 vrijstelling hadden van artikel 2 van de uittredingscao, alsmede de onderneming die géén werkgever is in de zin van dit reglement doch die door het bestuur op een desbetreffend verzoek als aangesloten onderneming is toegelaten. Administrateur: Actuaris: Arbeidsongeschiktheid: de administrateur van de stichting als bedoeld in artikel 11 van de statuten. de actuaris van de stichting als bedoeld in artikel 12 van de statuten. een deelnemer is arbeidsongeschikt in de zin van dit reglement, indien en zolang aan betrokkene een uitkering krachtens de Wia is toegekend, alsmede in die gevallen waarin het bestuur arbeidsongeschiktheid aanwezig acht. Basisloon: het volgens de Cao geldende basismaandloon, inclusief 5% tariefdervingstoeslag, voor geschoolde volwassen werknemers met 5 functiejaren, dat geldt op 1 juli van het voorafgaande jaar. Besluit: Besluit sociaal akkoord 2004. Bestuur: Cao: Deelnemer: De Nederlandsche Bank: Gepensioneerde: Onvrijwillige werkloosheid: Pensioendatum: Pensioeningangsdatum: Pensioenregeling: het bestuur van de stichting. de geldende Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Groothandel in Vlakglas,. de werknemer, die op grond van het bepaalde in artikel 2, lid 1 van dit reglement het deelnemerschap aan deze overgangsregeling heeft verworven. de toezichthoudende instantie als bedoeld in artikel 1 van de PW. de persoon, die van de stichting ouderdomspensioen ontvangt. werkloosheid in de zin van de Werkloosheidswet. de eerste dag van de maand waarin de 65 ste verjaardag van de deelnemer valt. de datum waarop het ouderdomspensioen werkelijk ingaat (waaronder ook artikel 22, lid 1van het pensioenreglement PR2007). de verplichte pensioenregeling(en) van de stichting. PensioenreglementPR2007: het reglement van de pensioenregeling PR2007 zoals die met ingang van 1 januari 2007 wordt uitgevoerd door de stichting. PW De Pensioenwet OVERGANGSREGLEMENT VUT 3 26-juli-13

Statuten: Stichting: Uittredingscao: Werkgever: de statuten van de stichting. de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in Verf,. de Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Vlakglas,, zoals die op 31 december 2006 gold. ondernemingen of afdelingen daarvan, die zich uitsluitend of in hoofdzaak bezighouden met respectievelijk: - de groothandel in en het plaatsen van bewerkt en onbewerkt vlakglas; - de bedrijfsmatige bewerking en verwerking van vlakglas; - het vervaardigen van glas in metaal, waaronder begrepen geëtst en gebrandschilderd vlakglas. Onder groothandel wordt hierbij de bedrijfsuitoefening verstaan waarbij een onderneming voor eigen rekening en risico producten van producenten betrekt, naar behoefte in voorraad houdt en voor eigen rekening en risico distribueert over een veelheid van professionele verbruikers, be- en verwerkers dan wel wederverkopers. Er is sprake van in hoofdzaak : - indien het aantal betrokken werknemers groter is dan het aantal werknemers dat betrokken is bij eventuele andere activiteiten van de werkgever; - in geval het niet mogelijk is exact aan te geven welk aantal werknemers regelmatig betrokken is bij respectievelijk de groothandels-, glasbewerkings- of glazeniersactiviteit, zal bepalend zijn de omzet ten opzichte van de omzet in eventuele andere activiteiten van de werkgever. Werknemer: iedere man of vrouw in dienst van de werkgever, met uitzondering van vakantiewerkers en stagiaires en met uitzondering van directeuren van naamloze vennootschappen en van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die in het bezit zijn van 50% of meer van het aandelenkapitaal van de vennootschap. Wet-bpf: de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Wia: Wia-premiegrens: de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. het op de eerste januari van het jaar geldende maximum premieloon op jaarbasis, dat geldt voor de vaststelling van de premies krachtens de Wia. De grootte van dit bedrag wordt in bijlage 1 bij dit reglement vermeld. Artikel 2 - Deelnemerschap 1. Deelnemer aan deze overgangsregeling zijn werknemers: a. die óp of ná 1 januari 1950 zijn geboren; b. én die vanaf 31 maart 2000 tot en met 31 december 2006 ononderbroken onder de werkingssfeer van de uittredingscao zijn gevallen; c. én die het deelnemerschap aan deze overgangsregeling met ingang van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2021, of tot het bereiken van de eerdere pensioeningangsdatum respectievelijk de eerdere pensioeningangsdatum, ononderbroken hebben voortgezet, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de leden 4 en 5. 2. Het deelnemerschap aan deze overgangsregeling eindigt: OVERGANGSREGLEMENT VUT 4 26-juli-13

a. door het bereiken van de pensioendatum of de eerdere pensioeningangsdatum; b. door het overlijden van de deelnemer vóór de pensioensingangsdatum; c. door beëindiging van het dienstverband met de aangesloten onderneming vóór de pensioendatum of de eerdere pensioeningangsdatum; d. door het anderszins verliezen van de hoedanigheid van werknemer in de zin van dit reglement; e. door het eindigen van de verplichting tot deelneming krachtens artikel 2 van de Wet-bpf; f. doch uiterlijk op 31 december 2021. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 wordt het deelnemerschap onverminderd voortgezet: a. indien en zolang betrokkene betaald of onbetaald verlof in welke vorm of onder welke benaming dan ook geniet, of b. indien de deelnemer direct aansluitend op de beëindiging van het dienstverband met een aangesloten onderneming in dienst treedt bij een andere aangesloten onderneming, die tot 1 januari 2007 geen vrijstelling had van het bepaalde in artikel 2 van de uittredingscao, of c. ter beoordeling en onder goedkeuring van het bestuur, in geval van onderbreking van het dienstverband met de aangesloten onderneming van beperkte duur. 4. De werknemer wordt geacht in de periode vanaf 31 maart 2000 tot en met 31 december 2006 ononderbroken onder de werkingssfeer van de uittredingscao te zijn gevallen, indien zijn/haar dienstverband met een aangesloten onderneming in die periode voor één jaar of minder onderbroken is geweest wegens volledige arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid. Degene van wie het dienstverband met een aangesloten onderneming wegens volledige arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid in 2006 is geëindigd én die in 2007 binnen één jaar weer herintreedt, wordt op het tijdstip van indiensttreding bij een aangesloten onderneming als deelnemer in de overgangsregeling opgenomen. 5. Indien het dienstverband van de deelnemer met een aangesloten onderneming wegens volledige arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werkloosheid op of ná 1 januari 2007 wordt beëindigd, en betrokkene vóór 1 januari 2022 binnen één jaar weer bij een aangesloten onderneming in dienst treedt, dan wordt het deelnemerschap geacht ononderbroken te zijn voortgezet. Artikel 3 - Verstrekken van inlichtingen 1. De deelnemer, de aangesloten onderneming en de gepensioneerde zijn verplicht de door de administrateur voor de uitvoering van deze overgangsregeling benodigde gegevens te verstrekken. 2. De administrateur zal controle uitoefenen op naleving van alle voorwaarden van dit reglement. Artikel 4 - Voorwaardelijke aanvullende pensioentoekenning 1. Het bestuur zal jaarlijks ernaar streven aan de deelnemers, die in het komende boekjaar aan de in artikel 2 gestelde voorwaarden zullen voldoen en het in artikel 6, lid 2 bedoelde tijdstip bereiken, aanvullende pensioenaanspraken toe te kennen overeenkomstig het bepaalde in dit reglement. Bij de besluitvorming hierover worden de in lid 2 omschreven beleidslijnen door het bestuur in acht genomen. De in artikel 2 bedoelde deelnemers, die nog niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, of die wel daaraan voldoen maar nog niet krachtens bestuursbesluit voor aanvullende pensioentoekenning in aanmerking zijn gekomen, kunnen aan dit beleidsvoornemen geen aanspraken ontlenen. 2. Het bestuur zal in december van elk jaar bezien of de in het komende boekjaar potentieel optredende pensioenlasten van de overgangsregeling binnen het raam van de daartoe beschikbare middelen van de stichting zullen vallen. Indien het bestuur tot de overtuiging komt dat de financiering van die potentiële pensioenlasten haalbaar en verantwoord is, zal het tot aanvullende pensioentoekenning aan alle in het desbetreffende jaar daarvoor in aanmerking komende deelnemers overgaan. Indien de beschikbare middelen onvoldoende worden geacht, zal de beoogde pensioentoekenning worden beperkt of volledig worden opgeschort naar een volgend boekjaar waarin de financiering ervan wel haalbaar wordt geacht. Bij zijn besluitvorming zal het bestuur zich laten leiden door een desbetreffend OVERGANGSREGLEMENT VUT 5 26-juli-13

advies van de actuaris en zal het tevens rekening houden met de ter zake door wetgeving en door De Nederlandsche Bank gegeven aanwijzingen. 3. De betrokken deelnemers worden van het bestuursbesluit tot aanvullende pensioentoekenning individueel schriftelijk op de hoogte gebracht, onder opgave van het toegekende jaarlijkse pensioen. 4. Aan deze overgangsregeling kan geen enkele aanspraak worden ontleend indien het deelnemerschap vóór 31 december 2021 of vóór de eerdere pensioendatum eindigt door overlijden, door het verliezen van de hoedanigheid van werknemer, dan wel door het eindigen van de verplichting tot deelneming krachtens artikel 2 van de Wet-bpf, tenzij de deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid van pensioenvervroeging als bedoeld in artikel 22 van het pensioenreglement-2007, dan wel het bepaalde in artikel 2, lid 3 van toepassing is. 5. Voor deelnemers, die op 31 december 2021 of bij het bereiken van de eerdere pensioendatum respectievelijk pensioeningangsdatum volledig arbeidsongeschikt zijn, vindt geen aanvullende pensioentoekenning plaats. Voor deelnemers, die op dat moment gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, vindt de aanvullende pensioentoekenning slechts voor zodanig deel plaats als geacht wordt gerelateerd te zijn aan de arbeidsgeschiktheidsgraad van betrokkene op het in de vorige volzin bedoelde tijdstip. 6. Artikel 4 lid 5 van het besluit is van toepassing op de toezeggingen op grond van dit reglement. De tekst luidt als volgt: Het pensioen dat voor u zal worden ingekocht omdat u in het verleden gedurende uw dienstbetrekking(en) een of meer perioden hebt gehad waarin minder pensioen is opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving mogelijk is, wordt pas opgebouwd op het moment dat en voor zover de toegezegde aanspraken zijn gefinancierd. Wanneer uw deelname aan de pensioenregeling eindigt voordat deze aanspraken (volledig) zijn gefinancierd, heeft u alleen recht op het op dat moment gefinancierde en opgebouwde deel van deze pensioenaanspraken. Indien bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling nog geen toegezegd pensioen over verstreken dienstjaren voor u is ingekocht en opgebouwd, heeft u dus ook geen recht op dit deel van uw toezegging. Als aan u is toegezegd dat pensioenaanspraken over verstreken dienstjaren worden ingekocht, dan moeten deze uiterlijk binnen vijftien jaren nadat de toezegging is gedaan, zijn gefinancierd. Wanneer u binnen die vijftien jaar met pensioen zou gaan, moeten de in te kopen pensioenaanspraken al eerder zijn gefinancierd, namelijk uiterlijk op het moment van uw pensionering. Een eenmaal gedane toezegging tot inkoop van aanspraken over het verleden kan in beginsel niet worden ingetrokken of gewijzigd. Artikel 5 - Jaarsalaris 1. Met inachtneming van het bepaalde in de leden 2, 3 en 4 is het voor de pensioenberekening in aanmerking te nemen jaarsalaris gelijk aan het per 31 december 2006 geldende bruto-inkomen, zijnde het basisloon, inclusief vakantietoeslag, tariefdervingstoeslag, veelzijdigheidstoeslag, vaste gratificatie, plus de onderdelen van het inkomen die volgens de normale arbeidsduur tot het vaste loon behoren, daaronder niet begrepen overwerkvergoeding. 2. Indien de beloning van de deelnemer ten dele uit provisie bestaat, wordt het volgens het vorige lid vastgestelde bedrag verhoogd met de provisiebedragen over de 12 maanden voorafgaande aan 1 januari 2007. 3. Het per 31 december 2006 in aanmerking te nemen jaarsalaris is maximaal gelijk aan: - 115% van het jaarsalaris per 1 januari 2005, en/of - de op 31 december 2006 geldende Wia-premiegrens. 4. Voor de deelnemer die op 1 januari 2007 arbeidsongeschikt is, of voor wie dan sprake is van de verplichting tot loondoorbetaling tijdens een ziekteperiode, wordt als jaarsalaris het op 1 januari 2006 geldende pensioengevende salaris in aanmerking genomen zoals dit volgens het pensioenreglement- 2007 geldt. OVERGANGSREGLEMENT VUT 6 26-juli-13

5. Het voor de bijdrageberekening in aanmerking te nemen jaarsalaris is gelijk aan het vast overeengekomen jaarsalaris per de eerste januari van het jaar van bijdrageheffing, inclusief de vakantietoeslag en vermeerderd met de ploegentoeslag, tot een maximum van de Wia-premiegrens zoals deze op bedoelde eerste januari geldt. Artikel 6 - Hoogte aanvullende pensioentoekenning 1. Indien het bestuur in enig jaar volgens het bepaalde in artikel 4 tot aanvullende pensioentoekenning besluit, verkrijgen de daarvoor in aanmerking komende deelnemers op het tijdstip als bedoeld in lid 2 aanvullende pensioenaanspraken krachtens het bepaalde in dit artikel, evenwel met inachtneming van de maxima als omschreven in artikel 9. 2. Bij het bereiken van de eerste dag van de maand waarin de 62 ste verjaardag van de deelnemer valt danwel bij de eerdere pensioeningangsdatum worden, eenmalig op basis van een fictieve contante waarde op dat moment, aanvullende pensioenen ten behoeve van de deelnemer vastgesteld. Indien betrokkene op 31 december 2021 nog deelnemer is, dan vindt de vaststelling van de aanvullende pensioenen eenmalig op dat tijdstip plaats. De aanvullende pensioenen zijn als volgt: a. een aanvullend levenslang ouderdomspensioen, ingaand op de pensioendatum; b. een aanvullend levenslang partnerpensioen ter grootte van 60% van het aanvullend levenslang ouderdomspensioen met tijdelijke risicodekking tot de pensioendatum, als bedoeld in artikel 10, lid 2 van het pensioenreglement-2007; c. een aanvullend levenslang partnerpensioen ter grootte van 70% van het aanvullend levenslang ouderdomspensioen met levenslange risicodekking vanaf de pensioendatum, als bedoeld in artikel 10, lid 3 van het pensioenreglement-2007; d. een aanvullend wezenpensioen ter grootte van 14% van het aanvullend levenslang ouderdomspensioen. 3. De omvang van de pensioenen wordt afgeleid van een fictief bedrag dat door de administrateur individueel per deelnemer wordt bijgehouden. Het fictieve bedrag is bij de inwerkingtreding van deze overgangsregeling vastgesteld op het verschil tussen: a. een percentage van het jaarsalaris per 31 december 2006, én b. het per 31 december 2006 bereikbare jaarlijkse vroegpensioen krachtens de voordien geldende pensioenregeling voor de deelnemer. Het in onderdeel a. bedoelde percentage is het percentage als bedoeld in de CAO. Het fictieve bedrag wordt met ingang van 1 januari 2007 tot de datum van pensioentoekenning verhoogd overeenkomstig het bepaalde in artikel 20, lid 2 van het pensioenreglement-2007. Voor de voorwaardelijke verhoging zijn géén financiële middelen binnen de stichting afgezonderd, terwijl hiervoor géén dekking in de bijdragen als bedoeld in artikel 7 aanwezig is. De in lid 2 bedoelde fictieve contante waarde is gelijk aan het in het jaar van vaststelling geldende fictieve bedrag als bedoeld in dit lid, vermenigvuldigd met de op het moment van vaststelling geldende actuariële factor. 4. Indien sprake is van deeltijdpensionering, dan worden aanvullende pensioenen vastgesteld op basis van het fictieve bedrag als bedoeld in lid 1, naar evenredigheid van de mate waarin sprake is van gedeeltelijke pensionering. Op de pensioendatum worden aanvullende pensioenen op basis van het resterende fictieve bedrag van betrokkene vastgesteld. 5. De pensioenberekeningen vinden plaats op basis van de actuariële factoren in bijlage 2 bij dit reglement. Het bestuur kan tevens nadere regels stellen die voor de onderhavige berekeningen zullen worden toegepast. Artikel 7 - Kosten van de overgangsregeling 1. De aangesloten onderneming is een jaarlijkse bijdrage aan de stichting verschuldigd, welke voor OVERGANGSREGLEMENT VUT 7 26-juli-13

iedere werknemer als bedoeld in artikel 1 gelijk is aan een bepaald percentage van het jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 5. De grootte van het jaarlijkse bijdragepercentage is gelijk aan het volgens in de cao vastgestelde percentage. 2. De deelnemer als bedoeld in artikel 2 is een jaarlijkse bijdrage van het jaarsalaris als bedoeld in artikel 5, lid 5 aan de stichting verschuldigd. De deelnemersbijdrage wordt door de aangesloten onderneming in evenveel termijnen op het bruto salaris van betrokkene ingehouden als waarin dit wordt uitbetaald. 3. Indien een werknemer respectievelijk deelnemer niet het gehele kalenderjaar in dienstbetrekking bij de aangesloten onderneming werkzaam is geweest, dan worden de verschuldigde bijdragen naar evenredigheid van het aantal dagen van de duur van de dienstbetrekking in dat jaar vastgesteld. Een maand wordt daarbij op 30 dagen gesteld en het kalenderjaar op 360 dagen. 4. Het bestuur is bevoegd per de eerste januari van enig jaar de bijdragepercentages aan te passen. In dit geval wordt hierover vooraf advies bij de actuaris ingewonnen. 5. Ten aanzien van de betaling van de bijdragen zijn de bepalingen in het pensioenreglement-2007 en het uitvoeringsreglement van de stichting overeenkomstig van toepassing. Artikel 8 - Financiering van de overgangsregeling De krachtens artikel 6 te verlenen aanvullende pensioenaanspraken worden op het tijdstip van pensioentoekenning, als bedoeld in artikel 6 lid 2, ineens tegen koopsom ingekocht. Artikel 9 - Fiscale maximering De volgens de artikel 6 berekende aanvullende pensioenen worden zo nodig beperkt tot bedragen die voldoen aan de fiscale wet- en regelgeving krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 zoals bedoeld in art. 4 lid 1 van het Besluit, met dien verstande dat deze hooguit gelijk zijn aan het verschil van: a. de maximaal haalbare pensioenen volgens de fiscale rekenregels voor een eindloonpensioenregeling die geacht wordt gegolden te hebben in de jaren van deelneming in de stichting gelegen vóór 1 januari 2007, met inbegrip van jaren gelegen vóór 1 januari 2007 doorgebracht bij een werkgever als bedoeld in artikel 1 in een periode dat deze niet bij de stichting was aangesloten, én b. de pensioenen die in de sub a bedoelde jaren reeds binnen de stichting en/of elders zijn opgebouwd, met uitzondering van de pensioenen als bedoeld in artikel 35, lid 4 van het pensioenreglement-2007. Artikel 10 - Schakelbepaling De bepalingen in het pensioenreglement pr2007 zijn zoveel mogelijk van toepassing op deze overgangsregeling, indien en voor zover in de voorgaande artikelen van dit reglement niet daarvan wordt afgeweken. Artikel 11 - Inwerkingtreding De overgangsregeling is in werking getreden op 1 januari 2007 en deze eindigt per 31 december 2021. Dit reglement is gewijzigd per 27 november 2008 en 26 juli 2013. Mevrouw E.V. Lundgren, secretaris De heer R.A. Foudraine, bestuurslid Gouda, 26 juli 2013 ***** OVERGANGSREGLEMENT VUT 8 26-juli-13

Bijlage 1 Overzicht vaste bedragen Bij het Overgangsreglement Vut van de Overzicht vaste bedragen Datum Wia-premiegrens (artikel 1) 01-01-2007 45.017,-- 01-01-2008 46.205,-- 01-01-2009 47.802,-- 01-01-2010 48.716,-- 01-01-2011 49.297,-- 01-01-2012 50.065,-- 01-01-2013 50.853,-- Overzicht bijdragen werkgevers en werknemers kalender jaar wkgbijdrage wknbijdrage 2008 0,82% 0,78% 2009 0,93% 0,78% 2010 1,05% 0,78% 2011 0,00% 0,78% 2012 0,00% 0,00% 2013 etc 0,93% 0,62% de werkgeversbijdrage wordt geheven over alle werknemers die in het bedrijf werkzaam zijn. de werknemersbijdrage wordt geheven over alleen die werknemers die voldoen aan de in het reglement benoemde voorwaarden. OVERGANGSREGLEMENT VUT 9 26-juli-13

Bijlage 2 Actuariële factor Bij het Overgangsreglement Vut van de Actuariële factor De in deze bijlage genoemde actuariële factor is geldig tot 1 januari 2014. Na afloop van die periode, en indien gewenst eerder, zal getoetst worden in hoeverre deze factor aanpassing behoeft. Tabel Hoogte aanvullende pensioenaanspraken artikel 6 Voor de vaststelling van de extra pensioenaanspraken in verband met de aanvullende pensioentoekenning als bedoeld in artikel 4, dient het fictieve bedrag, als bedoeld in lid 3 van artikel 6, vermenigvuldigd te worden met de volgende factor. Moment van omzetting Factor voor omzetting van 1,-- fictief bedrag in aanvullend ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 6, indien de toekenning onbeperkt plaatsvindt Op de 62-jarige leeftijd of de eerdere pensioeningangsdatum of 31 december 2021 0,19 De aanvullende pensioenaanspraken op partner- en wezenpensioen worden vastgesteld conform het bepaalde in artikel 6, lid 2. Voorbeeld Als het fictieve bedrag (artikel 6, lid 3) op het moment van toekenning gelijk is aan 100,--, dan bedraagt het aanvullende ouderdomspensioen 19,00. Dit onder de voorwaarde dat volledige toekenning mogelijk is op grond van artikel 4 en artikel 9. OVERGANGSREGLEMENT VUT 10 26-juli-13