Reizen met honden, katten of fretten binnen de Europese Gemeenschap Regels van toepassing vanaf 3 juli 2004 Laatste nieuws : de datum van inwerkingtreding van het reglement is uitgesteld geworden naar 1 oktober 2004. De regels voor het verkeer van honden, katten en fretten ( gezelschapsdieren) tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap werden geharmoniseerd. Deze regelgeving (EU verordening 998/2003/EG) wordt van kracht op 3 juli 2004. De hond, kat of fret uit de Europese Unie dient vanaf die datum, wanneer hij deelneemt aan het intracommunautaire verkeer, geïdentificeerd, gevaccineerd tegen hondsdolheid en in het bezit van een gestandaardiseerd en door de dierenarts ingevuld paspoort te zijn. Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Ierland mogen voorlopig hun huidige strengere nationale wetgeving nog handhaven. In België zal dit paspoort ook binnen de landsgrenzen aangewend worden als bewijs van de identificatie en de registratie van honden. Voor katten en fretten zal het paspoort enkel nodig zijn voor reizen buiten België. I / Algemene regels Voor het reizen binnen de Europese Gemeenschap met honden, katten en fretten gaan vanaf 3 juli 2004 volgende algemene regels gelden: een paspoort, een verplichte identificatie en een vaccinatie tegen hondsdolheid. Voor bepaalde landen is bijkomend een behandeling tegen wormen en/of teken vereist (zie II 2) 1 Paspoort : Honden, katten en fretten dienen te beschikken over een paspoort. Het model van dit paspoort is hetzelfde in alle landen die lid zijn van de Europese Gemeenschap en vervangt alle tot hiertoe gebruikte paspoorten en soortgelijke documenten. Het vermeldt de identificatie van het dier (microchip of tatoeage), de beschrijving van het dier en de naam en het adres van de eigenaar. Het zal afgeleverd worden op het ogenblik van de identificatie of na vaccinatie tegen hondsdolheid. Deze vaccinatie kan slechts uitgevoerd worden na de controle van de identificatie van het dier. Voor geïdentificeerde dieren met nog een geldig vaccinatiecertificaat van het oud regime gelden overgangsmaatregelen(zie punt 3.1) 2 Identificatie: Eigenaren die hun hond, kat of fret willen meenemen op reis zijn verplicht, indien dit nog niet gebeurd is, een identificatie bij hun dier te laten aanbrengen. In België wordt de elektronische transponder (microchip) gebruikt die onderhuids wordt aangebracht door de dierenarts. Naast de chip is tatoeage voorlopig ook als identificatie toegestaan behalve voor dieren die reizen naar het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Zweden. 3 Vaccinatie tegen hondsdolheid: Honden, katten en fretten dienen na de leeftijd van 3 maand ingeënt te zijn tegen hondsdolheid. 3.1 De dieren werden ingeënt voor 3 juli 2004 Het oude vaccinatiecertificaat voor honden en katten (voor zover deze geïdentificeerd zijn zie punt 2) blijft geldig voor zover de geldigheidsduur van het certificaat zoals vastgelegd in de wetgeving van kracht voor 3 juli 2004, niet overschreden is.
Nog geldig vaccinatieattest : - voor UK en Ierland : enkel document afgeleverd door de dierenarts en gevalideerd door de inspecteur-dierenarts voor 3 juli 2004; - voor Zweden : model vaccinatieattest zoals bepaald door Zweden en gevalideerd door de inspecteur-dierenarts voor 3 juli 2004; - voor andere landen van de EG : officieel vaccinatiecertificaat afgeleverd voor 3 juli 2004 en waarvan de geldigheidsduur ( 1 jaar na vaccinatie) nog niet verstreken is op het ogenblik dat de reis wordt aangevat. Opgelet : indien U op reis gaat naar een land dat niet voorkomt op de lijst in verordening 592/2004 en terugkeert na 3 juli 2004 dient de bloedtest zoals beschreven in punt II 4 uitgevoerd te worden voor het vertrek!! 3.2 De dieren worden ingeënt na 3 juli 2004 (primo-vaccinatie of herhalingsvaccinatie) De dierenarts noteert deze inenting in het paspoort na de identificatie van het dier te hebben gecontroleerd. De geldigheidsduur van de inenting hangt af van het gebruikte vaccin en kan dus langer zijn dan één jaar. II / Bijzondere regels 1 Dieren jonger dan 3 maanden Wie zijn dier dat jonger is dan 3 maand wil meenemen, dient eerst te informeren bij het land van bestemming of dit land dit toelaat. 2 Reizen naar het Verenigd Koninkrijk,Ierland, Zweden en Finland : Deze landen mogen hun bestaande nationale wetgeving verder blijven toepassen. Voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland Het pet travel scheme. D.w.z.enkel honden en katten die tenminste 6 maand in West Europa hebben verbleven, enkel identificatie met een microchip toegestaan, bloedafname na vaccinatie voor de bepaling van de antistoftiter gevolgd door een klinisch onderzoek 6 maanden na de bloedafname. Het onderzoek van het bloedstaal dient te gebeuren in het Pasteur Instituut (WIV). Voor honden en katten die werden ingevoerd uit een land dat geen lid is van de Europese gemeenschap dienen al deze onderzoeken in België te gebeuren. Er is tevens een behandeling tegen wormen en teken vereist die dient uitgevoerd te worden tussen 48 en 24 uur voor het vertrek. Deze laatste behandeling dient tevens geattesteerd te worden door de dierenarts. Voor Zweden Bloedtest vereist tussen de 4 en de 12 maand na vaccinatie voor bepaling van de antistoftiter. Het onderzoek van het bloedstaal dient te gebeuren in het Pasteur Instituut (WIV) Ook voor dit land is een behandeling tegen wormen en teken vereist welke dient uitgevoerd te
worden tussen de 48 en 24 uur voor het vertrek. Deze laatste behandeling dient tevens geattesteerd te worden door de dierenarts. Nb : Het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Zweden moeten hun nationale wetgeving voor het verkeer met fretten nog mee delen. De vaccinatie is vereist, de bloedtest evenwel niet. Voor Finland Naast de vaccinatie is ook een wormbehandeling vereist. 3 Reizen naar een land dat geen lid is van de Europese Gemeenschap De voorwaarden worden bepaald door het land van bestemming. Indien er onduidelijkheid bestaat over de juiste voorwaarden dient men zich te informeren bij de ambassade van het betrokken land. 4 Wederinvoer in de Europese Gemeenschap na een reis naar een land dat geen lid is van de Europese Gemeenschap en dat niet voorkomt op de lijst die door de EG wordt vastgelegd 2004. De voorlopige lijst vindt U in verordening 592/2004 van de Commissie van 30 maart.wil men na de reis vlot kunnen terugkeren vanuit een land dat niet voorkomt op deze lijst dan dient bij zijn hond of kat een bloedtest te laten uitvoeren voor vertrek. Deze bloedtest dient te gebeuren ten minste 30 dagen na de vaccinatie. Het onderzoek van het bloedstaal dient te gebeuren in het Pasteur Instituut (WIV). 5 Reizen naar België vanuit een land dat geen lid is van de EG De dieren dienen vergezeld te zijn van een individueel certificaat waarvan het model op Europees niveau werd vastgelegd. De gezondheidsvoorwaarden verschillen naargelang het land van herkomst. Voor België is enkel een vaccinatie tegen hondsdolheid en geen bloedonderzoek vereist voor landen die voorkomen op de Europese lijst ( EG 592/2004). Voor de andere landen is tevens een bloedtest vereist die dient te uitgevoerd 30 dagen na de vaccinatie en 3 maanden voor de aankomst. Deze bloedtest dient uitgevoerd te zijn in en daartoe erkend labo Deze lijst kan geraadpleegd worden op het volgende internetadres: http://www.forum.europa.eu.int/irc/sanco/vets/info/data/lab/lab.htm Dit certificaat blijft 4 maanden geldig te rekenen vanaf de datum van ondertekening van het certificaat door de bevoegde dierenarts. Het resultaat van deze bloedtest blijft het ganse leven van het dier geldig, op voorwaarde dat de vaccinatie tegen hondsdolheid regelmatig en binnen de geldigheidsduur van de vorige vaccinatie wordt uitgevoerd. III / Wanneer wordt een paspoort afgeleverd? Bij nog niet geïdentificeerde dieren: op het ogenblik van de identificatie zal de identificeerder een paspoort afleveren. Bij reeds geïdentificeerde dieren die nog niet gevaccineerd zijn of waarvan de geldigheidduur van het vaccinatieattest verstreken is: op het ogenblik van de eerstvolgende vaccinatie zal de dierenarts na controle van de identificatie en na de vaccinatie een paspoort afleveren.
Bij reeds geïdentificeerde dieren met nog een geldig vaccinatieattest): Deze dieren dienen tijdens de overgangsregeling niet te beschikken over een paspoort. Het oude nog geldige vaccinatieattest volstaat. (zie 3.1!!) Indien men dit wenst kunnen de oude registratiedocumenten tegen een vergoeding via de dierenarts ingeruild worden tegen een Europees paspoort. Het nog geldige vaccinatieattest hoeft niet overgenomen in het paspoort. Wel dient dit vaccinatiecertificaat op reis meegenomen samen met het paspoort. IV / Documenten niet in orde? Als de papieren van het gezelschapsdier niet in orde zijn, kan het dier in bewarend beslag worden genomen. Gevolgen kunnen zijn: 1) het dier wordt in quarantaine geplaatst totdat het voldoet aan de gezondheidsvoorschriften 2) het dier wordt teruggezonden naar het land van herkomst. Als quarantaine of terugzenden geen opties zijn, kan in het uiterste geval euthanasie op het dier worden toegepast. Alle extra kosten zijn ten laste van de eigenaar van het dier.
Niet-commerciële vervoer Overzicht Europese wetgeving - Verordening (EG) Nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor niet commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad. - Beschikking 203/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten. - Beschikking 2004/203/EG van de Commissie van 18 februari 2004 tot vaststelling van een modelcertificaat voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten uit derde landen. - Rectificatie van Beschikking 2004/203/EG van de Commissie van 18 februari 2004 tot vaststelling van een modelcertificaat voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten uit derde landen (Publicatieblad van de Europese Unie L 65 van 3 maart 2004). - Verordening (EG) Nr. 592/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van landen en gebieden betreft. - Beschikking 2004/233/EG van de Commissie van 4 maart 2004 tot machtiging van bepaalde laboratoria om de doelmatigheid van antirabiësvaccinatie bij sommige als huisdier gehouden carnivoren te controleren. - Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren Overgangsmaatregelen - Beschikking 2004/301/EG van de Commissie van 30 maart 2004 houdende afwijkingen van de Beschikkingen 2003/803/EG en 2004/203/EG ten aanzien van de vorm van certificaten en paspoorten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten, en tot wijziging van Beschikking 2004/203/EG. Commerciële vervoer - Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt. - Verordening (EG) Nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong. Invoer - Beschikking.van de Commissie tot vaststelling van een model van gezondheidscertificaat voor de invoer in de Gemeenschap van honden, katten en fretten voor handelsdoeleinden. (*) - Beschikking..van de Commissie houdende vaststelling van een gezondheidscertificaten voor verkeer zonder commercieel oogmerk in de Gemeenschap en de invoer uit derde landen van dieren van Annex I deel C van de Verordening (EG) 998/2003 (*) (*) nog niet gepubliceerd)