STATUTEN van de STICHTING HET VRIJE UNIVERSITEITSFONDS te AMSTERDAM
STATUTEN van de STICHTING HET VRIJE UNIVERSITEITSFONDS te AMSTERDAM Laatstelijk gewijzigd bij notariële akte op 10 april 2001 1
2
STATUTEN NAAM EN ZETEL Artikel 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Het Vrije Universiteitsfonds. 2. Zij heeft haar zetel te Amsterdam. DOEL EN WERKWIJZE Artikel 2 De stichting heeft ten doel: het bevorderen van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en tracht dit doel te bereiken door: a. geldelijke of andere steun te bieden aan studenten, ingeschreven aan de Vrije Universiteit, die zulk een steun behoeven; b. gelden beschikbaar te stellen voor wetenschappelijke werkzaamheden van docenten, ander wetenschappelijk personeel, studenten en afgestudeerden van die universiteit voorzover die werkzaamheden niet uit andere bronnen worden bekostigd; c. geldelijke steun te verlenen aan organisaties van studenten aan die universiteit voor doeleinden, welke met hun studie of vorming verband houden en daarvoor bevorderlijk zijn zoals het deelnemen aan excursies en congressen, voorzover zulks niet uit andere bronnen wordt bekostigd; d. bijzondere leerstoelen te vestigen aan die universiteit; e. andere middelen, welke voor de verwezenlijking van het doel bevorderlijk kunnen zijn. BESTUUR Artikel 3 1. De stichting wordt bestuurd door het algemeen bestuur. 2. Het algemeen bestuur van de stichting wordt samengesteld als volgt. a. Voorzitter is de rector magnificus van de Vrije Universiteit. b. Eén lid wordt benoemd door het bestuur van de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs. c. Eén lid wordt door het College van Bestuur van de Vrije Universiteit uit zijn midden benoemd. d. Het bestuur van elke faculteit aan de Vrije Universiteit benoemt één lid van het wetenschappelijk personeel in vaste dienst uit de desbetreffende faculteit tot bestuurslid. 3
3. Zodra een vacature ontstaat, niet betreffende het voorzitterschap, wordt daarvan bericht gezonden aan de benoemende instantie. Indien binnen twee maanden na verzending van dit bericht geen benoeming heeft plaatsgevonden is het algemeen bestuur bevoegd in de vacature te voorzien. 4. Behoudens de voorzitter die qualitate qua in het algemeen bestuur zitting heeft, treden de bestuursleden af na vier jaren volgens een door het algemeen bestuur vast te stellen rooster. De aftredende bestuursleden zijn terstond herbenoembaar. 5. Tussentijds benoemde bestuursleden treden af na het verstrijken van de termijn van hun voorganger. Aftredende bestuursleden blijven in functie totdat in de opvolging is voorzien. BEVOEGDHEID ALGEMEEN BESTUUR Artikel 4 1. Het algemeen bestuur is bevoegd tot alle rechtshandelingen, daaronder begrepen het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. 2. Het algemeen bestuur is belast met het op voordracht van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit vestigen van bijzondere leerstoelen, het aanwijzen van curatoren daarvoor en het benoemen, schorsen en ontslaan van de bijzonder hoogleraren, een en ander met inachtneming van hetgeen bij of krachtens het Statuut VU is bepaald. VERGADERINGEN ALGEMEEN BESTUUR Artikel 5 1. Het algemeen bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of drie andere bestuursleden zulks nodig achten. De bestuursleden worden voor de vergadering schriftelijk opgeroepen op een termijn van ten minste tien dagen. De oproep vermeldt de agenda en gaat vergezeld van de te behandelen vergaderstukken. 2. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, worden de besluiten van het algemeen bestuur genomen met gewone meerderheid van stemmen van de ter vergadering aanwezige bestuursleden. In een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn kunnen, mits met algemene stemmen, rechtsgeldige besluiten worden genomen over onderwerpen die niet op de agenda zijn vermeld. 3. Van het verhandelde in de vergadering worden notulen gemaakt, die door de voorzitter en de secretaris, na in een volgende vergadering door het algemeen bestuur te zijn vastgesteld, worden getekend. 4
4. Buiten vergadering kunnen schriftelijke besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen van alle bestuursleden; dergelijke besluiten worden opgenomen in de notulen van de eerstvolgende vergadering. EINDE LIDMAATSCHAP ALGEMEEN BESTUUR Artikel 6 Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt door: a. periodiek aftreden, behoudens herbenoeming; b. verlies van de kwaliteit, waarin het lid zitting heeft in het algemeen bestuur; c. overlijden; d. bedanken. DAGELIJKS BESTUUR Artikel 7 1. Het algemeen bestuur benoemt uit zijn midden een secretaris en een penningmeester, die tezamen met de voorzitter het dagelijks bestuur vormen. 2. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en met de uitvoering van door het algemeen bestuur genomen besluiten. Het dagelijks bestuur heeft in het bijzonder tot taak de bestemming van de door het algemeen bestuur ter besteding beschikbaar gestelde gelden van de stichting aan te wijzen; het beslist over de bestemming van bedoelde gelden, zonodig na overleg met de bestuurders van de Vrije Universiteit, met het College van Decanen van die universiteit, met de betrokken faculteit of met de betrokken hoogleraren. Van zijn beschikkingen staat beroep open bij het algemeen bestuur. 3. Inzake het verlenen van steun aan studenten wint het dagelijks bestuur tevoren advies in bij één van de studentendecanen van de Vrije Universiteit. 4. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als één lid zulks nodig acht. 5. Het dagelijks bestuur beslist bij gewone meerderheid van stemmen. VERTEGENWOORDIGING Artikel 8 De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door hetzij het algemeen bestuur, hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden, waaronder de voorzitter, onverlet de bevoegdheid van het algemeen bestuur om voor bepaalde gevallen speciale vertegenwoordigingsvoorzieningen te treffen. 5
6
BIJZONDER HOOGLERAREN Artikel 9 Van ieder die een benoeming aanvaardt tot bijzonder hoogleraar vanwege de stichting wordt verwacht dat hij naar vermogen in de geest van de doelstelling van de universiteit te werk gaat in de beoefening van de wetenschap, het onderwijs, de vorming van de studenten, de onderlinge verhoudingen in de universiteit en het persoonlijk en gemeenschappelijk optreden naar buiten. GELDMIDDELEN EN FINANCIEEL BEHEER Artikel 10 1. De geldmiddelen van de stichting worden gevormd door: bijdragen van donateurs, schenkingen, erfstellingen, legaten en andere inkomsten. 2. De belegging van de geldmiddelen geschiedt op de wijze door het algemeen bestuur te bepalen. De effecten worden ten name van de stichting in open bewaring gegeven bij een door het algemeen bestuur aan te wijzen bank. Artikel 11 1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Vóór dertig juni na afloop van elk boekjaar worden door het dagelijks bestuur een balans per het einde van het afgelopen boekjaar en een staat van baten en lasten gedurende dat boekjaar opgemaakt en, vergezeld van een verslag omtrent de verrichtingen en gang van zaken in het desbetreffende boekjaar, aan het algemeen bestuur ter vaststelling voorgelegd. 3. Het algemeen bestuur wijst een lid van het Nederlands Instituut van Registeraccountants aan voor het nazien van de jaarstukken. STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING Artikel 12 1. Het algemeen bestuur is bevoegd om wijzigingen in deze statuten aan te brengen. Een besluit daartoe kan alleen worden genomen met ten minste twee/derde meerderheid van stemmen van de fungerende bestuursleden. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 bedraagt de oproeptermijn ten minste één maand. 2. Het algemeen bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Een besluit daartoe kan alleen worden genomen met ten minste drie/vierde meerderheid van stemmen van de fungerende bestuursleden. In afwijking van het bepaalde in artikel 5 bedraagt de oproeptermijn ten minste twee maanden. 7
8
LIQUIDATIE Artikel 13 1. Na ontbinding is het algemeen bestuur met de liquidatie belast. 2. Het algemeen bestuur stelt, in overleg met de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs, met een meerderheid van ten minste drie/vierde van stemmen van de fungerende bestuursleden vast, welke bestemming aan het eventueel batige saldo zal worden gegeven, danwel aan welke instelling of organisatie de activa en passiva van de stichting zullen worden overgedragen. Indien een besluit als bedoeld in de vorige volzin niet tot stand komt omdat niet de vereiste meerderheid wordt bereikt, komt het eventueel batige saldo toe aan de Vereniging voor christelijk wetenschappelijk onderwijs. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 14 Het algemeen bestuur kan een huishoudelijk reglement vaststellen, hetwelk geen bepalingen mag bevatten strijdende met deze statuten of met de Wet. 10 april 2001 9