Orde van de dankdienst voor het leven van Bas Bastiaan Cornelis Faasse sinds maart 2009 weduwnaar van Tona Christina van de Peppel-Faasse op maandag 10 augustus 2015 om 10.30 uur in de Maranathakerk te Lunteren Voorganger: Ds. Aafke Rijken Ouderling: Mw. Caroline Bockweg Organist: Dhr. Elzien de Groot Pianist: Dhr. Rogier Groen
De Zee Ik wil alleen zijn met de zee, ik wil alleen zijn met het strand, ik wil mijn ziel wat laten varen, niet mijn lijf en mijn verstand. Ik wil gewoon een beetje dromen rond de dingen die ik voel en de zee, ik weet het zeker, dat ze weet wat ik bedoel. Ik wil alleen zijn met de golven, 'k wil alleen zijn met de lucht, ik wil luist'ren naar mijn adem, ik wil luisteren naar mijn zucht. Ik wil luisteren naar mijn zwijgen, daarna zal ik verder gaan en de zee, ik weet het zeker, zal mijn zwijgen wel verstaan. Toon Hermans
In stilte komen wij de kerk binnen Bij het binnendragen van Bas luisteren we naar het lied van Sela: Mijn Toevlucht Psalm 91 Bemoediging Zingen: Psalm 91 : 1 en 5 1. Heil hem wien God een plaats bereidt 5. Maar gij moogt schuilen bij den Heer, in zijn verheven woning; geen kwaad bedreigt uw woning; hij overnacht in veiligheid gij hebt tot schild en tegenweer bij een almachtig koning. den allerhoogsten Koning. Ik zeg tot God; Gij zijt mijn schild, Hij gaf zijn engelen bevel mijn toevlucht en mijn veste, dat u geen ding zou schaden; op U vertrouw ik, Heer, Gij wilt zij zullen u naar Gods bestel voor mij altijd het beste. behoeden op uw paden. Gebed door ouderling van dienst Gedachtenis (familie) Zingen: Psalm 91 : 7 Omdat hij Mij zijn hart toewendt, spreekt God, zal Ik hem leiden; omdat hij Mij bij name kent, hem dekken en bevrijden. Roept hij Mij aan, dan antwoord Ik, is hij in angst en vreze, dan kom Ik nog dat ogenblik om hem nabij te wezen. Groet en Gebed Schriftlezing: Psalm 116 (NBG) Gered uit doodsgevaar Ik heb de Here lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen. Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen. Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het dodenrijk hadden mij aangegrepen, ik ondervond benauwdheid en smart. Maar ik riep de naam des Heren aan: Ach Here, red mijn leven. Genadig is de Here en rechtvaardig, onze God is een ontfermer. De Here bewaart de
eenvoudigen; ik was verzwakt, maar Hij heeft mij verlost. Keer weder, mijn ziel, tot uw rust, omdat de Here u heeft welgedaan. Want Gij hebt mijn leven van de dood gered, mijn oog van tranen, mijn voet van aanstoot. Ik zal wandelen voor het aangezicht des Heren in de landen der levenden. Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt; toen ik in mijn angst zeide: Alle mensen zijn leugenachtig. Hoe zal ik de Here vergelden al zijn weldaden jegens mij? De beker der verlossing zal ik opheffen, ik zal de naam des Heren aanroepen. Mijn geloften zal ik de Here betalen, in de tegenwoordigheid van al zijn volk. Kostbaar is in de ogen des Heren de dood van zijn gunstgenoten. Ach Here, waarlijk, ik ben uw knecht, ik ben uw knecht, de zoon van uw dienstmaagd: Gij hebt mijn banden losgemaakt. Ik zal U lofoffer brengen en de naam des Heren aanroepen. Mijn geloften zal ik de Here betalen in de tegenwoordigheid van al zijn volk, in de voorhoven van het huis des Heren in uw midden, o Jeruzalem. Halleluja. Zingen: Psalm 116 : 1, 2, 3 en 4 1. God heb ik lief, want die getrouwe Heer nam, toen ik riep, met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer. 2. Toen de benauwdheid dreigend op mij viel en angsten voor het doodsrijk mij bekropen, heb ik de naam des Heren aangeroepen en weende; Heer mijn God, bewaar mijn ziel! 3. Hij is goedgunstig in gerechtigheid, Hij wil zich altijd over ons ontfermen. Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen. Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd. 4. O God, mijn God, die van de dood mij redt, mijn tranen afwist! Voor het oog des Heren mag ik weer vrij in 's levens land verkeren, geen steen die stoot waar ik mijn voeten zet. Schriftlezing: Marcus 6 : 45-54 (Naardense Bijbel) Meteen dwingt hij zijn leerlingen om in de boot te stappen en voor hem uit naar de overkant te gaan, op Betsaïda aan, totdat hij de schare kan loslaten. Als hij van hen afscheid heeft genomen, trekt hij weg naar het gebergte om te bidden. Toen het schemerig werd is de boot midden op de zee geweest, en hij, alleen, op het land. Hij ziet hen zwoegen bij het varen, want de wind is hun tegen geweest, en omstreeks de
vierde wake van de nacht komt hij naar hen toe, wandelend op de zee,- hij heeft bij hen willen komen. Maar als zij hem zien wandelen op de zee, denken ze dat hij een spookverschijning is en schreeuwen het uit; want allemaal zien ze hem en zijn ze verbijsterd. Maar meteen praat hij met hen en zegt tot hen: houdt moed, ík ben het, vreest niet! Hij loopt naar hen toe, de boot in, en de wind bedaart; maar innerlijk zijn ze nog veel méér buiten zichzelf geweest; want bij de broden waren ze niet tot inzicht gekomen, nee, hun hart is verhard gebleven. Overstekend op het land aan komen ze aan bij Gennesaret en gaan voor anker. Als zij de boot uitkomen herkennen ze hem meteen. Zingen onder begeleiding van pianist: Opwekking 502 Jezus, ik wil heel dicht bij U komen, in uw nabijheid wil 'k zijn. Zo dicht bij U voel 'k uw liefde stromen, U maakt mij heilig en rein. In de schuilplaats van de Allerhoogste blijf ik onder uw vleugels, o Heer. Uw schaduw beschermt mij, uw troon is mijn toevlucht. U bent mijn leven, mijn eer. Twee keer In de schuilplaats van de Allerhoogste blijf ik onder uw vleugels, o Heer. Uw schaduw beschermt mij, uw troon is mijn toevlucht. U bent mijn leven, mijn eer. Uw schaduw beschermt mij, uw troon is mijn toevlucht. U bent mijn leven, mijn eer. Verkondiging: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd! (Marcus 6 : 50) Muziek: pianist Gebeden
Zingen: Geloofsbelijdenis (de gemeente gaat staan) melodie: Wat de toekomst brengen moge, Gezang 293 Ik geloof in God de Vader, die een bron van vreugde is, louter goedheid en genade, licht in onze duisternis. Hij, de Koning van de kosmos, het gesternte zingt zijn eer heeft uit liefde mij geschapen en tot liefde keer ik weer. Ik geloof in Jezus Christus, die voor ons ter wereld kwam. Zoon van God en Zoon des mensen, goede Herder, Offerlam, door te lijden en te sterven groot is het geheimenis schenkt Hij mij het eeuwige leven dat uit God en tot God is. Ik geloof dat mijn Verlosser door de dood is heen gegaan, en op Pasen God zij glorie uit het graf is opgestaan. Door het brood dit is mijn lichaam door de wijn dit is mijn bloed geeft de Vredevorst mij vrede, maakt Hij alle dingen goed. Zegening Uitleidend lied: drie verzen van Dat een engel u geleide
2. Dat de zaalge martelaren 3. Dat gij als de rijke arme u begroeten in de poort Lazarus de vrede vindt, van Jeruzalem, de ware dat Gods liefde u verwarme stad van God en van zijn Woord. en u koest re als een kind. Alle englen zingen dan Englen zingen wijd en zijd op de bruiloft van het Lam. vrede tot in eeuwigheid. We luisteren naar het lied Ik Zal er Zijn van Sela We zetten de dienst voort op de begraafplaats Graflegging Gebed: Onze Vader Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in der eeuwigheid Amen. Zegen
Van de Weerd uitvaartzorg Ede 0318-650000