1. Aanleiding opstellen beleid

Vergelijkbare documenten
Nadere regels voor terrassen 2013

Uitvoeringsbesluit artikel 2:28a, tweede lid Algemene Plaatselijke Verordening

Beleidsregels Terrassen April 2017

Aanvraagformulier vergunning terrassen

Terrassen in de Gemeente Losser Nadere regels terrassen gemeente Losser 2011

Nadere regels terrassenbeleid

NADERE REGELS TERRASSEN Artikel 2:10 Apv

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel Algemene Plaatselijke Verordening)

Inwerkingtreding: de achtste dag na bekendmaking

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

GEMEENTEBLAD. Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 2:27, 2:28, 2:29 en 2:34b van de Algemene Plaatselijke Verordening;

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Overwegend dat nadere regels een goed instrument vormen om het gebruik van de openbare weg voor het exploiteren van een terras te reguleren;

Nadere regels op basis van de APV Nummer; /in. Nadere regels Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor terrassen en uitstallingen

Algemene beleidsuitgangspunten

Regels uitstallingen en losse reclameborden Leeuwarden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen; gelezen het voorstel van afdeling Bestuurszaken d.d.1 juni 2016, nummer 1918;

Overwegend dat nadere regels een goed instrument vormen om het gebruik van de openbare weg voor het exploiteren van een terras te reguleren;

Handhavingsorganisatie

Handhavingsorganisatie

Handhavingsorganisatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk,

Aanvraag Terrasvergunning gemeente Ommen

Handhavingsorganisatie

Terrassenbeleid. Nota Terrassenbeleid Heerhugowaard

BELEIDSREGELS TERRASSEN VOORSCHRIFTEN VOOR TERRASSEN IN DE GEMEENTE GOIRLE

Het college heeft op basis van Artikel 2.10, lid 2 van de APV de mogelijkheid nadere regels te stellen voor terrassen. 1

Handhavingsorganisatie

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten:

Handhavingsorganisatie

Reden van het besluit:

Nadere regels voor het hebben van terrassen

Terrassen behorend bij een horecabedrijf: Algemeen

Nadere regel "Terrassen Ede"

Handhavingsorganisatie

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Nadere regels behorende tot artikel 2.10 B van de Algemene Plaatselijke Verordening

De burgemeester van de Wierden

Apv Maasgouw 2016 Nadere regels plaatsen containers, steigers, uitstallingen op of aan de weg

Centrumgebied Heemstede. Nadere regels Terrassenbeleid als bedoeld in artikel 2:10 lid 2 van de APV

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Bijlage 1 behorende tot de raadsnota (raadsvergadering 26 september 2011)

Handhavingsorganisatie

uitstallingen, reclameborden, speeltoestellen en overige objecten gemeente Almere

INGEBRUIKGEVINGSOVEREENKOMST. De ondergetekenden

1. Aanleiding herziening regels terrassen horecagebied gemeente Waalwijk

ONTWERP Locatievisie terrassen binnenstad Gemeente Weesp 2017

Notitie uitstallingen bij winkels in de gemeente Hellevoetsluis. Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d.

Terrassen in Zwolle, versie 30 januari Opgesteld door de afdeling AFJ

Terrasbeleid Hattem 2016

Terrasvlonders

Parapluherziening Terrassen

Handhavingsorganisatie

Handhavingsorganisatie

Overige aanvraag Op uw aanvraag voor een Drank- en Horecavergunning op grond van de Drank- en Horecawet (DHW) heb ik afzonderlijk beschikt.

Terrassenbeleid gemeente Valkenswaard

Criteria voor de uitgifte van terrasvergunningen

BIJLAGE BEHORENDE BIJ HET BESLUIT VAN DE BURGEMEESTER D.D. 4 SEPTEMBER 2012 TOT VASTSTELLING VAN NADERE REGELS VOOR DE HORECA.

Gemeente Rhenen - Nadere regels Terrassen Rhenen 2018

REGLEMENT BETREFFENDE DE INRICHTING VAN TERRASSEN OP OPENBAAR DOMEIN

Aan de Raad, Heerhugowaard, 12 december 2006

Handhavingsorganisatie

Regionaal terrassenbeleid. van de gemeenten Gulpen -Wittem, Vaals en Margraten

AANVRAAGFORMULIER Voorwerpen of stoffen op of aan de openbare plaats

Beleidsregels evenementen strandpaviljoens Bloemendaal 2019

CONCEPT Exploitatie- en terrasvergunning + aanhangsel, "Stichting Dorpshuis Austerlitz, Oude Postweg 144 (tijdelijk)

Staat van wijzigingen d.d. 31 oktober 2012: Terrassenbeleid voor het centrum van Hengelo

Terrasvlonders (parklets) 2016

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Terrassen en terrasboten in APV en beleidsregels. Algemene Plaatselijke Verordening 2007 Leiden (versie van 29 april 2009)

Handhavingsorganisatie

CVDR. Nr. CVDR388095_1. Beleidsregel reclameborden en uitstallingen

Beleid inzake Terrassen Gemeente Leidschendam-Voorburg. Kenmerk: 2009/22240

Spelregels voor uitstallingen, reclame, terrassen en straatmuziek

Artikel 3 Regels voor het plaatsen van reclameborden en uitstallingen

CONCEPT HANDELSRECLAMEVERORDENING

Handhavingsorganisatie

Uitgangspunten voor de uitwerking van het terrassenbeleid.

toezegging aan de commissie Middelen (TCM 131)

Beleidsregels Terrassen

1. AANLEIDING. Kleinschalige proef. Ervaring en evaluatie Uitgangspunten terrasvlonders

Dit beleid geeft aan welke reclame op grond van de APV wanneer en waar is toegestaan.

Concept advies terrassenbeleid in Emmeloord Centrum aan college van B&W.

Reglement op het gebruik van vaste terrassen

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Bloemendaal,

Beleidsregel Tijdelijke Reclame. Aankondigings-, sandwich- en driehoeksborden en spandoeken. Gemeente Neder-Betuwe

VERORDENING TOT TWEEDE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HELMOND 2008

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

BELEIDSREGEL TERRASSEN CENTRUM ALMERE BUITEN

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

UITVOERINGSREGELS RECLAMEBELEID GEMEENTE BERKELLAND

Staat van wijzigingen d.d. 8 april 2013: Terrassenbeleid voor het centrum van Hengelo

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

Intrekken Terrassenbeleid stadsdeel Zuid 2012 en vaststellen Terrassenbeleid stadsdeel Zuid 2017

BELEIDSNOTA ONDERSTEUNENDE HORECA

GEVELRECLAME-UITINGEN

gelet op artikel 2:30:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Assen;

Transcriptie:

Terrassenbeleid Inleiding Sint-Oedenrode is een actieve en groene gemeente waar het goed toeven is. Sint-Oedenrode wordt niet voor niets het Groene hart van de Meierij genoemd. Het heeft een fraai oud centrum en prachtige natuurgebieden met volop recreatiemogelijkheden. Het toeristische karakter van Sint-Oedenrode brengt met zich mee, dat er in het centrum naast de winkels ook een concentratie van horeca-gelegenheden is. Dit heeft tot gevolg, dat er zich vooral in het zomerseizoen op de Markt en Heuvel terrassen, uitstallingen, reclameborden, zonneschermen en dergelijke op of boven de openbare weg bevinden. Op zich hoeft dit niet bezwaarlijk te zijn, zolang de bruikbaarheid van de openbare weg niet in het geding komt, het straatbeeld de kwaliteit bezit die de gemeente nastreeft en gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerend goed er geen onaanvaardbare hinder van ondervinden. 1. Aanleiding opstellen beleid In de praktijk is gebleken, dat het gebruik van het voor hen bestemde gedeelte van de openbare weg door voetgangers, rolstoelgebruikers en mensen met kinderwagens in het nauw is gekomen. Vaak dienen zij uit te wijken naar de rijbaan, hetgeen gevaarlijke situaties kan opleveren. De verkeersveiligheid en bruikbaarheid van de openbare weg moeten derhalve gewaarborgd worden. Ten gevolge van de uitstalling van diverse objecten ontstaat er een wat rommelig straatbeeld. Aangezien de gemeente de kwaliteit van de ruimte hoog in het vaandel heeft staan, vormt het versterken c.q. handhaven van de kwaliteit van het openbaar gebied, tevens reden tot opstellen van beleid. Daarnaast komt het voor dat met name bewoners van het centrum hinder ondervinden van diverse objecten in de nabijheid van hun woning; ter voorkoming of beperking daarvan is regelgeving van belang. Tenslotte is het als eigenaar van de openbare ruimte belangrijk het gebruik van de openbare ruimte te regelen al dan niet tegen betaling van een vergoeding. Met het opstellen van dit beleid willen wij voor de toekomst vastleggen onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden de openbare weg voor andere dan verkeersdoeleinden kan worden gebruikt. Hierbij is het niet de bedoeling om andere dan verkeersactiviteiten op de openbare weg te verbieden; dat zou namelijk de levendigheid van het straatbeeld te veel aantasten en te kort doen aan een bredere functie die met name het centrumgebied heeft. We willen echter komen tot een zekere ordening van andere dan verkeersactiviteiten op de weg, zodat de weg aan zijn oorspronkelijke bestemming kan blijven beantwoorden en de openbare ruimte de kwaliteit bezit die de gemeente nastreeft. 2. Instrumenten Voor het voeren van beleid staan een aantal instrumenten tot de beschikking. Genoemd worden de Algemene Plaatselijke Verordening, het bestemmingsplan en nadere regelgeving waaronder bijvoorbeeld de drank & horecawetgeving die allen publiekrechtelijk van aard zijn. Daarnaast brengt de eigendom van onroerende zaken met zich mee dat ook privaatrechtelijke bevoegdheden ingezet kunnen worden. De instrumenten zijn als bijlage bij deze nota gevoegd. Bij het realiseren van het beleid zullen die instrumenten hetzij apart hetzij in combinatie worden gebruikt. 3. Beleid Bij het formuleren van het beleid moet worden uitgegaan van duidelijke regels, zodat iedereen weet wat er van hen wordt verwacht. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen algemene beleidslijnen en specifieke beleidslijnen, omdat er bijvoorbeeld voor het plaatsen van een terras op de openbare weg andere uitgangspunten kunnen zijn dan voor reclameborden. Het beleid beperkt zich vooralsnog tot een regeling voor terrassen; eerstvolgende onderwerp van nadere uitwerking zijn de winkeluitstallingen.

4. Handhaving Op de naleving van de regels zal consequent moeten worden toegezien, wil de doelstelling van het beleid gehaald worden. Hierin ligt een gezamenlijke taak voor de gemeente en politie. 5. Gebruik gemeentegrond Het gebruik van de openbare ruimte, zal geregeld moeten worden waarbij een keuze gemaakt kan worden tussen de publiekrechtelijke weg of privaatrechtelijke weg. De gemeente Sint-Oedenrode heeft (nog) geen precarioverordening, zodat momenteel alleen de privaatrechtelijke weg open staat. - 2 -

Algemene beleidsregels Algemene Plaatselijke Verordening De bepalingen inzake voorwerpen of stoffen op, aan of boven de openbare weg uit de APV zijn vrij ruim geformuleerd teneinde een basis te hebben voor het gemeentelijk toezicht op het gebruik van de openbare weg. Uit de tekst valt niet altijd direct af te lezen of bepaalde activiteiten op de openbare weg al dan niet zijn toegestaan. Evenmin is het duidelijk welke regels in acht dienen te worden genomen. Ze dienen dan ook meer als een juridisch kader om ongewenst gebruik tegen te gaan. Tot op heden is bij de verlening van vergunningen voor het hebben van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de openbare weg - voorzover deze vergunningen werden aangevraagd - het beleid gevoerd, dat er op het voor de voetgangers bestemde gedeelte van de openbare weg te allen tijden een doorgang van minimaal 1.50 m¹ gewaarborgd dient te blijven. Aan een consequente handhaving van dit beleid en aan een constante controle op het al dan niet aanwezig zijn van benodigde vergunningen heeft het in de praktijk ontbroken met als gevolg een wildgroei van obstakels op de openbare weg. Om meer expliciet aan te geven welke regels in acht dienen te worden genomen ten aanzien van het gebruik van de openbare weg, dienen de bepalingen dus verder geconcretiseerd te worden. Uit artikel 2.1.5.1 van de APV is gebleken dat er een drietal weigeringsgronden zijn: 1. de verkeersveiligheid en bruikbaarheid van de openbare weg; 2. het niet voldoen aan de redelijke eisen van welstand; 3. de overlast of hinder die gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerend goed ervan kunnen ondervinden. 1. Verkeersveiligheid en bruikbaarheid van de openbare weg Het belangrijkste criterium voor de toelaatbaarheid van het plaatsen van objecten op de openbare weg is, dat deze objecten zowel direct als indirect geen gevaar, hinder of overlast voor de gebruikers mogen veroorzaken. Direct gevaar, hinder of overlast voor gebruikers van de openbare weg: Het spreekt voor zich dat het vanuit oogpunt van verkeersveiligheid nooit de bedoeling kan zijn dat obstakels geplaatst worden op de voor de rijbaan bestemde gedeelten van de openbare weg. Daarnaast dient boven dit gedeelte minimaal 4,5 meter vrije ruimte te bestaan, gebaseerd op de normen voor de maximale hoogte van vrachtverkeer, die 4 meter bedragen. Voor wat betreft het waarborgen van voldoende vrije ruimte op de voor de voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg, zodat uitwijken naar de rijbaan en daarmee verkeersonveiligheid voorkomen kan worden, heeft de gemeente volledige beleidsvrijheid. Uit de richtlijnen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en uit jurisprudentie zijn echter normen te destilleren die als richtsnoer gelden. Daarnaast beveelt het handboek verkeersvoorzieningen voor mensen met een handicap beveelt als profiel van vrije ruimte aan: - voor mensen die met een wandelstok lopen: 0.90 meter; - voor een blinde of slechtziende met taststok: 1.20 meter; - voor een rolstoelgebruiker 1.50 meter. Gelet hierop wordt de absolute minimum norm op 1,5 meter gesteld. Boven dit gedeelte dient minimaal 2,20 meter vrije ruimte te bestaan teneinde te voorkomen dat men het hoofd stoot. Over het algemeen is het onderscheid tussen de verschillend bestemde gedeelten van de openbare weg fysiek zichtbaar door verschil in gebruikt bestratingsmateriaal, hoogteverschil (trottoirs) dan wel middels aangebrachte belijning. Beleidsregel 1.1: De voor de rijbaan bestemde gedeelten van de openbare weg dienen volledig obstakelvrij te zijn, terwijl de vrije doorrijhoogte minimaal 4,5 meter bedraagt. De absolute minimum-norm voor vrije ruimte op de voor voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg bedraagt 1,5 meter, terwijl hierboven minimaal 2,20 meter vrij moet blijven. Indirect gevaar, hinder of overlast voor gebruikers van de openbare weg: - 3 -

Indirect gevaar, hinder of overlast kan ontstaan wanneer het object schade aan de weg veroorzaakt, waardoor de feitelijke bruikbaarheid van de weg in het geding komt. Doorgaans betreft dit zware objecten zoals containers en bouwmaterialen, of vervuilende objecten zoals bijvoorbeeld autowrakken. Het mag duidelijk zijn dat deze laatste in geen geval geplaatst mogen worden en direct optreden vereisen. Voor wat betreft het plaatsen van zware materialen kan toestemming worden verleend, met in achtneming van de toegankelijkheidsnorm en mits er goede afspraken gemaakt worden ter voorkoming van schade dan wel het direct herstellen van de schade. Het verwijderen van klinkers of tegels voor het plaatsen van objecten is enkel mogelijk wanneer er geen goede alternatieven zijn en alleen onder toezicht van de gemeente. Beleidsregel 1.2: Vervuilende objecten die schade aan de weg kunnen veroorzaken zijn nooit toegestaan, zware objecten dan wel objecten die geplaatst worden door middel van het verwijderen van klinkers of tegels alleen onder nadere voorwaarden. 2. De redelijke eisen van welstand Het plaatsen van een object kan vanwege zijn verschijningsvorm of juist de beoogde locatie niet voldoen aan de redelijke eisen van welstand en daarom ongewenst zijn. Hiervoor dient te worden teruggegrepen op het bepaalde in het bestemmingsplan. Per soort object kunnen derhalve criteria worden geformuleerd waaraan getoetst kan worden. Beleidsregel 2: Voor de verschillende soorten objecten kunnen welstandscriteria geformuleerd worden gelet op de verschijningsvorm en of de beoogde locatie. 3. Overlast voor gebruikers van in nabijheid gelegen onroerend goed In zijn algemeenheid moet overlast c.q. hinder voor gebruikers van het in de nabijheid gelegen onroerend goed ten gevolge van de aanwezigheid van objecten op de openbare weg voorkomen dan wel beperkt worden. Met name bewoners kunnen -direct dan wel indirect- hinder van objecten ondervinden. Directe hinder ten gevolge van object Directe hinder ontstaat natuurlijk wanneer de toegang of ontsluiting van het in de nabijheid gelegen onroerend goed onmogelijk wordt gemaakt door de plaatsing van het object. Bij het verlenen van medewerking zal toegezien moeten worden op de precieze locatie. Blijkt hinder of overlast onontkoombaar dan zal medewerking geweigerd worden. Beleidsregel 3.1: De toegang of ontsluiting van belendende percelen mag niet belemmerd worden. Indirecte hinder ten gevolge van object Van indirecte hinder is sprake wanneer ten gevolge van de aanwezigheid van het object hinder ontstaat. Gedacht kan worden aan licht- en geluidsoverlast. Bepalend is natuurlijk of hierbij de aanvaardbare grenzen overschreden worden. Hierbij zijn de normen van de hierop toeziende regelgeving van toepassing. (bijv. Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer). Beleidsregel 3.2: Teneinde indirecte hinder of overlast van objecten te voorkomen, zijn de aanvaardbare normen van hierop toeziende regelgeving van toepassing. Bestemmingsplan Zoals eerder gesteld voorziet het bestemmingsplan elke onroerende zaak van een bestemming waaruit de eventuele gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden af te leiden zijn. De openbare weg en/of ruimte heeft meestal de bestemming verkeers- en verblijfsdoeleinden. Dit betekent echter niet dat het plaatsen van objecten op aan of boven de openbare weg automatisch strijdigheid tot gevolg heeft. Wanneer een en ander - 4 -

past binnen het kader van de algemene plaatselijke verordening, is er geen aanleiding voor optreden. Het enige onderdeel van het bestemmingsplan dat in dit kader relevant is, is de voorgestane beeldkwaliteit. Het formuleren van de criteria redelijke eisen van welstand waaraan te plaatsen objecten getoetst kunnen worden, geschiedt op basis van het bij het bestemmingsplan behorende beeldkwaliteitsplan. Niet uitgesloten is dat in de toekomst eisen aangescherpt worden. Nadere regelgeving Het plaatsen van objecten aan, op of boven de openbare weg is veelal onderhevig aan nadere regelgeving. Per soort object dient dit in beeld te worden gebracht en meegenomen te worden in de behandeling van de aanvraag van de vergunning. Eigenaarsbevoegdheden Hoewel de openbare weg veelal gemeente-eigendom betreft, wordt vanuit de visie dat het tevens publieke ruimte betreft meer toegestaan dan op basis van het privaatrecht behoeft. Zolang voldaan wordt aan de eisen uit de publiekrechtelijke regelingen hoeft dit ook geen problemen op te leveren. Desalniettemin is het zaak het gebruik goed te regelen. Momenteel heeft de gemeente Sint-Oedenrode geen precarioverordening op basis waarvan gebruikers van gemeentegrond belasting betalen. Vastgesteld kan worden dat -analoog naar het gebruik van gemeentegrond op andere plaatsen- een vergoeding voor het gebruik van de openbare weg redelijk en billijk is. Zeker wanneer dit uit hoofde van commerciële belangen gebeurt. Beleidsregel 4: Voor het gebruik van gemeentegrond wordt een vergoeding in rekening gebracht. Beleidsregels voor het plaatsen van terrassen op de openbare weg Vanuit de algemene beleidsregels kunnen ten aanzien van het plaatsen van terrassen de volgende specifieke beleidsregels worden geformuleerd, waarbij uitgegaan wordt van de normale omstandigheden. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld tijdens evenementen) kan worden afgeweken van deze beleidsregels. Onder verwijzing naar het gestelde onder evenementen zal hierop verder worden ingegaan. - 5 -

Beleidsregel 1: Obstakelvrije zone op en boven de openbare weg Normale omstandigheden in acht genomen kunnen terrassen niet geplaatst worden op de voor de rijbaan bestemde gedeelten van de openbare weg. Op de voor de voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg zijn wel mogelijkheden, waarbij de absolute minimum-norm voor een vrije ruimte van 1,5 gehanteerd wordt. Op plaatsen waar het mogelijk is meer ruimte vrij te houden en dit in verband met de functie van desbetreffende ruimte naar oordeel van het college de voorkeur geniet, wordt de minimumnorm naar boven bijgesteld. Hierbij kan bijv. gedacht worden aan gebieden die vanwege zeer frequent gebruik meer vrije ruimte behoeven (doorstroming). De vrije ruimt boven dit gedeelte dient minimaal 2,20 te bedragen; een zonneluifel mag dus nooit lager hangen. In bijzondere gevallen (evenementen) kan het college in afwijking van het bovenstaande het gebruik van de voor de rijbaan bestemde gedeelten van de openbare weg ten behoeve van de exploitatie van een terras toestaan. Hierbij speelt het waarborgen van de toegang voor direct aanwonenden en ook de veiligheidsdiensten een belangrijke rol. Een minimale doorgang van 3,5 meter is vereist. Beleidsregel 2: Minimale diepte van terrassen Het in acht nemen van de obstakelvrije zone van minimaal 1,5 meter kan tot gevolg hebben dat de mogelijkheid van het exploiteren van een terras beperkt wordt tot een gebruik van minder dan 1 meter. Hoewel het plaatsen van terrasmeubilair dan nog wel mogelijk is, zal dit in de praktijk ten koste gaan van de obstakelvrije zone ten gevolge van het gebruik door bezoekers. Gelet hierop wordt tegelijkertijd een minimale diepte voor een terras vastgesteld, die -naast de obstakelvrije zone - beschikbaar moet zijn voor het exploiteren van een terras. Deze minimale diepte dient zodanig te zijn dat in alle redelijkheid een terras kan worden geëxploiteerd. In een optimale situatie is een diepte van 2 meter de norm. Wanneer dit tot gevolg heeft dat een bepaald terras niet gerealiseerd zou kunnen worden, kan het college overwegen een minimale diepte van 1.50 meter aan te houden. Anderszins behoort de exploitatie van een terras niet tot de mogelijkheden. Beleidsregel 3: Situering terrassen Voor vergunning in aanmerking komende terrassen zijn gesitueerd in de onmiddellijke omgeving van het horecabedrijf, aansluitend aan de voor- of zijgevel van het pand en niet daarbuiten. Tijdens bijzondere gelegenheden (evenementen) kan voor de duur hiervan voor de gevel van andere (naastgelegen) panden het plaatsen van terrassen worden toegestaan. Belangen van eigenaar/gebruikers van naastgelegen panden verdienen dan bijzondere aandacht. Beleidsregel 4: Maximale oppervlakte van terrassen Wanneer rekening gehouden wordt met al het hiervoor gestelde ten aanzien van diepte, breedte en obstakelvrije zone, zijn er met name in het centrum locaties voorhanden die volledig benut zouden kunnen worden voor het plaatsen van een terras. Aangezien dit niet overeen hoeft te stemmen met een ter plaatse beoogd straatbeeld, is het college bevoegd aan het terras een maximum-oppervlakte te verbinden. Deze situatie kan zich bijv. voordoen op plaatsen waar de voor voetgangers bestemde gedeelten van de openbare weg heel royaal is of op het voor parkeren bestemde gedeelten van de openbare weg (Markt). Beleidsregel 5: Terrasschotten Om bezoekers van terrassen uit de wind te laten zitten, mogen terrasschotten worden geplaatst, mits het geen voor- en tussenschotten parallel aan de weg betreft. Een maximale hoogte van 1.50 meter is voldoende om aan dit doel te voldoen, waarvan de minimaal de bovenste 75 cm volledig transparant. De lengte van de terrasschotten is afhankelijk van de breedte van het betreffende terras, maar mag nooit langer zijn dan de maximaal toegestane breedte van het terras (diepte). De terrasschotten dienen boven-dien demontabel/inklapbaar te zijn, zodat zij kunnen worden verwijderd gedurende de tijden, dat de terrassen niet worden geëxploiteerd en de tafeltjes en stoelen van het terras zijn verwijderd. Naast deze in de vergunning op te nemen terrasschotten, zijn er ook terrasschotten, die op eigen terrein - niet deel uitmakende van de weg - zijn gesitueerd. Ten behoeve van deze meer permanente terrasschotten zullen de daarvoor benodigde vergunningen op grond van de Woningwet moeten worden aangevraagd. Beleidsregel 6: Terrasinrichting Aangezien onder meer in het straatbeeld van Sint-Oedenrode kwaliteit wordt nagestreefd, is het voor de hand - 6 -

liggend ook ten aanzien van de inrichting van terrassen kwaliteitscriteria op te stellen. Zo hebben stoelen van naturelkleurig rotan, riet of materiaal dat oogt als rotan/riet veruit de voorkeur, doch worden niet verplicht gesteld. Parasols (incl. voet) mogen alleen toegepast indien zij een semi-permanent karakter hebben en als afzonderlijke elementen herkenbaar blijven. Bovendien moeten deze inklapbaar zijn en parasolvoeten verwijderd worden. In uitgeklapte toestand moet zich de onderkant van de volant op minimaal 2.20 meter hoogte bevinden, terwijl de afmeting (doorsnede) beperkt wordt tot 3 meter. Verlichting- en verwarmingselementen mogen alleen op een terras direct grenzend aan een pand aangebracht worden aan de gevel. Bij wijze van uitzondering kan ingeval de maatvoering van het terras tot gevolg heeft dat de op deze wijze aangebrachte verlichting dan wel verwarming onder capaciteit tot gevolg heeft in overleg met gemeente gezocht worden naar een passende oplossing. Beleidsregel 7: Terrasseizoen De vergunning is alleen van kracht gedurende het terrasseizoen, ofwel de maanden april tot en met september. Het terrasmeubilair, schotten en andere voorwerpen voorzover afkomstig van het terras op de openbare weg, dienen buiten dit seizoen van de openbare weg verwijderd te zijn. In incidentele gevallen kan het College overwegen medewerking te verlenen aan het plaatsen van een terras op de openbare weg waarbij nadere voorwaarden worden gesteld. Beleidsregel 8: Openingstijden van terras Het terras mag alleen opgesteld staan op de dagen en uren dat de inrichting waartoe het behoort geopend is. Na sluitingstijd dient het terrasmeubilair op zijn minst opgestapeld te worden en bij voorkeur voorzien van ketting en slot, ter voorkoming van diefstal en vandalisme. Beleidsregel 9: Afval op openbare weg ten gevolge van gebruik van terras De vergunninghouder dient ervoor zorg te dragen dat het terras en de naaste omgeving daarvan (ca. 25 meter) vrij blijven van afval en andere ongerechtigheden afkomstig van of veroorzaakt door het gebruik van het terras. Beleidsregel 10: Muziek Tussen 23.00 en 7.00 uur mag op het terras geen muziek ten gehore worden gebracht. Voor wat betreft livemuziek geldt dat dit evenmin is toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur, tenzij het betreft een collectieve festiviteit als bedoeld in art. 4.1.2. APV of een kennisgeving incidentele festiviteit op grond van art. 4.1.3 APV is gedaan en art. 4.1.4. APV niet van toepassing is. Beleidsregel 11: Gedragsregels De vergunninghouder is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast, veroorzaakt door de op een terras aanwezige bezoekers, te voorkomen of beperken. Beleidsregel 12: Huurovereenkomst Wanneer op grond van bovenstaande beleidsregels een terrasvergunning verleend kan worden, wordt voor het gebruik van de openbare weg een huurovereenkomst opgesteld. De huurovereenkomst is persoons c.q. exploitantgebonden. Beleidsregel 13: Verhuurvoorwaarden Het is niet toegestaan: 1. veranderingen in de grond aan te brengen, waaronder in ieder geval begrepen het slaan van palen en pennen en het verwijderen van klinkers of tegels; 2. de grond onder te verhuren of op enige wijze geheel of gedeeltelijk aan derden in gebruik te geven; 3. gedurende de periode dat door of vanwege de gemeente of vanwege nutsbedrijven werkzaamheden in of aan de grond moeten worden uitgevoerd, dit in te richten als terras. Gedurende de periode dat de huurder In deze periode geen gebruik kan maken van het door hem gehuurde bestaat geen recht op schadevergoeding of restitutie, tenzij dit schriftelijk anders is bepaald. - 7 -

Beleidsregel 14: Huurtermijn De huurtermijn wordt gekoppeld aan de duur van de terrasvergunning, doch bedraagt maximaal 2 jaar. Hoewel aangenomen wordt dat de voorwaarden verbonden aan de terrasvergunning nageleefd zullen worden en er geen aanleiding toe zal bestaan een vergunning in te trekken, moet rekening gehouden worden met het feit dat intrekking van de terrasvergunning automatische beëindiging van de huur tot gevolg heeft. Beleidsregel 15: Markeringen Ter afbakening van de grenzen van het terras worden op de openbare weg markeringen aangebracht die voor beide partijen op niet mis ter verstane wijze duidelijkheid schept. Deze markeringen worden aangebracht door de gemeente door middel van zogenaamde punaises. Beleidsregel 16: Huurprijzen De mogelijkheid tot het gebruik van de openbare weg voor commerciële doeleinden heeft zonder twijfel een meerwaarde voor de bedrijfsvoering. Een commerciële huurprijs in het centrum is bijvoorbeeld denkbaar. Anderzijds heeft de aanwezigheid van terrassen ook een meerwaarde voor de uitstraling en beleving van het centrum van Sint-Oedenrode. Door de gemeenteraad wordt een tarief vastgesteld, waarbij een onderscheid naar locatie wordt gemaakt (centrum en overige). Voor de duur van de terrasvergunning wordt de huurprijs geïndexeerd op basis van de in de horeca gebruikelijke omzet-indexcijfers. De tarieven bedragen voor 2001: Centrum Sint-Oedenrode (winkelconcentratiegebied):ƒ 50,00 per m² per jaar Overige ƒ 25,00 per m2 per jaar. Ingeval tijdens evenementen uitbreiding van het bestaande terras wordt gewenst, of anderszins een gedeelte van de openbare weg ten behoeve van een terras wordt geëxploiteerd geldt een bijzonder tarief. Het tarief voor 2001 bedraagt ƒ 5,00 per m² per dag. De vergunning wordt gekoppeld aan de hiervoor benodigde Drank en Horeca-vergunning. - 8 -