Groninger Fiscale Eenheid Formeel Belastingrecht 2 hoorcolleges

Vergelijkbare documenten
HC 7 Formeel Belastingrecht 2

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I

Formeel Belastingrecht 2 HC 4 29 september 2011

HC 7A, , Kort geding

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding

HC 11, , Alternatieve geschilbeslechting (AGB/ADR)

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),

1 Inleiding. 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid. 1 Over definities zie Stein 2016, p. 35 e.v. gijzeling (lijfsdwang) indirect.

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid

IN OPDRACHT VAN STRUYCKEN ADVOCATEN. De gerechtsdeurwaarder en de betekening van het proces-verbaal.

Volgens het overgangrecht blijven de huidige regels gelden als voor de datum van inwerkingtreding de executie is aangezegd

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS

EXECUTIE EN VERREKENING

ECLI:NL:RBROT:2017:886

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

Hof van Cassatie van België

Artikel I Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

Beoordeling. h2>klacht

1. Inleiding Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen van de wet Wijziging artikel 516 lid 1 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)

1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

Lezing Jonge Balie Advocaten Advocaten & deurwaarders How to. 27 februari 2018

Eerste Kamer der Staten-Generaal

HC 6A, Beslag en executie 1

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBNHO:2016:5563 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Noord Holland

Explootboekje. Zuyd Gerechtsdeurwaarders

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

GEDWONGEN TENUITVOERLEGGING

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX BV, gevestigd te Breda, eiseres, advocaat mr. W.J.G. Maas te Eindhoven,

llllls IN NAAM VAN DE KONING 1. De procedure RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Vonnis in kort geding van 18 mei 2016

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBALK:2010:BR3795

LANDSVERORDENING van de 15de maart 2001 houdende het overgangsrecht ter zake van de wijzigingen die in de bestaande wetgeving in verban

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van 22 juli 2010

Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad 45

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen

Beoordeling. h2>klacht

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192

8 INVORDERING DOOR DE OVERHEID INHOUDSOPGAVE

Onroerend Goed, Bouw- en Bestuursrecht

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

Procederen voor de Kantonrechter

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

Een aanzegging is een gerechtelijke mededeling. Voorbeelden zijn een aanzegging tot ontruiming en aanzegging openbare verkoop van roerende zaken.

Executie van het retentierecht

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

BENELUX ~ A 2004/4/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRET du 24 octobre En cause. Etat belge. contre. De La Fuente

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ARRET Dans l affaire A 2012/1. En cause: ESPAL S.A. contre: SYNDICAT DES COPROPRIETAIRES ILOT DU NORD. Langue de la procédure : le français

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP

Hof van Cassatie van België

Actualiteiten invordering

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

Hoor-en werkcolleges burgerlijk procesrecht Collegejaar

INHOUD. Voorwoord /V. 1 Inleiding. Executoriale titels. Enkele algemene regels van executierecht /1

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

8. Vormerkung definitie

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/6 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/2


ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

Nederlands burgerlijk procesrecht. prof. mr. HJ. Snijders mr. M. Ynzonides mr. GJ. Meijer

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

Arrest van 11 februari 2011 in de zaak A 2010/1 GEWESTELIJK STEDENBOUWKUNDIG INSPECTEUR. Arrêt du 11 février 2011 dans l affaire A 2010/1

BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

Transcriptie:

Groninger Fiscale Eenheid Formeel Belastingrecht 2 hoorcolleges 2013-2014 Dit product wordt aangeboden als aanvulling op de verplichte stof voor het vak. De carrièrecommissie accepteert geen enkele verantwoordelijkheid voor het gebruik ervan. Dit product is tot stand gekomen zonder enige bemoeienis van de faculteit of haar vakgroepen Copyright 2013 Groninger Fiscale Eenheid Groninger Fiscale Eenheid Oude Kijk in t Jatstraat 26 9712 EK Groningen carriere@gfe.nl www.gfe.nl

Hoorcollege 1 Formeel Belastingrecht 2 5 september 2013 Privaatrechtelijk executie- en beslagrecht (1) gegeven door: mr. R.J.C. Flach Het betreft hier regels, recht, inzake het afdwingen van een aanspraak op een prestatie die zijn grondslag vindt in het materiële privaatrecht. Het afdwingen van de aanspraak is dwangrecht. Voorbeelden van dwangrecht zijn executie en beslagrecht, bij fiscalisten beter bekend als invordering. Invordering is een ruimer begrip: alle middelen waarmee je een prestatie gegrond in het publiekrecht kan afdwingen. Prestaties privaatrecht: - Betaling geldschuld/vordering (in relatie tot invordering): Afdwingen in het privaatrecht is voor een groot deel ook het afdwingen van betaling van een geldvordering. Maar het is ook ruimer, zoals de levering van een goed, een eigendoms-/bezitsoverdracht. - Levering zaak/goed - Andere prestaties: Er is nog een heel scala van onbenoemde prestaties van vermogenswaarde waar het privaatrecht zich mee bemoeit. In plaats van belastingschuld, is het beter om te denken in termen van belastingvordering. Een ander gedeelte van het formeel belastingrecht is de heffing. De vraag is hoe je de belastingheffing op jezelf of voor je cliënt zo klein mogelijk kan houden. De belastingschuld wordt geformaliseerd door de inspecteur. Daarna moet deze betaald worden en daarna bevindt je je pas op het terrein van de invordering. Stof: voor het privaatrechtelijk executierecht heb je twee wetteksten nodig. De belangrijkste wettekst is die van de burgerlijke rechtsvordering, het tweede boek omvat de regels omtrent executierecht en het derde boek omvat regels omtrent bewarend beslag. Ook van belang is het burgerlijk wetboek voor de grondslagen, deze staan in boek 3. Op nestor is een stuk geplaatst over privaatrechtelijke beslagvormen. Tevens staan er oude tentamens op nestor. Het privaatrechtelijk onderdeel beslaat 30 van de 100 punten op het tentamen. Colleges - Algemene aspecten executie o Executoriale titel: op basis waarvan je mag gaan executeren. Het executierecht is dwangrecht, dus de rechtsgrond is erg belangrijk, immers, je grijpt in het vermogen van iemand in. o Dwangmiddelen: Er zijn verschillende vormen te onderscheiden binnen de executie. De 2 dwangmiddelen die binnen het privaatrecht het belangrijkst zijn: 1) Dwangsom 2) Beslaglegging op een goed o Executiegeschil o Executievormen - Dwangsom Het invorderingsrecht is voor een groot deel geënt op het privaatrechtelijk executierecht. De ontvanger kan een dwangbevel uitvaardigen, 114 Awb moet ten uitvoer gelegd worden volgens de regels van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dus volgens de regels van privaatrechtelijk executierecht. Een dwangbevel is een executoriale titel, die de ontvanger legitimeert tot het benutten van de dwangmiddelen die in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering staan waarmee hij de betaling van de belastingschuld kan afdwingen. Het afdwingen van een betaling geschiedt door beslaglegging op het vermogen van de schuldenaar. Er wordt teruggevallen op een belangrijk beginsel uit het BW, art. 3:276, een schuldeiser kan zich verhalen op het gehele vermogen van zijn schuldenaar. Het verhaalsrecht staat in titel 10 van boek 3 BW. Het verhaalsrecht op geldvorderingen gaat via het vermogen

van de schuldenaar. Daarop leg je beslag, dat beslag wordt gevolgd door een executoriale verkoop in het openbaar en uit de opbrengst wordt de vordering die verhaalt wordt voldaan. Dat is ook wat de fiscus doet als zij een dwangbevel uitvaardigt en de betaling van de belastingvordering afdwingt. Als je geconfronteerd wordt met een invordering met een dwangbevel, die geëxecuteerd wordt volgens de regels van de burgerlijke rechtsvordering, kan je er nog tegenin gaan. Je kan een executie geschil starten. De wetgever heeft er voor gekozen om dat executiegeschil neer te leggen bij de burgerlijke rechter. Je procedeert dan volgens de regels van het executiegeschil, zoals neergelegd in 438 Rv. De belastingrechter bemoeit zich alleen met de omvang van de vordering. De wetgever heeft in 1990 bij de nieuwe invorderingswet gekozen af te wijken van wat de HR onder de oude invorderingswet had beslist in de jurisprudentie. HR: de wetgever in 1845 heeft de fiscus beperkt gebonden aan de invorderingswet, alleen die middelen mogen gebruikt worden. In 1990 was net de crisis achter de terug. De overheidsfinanciën moesten weer op orde worden gebracht. In 1980 begon het grote marktdenken, waarbij de overheid zocht naar middelen om zijn inkomsten te vergroten en om zichzelf te versterken. Ze trokken zich zoveel mogelijk terug qua taken, maar moesten wel zorgen dat er nog geld binnen kwam. De invorderingswet van 1990 is er op gericht zoveel mogelijk geld binnen te harken. Eén van de manieren om dat te doen is de keuze van de wetgever om de ontvanger de mogelijkheid te geven zowel de regels van het invorderingsrecht als van het privaatrecht te volgen. 1) Dwangbevel executeren: wetboek BRv o Beslag + uitwinning 2) Executiegeschil o Bij civiele rechter 3) Open systeem. De toevoeging aan het arsenaal aan invorderingsmiddelen bestaat uit: o Keuzevrijheid ontvanger o Extra dwangmiddelen: Conservatoir beslag. Een dwangbevel executeren betekent dat je wel de mogelijkheid hebt tot executoriaal beslag, maar conservatoir beslag heeft een andere strekking: De mogelijkheid vaststellen dat je dadelijk daadwerkelijk kan executeren. Dit is eigenlijk niet meer nodig sinds art. 10 versnelde invordering. Ontvanger/Heemhorst: Ontvanger van Almelo had conservatoir beslag gelegd op zichzelf op een vordering die hij terug moest betalen aan een belastingschuldige van wie hij vermoedde dat deze ook nog geld moest betalen. Daarmee kon hij zijn eigen betalingsverplichting even in de koelkast zetten, oftewel de vordering bevriezen. De wetgever had gezegd dat de ontvanger ook gebruik mag maken van middelen uit het privaatrecht. Eén van de middelen is conservatoir beslag leggen. De wetgever heeft de consequenties niet goed doordacht. Je kijkt in art. 700 BRv: Voor het leggen van conservatoir beslag ter bewaring van je executierechten, is vereist verlof van de voorzieningenrechter. Voor je conservatoir beslag legt, moet je eerst naar de voorzieningenrechter om verlof tot het leggen van conservatoir beslag te vragen. Daarvoor zal je een advocaat moeten inschakelen. Het is betrekkelijk gemakkelijk om zo n verlof te krijgen, rechters doen er niet moeilijk over. Echter, toekenning van zo n verlof is altijd voorwaardelijk. Het is onder de voorwaarde dat je direct in een door de voorzieningenrechter te stellen termijn een eis in hoofdzaak aanmaakt. Dat betekent dat je gaat procederen bij de rechter om je gestelde vordering te laten toetsen. Bij conservatoir beslag staat de vordering nog niet vast. Het is nog niet uitgeprocedeerd, er is nog geen vonnis. Je stelt een vordering te hebben. Je bent bang dat jouw schuldenaar zijn vermogen zal wegsluizen. Je wilt een vermogensklem leggen en zo dat vermogen veilig

stellen voor een eventuele executie, die als je later het vonnis eenmaal hebt, kan executeren. Dus die vordering die je stelt te hebben wordt betwist, anders zou hij wel betalen, en daarmee kom je aan bij de voorzieningenrechter waar je om verlof voor conservatoir beslag vraagt. De voorzieningenrechter loopt na of je aan alle voorwaarden hebt voldaan en gaat akkoord. Voor art 700 geldt summiere toetsing. Eén van de belangrijkste dingen die niet gebeurt in zo n verlof procedure is dat de schuldenaar niet opgeroepen wordt om gehoord te worden. (Waarom betaal je niet?) Iemand betaalt niet, je bent bang dat hij zijn vermogen kwijt raakt en hij hoort dat je beslag wilt leggen, dan is de kans groot dat hij het voor verhaal onvindbaar maakt. Een verlofprocedure waarbij je verlof vraagt bij de voorzieningenrechter, is ex parte, zonder dat de wederpartij gehoord wordt. Dat is gek, een van de grote beginselen van het procesrecht is dat je niks doet, nooit iets beslist, zonder de ander te horen of in ieder geval gelegenheid te geven zijn zegje te doen. De voorzieningenrechter kan alleen af gaan op wat er in het verzoekschrift staat. Daarom voeg je bewijsstukken bij. Hij geeft verlof als je binnen 14 dagen een rechtszaak aanhangig maakt om de vordering die je stelt te hebben te laten toetsen. Terug naar Ontvanger/Heemhorst, de ontvanger moest verlof vragen aan de voorzieningenrechter. Dit kreeg hij ook. Hij legde beslag op de vordering die de belastingschuldige op de belastingdienst had, zodat de belastingdienst niet terug hoefde te betalen. In de verlofbeschikking stond binnen 14 dagen een eis in hoofdzaak indienen. Een gewone schuldeiser moet een dagvaardingsprocedure beginnen. En als de wederpartij de schuldenaar dagvaardt voor de gewone rechter, uitprocederen of je een vordering hebt en of zijn verweer houdt of niet. Maar hoe zit het bij de ontvanger, bij de fiscus? Hoe zit het de belastingvordering? De fiscus formaliseert die belastingvordering zelf. Het is gek dat zij de belastingschuldige moeten dagvaarden voor de burgerlijke rechter om te testen of ze die vordering wel hebben. Het is een belastingvordering. De burgerlijke rechter is niet juridisch bevoegd om daar inhoudelijk over te oordelen. In de parlementaire geschiedenis staat dat de kamer ook aan de minister vroeg hoe dat nou zat. Minister: het staat zo in de wet, om ook nog een rechtsvordering aan te gaan passen is te ingewikkeld. De fiscus moet ook maar gewoon een eis in hoofdzaak aanhangig maken. De ontvanger van Almelo vond het gek en deed niet wat de minister zei. De inspecteur legde de belastingvordering vast in de aanslag en maakte niet binnen 14 dagen een eis in hoofdzaak aanhangig zoals de voorwaarde was van het beslagverlof. Art. 700 lid 3: als je niet binnen de door de rechter gestelde termijn de eis in hoofdzaak indient, dan vervalt het verlof op het beslag. De ontvanger wilde wel eens zien of dat zo zou uitpakken. De zaak is uitgeprocedeerd tot aan de HR: De minister heeft gezegd, de geschiedenis was duidelijk. Ook ontvangers moeten een eis in hoofdzaak (dagvaardingsprocedure) aanhangig maken bij de burgerlijke rechter. De HR vindt dat wel erg onpraktisch. In dit geval had de inspecteur binnen de door de voorzieningenrechter gestelde termijn de aanslag vastgesteld. Daarmee was de vordering geformaliseerd en vastgesteld. Waarom stelt de wet eigenlijk die eis van een eis in hoofdzaak tijdig indienen? Om te verifiëren of de vordering waarop beslag gelegd wordt bestaat, welke omvang deze heeft en legitiem is. Bij een belastingvordering zijn voldoende waarborgen ingebouwd als die vordering wordt vastgesteld en vastgelegd in de aanslag door de inspecteur. Als je het er niet mee eens bent, staat het open voor bezwaar en beroep. HR: Eigenlijk vervult die vaststelling/vastlegging van de vordering in de voor bezwaar en beroep vatbare aanslag dezelfde functie als de eis in artikel 700 lid 3. HR: Je mag het gelijk stellen met de eis in hoofdzaak aanhangig maken, wat de minister ook heeft gezegd.

Faillissement: Het tweede dwangmiddel waar de minister op wees. Nu de ontvanger de mogelijkheid heeft zich tot privaatrechtelijk executierecht te wenden, betekent dat dat de ontvanger nu een faillissement aan kan vragen vanwege een belastingschuld. De belastingdienst vraagt in de praktijk niet snel een faillissement aan. Vonnis civiele rechter (dwangsom): De derde mogelijkheid. De ontvanger kan naar de burgerlijke rechter stappen en een veroordelend vonnis vragen. Niet een vonnis gericht op het tot betaling veroordelen, maar voor alle andere zaken die geregeld moeten worden daar waar de invorderingswet te kort schiet. Bijvoorbeeld: Het probleem van de rekeningen in het buitenland. Ze zijn er, maar de belastingschuldige houdt zijn mond stijf dicht. Art. 47 verplicht je de gegevens op te geven. De verplichting is er dus wel, maar hoe dwing je dat nou af? Aan de voorzieningenrechter een veroordeling vragen op straffe van een dwangsom als men de gegevens omtrent de rekeningen niet onthult. Er is uitgeprocedeerd of de belastingdienst dat eigenlijk wel mag, het op deze manier gebruik maken van de civiele mogelijkheden. HR heeft verscheidene keren beslist: Het staat de belastingdienst vrij de civiele weg te volgen. Voor 1990 had de fiscus die mogelijkheid niet, maar sindsdien wel door het open systeem. Zekerheidsrecht bedingen: Het open systeem kan zekerheid vragen mocht dat nodig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een pand/hypotheekrecht of bankgarantie. Middelen die in de invorderingswet staan gaan vaak een stuk verder dan de mogelijkheden die particulieren hebben. Bijvoorbeeld: Fiscus is preferent en heeft een voorrangsrecht, gebaseerd op een wettelijk voorrecht, artikel 21. Dit houdt in dat uit de opbrengst van een executie de fiscus als eerste voldaan wordt. Nog een voorbeeld: Fiscale boetes, die kan een particuliere schuldeiser niet opleggen. Een particuliere schuldeiser kan alleen boetes opleggen indien deze vooraf in een contract vastgelegd staan (boeterente). Nog een voorbeeld: Het bodemrecht, art. 3:276. De fiscus kan zich verhalen op alle goederen die zich op de bodem van de schuldenaar bevinden, ongeacht of de schuldenaar eigenaar is van die goederen. Art. 22 invorderingswet. Een privaatrechtelijke schuldeiser kan dat niet (behoudens uitzonderingen onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld in het zeerecht, of als er een behoudscrediteur is 3:284). De ontvanger heeft de mogelijkheid om bij de schuldenaar van de belastingschuldige te verhalen. Hij klopt aan bij de werkgever of bij de sociale instantie waar de belastingschuldige een uitkering van krijgt. In 2009 heeft Leers als burgemeester van Maastricht een woonwagenkamp laten ontruimen door een legerovermacht. Dat heeft geresulteerd in de wet versterking fiscale handhaving. De fiscus kreeg er nog een paar extra middelen bij om mensen te dwingen belasting te betalen, ook als ze zogenaamd niks hadden. De fiscus mag niet alleen bij de werkgever of uitkeringsinstantie, maar ook bij de bank aankloppen en je bankrekening leeghalen als je je belasting niet betaalt. Het staat in de wet als bevoegdheid en er wordt al gebruik van gemaakt. Gemeentes en provincies willen dit ook graag en kunnen dat formeel ook, maar door beleid wordt dat nog enigszins beperkt. Art. 19 invorderingswet geeft de ontvanger extra bevoegdheden ten opzichte van particuliere schuldeisers. De ontvanger kan innen bij de schuldenaar van zijn schuldenaar. Als particuliere schuldeiser kan je dat ook, maar je moet een meer omslachtige procedure volgen. Art. 19 geeft de ontvanger een shortcut, rechtstreeks naar de inkomstenbronnen. Art. 430-438 BRv zijn algemene regels voor elke executie, niet alleen executoriaal beslag of geldvorderingen of andere vorderingen of een ontruimingsvonnis, maar voor elke executie. - Bevoegdheid tot executeren, Ius executandi (het recht om te mogen executeren). o Titel die tot executie legitimeert. Er moet een akte zijn die jou legitimeert tot het uitoefenen van de wettelijke dwangmiddelen. Gaat via de overheid. Daarvoor moet een titel aanwezig zijn, anders zal de overheid dat niet voldoen.

o Deurwaarder. In het privaatrecht treedt de overheid op in de vorm van de gerechtsdeurwaarder. Deze werkt voor particuliere schuldeisers op basis van een overeenkomst van opdracht, maar als hij executeert doet hij dat als openbaar ambtenaar. Hij wordt daar privaatrechtelijk voor betaald. De fiscus maakt gebruik van eigen ambtenaren, de belastingdeurwaarders. Zij zijn hiërarchisch ondergeschikt. Het kenmerk van executie is dwang. Dwanguitoefening in een rechtsstaat geschied altijd door de overheid, die op haar beurt onderworpen is aan de regulering van het publiekrecht. De overheid heeft het geweldmonopolie. Aan elke executie moet een waarschuwing vooraf gaan. Dit moet geschieden in de zwaarste vorm waarbij gewaarborgd moet zijn dat de schuldenaar, degene die een prestatie moet verrichten en in de titel genoemd staat, gewaarschuwd wordt zodat je zeker weet dat die waarschuwing bij hem terecht komt. De beste vorm hiervoor is een exploot uitgebracht door een deurwaarder. De deurwaarder is een openbaar ambtenaar, hij wordt gecontroleerd door een tuchtorgaan, staat onder ede en maakt er een verslagje van op. Maakt hij een fout, dan kan hij daarop aangesproken worden. o Betekening (soms met bevel). Betekening is door middel van een exploot de boodschap aan een ander overbrengen. Het wordt door de deurwaarder bij de schuldenaar ter kennis gebracht. De ander kan nooit ontkennen dat hij het dan niet ontvangen heeft. Dat moet hij maar zien te bewijzen. Soms bij bepaalde vormen van executie, gaat het gepaard met een bevel tot betalen. In een fiscale betekening is dat natuurlijk altijd gecombineerd. o Wachttijd (soms). Soms is er na de betekening nog een wachttijd, bijvoorbeeld als dat gepaard gaat met een bevel tot betaling, dan moeten er 2 dagen tussen zitten. Als er een derde bij betrokken is moet je 8 dagen wachten ex art. 432. o Verlof rechter (soms). Soms ook, niet in alle gevallen, heb je wel een executoriale titel, maar moet de rechter nog extra toestemming geven. Je hebt al een veroordelend vonnis, en een executoriale titel, je wil gaan executeren en toch eist de wet dan nog een extra verlof tot ten uitvoer legging. Exequatur: het worde geëxecuteerd. Dat vinden we bij twee gevallen buiten ons vonnis. Een veroordelend vonnis of arbitraal vonnis moet nog een verlof van de overheidsrechter voor je daarmee naar de deurwaarder mag stappen. In de wet in het privaatrecht staat dat wanneer de ander verzet, een gewoon rechtsmiddel, hoger beroep of cassatie ingesteld heeft tegen het vonnis, dit de ten uitvoerlegging schorst. Maar in de praktijk geeft de wet ook een mogelijkheid om alvast te executeren als de rechter daarin toestemt bij wijze van voorlopige machtiging. Dit is een uitvoerbaar verklaring bij voorraad. Dan mag je alvast executeren ook al moet er nog uitspraak worden gedaan. Dat kan vervelend zijn, als je gelijk krijgt in hoger beroep en er is al geëxecuteerd.. gedane zaken nemen geen keer. Mocht degene die geëxecuteerd heeft bij voorlopig uitvoerbaar vonnis ongelijk krijgen van de rechter, dan moet alles teruggedraaid worden en is hij aansprakelijk doordat hij prematuur is gaan executeren. Hij kan zich er niet op beroepen, dat hij al toestemming had. Het was een voorlopige toestemming. o Uitkomst rechtsmiddel afwachten. Soms moet de uitkomst van een rechtsmiddel afgewacht worden voor je kan beginnen. Degene die executeert moet voorzichtig zijn. o Mag niet verjaard zijn. Tenslotte mag de titel, de bevoegdheid om te executeren, niet verjaard zijn. 3:320 BW de verjaringstermijn is 20 jaar. Binnen 20 jaar na het ontvangen van het vonnis moet je beginnen met executeren, of stuiten met een brief. 3 vormen van executie: 1) Verhaalsexecutie: Is de meest belangrijke vorm van executie. Verhaal gaat via het verhaalsrecht. Verhaal is het afdwingen en executeren van een geldvordering op het vermogen van de schuldenaar of een derde. Te denken valt aan uitwinning of openbare verkoop.

2) Indirecte executie: Zo executeren via een omweg dat je krijgt waar je recht op hebt. Bijvoorbeeld bij rekeningen in het buitenland. De fiscus heeft er recht op, ze weten welke rekeningen dat zijn. In de wet staat dat je verplicht bent om het op te geven aan de fiscus. De fiscus wil de persoon in kwestie dwingen tot praten. Dwangmiddelen die de fiscus hiervoor ter beschikking staan zijn een dwangsom of lijfsdwang (bewaring). De fiscus heeft met de lijfsdwang een extra mogelijkheid ten opzichte van particulieren. Art. 20 Invorderingswet: De ontvanger moet naar de burgerlijke rechter voor een uitvoerbaar verklaring bij lijfsdwang. Hiervoor is nader verlof nodig. Sinds 1934 kan dat niet meer in het privaatrecht. Je kan je schuldenaren niet langer in de gevangenis laten zetten. De fiscus kan dit wel nog steeds. 3) Reële executie: Is dat je precies krijgt waar je recht op hebt, zonder medewerking van de ander. Dit is een restcategorie na verhaals- en indirecte executie bij geldvorderingen. Als je een huis koopt moet de notariële akte worden ingeschreven in het openbaar register. Je hebt al een overeenkomst met recht op levering, die dan nog afgedwongen moet worden. Stel de verkoper weigert om te leveren, omdat hij een beter bod krijgt. Hoe dwing je de verkoper mee te werken aan de levering? De verkoper moet naar de notaris om te verklaren dat hij bereid is te verkopen, een wilsverklaring. Je moet iemands wil beïnvloeden. Dat dwing je af met een dwangsom. Dan krijg je een geldvordering, waarvan je ook weer moet zien dat je dat geld binnen krijgt. Het privaatrecht kent een manier om te krijgen waar je recht op hebt, buiten de verkoper om. 1987 de HR zegt, we krijgen een nieuwe wet waarin die voorziening er is. Het vonnis van de rechter geldt als levering. Art. 3:301 BW voorziet in een vorm van reële executie voor het gevaal waarin je recht hebt op levering en deze leveringsvordering wil afdwingen. Dit is een manier van executeren waardoor je krijgt waar je recht op hebt in plaats van een geldelijke vergoeding. Sinds 1992, wet: De rechter mag in het vonnis bepalen dat zijn vonnis in de plaats komt van de wilsverklaring van de verkoper, dat hij wil leveren. De rechter mag bepalen dat zijn vonnis kan gelden als een leveringsakte. Wanneer het vonnis geldt als leveringsakte, wat moet er dan ingeschreven worden? Het vonnis. Het verschil met een vonnis dat geldt als vervanging van de wilsverklaring van de verkoper, voor de notariële akte is noodzakelijk dat de koper ook een wilsverklaring aflegt, de acceptatie van de levering. De koper moet alsnog naar de notaris, die alsnog een transport-/leveringsakte moet opmaken. Daaraan wordt de wilsverklaring van de koper en het vonnis gehecht, welke geldt als wilsverklaring van de verkoper. De notariële akte + het wilsvervangend vonnis wordt ingeschreven. Inschrijving kan je eenzijdig doen bij de notaris. De koper is eigenaar geworden en heeft precies gekregen waar hij recht op heeft. Hoe vindt de levering plaats bij een kopje koffie of bij een auto? Door bezitsverschaffing. Dit kan je afdwingen met behulp van een deurwaarder. Art. 3:491 BW, de verplichting tot het leveren van een roerende zaak kan de deurwaarder afdwingen door de roerende zaak onder zijn hoede te nemen, mee te nemen en af te geven. Belangrijk is dus een executoriale titel. Elementen van een executoriale titel zijn: - Akte - Executielegitimerend element, op basis waarvan je dwangmiddelen mag gebruiken. o Inschakeling en verlof van een bevoegde autoriteit (de rechter). Art. 3:430 BW een veroordelend vonnis of beschikking van de rechter. o Of toestemming partij - Executiefunderend recht, de aanspraak. Melding van op basis waarvan jij denkt recht te hebben om te executeren. Koop overeenkomst etc.

Bevoegde autoriteit 1) Uitspraak rechter o Afschrift in executoriale vorm (grosse) In naam der Koning Griffiersverklaring o Alleen veroordelende vonnissen o In Nederland gewezen o Uitvoerbaar bij voorraad. Is geen vereiste, het hoeft niet. Dit is de voorlopige toestemming. 2) Bevel bestuursorgaan o Dwangbevel van de ontvanger ex art. 3:430 BW, direct ten uitvoer legbaar. Er zijn nog meer executoriale titels. Partijautonome titels. Bij partijautonome titels moet er altijd een bevoegde autoriteit bij of de wil van partijen. Er is sprake van wil bij partijen wanneer je er zelf in toe stemt dat er tegen jou dwangmaatregelen genomen worden als je niet aan de overeenkomst voldoet. Dit is heel elementair voor het privaatrecht. - Schikkingsovereenkomst. Je kan met je wederpartij een schikkingsovereenkomst overeenkomen. De schikkingsovereenkomst op zich is nog niet voldoende als executoriale titel wil je die schikkingsovereenkomst kunnen afdwingen. o Proces-verbaal rechter. Als ze ten overstaan van de rechter tot stand zijn gekomen en neergelegd zijn in het proces-verbaal, dan levert dat een executoriale titel op, ex art. 87 lid 3. o Bekrachtiging kantonrechter. Er is een wetsvoorstel in de maak waarin je de schikkingsovereenkomst die je bent overeengekomen bij de kantonrechter kunt voorleggen om te bekrachtigen. - Grosse notariële akte. Partijautonomie speelt ook een grote rol bij het vast laten leggen van je verplichtingen in een notariële akte. Art. 430 grosse van notariële akte. De notariële akte fungeert dan als executoriale titel. De notaris is degene die de akte in executoriale titel opmaakt. o Rabobank/Visser & Donselaar Hypotheekakte legitimeert ook beslag o Vordering in akte. Bij het aangaan van je schulden leg je alvast vast, wanneer ik niet betaal mag je dwangmiddelen gebruiken. In die notariële akte moet die vordering, de schuld die je aangaat, duidelijk genoemd staan. Bestaan. De schuld moet op het moment van vastleggen bestaan. Een reële schuld. Omvang. Bovendien moet op dat moment bekend zijn wat de omvang is. - Arbitraal vonnis. Je bent het samen eens dat je een derde, niet-rechter, zal laten beslissen. Dit gebeurt op basis van een overeenkomst. o Verlof voorzieningenrecht. Het vonnis van de arbiters moeten ook executeerbaar zijn. Dat is het ook, maar niet eerder dan dat een overheidsrechter daartoe verlof heeft gegeven.

Hoorcollege 2 Formeel Belastingrecht 2 12 september 2013 Privaatrechtelijk executie- en beslagrecht (2) gegeven door: mr. R.J.C. Flach Vandaag de 2 belangrijkste dwangmiddelen die het privaatrechtelijk executierecht kent: De dwangsom en de beslaglegging. Nog kort over verzet en reële executie: Executiegeschil 438 Rv: Het centrale artikel voor verzet. Geldt ook als je het hebt over verzet tegen een executie van een dwangbevel. Het geldt dus ook fiscaal. - Bevoegde rechter: In 1992 zijn de executiegeschillen geconcentreerd bij één centrale rechter in navolging van het Franse recht. In ons recht is dat de rechtbank geworden. Omdat het om executie gaat en er altijd haast bij is (ontruiming, executoriale verkoop), is de voorzieningen rechter (de kort geding rechter) de bevoegde rechter. - Dagvaardingsprocedure. De deurwaarder is degene die de procedure opstart. - Procesvertegenwoordiging. Je moet verplicht procesvertegenwoordiging (een advocaat) inschakelen, om überhaupt terecht te kunnen bij de voorzieningenrechter. Bij een kort geding is voor de eiser procesvertegenwoordiging verplicht. De gedaagde kan zichzelf vertegenwoordigen, maar dat is niet aan te raden. - HR: toetsing beperkt tot wijze van executeren. Is er sprake van misbruik? Executie geschil procedure. In het geval van een fiscale vordering waarvan de ontvanger met de invordering is begonnen, ligt er al een dwangbevel. Tegen een dwangbevel staat bezwaar/beroep bij de belasting/bestuursrechter open. De kans om de vordering zelf aan te vechten heb je al gehad. Hetzelfde geldt bij privaatrechtelijke executie. Er ligt al een vonnis, er is al over de vordering geprocedeerd in een uitgebreide gerechtelijke procedure. Het mag niet zo zijn dat een executiegeschil kan dienen als een verkapt hoger beroep, zoals de HR zei in arrest 1982 Ritzen/Hoekstra. Je kunt dus niet de inhoudelijke verweren waar de rechter al over heeft beslist in de hoofdprocedure, in een executiegeschil nogmaals ter discussie stellen. Hetzelfde geldt wanneer het een fiscaal executiegeschil betreft, dat je de omvang van de belastingschuld nog eens in twijfel zou trekken. De toetsing is volgens de HR beperkt door die gevallen waarin je moet stellen dat de executant onder deze omstandigheden naar redelijkheid niet kan overgaan tot het uitoefenen van zijn recht tot executeren. Het recht om te executeren staat voorop. Echter, er zijn omstandigheden die maken dat het onredelijk misbruik van bevoegdheid zou opleveren om daar gebruik van te maken. Het standaardarrest Ritzen/Hoekstra is een ontruimingszaak, daar zijn de belangen het grootst. Een echtpaar is veroordeeld tot ontruiming. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het echtpaar is in hoger beroep gegaan. De kans bestaat dat ze in het gelijk gesteld worden, terwijl ze inmiddels al uit hun huis gezet zijn. De uitvoerbaar bij voorraad verklaring is een machtiging voor de executant om alvast met de ontruiming te beginnen. Tenzij, zegt de HR, er zodanige omstandigheden zijn zoals een wijziging van omstandigheden na het wijzen van het vonnis, dat zou maken dat het evident onredelijk zou zijn om die ontruiming door te zetten. Bijvoorbeeld er zou een noodtoestand ontstaan bij de executeerder. Of het is duidelijk dat de rechter die het ontruimingsvonnis heeft gewezen een evidente vergissing heeft gemaakt. Of zoals in een later arrest toen bleek dat het vonnis al betaald was, er toch met de executie werd doorgegaan. - Geen schorsing, tenzij rechter. Een bijzonderheid waar je attent op moet zijn, is dat een executiegeschil niet automatisch een schorsing uitlokt in privaatrechtelijke executie geschillen, anders dan in fiscale executie geschillen, dankzij art. 17. Als de ontvanger begint te executeren en er wordt verzet ingesteld bij de burgerlijke rechter op voet van 438, zegt art 17 dat de executie in beginsel geschorst

wordt. Dan heb je even uitstel. Hier wordt natuurlijk misbruik van gemaakt. HR: Je kan ook misbruik maken van je recht om een schorsing uit te lokken. In een privaatrechtelijk executie geschil is er geen schorsing, tenzij je schorsing bij de rechter aanvraagt en deze het aan je verleent. In een fiscaalrechtelijk executie geschil ex art. 17 Inv, is er van rechtswege schorsing, maar de rechter kan bij misbruik van recht op de vingers tikken. Opheffingsgeschil 705 BRv: - Conservatoir beslag: Een belangrijk onderdeel van de executie gaat er aan vooraf. Voor je begint met executeren van een zaak, moet je een vonnis halen en dat duurt een tijd. Het gaat om geld. In de tijd dat je aan het procederen bent kan de schuldenaar met een telefoontje zijn hele vermogen wegsluizen. In de tussentijd moet je de mogelijkheid hebben het vermogen veilig te stellen voor het geval je gelijk krijgt als je gaat procederen en een veroordelend vonnis moet halen. Dat doe je met een conservatoir beslag, oftewel een bewarend beslag. Daarmee bevries je als het ware het vermogen van je schuldenaar om daarmee het risico te beperken. Om het vermogen van de schuldenaar te blokkeren heb je verlof van de voorzieningenrechter nodig. Ook hier moet je een advocaat inschakelen. De voorzieningenrechter geeft het verlof ex art 700 vrij gemakkelijk. Hij kan alleen afgaan op stellingen in het verzoekschrift van de schuldeiser, dit is vrij eenzijdig. Maar je kan er een heel bedrijf mee plat leggen. Het kan hard uitpakken op het juiste vermogensbestanddeel. - Ondeugdelijk ingeroepen recht: Daarom is 705 een belangrijk rechtsmiddel voor een schuldenaar om even snel als zo n beslag gelegd wordt, het ook zo snel weer opgeheven te krijgen. Althans in de theorie, in de praktijk valt dat tegen. Er moet nog over geprocedeerd worden. De hoofdzaak moet nog aanhangig gemaakt worden. Dus of de schuldeiser ook daadwerkelijk recht heeft waar hij zich op beroept, daar krijgt hij het voordeel van de twijfel. Een van de gronden die je ziet opgesomd in art. 705 is dat de schuldenaar aanvoert dat de schuldeiser beslag heeft gelegd, terwijl de schuldenaar al heeft betaald. Het recht waar hij zich op beroept, is ondeugdelijk. De HR heeft al verscheidene keren gezegd: indien de schuldenaar een opheffingsgeschil begint en aanvoert dat het door de beslaglegger ingeroepen recht ondeugdelijk is, dan zal de schuldenaar dat aannemelijk moeten maken. De aannemelijkheidseis ligt dus bij de schuldenaar. In de praktijk werkt de opheffing nog niet zo gemakkelijk. Bij de scheepvaart wel, indien het gaat om grote vrachtschepen. Dan heeft de schuldenaar er belang bij dat een schip zo snel mogelijk weer kan varen. Er kan dan geruild worden voor een zekerheid in de vorm van een bankgarantie. Niet geldelijke prestaties De aanloop naar de dwangsom. In het privaatrecht is er een ontwikkeling van de executie geweest. In 1838 had je het Franse recht, waarbij de executie vooral in geld werd afgewikkeld, de financiële pleister. Het is de makkelijkste weg, maar wel onbevredigend. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een koper die een huis geleverd wil krijgen. Hij wil eigenaar worden. In de loop der decennia vond er een ontwikkeling in het privaatrechtelijk executierecht plaats, waarbij het executierecht steeds meer zo ingericht wordt waarbij de gerechtigde ook krijgt waar hij volgens het materiele privaatrecht recht op heeft. De koper die met een wanpresterende verkoper geconfronteerd wordt heeft sinds 1992 de mogelijkheid en de executie- en dwangmiddelen om eigenaar te worden buiten verkoper om. De koper is niet meer afhankelijk van de medewerking van de verkoper. In 1992 is het omslagpunt, reële executie is het uitgangspunt. Dat betekent dat het recht op nakoming in art 3:296 BW voorop wordt gesteld. Dit is de hoofdregel. Om te krijgen waar je recht op hebt kan je naar de rechter stappen. De rechter moet in beginsel ook toewijzen. Als de rechter de veroordeling heeft uitgesproken kan je executeren, want het rechterlijk vonnis,

de veroordeling, fungeert als de titel (bevoegdheid) om te mogen executeren. Art 430 BRv. Een in Nederland gewezen vonnis is een executoriale titel. Art. 297. Als je met die veroordeling de prestatie afdwingt met behulp van dwangmiddelen en de deurwaarder, dan geldt dat als een vrijwillige nakoming met alle rechtsgevolgen van dien. Bijvoorbeeld een geldvordering: De rechter veroordeelt de schuldenaar tot betaling van het verschuldigde bedrag en dat weigert hij te betalen. Je executeert, er volgen dwangsommen, beslag, executoriale verkoop en voldoening uit de opbrengst. Dat geldt als vrijwillige nakoming, de vordering is teniet gegaan. Het is dus een soort dwang op maat. Je krijgt waar je recht op hebt. Stel je hebt een leveringsrecht op een huis. Je wordt eigenaar, art. 300 en 301. Als de verkoper niet vrijwillig wil meegaan naar de notaris om daar te verklaren dat hij zijn verplichtingen uit de verkoopovereenkomst wil nakomen tegenover de koper, kan je de rechter vragen om in plaats van de wilsverklaring van de verkoper, in een vonnis te bepalen dat het vonnis gaat gelden als transport-/leveringsakte, dan wel te bepalen in een vonnis dat het in de plaats komt van de wilsverklaring van de verkoper. En daarmee kan een notariële akte opgemaakt worden, of als het vonnis de leveringsakte vervangt kun je dat vonnis laten inschrijven in de openbare registers en daarmee de eigendom doen overgaan. Een recht op afgifte van een roerende zaak. Je hebt een computer gekocht, maar de verkoper wil niet leveren dus stap je naar de rechter. Art. 491! De rechter veroordeelt de verkoper tot levering. Levering van een roerende zaak als een computer moet geschieden door bezitsverschaffing. Meestal is dat feitelijke afgifte. Dit dwing je af, art. 491. De deurwaarder mag de computer in beslag nemen, meenemen en afgeven aan de koper. Daarmee geldt het ex art. 3:297 als een vrijwillige nakoming. Een oude vorm van reële executie is de ontruiming. Een huurder betaalt de huur niet en wordt door de kantonrechter veroordeeld tot ontruiming. Hij moet het gehuurde pand weer ter beschikking stellen aan de verhuurder. Hoe krijg je hem eruit? Schakel een deurwaarder in. De deurwaarder mag hulp inroepen van de politie. Art. 555. Een situatie waarin die twee samenlopen: Een koper wil eigenaar worden, maar tegelijkertijd is er ook een schuldeiser die zich op de gekochte computer wil verhalen, die gaat dan voor. Art. 497. In 1992 is er een regeling voor gekomen. Bij de samenloop van een beslag met een ander beslag moet de meest gerede partij zich overeenkomstig art. 438 tot de rechter wenden. In 3:700 staat een soortgelijke bepaling. Wetgever: in beginsel lost het in een samenloop van verhaalsaanspraken op in geld. Jammer voor de koper. Dwangsom Voor de koper die geconfronteerd wordt met een weigerachtige verkoper is het sinds 1992 mogelijk om reëel te executeren, oftewel eigenaar worden. Er is nog een manier. Een indirecte manier om veroordeelden te prikkelen te doen wat ze moeten doen en dat is door middel van een dwangsom. Iedere dag dat er niet wordt voldaan, verbeurt de verkoper een geldbedrag. De mogelijkheid om een dwangsom op te leggen is in 1933 in de wet opgenomen. Dwangsom: 1933 1978 1980 1933, midden in de economische crisis. Er zijn veel schuldenaren die niet aan hun verplichtingen voldeden. De wetgever sleutelt aan de wetgeving. In 33 werd de mogelijkheid tot het opleggen van een dwangsom ingevoerd. In 78 werd de regeling gewijzigd. Tekenend voor de tijd is dit samen met België en Luxemburg gedaan. Er is één gezamenlijke regeling van de dwangsom in een verdrag. Er is één hof opgezet, het Benelux hof. Daar kan je je toe wenden als de Nederlandse rechter er niet uitkomt. Er is sprake van uniform procesrecht. Voor 1933 was reële executie was niet mogelijk. Ook de dwangsom was niet mogelijk. Hoe kon je dan vonnissen afgedwongen kregen? Door lijfsdwang, maar eigenlijk vinden we dat dat niet kan voor civiele verplichtingen. Er was nog een andere manier, een soort

voorwaardelijke veroordeling. Als je niet voldeed aan het vonnis, mag degene die in het gelijk gesteld is een vergoeding vragen tot een bedrag van zoveel. Een soort voorwaardelijke schadevergoeding. Toepassingsgebied In burgerlijke en handelszaken is de regeling beperkt. Vooral de doe en de nalaat verplichtingen zijn ideaal om die af te dwingen door middel van een dwangsom. Het afdwingen van een veroordeling tot betaling van een geldsom was al goed geregeld met beslag en uitwinning, het was niet nodig om daar ook nog een dwangsom voor te hebben. Je kan bij wijze van spreken geld niet op geld stapelen. Art. 611 a Rv: De rechter kan op vordering van een der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom, onverminderd het recht op schadevergoeding. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd, omdat het een geldvordering betreft. Ook is het niet mogelijk om een arbeider bij het niet nakomen van zijn verplichting tot het leveren van persoonlijke arbeid met een dwangsom te sanctioneren. De overige gevallen zijn wel met een dwangsom te combineren. Dus een koper die geconfronteerd wordt met een weigerachtige verkoper bij de levering van een huis, kan ook om een dwangsom vragen De rechter zal afwegen wat het meest effectief is. Aard en strekking De dwangsom is dus een geldelijk bedrag dat je verbeurt als je niet aan de hoofdveroordeling voldoet. Dat lijkt op een privaatrechtelijke boete. In Engeland dwingen ze een veroordeling af met een strafsanctie en contempt of court. Dat is een echte strafrechtelijke boete. Een dwangsom is dat niet, deze is privaatrechtrechtelijk en kan alleen worden opgelegd als je er om verzoekt, zie art. 611. De Engelse rechter kan het op eigen beweging opdragen. De Nederlandse rechter niet. Het tweede element waar uit blijkt dat een dwangsom privaatrechtelijk is, is dat een dwangsom terecht komt bij degene die in het gelijk gesteld wordt, volgens het Franse systeem. In Duitsland heb je een soort dwangsom waarbij het geld terecht komt bij de staat. Iemand kan er in Nederland dus belang bij hebben om de dwangsom in handen te krijgen. De dwangsom is dus geen strafrechtelijke boete en ook geen schadevergoeding. Wat is het dan wel? Het is een geldelijke som die moet stimuleren dat de veroordeelde zijn verplichtingen aan het vonnis nakomt, een rechterlijke prikkel tot nakomen. Zie art. 611a e.v., een vorm van indirecte executie. Voorwaarden Het is een voorwaardelijke veroordeling. Een rechterlijke uitspraak, op vordering van de procespartij, is vereist. De veroordeling moet vooraf betekend zijn aan de veroordeelde (belangrijk!). Art. 611 lid 3, de dwangsom kan niet worden verbeurd voor de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld. De belangrijkste voorwaarde is dat de hoofdveroordeling niet wordt nagekomen. Grote vrijheid rechter De rechter mag hier niet ambtshalve handelen, hij moet wachten tot een partij een seintje geeft. De rechter legt de hoogte op. Hij bepaalt ook wat de modaliteiten (voorwaarden) zijn: Welke dag, een som ineens, per overtreding.. Executie Executie vindt plaats als aan de voorwaarden is voldaan, op basis van de dwangsom veroordeling. De dwangsom gaat lopen. Er ontstaat een vordering tot betaling van een geldsom. Hoe executeer je dan die geldvordering? Het gaat op de manier zoals je elke geldvordering executeert. Beslag leggen op het vermogen van de veroordeelde en dan uitwinnen (openbare verkoop) of innen. Is er dan ook nog weer een nieuw vonnis vereist? Er is een vonnis met een voorwaardelijke veroordeling. De veroordeelde komt de voorwaarden uit het vonnis niet na. De teller begint te lopen, tot een bepaald bedrag. Nederland heeft er voor gekozen om dan geen nieuw vonnis te eisen. Het Franse systeem kent dit wel, daar komt de executierechter er nog aan te pas om te kijken hoeveel dwangsom er verbeurd is en voor

welk bedrag je uiteindelijk mag gaan executeren. Zo kan er nog een bijgestuurd worden om te voorkomen dat het uit de klauwen loopt. In Groningen liep een vreselijke zaak. De rechter had de dwangsomveroordeling niet aan een maximum gebonden. De dwangsommen bleven oplopen. De Groningse boerin was koppig en neeg niet om aan het vonnis te voldoen. Het liep in de miljoenen. De tegenpartij wilde gaan executeren. Het is bij het Benelux hof uitgevochten. De knecht Krabbe zou de boerderij van mevrouw Trenning overnemen. Zij wilde de afspraak niet meer nakomen en werd veroordeeld op straffe van een dwangsom. De nieuwe regeling was net ingevoerd. De rechter bepaalt de modaliteiten, hij bepaalt ook hoe de dwangsom ingericht is. Hij had bepaald: de dwangsom wordt verbeurd op iedere verplichting afzonderlijk voor het volle bedrag, zonder het te binden aan een maximum. De verplichtingen werden gedeeltelijk nagekomen en gedeeltelijk niet. Zo ongeveer alleen nog een paar rollen prikkeldraad en rollen landbouwplastic wilde zij niet leveren. Dat bracht de dwangsom in het leven. Dat liep op tot zo n miljoen/anderhalf miljoen. Er was nog één regel die de dwangsom in bedwang hield, art. 611g. Dat was haar redding. Het bedrag was al opgelopen tot 9 ton, wat ze niet kon betalen. Krabbe legt beslag op haar boerderij. Een dwangsom verjaart na verloop van 6 maanden. De minister heeft in samenspraak met de rechtbank en de advocaat gebruik gemaakt van art. 611e, de nood ingreep. Mevrouw heeft zichzelf failliet laten verklaren. Door het faillissement loopt de dwangsom niet verder op en kunnen ook verbeurde dwangsommen niet verder ingevorderd worden. Arrest Trenning/Krabbe Rechtsmiddelen Als je een dwangsomveroordeling hebt gekregen en je merkt dat het ten onrechte is, kan je een executiegeschil beginnen, ex art. 438. In dat executiegeschil kan je alleen aanvoeren dat je aan de veroordeling hebt voldaan. Dat moet je wel kunnen bewijzen. Bewijslast van de nietvoldoening, dat er niet aan is voldaan, ligt op degene met dat veroordelend vonnis. Een bekend arrest van een man die aannemer had ingeschakeld, maar het huis was niet naar zin verbouwd. Hij begon een zwartmaakcampagne op internet, waarop de aannemer een procedure startte voor een verbod voor de man om de goede naam van de aannemer niet langer zwart te maken, op straffe van verbeuring van dwangsom. De rechter gaat er in mee en veroordeeld de man om zich te onthouden van verder denigrerende uitlatingen en om een excuusadvertentie te plaatsen. Sorry, op last van de rechter verklaar ik dat ik me ten onrechte denigrerend heb ik uitgelaten over het werk van de aannemer. Waar de man nog in kleine lettertjes aan toevoegde: maar het is toch een knoeier. De vraag: is er voldaan aan de dwangsom of niet? HR: je moet naar de strekking kijken van de veroordeling, de strekking is dat de aannemer zijn goede naam weer terug krijgt. De dwangsom is verbeurd, geld kwijt. In Trenning/Krabbe werd het over een andere boeg gegooid, art. 611d. De mogelijkheid voor de rechter om de dwangsom opgelegd door hemzelf, te herzien. Dit kan alleen als je aantoont dat je onmogelijk aan de hoofdveroordeling hebt kunnen voldoen. De rechters wilden het nog wel aannemen voor de koeien, deze waren inmiddels verkocht. Die kon ze niet meer leveren. Maar prikkeldraad en landbouwplastic kan je elders kopen, dus is er nog een mogelijkheid om te voldoen. Dit kon ze niet weerleggen. Wat je dan nog kan doen is de gewone rechtsmiddelen tegen het kortgedingvonnis of het vonnis waarin die dwangsom veroordeling zit instellen en op die manier proberen het van tafel te krijgen. Als het gaat om een dwangsomveroordeling uitgesproken door de voorzieningenrechter, dan heb je nog de mogelijkheid om een bodemprocedure te starten. Het kort geding is de voorlopige voorziening, een tijdelijke orde maatregel in afwachting van de hoofdzaak. Voorzichtigheid is gewenst, blijkt uit de uitspraak van de HR: Je moet je houden aan het kort geding vonnis met dwangsomveroordeling. Als je dat niet doet verbeur je de dwangsommen. Ook al zou de bodemrechter jou achteraf volledig in het gelijk stellen, je hebt je niet gehouden aan het kort geding vonnis. Je hebt de dwangsom verbeurd en die krijg je dan niet meer terug. Dwangsomveroordeling is een prikkel tot nakoming van het vonnis van de kort geding rechter. Die prikkel moet overend staan, anders

houden mensen zich niet meer aan het kort geding vonnis. Je kan de verbeurde bedragen niet terugvorderen uit onverschuldigde betaling. Om een dwangsomveroordeling onderuit te halen, moet je de gewone rechtsmiddelen instellen: verzet, appel en cassatie in kort geding. Dan kan je het kort geding vonnis inclusief de dwangsomveroordeling onderuit halen. De ontvanger kan soms fiscale verplichtingen die niet bestaan uit een geldsom ook afdwingen met een veroordeling bij de burgerlijke rechter en gebruik maken van de dwangsom mogelijkheid. Er is een hele hoos van procedures bij de burgerlijke rechter om informatie over rekeningen in het buitenland te kunnen afdwingen, art. 47 Awr en die kracht bij te zetten. Beslag Het verhaalsbeslag is de meeste gebruikte vorm van beslag in het privaatrecht. De achtergrond van het beslag is tweeërlei: 1) een conservatoir beslag is vooral het veiligstellen van het vermogen in afwachting van het halen van de titel en 2) een executoriaal beslag is het afdwingen, het eigenlijke executiewerk, het beslag leggen, hoe je het maar wil noemen. Die twee lopen door elkaar heen. In beide zit een element van zekerheidsstelling. De wet werkt met verschillende mallen van beslagvormen. 2 e boek, inhoudsopgave: de wetgever gaat uit van executoriaal beslag. Beslag is in vier criteria in te delen, zie Nestor. Op het tentamen moet je eerst aan jezelf vragen, met welk soort beslag heb ik te maken? - Functie: Wat wil de beslaglegger ermee bereiken? o Een geldvordering verhalen, het vermogen fixeren en te gelde maken. verhaalsbeslag. o Gaat het erom dat een koper zijn gekochte zaak wil veilig stellen, dat het niet uit het zicht verdwijnt leveringsbeslag o Of als het om een roerende zaak gaat afgifte beslag, om te voorkomen dat het afgegeven wordt. - Beslagobject: Waarop wordt beslag gelegd? De wet stelt dit criterium voorop. Art. 435 lid 1, het is de hoofdregel. In navolging van art. 3:276 BW, de schuldenaar kan zich verhalen op het gehele vermogen van zijn schuldenaar. Bij beslag vertaalt dit zich naar: beslag kan gelegd worden op alle goederen van de schuldenaar. Bankrekeningen, vorderingen, huis, bedrijfspanden, aandelen, alles wat maar onder het begrip goed valt in de zin van het burgerlijk wetboek. Goed staat voor zaak of vermogensrecht. Een zaak is tastbaar, een voor menselijke beheersing vatbaar object. Een vermogensrecht wordt door de wet als zodanig bestempeld. Naar gelang je er beslag op legt moet je een andere vorm kiezen. De wet onderscheidt beslag op roerende zaken niet registergoederen, beslag op vorderingen onder een derde, op vorderingen, beslag op onroerende zaken, beslag op luchtvaartuigen, beslag op schepen, beslag op aandelen. Dit zijn allemaal verschillende beslagvormen. Ieder beslag kent zijn eigen regels. - Legitimatie executoriaal/conservatoir: Het verschil tussen executoriaal beslag, waarbij je executie in werking stelt, afdwingt en veroordeelt en het conservatoir beslag. Executoriaal beslag vind je in het tweede boek. Conservatoir beslag vind je in het derde boek van rechtsvordering. - Ten laste van/onder wie beslag: Het verschil naar subject. Onder wie wordt beslag gelegd? Bijvoorbeeld beslag leggen onder een bankrekening. Je legt je beslag op een vordering die jouw schuldenaar heeft op zijn bank. Dit is ten laste van jouw schuldenaar en onder de bank. De deurwaarder stapt naar de bank en legt beslag. Als die twee uit elkaar lopen, ten laste van en onder wie, heb je te maken met een derdenbeslag, ex 4 75 e.v. Dit is van belang om de toepasselijke wetsbepalingen te vinden. Voor elke vorm zijn er weer andere regels. De beslagvorm analyseren is de eerste stap om de weg te vinden naar de juist

regels. Wanneer er eenmaal gekozen is en er beslag gelegd is in een bepaalde vorm en het blijkt de verkeerde, dan ben je de pineut. Dan kan het niet vervuld worden. De gekozen vorm is bindend. Er is maar één manier om het anders te doen en dat is opnieuw beslag leggen. Oude tentamenvraag aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Zie PowerPoint. Er speelt: een ruzie over duiven. Eer zou een overeenkomst gesloten zijn waarbij Janssen recht heeft op een paar bijzondere kostbare duiven. De levering wordt niet nagekomen. Bemiddeling is toegepast met als resultaat een schikkingsovereenkomst neergelegd in een notariële akte. De ruzie is behoorlijk opgelopen en resulteert in procederen. Hij wil beslag leggen op de duiven waar hij volgens hem recht op heeft. Welke beslagvorm moet hier gekozen worden? Functie: Wat wil hij met het beslag? Veiligstellen. Welk recht? Wil hij zich op de duiven verhalen? Wil hij geld zien? Nee. Hij wil de duiven zelf hebben. Hij stelt op grond van de overeenkomst recht op levering van de duiven te hebben. Je zit niet in het verhaalsbeslag maar in het leveringsbeslag. Omdat het om duiven gaat, roerende zaken afgiftebeslag. Doel, bezitsverschaffing, feitelijke afgifte. Beslagobject: Duiven. Volgens de indeling in de wet: geen vermogensrecht, geen vorderingsrecht, geen onroerende zaak, geen schip, geen roerende zaak registergoed. Het is een beslag op roerende zaken niet-register goederen. Het is een beslag om een leveringsvordering, een vordering tot afgifte veilig te stellen. De legitimatie: Executoriaal of conservatoir? Conservatoir is beslag dat je legt nadat je toestemming hebt gekregen van de voorzieningenrechter. Executoriaal beslag leg je wanneer je beschikt over een executoriale titel, zegt art. 4 30. Je moet kijken in de casus of er een executoriale titel in verborgen zit. Dit zou de notariële akte kunnen zijn. Art. 4 30 lid 1 zegt immers, executoriale titels worden gevormd door grossen van vonnissen of authentieke aktes of andere in de wet aangewezen executoriale titels. De schikkingsovereenkomst die neergeld is in een notariële akte lijkt erop te wijzen dat er sprake is van een executoriale titel. Dan kom je uit bij executoriaal beslag. Altijd goed kijken of er een executoriale titel is waarin het recht neergelegd is op grond waarvan je beslag legt. Als er een executoriale titel is, leg je executoriaal beslag. Als dat er niet is dan kun je alleen nog maar conservatoir beslag leggen. Ten laste van/onder wie: Je moet kijken waar de duiven zich bevinden. Ten laste van degene die moet leveren, Simon. De duiven bevinden zich ook bij Simon, dus ook onder hem. We komen uit bij executoriaal, beslag tot afgifte, op een roerende zaak niet registergoed. Art. 4 75 als het onder een derde is, of als het onder Simon is dan wordt het art. 4 91. Eigenlijk hoeft hij geen beslag te leggen. Reële executie. Art. 4 92 executoriaal afgifte beslag. Verzekering van de duiven. Veelgeziene fouten: Beslag onder een bank, op een bankrekening. Welke beslagvorm moet je dan kiezen? Er is een veroordelend vonnis. De veroordeelde moet jou een som geld betalen en weigert er vrijwillig aan te voldoen. Het meest voor de hand liggend is beslag op de bankrekening. Welke beslagvorm moet je kiezen? Veroordelend vonnis, dan weet je al, het gaat om een executoriaal beslag. De titel is er. Hij moet geld betalen, beslag tot veiligstelling van een geldvordering is verhaal op het vermogen. Een executoriaal verhaalsbeslag. Het Beslagobject is de vordering op de bank. (fout is: roerende zaak niet registergoed) En dan ten slotte, ten laste van de schuldenaar, maar onder de bank. Twee worden uit elkaar getrokken, dus er is sprake van art. 4 75 derdenbeslag. Het is een executoriaal verhaalsbeslag onder een derde op een vorderingsrecht. Rechtsgevolgen beslag Wat kun je met een beslag bereiken? De bevriezing van het vermogen, dit is de blokkerende werking van het beslag. Je blokkeert de eigenaar het vrij beschikken over zijn vermogen, ten