Funderingsadvies t.b.v nieuwbouw KIA Aan de Bartokring Te Landgraaf. Gemeente Landgraaf. Rapportage. Datum rapport: 1 juli 2014

Vergelijkbare documenten
Behoort bij ontwerpbesluit van B&W

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

Beoordeling Infiltratie mogelijkheden t.b.v. nieuwbouw Engelenhof Aan de Put Pullestraat Te Sittard In de gemeente Sittard-Geleen

INHOUDSOPGAVE. Bijlagen: Doorlatendheidsmetingen Funderingsdrukdiagram Richtlijnen uitvoering

Behoort bij ontwerpbesluit van B&W

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw bedrijfspand Aan de Magnesiumstraat Te Nederweert

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw 38 woningen Bouwplan Ambyerveld Te Maastricht

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw 12 woningen Aan de Ravelijn Te Maastricht In de gemeente Maastricht

Funderingsadvies nieuwbouw 150 woningen Bestemmingsplan Laarveld fase 2 Nabij de Kransakker In de gemeente Weert

Infiltratieadvies t.b.v. nieuwbouw appartementen Aan de St. Rumoldusstraat In de gemeente Weert

Bijlage II. Geohydrologisch grondonderzoek woningen en huisartsenpraktijk Van Voorst tot Voorststraat te Vught Bijlage II van X

Funderingsadvies nieuwbouw 150 woningen Bestemmingsplan Laarveld fase 2 Nabij de Kransakker In de gemeente Weert

Grondonderzoek en funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen Bouwplan Bloesemgaard Te Margraten


Geotechnisch rapport

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA

Geotechnisch rapport

Amerikalaan 70C 6199 AE Maastricht Airport. Functie: Naam: Gezien en akkoord: Tel: Geonius Geotechniek B.V.

Koops & Romeijn grondmechanica

Hierbij zenden wij u de rapportage betreffende een project aan het Oppad te Oud-Loosdrecht.

Samenwerkende, zelfstandige adviseurs voor grondonderzoek, geotechniek en geohydrologie

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen Aan de Schutsestraat 6 Te Prinsenbeek In de gemeente Breda. Admiraal de Ruijterweg AA Rotterdam

Koops & Romeijn grondmechanica

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw bedrijfspanden Aan de Pascalweg Te Culemborg

M E M O. Geachte heer Meijer,

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Zaandam. Opdrachtnr. : HA /

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem

Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Best d.d

Geotechnisch rapport

Geotechnisch advies t.b.v.:

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen BP Vrouwenhof Fase 3 In de gemeente Weert

Geotechnisch bodemonderzoek A9 Heiloo

Infiltratieonderzoek Parkeerlocatie sportpark Heugem Aan de Gronsvelderweg Te Maastricht In de gemeente Maastricht

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Bielemansdijk tegenover 4 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD

GEOMET POWERED BY ABO-GROUP. Rapport betreffende fundering Kluscomplex Prins Willem Alexanderschool nabij de Zuidwind te s-gravenzande

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam

Inhoudsopgave. Bijlagen. Inleiding.3

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Lelystad

Functie: Naam: Gezien en akkoord: PLAN OP HOOFDLIJNEN GETOETST Gezien d.d.15 maart Behoort bij ontwerpbesluit van B&W. d.d.

november 2015

Rapport betreffende fundering renovatie pand aan de Cylinderstraat te Den Haag

Geotechniek - Milieutechniek

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland

PROTOTYPE. Studio for Architecture, Urbanism and Research

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

Rapportage en beschouwing aangetroffen scheurvorming gevel onderstraat Herberg de Gouden Leeuw te Bronkhorst.

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woning Aan de Kortgerecht 34 Te Schoonrewoerd In de gemeente Leerdam

Rapport betreffende fundering renovatie appartementen aan de Witte de Withstraat 119 te Den Haag

Funderingsadvies t.b.v. verbouw woning Aan de Bremweg 3 Te Liessel In de gemeente Deurne

'S-HERTOGENBOSCH. ATO-Scholenkring. Postbus AD ROSMALEN

FUNDERINGSADVIES betreffende VERBREDING LIGBOXENSTAL AAN DE BOSWIJKDREEF 5 TE STEENBERGEN

Uw kenmerk: --- Ons kenmerk: Bemmel, 25 juli 2013

INHOUDSOPGAVE. Bijlagen: Richtlijnen uitvoering

Geotechniek - Milieutechniek

Geotechniek - Milieutechniek

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw winkelpanden Aan de Sint Jobstraat Te Weert

Geotechniek - Milieutechniek

Geotechnisch onderzoek

Geotechniek - Milieutechniek

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

ONTWERP BERLINERWAND T.B.V. KELDER WONING KAVEL 20, RIETEILAND OOST TE AMSTERDAM

OOSTKAPELLE. Siban Beheer B.V. Park Reeburg GC VUGHT

Funderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers

Sondeerrapport conform NEN 5140 Locatie: Slotsteeg 1 te Hengelo (gld) Projectnummer: Postbus AJ Veenendaal

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

Opdracht : Plaats : Maasbree Project : Bepaling doorlaatfactor aan de Rozendaal. Bepaling doorlaatfactor aan de Rozendaal te MAASBREE

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

Datum : 6 oktober Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP

Project : plaatsen dakopbouw aan het Utrechts Jaagpad 110 Plaats : LEIDEN

Geotechnisch bodemonderzoek Sleedoorn in Beilen

Geotechniek - Milieutechniek

Uitbreiding dierenasiel aan de Ossebroeken 4 te Beilen

RESULTATEN GRONDONDERZOEK. Nieuwbouw bedrijfsruimte Koonings, Hoek Binderendreef - Helmondsingel te Deurne. Dukaat 5a 5751 PW Deurne

Betreft: k-waarde bepaling Molenweg 2 te Epe 1/3

RESULTATEN GRONDONDERZOEK. Nieuwbouw bedrijfsruimte, Braamweg 7 te Neerkant. Braamweg PS Neerkant. Keulsebaan AA Neerkant

Inhoudsopgave: 1 Projectomschrijving Algemene gegevens Projectgegevens Bodemonderzoek... 3

Jacob van Lennepkade 281 Amsterdam GEOTECHNISCH ONDERZOEK CB-01. Schillingweg 103, 2153 PL Nieuw-Vennep

Veldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK

H.E. Lüning hc C.H.R.

Teeuw Grondmechanica v.o.f. Lekdijk 134, 2865 LG Ammerstol tel:

Geotechnisch funderingsadvies t.b.v.: ONDERZOEK DRAAGKRACHT VLOER HAL 8 EN VOORTERREIN, TERREINEN DECCAWEG 22, AMSTERDAM-WESTPOORT

Geotechnisch onderzoek. aan de Mayweg te 's-hertogenbosch

Afdeling Geotechniek

Gemeente Leiden Ingenieursbureau ing. J.E.M. Vermeulen. Postbus PC LEIDEN. 1 Inleiding

Gezien door de constructeurs van de gemeente Leiden akkoord E. Iwema. d.d. 10/04/2013. Geotechniek - Milieutechniek

Geotechnisch onderzoek Uitbreiding zwembad de Kromme Rijn te Utrecht

DEURNE. T.a.v. Dhr. K. Bots. Postbus AB DEURNE

Nieuwbouw bedrijfsgebouw en woning aan de Vriezerweg te Tynaarlo

Teeuw Grondmechanica v.o.f. Lekdijk 134, 2865 LG Ammerstol tel:

Afdeling Geotechniek

Afdeling Geotechniek. Rapport geotechnisch bodemonderzoek. Opdrachtnummer : Plaats Locatie

Transcriptie:

Funderingsadvies t.b.v nieuwbouw KIA Aan de Bartokring Te Landgraaf In de gemeente Landgraaf Opdrachtnummer Rapportage Versie GA140401 R01 V01 Datum rapport 1 juli 2014 Opdrachtgever Gemeente Landgraaf Postbus 31000 6370 AA Landgraaf Architect Constructeur Palte BV Postbus 819 6300 AV Valkenburg ad Geul Functie Naam Gezien en akkoord Geotechnisch adviseur Ing. R.J.A. Huijts Controle Ing. J. Valenteijn Tel 046-4572666 Geonius Geotechniek B.V. Fax 046-4572679 Breinderveldweg 15 Email info@geonius.eu 6365 CM Schinnen Website www.geonius.eu

INHOUDSOPGAVE 1.0 INLEIDING... 1 2.0 PROJECTBESCHRIJVING... 2 3.0 GEOTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN... 3 4.0 GRONDONDERZOEK... 4 4.1 Algemeen... 4 4.2 Slagsonderingen... 4 4.3 Boringen... 4 4.4 Inmeting... 4 5.0 TERREINGESTELDHEID EN BODEMOPBOUW... 5 5.1 Terreingesteldheid... 5 5.2 Bodemopbouw... 5 6.0 GRONDWATER / GEOHYDROLOGIE... 6 6.1 Grondwater... 6 6.2 Doorlatendheid... 6 7.0 Beoordeling mogelijkheden voor infiltratie... 7 7.1 Algemeen... 7 7.2 Toetsing... 7 7.3 Conclusie... 8 8.0 FUNDERINGSADVIES... 9 8.1 Algemeen... 9 8.2 8.3 Fundering op staal... 9 Vloeren... 10 9.0 UITVOERING... 11 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Situatietekening Sondeergrafieken Boorstaten Doorlatendheidsmetingen Funderingsdrukdiagram Richtlijnen uitvoering

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 1.0 INLEIDING Door de gemeente Landgraaf werd aan Geonius Geotechniek BV opdracht gegeven om een geotechnisch grondonderzoek uit te voeren en een funderingsadvies op te stellen. Dit onderzoek was nodig voor de nieuwbouw van een KIA aan de Bartokring te Landgraaf. Voorliggend rapport bevat de resultaten van het grondonderzoek en het ontwerpadvies voor de fundering. Het ontwerpadvies is uitgewerkt conform NEN 9997 (Geotechnisch ontwerp Deel 1 Algemene regels) en NEN 9997 (Geotechnisch ontwerp Deel 2 Grondonderzoek en beproeving). Beide delen vormen de basis van Eurocode 7. De resultaten van het infiltratieonderzoek zijn getoetst aan de eisen van Waterschap Roer en Overmaas. Pagina 1 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 2.0 PROJECTBESCHRIJVING Aan de Bartokring te Landgraaf is de nieuwbouw van KIA gepland. Op basis van de aangeleverde gegevens zijn voor de geplande nieuwbouw onderstaande uitgangspunten gehanteerd De nieuwbouw bestaat uit maximaal 1 bovengrondse bouwlaag. Deze wordt deels voorzien van een kelder. Het niet onderkelderde deel wordt niet van kruipruimte voorzien; Het bouwpeil is door ons aangenomen op ca. Ref. +0,3 m; Het aanlegniveau van de fundering is van tekening overgenomen en bedraagt o voor de onderkelderde delen ca. 3,45 m- peil, ofwel Ref. -3,15 m; o voor de niet onderkelderde delen ca. 0,85 m- peil, ofwel Ref. -0,55 m;; De maximale rekenwaarde voor de belastingen op de funderingen zijn door de constructeur gegeven en bedragen o lijnlasten q d van ca. 375 kn/m 1 voor de onderkelderde delen; o puntlasten F d van ca. 1.700 kn voor de onderkelderde delen; o puntlasten F d van ca. 1.000 kn voor de niet onderkelderde delen; Eventuele beperkingen of randvoorwaarden als gevolg van milieukundige aspecten zijn buiten beschouwing gelaten. Indien wordt afgeweken van voornoemde uitgangspunten dan dient ons bureau te worden gecontacteerd daar dan het advies mogelijk moet worden aangepast. Voor het overige verwijzen wij naar de bestektekeningen van de architect. Pagina 2 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 3.0 GEOTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN Gezien de belastingen als gevolg van de nieuwbouw en de te verwachten bodemopbouw is het project door ons bureau conform NEN 9997 ingedeeld in de geotechnische categorie 2 (GC2). Dit betekent dat het terrein- en bodemonderzoek moet worden uitgevoerd volgens hoofdstuk 3.2 van NEN 9997 en een onderzoeksrapport dient te worden overlegd conform hoofdstuk 3.4 van NEN 9997. Het ontwerp van een funderingsconstructie op staal dient getoetst te worden aan de eisen, betreffende constructieve veiligheid en bruikbaarheid conform hoofdstuk 6 van NEN 9997-1. Pagina 3 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 4.0 GRONDONDERZOEK 4.1 Algemeen Ten behoeve van het grondonderzoek zijn in juni 2014 in totaal 8 slagsonderingen uitgevoerd. In verband met de beperkte bereikbaarheid is het onderzoek middels kleine en mobiele apparatuur uitgevoerd. Het uitgevoerde onderzoek is hierna verder beschreven. 4.2 Slagsonderingen De sonderingen zijn genummerd GA-140401 LS01 t/m ZS08. De slagsonderingen zijn uitgevoerd conform NEN-EN-ISO 22476-2. Bij de zware slagsondering wordt een conus met een oppervlak van 15 cm 2 de grond in gedreven door middel van een valgewicht van 50 kg. Bij de lichte slagsondering wordt een conus met een oppervlak van 10 cm 2 de grond in gedreven door middel van een valgewicht van 10 kg. Het benodigde aantal slagen per 0,2 m penetratie wordt genoteerd. Deze aantallen worden tegen de diepte in een sondeergrafiek uitgezet en vormen een sterktebeeld van de bodem. Op deze wijze wordt een indruk verkregen van de draagkracht van de lagen in de ondergrond. De slagenaantallen kunnen worden vertaald naar conusweerstanden. De relatie tussen slagenaantallen per 20 cm en conusweerstanden is sterk afhankelijk van het aanwezige bodemmateriaal. Door R.W.T.H. te Aken is dit verband middels proeven voor zand- en zand/grindlagen bepaald. Voor ander bodemmateriaal zijn de relaties vastgesteld op basis van ervaringen, opgedaan met de slagsondeermethode in combinatie met continue druksonderingen en de NEN-ISO 22476-2, 2005. 4.3 Boringen Om de toplagen nader te verkennen zijn op de locatie tevens een drietal handboringen (genummerd GA-140401 B01 t/m B03) tot ca. 3,5 m- maaiveld uitgevoerd. Tijdens de boorwerkzaamheden is het bodemmateriaal lithologisch onderzocht. Bij het lithologisch onderzoek worden de grondsoorten geclassificeerd volgens NEN-ISO-22475. De boorstaten zijn uitgetekend ten opzichte van maaiveld en NAP en zijn opgenomen in de bijlagen. 4.4 Inmeting De ligging van de onderzoekspunten is op situatietekening GA140401.T01 weergegeven. De resultaten van het grondonderzoek zijn in de bijlagen toegevoegd. De sondeergrafieken zijn getekend ten opzichte van Ref. Hierbij zijn wij uitgegaan van de hoogte van Put A (= 0,0 m+ Ref.) zoals aangegeven op situatietekening GA-140401.T01. Pagina 4 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 5.0 TERREINGESTELDHEID EN BODEMOPBOUW 5.1 Terreingesteldheid Ten tijde van het onderzoek was de locatie nog in gebruik. Het maaiveld ter plaatse van de sondeerpunten lag op een niveau van ca. Ref. -0,3 m à +0,4 m. Het terrein kent hiermee een hoogteverschil van ca. 0,7 m. 5.2 Bodemopbouw De bodemopbouw kan op basis van de sonderingen en boringen door middel van het volgende lagensysteem worden beschreven Toplaag Vanaf maaiveld wordt tot ca. Ref. -0,8 m à -1,5 m een matig vaste leemlaag aangetroffen De slagen aantallen varieert van ca. 2 tot 20 lichte slagen per 20 cm. Onderlaag Onder voornoemde leemlaag worden vaste tot zeer vaste zand en zandgrindlagen aangetroffen. De lichte slagsonderingen zijn in de toplaag van dit pakket vastgelopen. De zware slagsonderingen konden dit pakket tot een maximale diepte van Ref. -10,0 m verkennen. De slagen aantallen bedragen gemiddeld meer dan 40 zware slagen per 20 cm. Pagina 5 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 6.0 GRONDWATER / GEOHYDROLOGIE 6.1 Grondwater Tijdens het grondonderzoek is in de sondeer- en boorgaten naar de actuele grondwaterstand gepeild. Deze werd tot een diepte van 8,8 m- maaiveld niet aangetroffen. Dit komt overeen met ca. Ref. -9,0 m. Wij wijzen erop dat de grondwaterstand van seizoen tot seizoen kan verschillen en in nattere jaargetijden mogelijk hoger wordt aangetroffen dan thans het geval is. Exacte grondwaterstanden kunnen alleen middels peilbuismetingen worden verkregen. De grondwaterstand heeft echter geen invloed op de keuze van het funderingssysteem. 6.2 Doorlatendheid Omdat de doorlatendheidsproeven boven het grondwaterniveau zijn uitgevoerd, is volgens de omgekeerde open-boorgatmethode (Porchet) gemeten. Om de meting te kunnen uitvoeren, wordt allereerst een gat geboord tot de onderkant van de te beproeven laag. In het boorgat is de apparatuur geplaatst voor de bepaling van de waterdoorlatendheid. Bij de omgekeerde open-boorgatmethode wordt onder gestandaardiseerde omstandigheden de daling van de waterspiegel gemeten per tijdsinterval. Daarna kan met de verkregen veldgegevens de doorlatendheid van de laag worden berekend. Bij de doorlatendheidsmetingen worden drie metingen uitgevoerd de eerste meting geeft meestal een hogere doorlatendheid omdat de aanwezige grond dan nog niet verzadigd is. Bij de volgende twee metingen raakt de grond langzaam verzadigd. De derde meting is meestal maatgevend voor de doorlatendheid. De range van gemeten doorlatendheden is opgenomen in tabel 6.2.1. Tabel 6.2.1, de doorlatendheid van de bodem Meting Traject (m- maaiveld) Grondsoort Doorlatendheid (m/d) DM01 1,5 2,5 Grind, matig grof 2,7 5,7 DM02 2,0 3,0 Grind, matig grof 9,2 12,3 DM03 2,5 3,5 Zand, matig fijn 2,0 6,0 Pagina 6 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 7.0 Beoordeling mogelijkheden voor infiltratie 7.1 Algemeen Door het waterschap wordt gesteld dat infiltratie van neerslagwater interessant is indien de doorlatendheid groter is dan ca. 0,3 m/d*; de grondwaterstand dieper dan 0,5 à 0,7 m minus maaiveld aanwezig is; het in te leiden neerslagwater niet is verontreinigd. * Infiltratie van neerslagwater behoort bij lagere doorlatendheden ook tot de mogelijkheden mits hiervoor voldoende ruimte gereserveerd wordt om de geringe doorlatendheid te compenseren. Bij lagere doorlatendheden zal een voorziening voornamelijk als buffer functioneren. 7.2 Toetsing In tabel 7.2.1 zijn de maatgevende doorlatendheden weergeven ter plaats van de boringen. De bodem is geclassificeerd en tevens is weergegeven of de doorlatendheid aan de 1ste eis voldoet. Tabel 7.2.1 toetsing doorlatendheid Meting Traject (m- maaiveld) Maatgevende Doorlatendheid [m/d] Classificatie doorlatendheid bodem Gunstige mogelijkheden voor infiltratie DM01 1,5 2,5 2,7 Goed JA DM02 2,0 3,0 9,2 Goed JA DM03 2,5 3,5 2,0 goed JA Aan de tweede eis wordt voldaan aangezien het grondwater niet is aangetroffen tot op een diepte van ca. 8,8 m- maaiveld ofwel Ref. -9,0m. Aan de derde eis kan worden voldaan door alleen het schone regenwater te infiltreren. Voor infiltratie van het water zal een zand- en slibvangsysteem moeten worden aangebracht. De mogelijkheden voor infiltratie zijn als volgt 1. Oppervlakkige infiltratie via doorlatende verharde oppervlakten. Dit behoort tot de mogelijkheden. Wel zal rekening gehouden moeten worden met de geroerde toplaag. Deze zal moeten worden verwijderd en vervangen door goed doorlatend materiaal. 2. Infiltratie in de ondiepe ondergrond. Hierbij valt te denken aan infiltratie via een greppel, infiltratiekoffers, putten en of infiltratieriool. Dit behoort eveneens tot de mogelijkheden aangezien de doorlatendheid van de ondiepe ondergrond voldoende is. Het infiltratie element zal op voldoende afstand tot de geplande kelder gerealiseerd moeten worden zodat er geen wateroverlast in de kelder kan optreden. 3. Infiltratie naar de diepere ondergrond. Dit kan middels grindpalen, etc. naar de diepere zand/grindlagen. Dit behoort eveneens tot de mogelijkheden, de doorlatendheid van de diepere ondergrond is echter niet nader onderzocht. Pagina 7 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 7.3 Conclusie Uit de gemeten doorlatendheden en grondwaterstand blijkt dat infiltratie van neerslagwater tot de mogelijkheden behoort. De doorlatendheid van de ondiepe ondergrond is voldoende. Wij adviseren een infiltratievoorziening in de ondiepe ondergrond bijvoorbeeld middels kratten en/of grindkoffers. Indien gewenst kan een infiltratievoorziening in het kader van een vervolgopdracht voor u worden uitgewerkt. Pagina 8 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 8.0 FUNDERINGSADVIES 8.1 Algemeen Gezien de aard van het project en de aangetroffen bodemopbouw kan voor de geplande nieuwbouw een fundering op staal worden toegepast. Vanaf relatief ondiep onder maaiveld worden vaste tot zeer vaste en draagkrachtige zandlagen aangetroffen, waarop een fundering op staal gerealiseerd kan worden. Bij de niet onderkelderde delen zal wel een grondverbetering of verdiepte aanzet moeten worden toegepast om de zettingen en zettingsverschillen tov de kelder te beperken. 8.2 Fundering op staal In aanmerking komt een fundering op stroken en /of poeren. De funderingen zijn aan te leggen op een minimale vorstvrije diepte van ca. 0,8 m- toekomstig maaiveld. De minimale funderingsbreedte bedraagt 0,3 m. Bij de berekening van de funderingsconstructie als een elastisch ondersteunde ligger, kan gebruik gemaakt worden van een beddingsconstante van ca. 15,0 MN/m 3. Of en in hoeverre de fundering van wapening moet worden voorzien is ter competentie van de constructeur. In tabel 8.2.1 zijn de te hanteren niveaus sec ter plaatse van de sonderingen ten opzichte van Ref. gegeven. Indien de door ons gehanteerde uitgangspunten sterk mochten afwijken van de werkelijke, dan gelieve ons te contacteren. Tabel 8.2.1 te hanteren niveaus voor de fundering Sondering nr. Maaiveldhoogte [m t.o.v. Ref.] Bouwpeilhoogte [m t.o.v. Ref.] Niet onderkelderde delen Aanlegniveau [m t.o.v. Ref.] Minimaal ontgravingsniveau [m t.o.v. Ref.] LS01-0,25 +0,30-0,55-1,50 LS02-0,20 +0,30-0,55-1,25 LS03-0,22 +0,30-0,55-1,00 LS04-0,23 +0,30-0,55-1,00 LS05 +0,37 +0,30-0,55-0,85 ZS06-0,16 +0,30-0,55-1,40 ZS07-0,30 +0,30-0,55-1,50 ZS08-0,28 +0,30-0,55-1,75 Onderkelderde delen LS01-0,25 +0,30-3,15-3,15 LS02-0,20 +0,30-3,15-3,15 LS03-0,22 +0,30-3,15-3,15 LS04-0,23 +0,30-3,15-3,15 LS05 +0,37 +0,30-3,15-3,15 ZS06-0,16 +0,30-3,15-3,15 ZS07-0,30 +0,30-3,15-3,15 ZS08-0,28 +0,30-3,15-3,15 Pagina 9 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 In ieder geval zal, indien plaatselijk op de in de tabel aangegeven ontgravingsniveaus nog zeer sterk samendrukbare, humushoudende lagen en/of losse geroerde gedeelten worden aangetroffen, dieper moeten worden ontgraven tot de schone en vaste zand wordt gevonden. Bij twijfels of afwijkingen gelieve ons kantoor te waarschuwen. Waar hoger wordt aangelegd dan het minimale ontgravingsvlak zal een grondverbetering moeten worden aangebracht. Richtlijnen betreffende het aanbrengen van grondverbeteringen worden gegeven in de bijlagen. Het toepassen van een verdiepte aanzet middels schrale beton is eveneens toegestaan. Bij bovenstaande wijze van funderen zijn de rekenwaarden voor de draagkracht loodrecht op het funderingsoppervlak gegeven in bijlage 4. Hierbij is gerekend met een gedraineerde, homogene ondergrond. Teneinde een idee te verkrijgen van de orde van grootte van de zettingen, zijn berekeningen uitgevoerd met behulp van geschatte parameters. De optredende maximale zettingen schatten wij omtrent 10 tot 15 mm. De zettingsverschillen bedragen ca. 50%. De rekenwaarde van de totale funderingsbelasting dient lager te zijn dan de door ons opgegeven rekenwaarden. Hiermede is aan de uiterste grenstoestand 1A (bezwijken van de funderingsgrondslag) voldaan. Door de constructeur zal het uiteindelijke funderingsontwerp, op basis van de door ons opgegeven parameters, nog getoetst moeten worden aan de uiterste grenstoestand 1B (maximaal toelaatbare vervormingen in de funderingsconstructie). 8.3 Vloeren De vloeren kunnen, nadat de teelaarde, losse geroerde grond en andere ongerechtigheden zijn verwijderd, op de aanwezige grondslag worden aangelegd. Het is mogelijk dat afhankelijk van de aangetroffen grondslag en de uiteindelijke bouwpeilvoering er nog een dunne grondverbetering moet worden aangebracht. Zie ook de richtlijnen uitvoering grondverbeteringen welke zijn opgenomen in de bijlagen. In hoeverre de vloeren nog van wapening dienen te worden voorzien is ter competentie van de constructeur. Wij adviseren de vloeren los te houden van de overige constructies, zodat de eventuele zettingen ongestoord kunnen optreden. Pagina 10 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 9.0 UITVOERING Voor een juiste uitvoering van de funderingswerkzaamheden is het noodzakelijk dat de grondwaterstand tenminste 0,5 meter-het ontgravingsvlak staat. Aangezien er geen grondwater op de betreffende niveaus is aangetroffen, verwachten wij dat er normaliter geen bemaling nodig zal zijn. Bij het ontgraven en het aanbrengen van de grondverbetering dient rekening gehouden te worden met de stabiliteit van de fundering van de belendende bebouwing. Het is aanbevelenswaardig om vooraf de aard van de bestaande funderingen (op palen/op staal, aanlegdiepte) vast te stellen middels het graven van enkele (kleine) proefgaten vlak naast deze funderingen. In geen geval mag de fundering over de gehele lengte worden vrij gegraven. Desgewenst kan ons bureau in dat stadium nader adviseren omtrent de uitvoeringswijze van de nieuwe fundering om stabiliteitsverlies van de bestaande te voorkomen. Bij het loodrecht uitgraven van de sleuven en/of de bouwput moet rekening worden gehouden met het inkalven van de wanden als gevolg van de weinig cohesieve en plaatselijk geroerde bovengrond. Alle ontgravingsvlakken dienen zorgvuldig en in droge toestand te worden afgetrild met een zware trilplaat of -wals. Indien de bovenste laag hierdoor wordt losgetrild, dient deze te worden nagetrild met een lichte trilplaat. Op deze wijze wordt een zo optimaal mogelijke funderingsgrondslag verkregen. Bij de ontgravingswerkzaamheden ten behoeve van de funderingen zal het vrijkomend materiaal uit puin, leem, zand, etc. bestaan. Bij eventuele afvoer van de grond van de bouwlocatie zal er rekening moeten worden gehouden dat de benodigde milieukundige verklaringen (b.v. AP04) aanwezig zijn. Indien gewenst kunnen wij dit voor u verzorgen. Pagina 11 van 11

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 Bijlage 1 Situatietekening GA-140401

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 Bijlage 2 Sondeergrafieken GA-140401

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.25 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 Maximum slagenaantal bereikt 213--> Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8-9 -10-11 -12-13 -14-15 -16-17 -18-19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Lichte slagsondering (10 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 16-06-2014 L GA-140401 01

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.20 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 Maximum slagenaantal bereikt 267--> Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8-9 -10-11 -12-13 -14-15 -16-17 -18-19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Lichte slagsondering (10 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 16-06-2014 L GA-140401 02

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.22 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 208--> Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 Maximum slagenaantal bereikt -8-9 -10-11 -12-13 -14-15 -16-17 -18-19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Lichte slagsondering (10 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 16-06-2014 L GA-140401 03

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.23 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 Maximum slagenaantal bereikt Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8-9 -10-11 -12-13 -14-15 -16-17 -18-19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Lichte slagsondering (10 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 16-06-2014 L GA-140401 04

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. +0.37 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 Maximum slagenaantal bereikt Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8-9 -10-11 -12-13 -14-15 -16-17 -18-19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Lichte slagsondering (10 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 16-06-2014 L GA-140401 05

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.16 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8-9 -10 Maximum slagenaantal bereikt 203--> -11-12 -13-14 -15-16 -17-18 -19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Zware slagsondering (50 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 17-06-2014 Z GA-140401 06

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.30 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2-3 Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8-9 -10 Maximum slagenaantal bereikt 413--> -11-12 -13-14 -15-16 -17-18 -19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Zware slagsondering (50 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 17-06-2014 Z GA-140401 07

+5 Aantal slagen / 20 cm 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 M.V. -0.28 m Ref. +4 +3 +2 +1 0-1 -2 1.30m voorgeboord -3 Diepte in m. t.o.v. Ref. -4-5 -6-7 -8 228--> 284--> -9-10 213--> -11-12 -13-14 -15-16 -17-18 -19 GEONIUS www.geonius.eu E-mail info@geonius.eu Tel. 046-4572666 Fax. 046-4572679 Zware slagsondering (50 kg) conform DIN4094 Project Nieuwbouw KIA Landgraaf a/d Bartokring Locatie te Landgraaf Datum Conus Opdracht Sondering 17-06-2014 Z GA-140401 08

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 Bijlage 3 Boringen GA-140401

opdrachtnummer GA140401 projectomschrijving Nieuwbouw KIA Landgraaf aan de Bartokring te Landgraaf boring B01 Maaiveldhoogte -0,25 m. t.o.v. Ref. GWS cm. - mv. Datum 16-06-2014 Opmerking bij slagsondering LS01 boring B02 Maaiveldhoogte 0 m. t.o.v. Ref. GWS cm. - mv. Datum 16-06-2014 Opmerking 0,00 Leem, matig vast, sterk zandig, zwak wortelhoudend, donkerbruin 0,00 0,00 Leem, matig vast, sterk zandig, zwak wortelhoudend, sporen puin, donkerbruin -0,50 0,40 Leem, vast, matig zandig, zwak oerhoudend, sporen grind, geelbruin -0,50 0,25 Klei, vast, sterk zandig, zwak grindig, grijsgeel 0,70-1,00 1,00 Leem, vast, zwak zandig, zwak oerhoudend, sterk grindhoudend, geelbruin Zand, matig fijn, matig vast, wit -1,00 0,90 Zand, matig fijn, matig vast, sporen klei, grijsgeel -1,50 1,30 Zand, matig fijn, vast, matig kleiïg, zwak grindig, witgeel 1,30 Zand, matig fijn, matig vast, zwak kleihoudend, bruingeel -1,50 1,65-2,00 Zand, matig grof, vast, sterk grindig, sporen klei, bruingeel 1,70 Zand, matig grof, matig vast, zwak grindig, bruingeel -2,00 2,20-2,50 Grind, matig grof, vast, grijsgeel 2,50 2,55 Boring gestrand op grind -2,50 2,60 Grind, matig grof, vast, grijsgeel 2,90-3,00 3,00 3,05 Grind, matig grof, vast, bruingeel Boring gestrand op grind verticale schaal 1 25 pagina 1 / 2

opdrachtnummer GA140401 projectomschrijving Nieuwbouw KIA Landgraaf aan de Bartokring te Landgraaf boring B03 Maaiveldhoogte 0,06 m. t.o.v. Ref. GWS cm. - mv. Datum 16-06-2014 Opmerking 0,00 0,00 Leem, matig vast, matig zandig, matig oerhoudend, bruin -0,50 0,80 Klei, matig vast, matig zandig, zwak oerhoudend, bruingeel -1,00-1,50 1,20 1,45 1,65 Klei, vast, zwak zandig, zwak oerhoudend, zwak grindhoudend, grijsgeel Zand, matig grof, vast, sterk kleiïg, sterk grindig, zwak oerhoudend, bruingeel Zand, matig fijn, vast, zwak kleiïg, geel -2,00-2,50 2,60 Zand, matig fijn, vast, sporen klei, grijs -3,00 3,00 3,10 Zand, matig fijn, vast, zwak kleiïg, grijsgeel Zand, matig fijn, vast, sporen oer, lichtgeel 3,45 3,50 Zand, matig grof, vast, sterk grindig, grijs verticale schaal 1 25 pagina 2 / 2

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 Bijlage 4 Doorlatendheidsmetingen

Projektomschrijving Nieuwbouw KIA Opdrachtnr. GA140401 Lokatie aan de Bartokring te Landgraaf Traject (m-mv) 1,5-2,4 Boornummer DB01 Meting DM01 Formule om de doorlatendheid volgens Porchet te bepalen kf = 1,15 * r * (log(h0+r/2)-log(h1+r/2))/dt [cm/s] Hierbij is h0 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t0 h1 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t1 r = boorgatradius dt = verlopen tijd van t = t0 tot t = t1 Onderzoekswaarden Diepte boorgat D 250 cm Standaardhoogte M 0 cm Radiusboorgat R 3,5 cm Grondwater W 0 cm 120 100 waterspiegelhoogte (cm) 80 60 40 20 0 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 tijd (sec) meetsessie 1 meetsessie 2 meetsessie 3 Meetsessie 1 Meetsessie 2 Meetsessie 3 t0 = 240 sec t0 = 145 sec t0 = 145 sec h0 = 63,2 cm h0 = 73,8 cm h0 = 75,7 cm t1 = 335 sec t1 = 290 sec t1 = 275 sec h1 = 43,5 cm h1 = 54,4 cm h1 = 59,4 cm kf = 6,65E-05 m/s kf = 3,58E-05 m/s kf = 3,18E-05 m/s kf = 5,74574826 m/dag kf = 3,09109973 m/dag kf = 2,745296642 m/dag rc = -0,00207368 m/s rc = -0,00133793 m/s rc = -0,001253846 m/s Geonius Geotechniek BV Breinderveldweg 15 6365 CM Schinnen Tel. 046-457 26 66 Fax. 046-457 26 79 Versie november 2007

Projektomschrijving Nieuwbouw KIA Opdrachtnr. GA140401 Lokatie aan de Bartokring te Landgraaf Traject (m-mv) 2,0-2,9 Boornummer DB02 Meting DM02 Formule om de doorlatendheid volgens Porchet te bepalen kf = 1,15 * r * (log(h0+r/2)-log(h1+r/2))/dt [cm/s] Hierbij is h0 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t0 h1 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t1 r = boorgatradius dt = verlopen tijd van t = t0 tot t = t1 Onderzoekswaarden Diepte boorgat D 300 cm Standaardhoogte M 0 cm Radiusboorgat R 3,5 cm Grondwater W 0 cm 120 100 waterspiegelhoogte (cm) 80 60 40 20 0 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 tijd (sec) meetsessie 1 meetsessie 2 meetsessie 3 Meetsessie 1 Meetsessie 2 Meetsessie 3 t0 = 200 sec t0 = 100 sec t0 = 100 sec h0 = 61 cm h0 = 69,1 cm h0 = 55,2 cm t1 = 340 sec t1 = 210 sec t1 = 160 sec h1 = 21,2 cm h1 = 34,6 cm h1 = 33,2 cm kf = 1,26E-04 m/s kf = 1,06E-04 m/s kf = 1,42E-04 m/s kf = 10,85088304 m/dag kf = 9,163015673 m/dag kf = 12,29021794 m/dag rc = -0,00284286 m/s rc = -0,00313636 m/s rc = -0,003666667 m/s Geonius Geotechniek BV Breinderveldweg 15 6365 CM Schinnen Tel. 046-457 26 66 Fax. 046-457 26 79 Versie november 2007

Projektomschrijving Nieuwbouw KIA Opdrachtnr. GA140401 Lokatie aan de Bartokring te Landgraaf Traject (m-mv) 2,5-3,4 Boornummer DB03 Meting DM03 Formule om de doorlatendheid volgens Porchet te bepalen kf = 1,15 * r * (log(h0+r/2)-log(h1+r/2))/dt [cm/s] Hierbij is h0 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t0 h1 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t1 r = boorgatradius dt = verlopen tijd van t = t0 tot t = t1 Onderzoekswaarden Diepte boorgat D 350 cm Standaardhoogte M 0 cm Radiusboorgat R 3,5 cm Grondwater W 0 cm 140 120 waterspiegelhoogte (cm) 100 80 60 40 20 0 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 tijd (sec) meetsessie 1 meetsessie 2 meetsessie 3 Meetsessie 1 Meetsessie 2 Meetsessie 3 t0 = 400 sec t0 = 400 sec t0 = 475 sec h0 = 31,8 cm h0 = 44,5 cm h0 = 50,2 cm t1 = 600 sec t1 = 550 sec t1 = 750 sec h1 = 13,4 cm h1 = 32,1 cm h1 = 34,5 cm kf = 6,95E-05 m/s kf = 3,64E-05 m/s kf = 2,29E-05 m/s kf = 6,003726756 m/dag kf = 3,142662237 m/dag kf = 1,976257369 m/dag rc = -0,00092 m/s rc = -0,00082667 m/s rc = -0,000570909 m/s Geonius Geotechniek BV Breinderveldweg 15 6365 CM Schinnen Tel. 046-457 26 66 Fax. 046-457 26 79 Versie november 2007

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 Bijlage 5 Funderingsdruk diagram GA-140401

Rekenwaarde voor de maximaal toelaatbare belasting volgens NEN 9997-12011 bij verticaal centrisch belaste funderingen Bijlagenr. GA140401 Project Nieuwbouw KIA, ad Bartokring Locatie Gemeente Landgraaf Grondsoort Zand minimum grond- Volumiek gewicht 18,0 kn/m 3 dekking= Hoek inw. wrijving 32,5 graden 0,5 m Cohesie 0,0 kn/m 2 funderingsbreedte 2000 1800 1600 1400 Toelaatbare belasting op fundering (rekenwaarde) 1200 1000 800 600 400 minimale funderingsbreedte 200 stroken [Rd in kn/m] vierkante poeren [Rd in kn] 0 0,00 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 Funderingsbreedte in m Geonius Geotechniek B.V. www.geonius.eu Breinderveldweg 15 info@geonius.eu 6365 CM Schinnen tel. 046-457 26 66 fax. 046-457 26 79

Opdrachtnr GA140401.R01v1.0 Bijlage 6 Richtlijnen uitvoering Grondverbeteringen

Bijlage Richtlijnen Grondverbeteringen I RICHTLIJNEN VOOR HET UITVOEREN VAN GRONDVERBETERINGEN Het te gebruiken materiaal Onderstaand zijn de eisen omschreven waaraan het materiaal moet voldoen dat voor een grondverbetering wordt gebruikt. De genoemde percentages zijn gewichtspercentages. Het materiaal moet bestaan uit schoon en goed gegradeerd zand en/of grind. Verschillende korrelgroottes (fracties) moeten ieder in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn. De uniformiteitscoëfficient U = D60 / D10 dient minimaal 2,0 te bedragen. Hierin is D10 de korreldiameter met een zeefdoorval van 10 % en D60 de korreldiameter met een zeefdoorval van 60 %. De korrelfractie kleiner dan 63 μm (silt en klei) mag in het algemeen niet meer bedragen dan 5 %. Indien minder strenge eisen aan de grondverbetering worden gesteld is een percentage van 10 % < 63 μm toelaatbaar. Het humusgehalte (gehalte organische stof) mag ten hoogste 2 % bedragen. De korrelvorm is bij voorkeur hoekig. De curve van de (verzwaarde) proctorproef van het watergehalte versus de maximaal te bereiken (droge) dichtheid dient bij voorkeur een flauw verloop te hebben rond het optimale watergehalte. Hierdoor kan een goede verdichting worden verkregen bij verschillende watergehalten. Controle op het te gebruiken materiaal Voordat met de uitvoering wordt begonnen zal, afhankelijk van de te stellen eisen aan de grondverbetering, het te gebruiken materiaal moeten worden onderzocht op korrelgrootteverdeling, korrelvorm en verdichtbaarheid. Dit geldt zowel voor het van nature aanwezige zand als voor eventueel aan te voeren zand. Na een eventuele visuele inspectie waarmee een eerste algehele indruk wordt verkregen, kan het onderzoek geschieden door middel van respectievelijk een zeefanalyse, microscopisch onderzoek en de (verzwaarde) proctorproef. Het aanbrengen en verdichten Voor het aanbrengen van de grondverbetering dient de grondwaterstand minimaal ca. 50 cm onder het ontgravingsvlak te staan. Zonodig zal de grondwaterstand verlaagd moeten worden. Bij een hogere grondwaterstand kunnen, afhankelijk van de doorlatendheid van de ondergrond en het te gebruiken materiaal, alsmede van de tril-apparatuur, drijfzand-condities optreden (liquefaction). De aanlegbreedte van de grondverbetering zal zodanig moeten zijn dat een spreiding van de funderingsdrukken mogelijk is onder een hoek van 45 0 met de horizontaal vanaf de onderste randen van de fundering. Indien de grondslag uit niet-cohesief materiaal zoals zand of grind (met een laag leemgehalte) bestaat, dient het ontgravingsvlak met een lichte trilplaat te worden afgetrild, voordat de grondverbetering wordt aangebracht. Cohesief materiaal zoals leem/löss kan niet of nauwelijks worden verdicht. Middels een (verzwaarde) proctorproef kan het optimale watergehalte van het materiaal worden bepaald in relatie tot de hoogst verkregen dichtheid bij een constante hoeveelheid toegevoerde energie. Het watergehalte zal in de regel tijdens het verdichten tussen de ca. 8 en 15 % moeten bedragen. Indien het materiaal óf te nat óf te droog is wordt zelden de vereiste verdichting verkregen! GEONIUS GEOTECHNIEK SCHINNEN tel 046 457 2666 versie september 2007 fax 046 457 2679 www.geonius.eu info@geonius.eu

Bijlage Richtlijnen Grondverbeteringen II De grondverbetering dient laagsgewijs te worden opgebouwd. De laagdikte moet in overeenstemming zijn met de verdichtingsapparatuur. In het volgend schema geeft een globale indicatie bij de toepassing van trilplaten Centrifugaal- Gewicht Laagdikte kracht (kn) (kg) (cm) ------------ ----------- ---------- 10-20 < 100 20 25-40 150-300 30 50-80 400-600 40 > 100 > 650 50-60 Opgemerkt wordt dat de volgens fabrieksspecificatie opgegeven dieptewerking geen maatstaf is voor de toe te passen laagdikte. Elke laag moet zorgvuldig worden verdicht. Hiervoor zijn minimaal 4 gangen nodig, elkaar kruisend en overlappend. Aangezien de effectiviteit van de apparatuur zeer snel met de diepte afneemt, moet bij grotere laagdikte rekening worden gehouden met een forse toename van het aantal benodigde gangen. De effectiviteit en daarmede van het aantal benodigde gangen is ook afhankelijk van het onderhoud en de slijtage van de apparatuur. Wanneer zware trilapparatuur wordt gebruikt, dient het funderingsniveau nagetrild te worden met een lichte trilplaat, omdat een zware trilplaat of -wals de bovenste laag (ca. 15 cm) niet verdicht of losschudt. Controle op het aanbrengen en verdichten Controle op de kwaliteit van de aangebrachte grondverbetering kan geschieden op onderstaande wijze Verkenning met het visiteerijzer. Hiermee kan een indruk worden verkregen van de bovenste laag van het grondverbeteringspakket. Mechanische (lichte) slagsonderingen. Hierbij kan het volledige grondverbeteringspakket worden gecontroleerd. Hydraulische sonderingen. Indien de aangebrachte grondverbetering berijdbaar is voor een sondeertruck kan op deze wijze het volledige pakket worden doorgelicht. Handsonderingen. Vanwege de beperkte mogelijkheden met betrekking tot de te meten conusweerstand en de te bereiken diepte kan hiermee een pakket van maximaal ca. 50 cm dikte worden gecontroleerd. In-situ-dichtheidsbepalingen. Met behulp van volume-steekringen worden monsters genomen waarvan de dichtheid wordt bepaald. Ook nucleaire dichtheidsmetingen kunnen worden gebruikt. Plaatdrukproeven. Hiermee wordt een indruk verkregen van het zettingsgedrag van een grondverbeteringspakket en daarmede van de kwaliteit. Te stellen eisen aan de aangebrachte grondverbetering Bij de controle van de kwaliteit van de aangebrachte grondverbetering worden de volgende kwalitatieve maatstaven gehanteerd De indringing van een visiteerijzer met een doorsnede van 8 mm mag niet meer bedragen dan 10 à 15 cm. De conusweerstanden moeten tot een diepte van 60 cm gelijkmatig oplopen tot ca. 6 MN/m 2 bij hydraulische of hand-sonderingen of 25 à 30 slagen per 20 cm bij lichte slagsonderingen (10 kg). Hieronder moeten de conusweerstanden een waarde bereiken van minimaal ca. 10 MN/m 2 of 45 à 50 slagen per 20 cm bij lichte slagsonderingen. De dichtheid moet ca. 95 à 98 % bedragen van de maximale dichtheid, zoals bepaald met de proctorproef. GEONIUS GEOTECHNIEK SCHINNEN tel 046 457 2666 versie september 2007 fax 046 457 2679 www.geonius.eu info@geonius.eu