Orde van dienst Bevestiging ambtsdragers op tweede adventszondag 4 december 2016 om 10.00 uur in de Dorpskerk te Katwijk aan den Rijn Voorganger: Ouderling van dienst: Orgel: ds. Jac. Jongejan Gerard van Rijn Sjaak van Duijn
Welkom en mededelingen We zingen Psalm 24: 1 en 5 (staande) 1. De aarde en haar volheid zijn des Heren koninklijk domein, de wereld en die daarin wonen. Het land rijst uit de oceaan, rivieren breken zich ruim baan om Gods volmaakte macht te tonen. 5. Gij poorten, heft uw hoofd omhoog, aloude deur, maak wijd uw boog, ruim baan voor de verheven koning. Wie is die vorst zo groot in kracht? Het hoofd van 's hemels legermacht! Hij komt, Hij maakt bij ons zijn woning. Stil gebed, votum en groet (hierna gaan we zitten) We zingen Weerklank 105 (melodie Gezang 118) 1. Een blijde boodschap, vol van leven, weerklinkt over het wereldrond: God schenkt, zoals er staat geschreven, verlossing en een nieuw verbond. Het is de liefde van de Vader, die aan verloren kindren denkt. In zijn genade komt Hij nader: Hij geeft zichzelf als Godsgeschenk. 2
2. Hij zoekt een wereld vol ellende, die zich van Hem heeft afgewend. Hij zoekt hen, die Hem niet meer kenden, vol liefde op; het wordt Advent. Hij wil ook ons het licht hergeven, zelfs als ons hart Hem weerstand biedt. Hij gaf voor ons zijn heerlijk leven, toen Hij de hemeltroon verliet. 3. U Heiland, willen wij begroeten van nu aan tot in eeuwigheid! Ons hart wil U zo graag ontmoeten, het zij voortaan U toegewijd. Roep ons en laat ons naar U horen, leidt ons en geef ons volgzaamheid., Dan loven wij, door U verkoren, uw liefde, onze zaligheid. 2 e adventskaars wordt aangestoken: Steek twee kaarsen aan. Het licht wordt groter nu. Donker gaat verdwijnen. Heer, wij danken U! Hierna gaan de kinderen naar de nevendienst Woorden voor een gezegend leven We zingen Psalm 19: 4 4. Des Heren vrees is rein, zo zal ik zeker zijn van d' allergrootste schat. Al wat waarachtig is, bestendig en gewis, is in zijn wet vervat. Die wet is 't hoogste goed, meer kostelijk en zoet dan 't edelst van de honing; begeerlijker dan goud, blijft dit ons laatst behoud: het woord van onze Koning. 3
Gebed We lezen uit het Oude Testament: Jesaja 11: 1-10 (HSV) 1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. 2 Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN. 3 Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen. 4 Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. 5 Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn, en de waarheid de gordel om Zijn middel. 6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. 7 Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund. 8 Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. 9 Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt. 10 Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, Die zal staan als banier voor de volken. Naar Hém zullen de heidenvolken vragen. Zijn rustplaats zal heerlijk zijn. We zingen Opwekking 240: 1, 2 en 3 Hosanna, hosanna, de Koning komt, in de naam van de God van Israël. Hosanna, hosanna, de Koning komt, in de naam van de God van Israël. refrein: Hosanna, hosanna, de Koning van Israël. Hosanna, hosanna, de Koning van Israël. Wees welkom, wees welkom o Vredevorst in de naam van de God van Israël. Wees welkom, wees welkom o Vredevorst in de naam van de God van Israël. (refrein) 4
Gij geeft ons het leven en overvloed in de naam van de God van Israël. Gij geeft ons het leven en overvloed in de naam van de God van Israël. (refrein) We lezen uit het Nieuwe Testament: Lukas 1: 26-38 (HSV) 26 In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, 27 naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria. 28 En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen. 29 Toen zij hem zag, raakte zij in verwarring door zijn woorden, en zij vroeg zich af wat de betekenis van deze groet kon zijn. 30 En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. 31 En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32 Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, 33 en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. 34 Maria zei tegen de engel: Hoe zal dat mogelijk zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man? 35 En de engel antwoordde en zei tegen haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden. 36 En zie, uw nicht Elizabet is eveneens zwanger van een zoon, in haar ouderdom. Dit is de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar genoemd werd. 37 Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. 38 Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord. En de engel ging van haar weg. We zingen Gezang 132: 1 en 2 1. Er is een roos ontloken / uit barre wintergrond, zoals er was gesproken / door der profeten mond. En Davids oud geslacht / is weer opnieuw gaan bloeien in 't midden van de nacht. 5
2. Die roos van ons verlangen, / dat uitverkoren zaad, is door een maagd ontvangen / uit Gods verborgen raad. Maria was bereid, / toen Gabriël haar groette in 't midden van de tijd. Verkondiging: Lukas 1: 38 Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord. En de engel ging van haar weg. We zingen Gezang 124 1. Nu daagt het in het oosten, / het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, / die eeuwig heersen zal. 2. De duisternis gaat wijken / van de eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken / met ongekende pracht. 3. Zij, die gebonden zaten / in schaduw van de dood, van God en mens verlaten - / begroeten 't morgenrood. 4. De zonne, voor wier stralen / het nacht'lijk duister zwicht, en die zal zegepralen, / is Christus, 't eeuwig licht! 5. Reeds daagt het in het oosten, / het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, / die eeuwig heersen zal. De kinderen komen terug in de kerk 6
Adventsproject en wekelijks projectlied met gemeente: Kom erbij, ook voor jou, / - beloofd is beloofd had God in gedachten: / Zijn Zoon zou Redder zijn. Hij maakt waar, Hij is trouw: / beloofd is beloofd. Jij mag Hem verwachten, / dat zal een feestdag zijn! Bevestiging tot het ambt: - van ouderling Jeannette Grundmann - van diaken Petra van Rijn Lezing formulier Bevestigingsvragen Antwoorden en handoplegging Voorstellen van bezoekbroeder en belofte geheimhouding door Rien Hoogerdijk We zingen Opwekking 249 (staande) 1. Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan, schouder aan schouder in uw wijngaard te staan, samen te dienen, te zien wie U bent, want uw woord maakt uw wegen bekend. refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp, die nog schijnt in de nacht. 2. Samen te strijden in woord en in werk. Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk. Delen in vreugde, in zorgen, in pijn, als uw kerk, die waarachtig wil zijn. (refrein) 7
Dankgebed en voorbeden Inzameling van de gaven We zingen Gezang 399: 4 en 6 (staande) 4. U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit, des Vaders eenge Zoon, zij lof in eeuwigheid! De mensheid lag in schuld en vloek voor God verloren: Gij hebt, de mens tot heil, de schoot der maagd verkoren. Gij hebt aan 't kruis voor ons de dood zijn macht ontnomen en ons de weg gebaand om tot Gods rijk te komen. Zegen 6. Wij zegenen, o Heer, uw goedheid al den dag! Geef dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag, geef, dat wij bij uw komst onstraf'lijk wezen mogen: ontferm, ontferm U, Heer, toon ons uw mededogen! Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen: zij worden nooit beschaamd, die op uw goedheid bouwen. Na de dienst bent u van harte uitgenodigd om de bevestigde ambtsdragers in de Doopkapel de hand te schudden. Voor meer informatie over onze gemeente: www.hervormdkatwijkrijn.nl 8