Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Vergelijkbare documenten
PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL / 10000TL / 12000TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 3300/3800

PV-omvormer SUNNY BOY 1200/1700

Installatiehandleiding SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 15000TL / 17000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL/1600TL/2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL / 10000TL / 12000TL

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 9000TL / 10000TL / 11000TL met Reactive Power Control

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.5

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 15000TL / 20000TL / 25000TL

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 15000TL Economic Excellence SUNNY TRIPOWER 20000TL Economic Excellence

PV-omvormer SUNNY BOY 2500TL Single Tracker SUNNY BOY 3000TL Single Tracker

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 3300/3800

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 1200/1700

PV-omvormer SUNNY BOY 2500/3000

Servicehandboek SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3600 / 5000 SMART ENERGY BATTERY PACK SMART ENERGY

Installatiehandleiding SUNNY BOY 240 SUNNY MULTIGATE

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 10000TL / 12000TL / 15000TL / 17000TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0

Toebehoren voor SMA omvormers Ventilator-uitbreidingsset FANKIT01-10

Servicehandboek SUNNY BOY 3600 / 5000 SMART ENERGY BATTERY PACK SMART ENERGY

PV-omvormer SUNNY BOY 3300/3800

Aanpassen van de totale energieopbrengst bij de vervanging van een omvormer in installaties met communicatieproducten

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 6000TL / 7000TL / 8000TL

Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL/4000TL/5000TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.5

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

Installatiehandleiding MULTIFUNCTIONEEL RELAIS

PV-omvormer SUNNY BOY 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.5

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 3.0 / 4.0 / 5.0 / 6.0

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

Communicatie-interface voor SMA omvormers SMA BLUETOOTH PIGGY-BACK

Servicehandboek SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

SUNNY TRIPOWER 5000TL 12000TL 5000TL 12000TL. De meest complete driefasige omvormer ideaal voor alle situaties

Zonne-Datatechniek POWER MODUL

Firmware-update met SD-kaart SUNNY BOY WINDY BOY SUNNY TRIPOWER

PV-omvormer SUNNY BOY 2500TL Single Tracker SUNNY BOY 3000TL Single Tracker

Installatiebewaking SMA BLUETOOTH PIGGY-BACK

PV-omvormer SUNNY BOY 3300TL HC

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0 / 6.0

Technische Informatie Temperatuurderating voor Sunny Boy en Sunny Tripower

Eversol TL /TL /TL /TL Solar Inverters

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER CORE1

PV-omvormer SUNNY BOY 3300 / 3800

Installatiebewaking Windsensor

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 7000HV

Installatiebewaking 485PB-NR, 485PB-MS-NR

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.0 / 2.5

Installatiehandleiding. STP20TLHE-IA-INL IMNL-STP20TLHE Versie 2.2

1 Toelichting bij deze handleiding Toepassingsgebied Doelgroep Symbolen in deze handleiding Veiligheid...

Compacte PV-generatorbewaking

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 9000TL / 10000TL / 11000TL met Reactive Power Control

Installatiehandleiding MULTIFUCNCTIONEEL RELAIS

1 Toelichting bij deze handleiding Veiligheid Uitpakken Montage Elektrische aansluiting... 16

Installatiehandleiding Vervanging van SMA apparaten in installaties met SMA communicatieproducten

GEBRUIKERSHANDLEIDING SMA SUNNY BOY EN SUNNY MINI CENTRAL

Technische beschrijving. NG_UpdSDCard-TNL Versie 2.0

Toebehoren SUNNY MATRIX ADMIN TOOL

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 4600A / 5000A / 6000A

Sensor voor omgevingstemperatuur TEMPSENSOR-AMBIENT

Heidelberg Wallbox Home Eco Bedieningshandleiding /01

Montage- en gebruiksaanwijzing

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 4600A/5000A/6000A

Communicatie-interface voor SMA omvormers SMA BLUETOOTH PIGGY-BACK PLUS

PV-omvormers SUNNY MINI CENTRAL 6000TL / 7000TL / 8000TL

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 8000TL / 10000TL / 12000TL / 15000TL / 17000TL

Sunny Tripower 5000TL 12000TL

Overspanningsbeveiliging

Installatiehandleiding SUNNY BOY 240 SUNNY MULTIGATE

Servicehandboek SUNNY BOY 1.5 / 2.5

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

7.3 Omvormers configureren

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

PV-omvormers SUNNY BOY 1100 / 1200 / 1700

Apparaat voor het sluiten van gaten bij de draadloze verbinding bij SMA Bluetooth Wireless Technology SMA BLUETOOTH REPEATER

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Leidingbeveiligingsschakelaars

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL/4000TL/5000TL

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 9000TL/10000TL/11000TL 9000TL/10000TL/11000TL met Reactive Power Control

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

Transcriptie:

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL SB13-21TL-BE-nl-10 98-102700.01 Versie 1.0 NEDERLANDS

Juridische bepalingen SMA Solar Technology AG Juridische bepalingen De informatie in deze documenten is eigendom van SMA Solar Technology AG. Voor de publicatie ervan, geheel of gedeeltelijk, moet SMA Solar Technology AG vooraf schriftelijk toestemming verlenen. Een bedrijfsinterne reproductie ten behoeve van de evaluatie of het correcte gebruik van het product is zonder toestemming toegestaan. SMA garantie De actuele garantievoorwaarden kunt u downloaden op www.sma-solar.com. Handelsmerken Alle handelsmerken worden erkend, ook als deze niet afzonderlijk zijn aangeduid. Als de aanduiding ontbreekt, betekent dit niet dat een product of teken vrij is. Het Bluetooth woordmerk en de logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van deze merken door SMA Solar Technology AG vindt plaats onder licentie. QR Code is een geregistreerd merk van DENSO WAVE INCORPORATED. SMA Solar Technology AG Sonnenallee 1 34266 Niestetal Duitsland Tel. +49 561 9522-0 Fax +49 561 9522-100 www.sma.de E-mail: info@sma.de 2004 tot 2014 SMA Solar Technology AG. Alle rechten voorbehouden. 2 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij dit document... 5 2 Veiligheid... 7 2.1 Reglementair gebruik... 7 2.2 Kwalificatie van de vakmensen... 7 2.3 Veiligheidsaanwijzingen... 8 3 Leveringsomvang... 10 4 Productbeschrijving... 12 4.1 Sunny Boy... 12 4.2 Interfaces en functies... 15 5 Montage... 17 5.1 Voorwaarden voor de montage... 17 5.2 Omvormer monteren... 20 6 Elektrische aansluiting... 22 6.1 Veilige elektrische aansluiting... 22 6.2 Overzicht van het aansluitpaneel... 22 6.2.1 Onderaanzicht... 22 6.2.2 Binnenaanzicht... 23 6.3 AC-aansluiting... 24 6.3.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting... 24 6.3.2 Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten... 26 6.3.3 Extra aarding aansluiten... 28 6.4 DC-aansluiting... 29 6.4.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting... 29 6.4.2 PV-generator aansluiten... 30 6.5 Aansluiting op het storingsmeldrelais... 32 7 Eerste inbedrijfstelling... 36 7.1 Displaytaal wijzigen... 36 7.2 De omvormer in bedrijf stellen... 37 7.3 Zelftest volgens CEI 0-21 voor installaties 6 kw... 38 7.3.1 Zelftest starten... 38 Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 3

Inhoudsopgave SMA Solar Technology AG 7.3.2 Zelftest opnieuw starten... 39 8 Configuratie... 40 8.1 Werkwijze... 40 8.2 Bedrijfsparameters wijzigen... 40 8.3 Landspecifieke gegevensrecord wijzigen... 41 8.4 Aardleidingsbewaking uitschakelen... 41 9 Bediening... 42 9.1 Display activeren en bedienen... 42 9.2 Displaymeldingen van de startfase oproepen... 42 9.3 Displaymeldingen... 42 9.3.1 Meetkanalen... 42 9.3.2 Statusmeldingen... 42 10 Omvormer spanningsvrij schakelen... 44 11 Technische gegevens... 46 12 Toebehoren... 50 13 Contact... 51 4 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 1 Toelichting bij dit document 1 Toelichting bij dit document Geldigheid Dit document is geldig voor de volgende apparaattypen vanaf firmwareversie 4.50: Sunny Boy 1300TL (SB 1300TL-10) Sunny Boy 1600TL (SB 1600TL-10) Sunny Boy 2100TL (SB 2100TL) Doelgroep Dit document is bedoeld voor vakmensen en eindgebruikers. Enkele van de in dit document beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door vakmensen met de juiste kwalificaties worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 2.2 "Kwalificatie van de vakmensen", pagina 7). Deze werkzaamheden zijn aangeduid met een waarschuwingssymbool en de aanduiding "vakman". Werkzaamheden waarvoor geen bijzondere kwalificatie nodig is, zijn niet gekenmerkt en mogen ook door eindgebruikers worden uitgevoerd. Aanvullende informatie Links naar pagina's met meer informatie vindt u op www.sma-solar.com: Documenttitel Meetwaarden en parameters Application for SMA Grid Guard Code Rendement en derating Leidingbeveiligingsschakelaar Moduletechniek Isolatieweerstand (Riso) van niet galvanisch gescheiden PV-installaties Capacitieve afleidstromen Derating van de temperatuur Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging Overspanningsbeveiliging Symbolen Documenttype Technische beschrijving Certificaat Technische beschrijving Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische informatie Symbool Toelichting Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen direct tot de dood of tot zwaar letsel leidt Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot de dood of tot zwaar letsel kan leiden Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot licht of middelzwaar letsel kan leiden Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 5

1 Toelichting bij dit document SMA Solar Technology AG Symbool Toelichting Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot materiële schade kan leiden Hoofdstuk waarin werkzaamheden worden beschreven die uitsluitend door vakmensen mogen worden uitgevoerd Informatie die voor een specifiek onderwerp of doel van belang is, maar niet relevant is voor de veiligheid Voorwaarde waaraan voor een specifiek doel moet worden voldaan Gewenst resultaat Eventueel voorkomend probleem Terminologie Volledige benaming Electronic Solar Switch SMA Bluetooth Wireless Technology Sunny Boy Benaming in dit document ESS Bluetooth Omvormer, product 6 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Reglementair gebruik De Sunny Boy is een PV-omvormer zonder transformator die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in netconforme wisselstroom en deze aan het openbare stroomnet teruglevert. Het product is geschikt voor gebruik binnens- en buitenshuis. Het product mag uitsluitend met PV-generatoren van beschermingsklasse II conform IEC 61730, gebruiksklasse A worden gebruikt. De gebruikte PV-panelen moeten geschikt zijn voor gebruik met dit product. PV-panelen met grote capaciteit ten opzichte van aarde mogen alleen worden gebruikt, wanneer de koppelcapaciteit niet groter is dan 1,4 μf (voor gegevens over de berekening van het koppelvermogen zie technische informatie "Capacitieve afleidstromen" op www.sma-solar.com). Alle componenten moeten altijd binnen het toegestane operationele bereik worden gebruikt. Het product mag alleen worden gebruikt in landen waarvoor het is toegelaten of waarvoor het door SMA Solar Technology AG en de netwerkexploitant is vrijgegeven. Gebruik het product uitsluitend conform de aanwijzingen van de bijgevoegde documentatie en conform de plaatselijke normen en richtlijnen. Andere toepassingen kunnen tot materiële schade of persoonlijk letsel leiden. Wijzigingen van het product, bijvoorbeeld veranderingen of montage van onderdelen, zijn alleen toegestaan met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SMA Solar Technology AG. Als er niet goedgekeurde wijzigingen worden uitgevoerd, vervalt de garantie en in de meeste gevallen ook de typegoedkeuring. SMA Solar Technology AG is in geen geval aansprakelijk voor schade die door zulke wijzigingen is ontstaan. Elke vorm van gebruik die niet overeenkomt met het onder reglementair gebruik omschreven gebruik, wordt als niet reglementair gebruik beschouwd. De meegeleverde documentatie maakt deel uit van het product. De documentatie moet worden gelezen, in acht worden genomen en op een altijd toegankelijke plek worden bewaard. Het typeplaatje moet permanent op het product zijn aangebracht. 2.2 Kwalificatie van de vakmensen De werkzaamheden die in dit document zijn aangeduid met een waarschuwingssymbool en de aanduiding "vakman" mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Deze vakmensen moeten over de volgende kwalificaties beschikken: kennis over het functioneren en het bedienen van een omvormer geschoold in de omgang met de gevaren en risico s bij het installeren en bedienen van elektrische apparaten en installaties opgeleid voor de installatie en inbedrijfstelling van elektrische apparaten en installaties kennis van de geldende normen en richtlijnen kennis over en naleving van dit document, inclusief alle veiligheidsaanwijzingen Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 7

2 Veiligheid SMA Solar Technology AG 2.3 Veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat veiligheidsaanwijzingen die bij alle werkzaamheden aan en met het product in acht genomen moeten worden. Lees dit hoofdstuk aandachtig en neem altijd alle veiligheidsaanwijzingen in acht om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen en een lange levensduur van het product te garanderen. Levensgevaar door hoge spanningen van de PV-generator De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning, die op de DC-leidingen en spanningvoerende onderdelen van de omvormer staat. Het contact met de DC-leidingen of de spanningvoerende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Als de DC-connectoren onder belasting worden losgekoppeld van de omvormer, kan een lichtboog ontstaan die een elektrische schok of verbrandingen veroorzaakt. Raak geen blootliggende kabeluiteinden aan. Raak de DC-leidingen niet aan. Raak geen spanningvoerende onderdelen van de omvormer aan. Laat de omvormer uitsluitend monteren, installeren en in gebruik nemen door vakmensen met de juiste kwalificaties. Laat fouten uitsluitend door vakmensen verhelpen. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld (zie hoofdstuk 10, pagina 44). Levensgevaar door elektrische schok Als u een niet geaard PV-paneel of het niet geaarde frame van de generator aanraakt, kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken ontstaan. Zorg ervoor dat de PV-panelen, het frame van de generator en elektrisch geleidende oppervlakken volledig geleidend met elkaar verbonden en geaard zijn. Neem daarbij de ter plaatse geldende voorschriften in acht. Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de behuizing Tijdens het bedrijf kunnen onderdelen van de behuizing heet worden. Raak tijdens bedrijf uitsluitend de behuizingsdeksel van de omvormer aan. 8 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid Gevaar voor verbranding door heet koellichaam Het koellichaam aan de bovenzijde van de omvormer kan tijdens bedrijf temperaturen van meer dan 70 C bereiken. Raak het koellichaam niet aan. Als het koellichaam vuil is, kan het met een zachte borstel of met een stofzuiger worden gereinigd. Beschadiging van de omvormer door binnendringend stof of water Als de omvormer is uitgerust met een ESS voldoet hij in gesloten toestand en met aangesloten ESS aan beschermingsgraad IP65. Als de ESS niet is aangesloten, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen en de omvormer beschadigen. Om ervoor te zorgen dat de omvormer ook tijdens een tijdelijke buitenbedrijfstelling voldoende is beschermd, moet u de DC-ingangen afsluiten: Ontgrendel alle DC-connectoren en trek ze eruit. Open alle DC-connectoren. Sluit alle DC-ingangen met de bijbehorende DC-connectoren en de meegeleverde afdichtpluggen. Sluit de ESS weer stevig aan. Beschadiging van de omvormer door elektrostatische ontlading Door het aanraken van elektronische onderdelen kan de omvormer via elektrostatische ontlading (onherstelbaar) worden beschadigd. Zorg dat u geaard bent voordat u een onderdeel aanraakt. Beschadiging van de display of het typeplaatje door het gebruik van reinigingsmiddelen Als de omvormer vuil is, reinig de behuizing, koelribben, behuizingsdeksel, display, leds en het typeplaatje dan uitsluitend met water zonder zeep en een doek. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 9

3 Leveringsomvang SMA Solar Technology AG 3 Leveringsomvang Controleer de levering op volledigheid en zichtbare beschadigingen. Neem contact op met uw vakhandelaar als de levering niet volledig of beschadigd is. Afbeelding 1: Onderdelen van de levering Positie Aantal Omschrijving A 1 Sunny Boy B 1 Wandsteun C 1 Electronic Solar Switch (ESS)* D 1/2 Positieve DC-connector SB 1300TL-10 / 1600TL-10: 1 stuks SB 2100TL: 2 stuks E 1/2 Negatieve DC-connector SB 1300TL-10 / 1600TL-10: 1 stuks SB 2100TL: 2 stuks F 2/4 Afdichtplug SB 1300TL-10 / 1600TL-10: 2 stuks SB 2100TL: 4 stuks G 1 Beschermkap voor de AC-bus op de omvormer H 1 AC-contrastekker: aansluitbus, schroefmof, drukbout PG13,5, afdichtring PG13,5, klemkorf PG13,5, kabelschroefverbinding M20x1,5 I 1 M6x12 cilinderkopschroef K 1 Borgring L 1 Jumper M 1 Kabelschroefverbinding PG16 met kabeldoorvoer met een gat 10 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 3 Leveringsomvang Positie Aantal Omschrijving N 1 Bedieningshandleiding, aanvullingsblad met de fabrieksinstellingen van de omvormer * Optioneel Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 11

4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving 4.1 Sunny Boy De Sunny Boy is een PV-omvormer zonder transformator die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in netconforme wisselstroom en deze aan het openbare stroomnet teruglevert. Afbeelding 2: Opbouw van de Sunny Boy Positie A B C D E * Optioneel Omschrijving Typeplaatje Het typeplaatje identificeert de omvormer eenduidig. De gegevens op het typeplaatje hebt u nodig voor het veilige gebruik van het product en bij vragen aan de SMA Service Line. Het typeplaatje moet permanent op het product zijn aangebracht. Op het typeplaatje vindt u de volgende informatie: type apparaat (Model) serienummer (Serial No.) productiedatum (Date of manufacture) specifieke kenmerken van het apparaat LEDs De leds signaleren de bedrijfstoestand van de omvormer. Electronic Solar Switch* De ESS vormt samen met de DC-connectoren een DC-lastscheider. De ESS vormt in aangesloten toestand een geleidende verbinding tussen PVgenerator en omvormer. Als alle DC-connectoren van de omvormer zijn losgekoppeld, is de PV-generator volledig van de omvormer gescheiden. Display De display geeft de actuele gebruiksgegevens en fouten weer. Behuizingsdeksel 12 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving Symbolen op de omvormer en het typeplaatje Symbool Toelichting De display kan door middel van kloppen worden bediend: 1 keer kloppen: displayverlichting inschakelen of naar de volgende displaymelding bladeren. 2 keer na elkaar kloppen: de omvormer geeft de displaymeldingen van de startfase opnieuw weer. Na twee minuten gaat de verlichting automatisch uit. Groene led: bedrijfstoestand van de omvormer. Groene led brandt: de omvormer is in bedrijf. Groene led knippert: er is niet voldaan aan de voorwaarden voor de koppeling aan het openbare stroomnet. Rode led: aardlek Rode led brandt: er is sprake van een aardlek of een varistor is defect (informatie over het verhelpen van fouten vindt u in het servicehandboek op www.sma-solar.com). Gele led: neem de documentatie in acht Gele led brandt of knippert: er is sprake van een fout of een storing (informatie over het verhelpen van fouten vindt u in het servicehandboek op www.sma-solar.com). Werking van de ESS*: Als de ESS is ingestoken, is de DC-stroomkring gesloten. Om de DC-stroomkring te onderbreken moet u de volgende stappen achtereenvolgens uitvoeren: Trek de ESS uit de omvormer. Ontgrendel alle SUNCLIX en trek ze eruit. Aardleiding Dit symbool markeert de plaats voor de aansluiting van een aardleiding. Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer, houd een wachttijd van 10 minuten aan. Op de spanningvoerende onderdelen van de omvormer staan hoge spanningen die levensgevaarlijke elektrische schokken kunnen veroorzaken. De condensatoren hebben 10 minuten nodig om te ontladen. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld (zie hoofdstuk 10, pagina 44). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 13

4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG Symbool Toelichting QR Code Links naar pagina's met meer informatie over de omvormer vindt u op www.sma-solar.com. Verbrandingsgevaar door heet oppervlak Het product kan tijdens gebruik heet worden. Vermijd aanraking tijdens gebruik. Laat voor alle werkzaamheden het product voldoende afkoelen. Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, bijv. veiligheidshandschoenen. Levensgevaar door hoge spanningen Het product werkt met hoge spanningen. Alle werkzaamheden aan het product mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Documentatie in acht nemen Neem alle met het product meegeleverde documentatie in acht. Gelijkstroom Het product heeft geen transformator. Wisselstroom WEEE-markering Het product mag niet met het huisvuil worden meegegeven. Neem de geldende verwijderingsvoorschriften voor elektronisch afval in acht. CE-markering Het product voldoet aan de eisen van de toepasselijke EU-richtlijnen. Beschermingsgraad IP65 Het product is beschermd tegen het binnendringen van stof en waterstralen vanuit een willekeurige hoek. Het product is geschikt voor buitenmontage. RAL-keurmerk Solar Het product voldoet aan eisen van het Duits instituut voor kwaliteitsborging en certificering. 14 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving Symbool * Optioneel Toelichting 4.2 Interfaces en functies C-Tick Het product voldoet aan de eisen van de toepasselijke Australische EMC-normen. Storingsmeldrelais De omvormer beschikt over een storingsmeldrelais dat afhankelijk van de soort aansluiting een storing van de omvormer kan aangeven. U kunt hiervoor een eigen verbruiker (bijv. waarschuwingslamp, akoestisch alarm) aansluiten (zie hoofdstuk 6.5 "Aansluiting op het storingsmeldrelais", pagina 32). Foutmelding door norm vereist In sommige landen wordt de signalering van fouten door de norm vereist, bijv. door de IEC 62109-2. Om aan de vereisten van de IEC 62109-2 te voldoen, moet op het storingsmeldrelais een weergavemodule worden aangesloten die een fout signaleert of de omvormer moet in Sunny Portal geregistreerd zijn en de foutalarmering in de Sunny Portal moet geactiveerd zijn (voor informatie over foutalarmering via Sunny Portal zie de gebruiksaanwijzing van de Sunny Portal op www.sma-solar.com). Systeemdiensten De omvormer beschikt over functies die een bijdrage aan de systeemdiensten mogelijk maken. Afhankelijk van de eisen van de netwerkexploitant kunt u de functies (bijv. begrenzing van het werkelijke vermogen) d.m.v. bedrijfsparameters activeren en configureren. Bluetooth Via Bluetooth kan de omvormer met diverse Bluetooth apparaten communiceren (voor informatie over ondersteunde SMA producten, zie www.sma-solar.com). De Bluetooth interface kan achteraf worden gemonteerd. Speedwire/Webconnect Speedwire is een op ethernet gebaseerde communicatiewijze waarmee u de omvormer met een Speedwire-netwerk kunt verbinden. Webconnect maakt de uitwisseling van gegevens tussen omvormer en Sunny Portal mogelijk. Sunny Portal is een internetportaal voor de bewaking van installaties en voor de visualisatie en presentatie van installatiegegevens. De Speedwire/ Webconnect Piggy-Back kan achteraf worden gemonteerd. RS485 Via de RS485-interface kan de omvormer met SMA communicatieproducten communiceren (informatie over ondersteunde SMA producten vindt u op www.sma-solar.com). De RS485- interface kan achteraf worden gemonteerd. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 15

4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG Aardlekbewaking voor alle stroomtypen De aardlekbewaking voor alle stroomtypen herkent verschilstromen aan de gelijk- en de wisselstroomzijde. De geïntegreerde verschilstroomsensor registreert bij eenfasige en driefasige omvormers het stroomverschil tussen de nulleider en het aantal fasedraden. Als het stroomverschil abrupt groter wordt, wordt de omvormer van het openbare stroomnet losgekoppeld. 16 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 5 Montage 5 Montage 5.1 Voorwaarden voor de montage Eisen aan de montagelocatie: Levensgevaar door vuur of explosie Ondanks een zorgvuldige constructie kan er bij elektrische apparaten brand ontstaan. Monteer het product niet op plekken waar zich licht ontvlambare stoffen of brandbare gassen bevinden. Monteer het product niet in explosiegevaarlijke omgevingen. De montagelocatie mag niet voor kinderen toegankelijk zijn. De omvormer moet op een vaste ondergrond gemonteerd worden (bijv. beton of metselwerk). Als de omvormer op gipskarton of dergelijke materialen in woonruimten wordt gemonteerd, produceert hij tijdens het bedrijf hoorbare vibraties die als storend kunnen worden ervaren. De montagelocatie moet geschikt zijn voor het gewicht en de afmetingen van de omvormer (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 46). Er moet worden voldaan aan de klimatologische voorwaarden (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 46). Voor een optimale werking van de omvormer moet de omgevingstemperatuur onder 40 C liggen. De montagelocatie moet te allen tijde vrij en veilig toegankelijk zijn zonder dat hiervoor extra hulpmiddelen (bijv. steigers of hefplatforms) nodig zijn. Anders zijn eventuele onderhoudswerkzaamheden slechts in beperkte mate mogelijk. De montagelocatie mag niet aan direct zonlicht zijn blootgesteld. Door blootstelling aan direct zonlicht kan de omvormer te warm worden. Hierdoor wordt het vermogen van de omvormer beperkt. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 17

5 Montage SMA Solar Technology AG Afmetingen voor wandmontage: Afbeelding 3: Afmetingen van de wandsteun Aanbevolen afstanden: Als u de aanbevolen afstanden aanhoudt, is voldoende warmteafvoer gewaarborgd en hebt u voldoende ruimte om indien nodig de ESS eruit te trekken. Door een voldoende warmteafvoer voorkomt u dat de omvormer zijn vermogen wegens te hoge temperatuur reduceert (voor informatie over temperatuur-derating zie technische informatie "Derating van de temperatuur" op www.sma-solar.com). 18 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 5 Montage De aanbevolen afstanden tot muren, andere omvormers of voorwerpen moeten aangehouden worden. Als meerdere omvormers in ruimtes met hoge omgevingstemperaturen worden gemonteerd, moeten de afstanden tussen de omvormers worden vergroot en moet er voor voldoende aanvoer van frisse lucht worden gezorgd. Afbeelding 4: Aanbevolen afstanden Toegestane en niet toegestane montageposities: De omvormer moet in een toegestane positie worden gemonteerd, zodat er geen vocht in de omvormer kan binnendringen. De omvormer moet op ooghoogte worden gemonteerd, zodat u de display en ledsignalen gemakkelijk kunt aflezen. Afbeelding 5: Toegestane en niet toegestane montageposities Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 19

5 Montage SMA Solar Technology AG 5.2 Omvormer monteren Aanvullend vereist montagemateriaal (niet bij de levering inbegrepen): 2 schroeven die geschikt zijn voor het gewicht van de omvormer en de ondergrond 2 onderlegringen die geschikt zijn voor de schroeven eventueel 2 pluggen die geschikt zijn voor de ondergrond en de schroeven Risico op lichamelijk letsel door optillen en naar beneden vallen van de omvormer De omvormer is zwaar (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 46). Daarom bestaat er gevaar op lichamelijk letsel door verkeerd tillen en door het naar beneden vallen van de omvormer tijdens transport of het plaatsen in of verwijderen uit de wandsteun. Transporteer en til de omvormer altijd rechtop. Werkwijze: 1. Controleer of er in de muur leidingen zijn geïnstalleerd die tijdens het boren kunnen worden beschadigd. 2. Lijn de wandsteun horizontaal uit aan de wand en markeer de positie van de boorgaten met behulp van de wandsteun. 3. Leg de wandsteun opzij en boor de gemarkeerde gaten. 4. Plaats zo nodig de pluggen in de boorgaten. 5. Schroef de wandsteun horizontaal vast met de schroeven en onderlegringen. 6. Hang de omvormer zodanig in de wandsteun dat deze niet zijwaarts uit de wandsteun kan worden geschoven. 7. Als er op de plaats van installatie een aanvullende aarding of een potentiaalvereffening vereist is, breng dan een aanvullende aarding aan (zie hoofdstuk 6.3.3 "Extra aarding aansluiten", pagina 28). 8. Als op de plaats van installatie geen aanvullende aarding of een potentiaalvereffening is vereist, bevestig de omvormer dan met de M6x12 schroef aan de wandsteun om hem tegen uitlichten te beveiligen. 20 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 5 Montage 9. Controleer of de omvormer stevig vastzit. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 21

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 6.1 Veilige elektrische aansluiting Levensgevaar door hoge spanningen van de PV-generator De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning, die op de DC-leidingen en spanningvoerende onderdelen van de omvormer staat. Het contact met de DC-leidingen of de spanningvoerende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Als de DC-connectoren onder belasting worden losgekoppeld van de omvormer, kan een lichtboog ontstaan die een elektrische schok of verbrandingen veroorzaakt. Raak geen blootliggende kabeluiteinden aan. Raak de DC-leidingen niet aan. Raak geen spanningvoerende onderdelen van de omvormer aan. Laat de omvormer uitsluitend monteren, installeren en in gebruik nemen door vakmensen met de juiste kwalificaties. Laat fouten uitsluitend door vakmensen verhelpen. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld (zie hoofdstuk 10, pagina 44). Beschadiging van de omvormer door elektrostatische ontlading Door het aanraken van elektronische onderdelen kan de omvormer via elektrostatische ontlading (onherstelbaar) worden beschadigd. Zorg dat u geaard bent voordat u een onderdeel aanraakt. 6.2 Overzicht van het aansluitpaneel 6.2.1 Onderaanzicht Afbeelding 6: Aansluitingen en openingen in de behuizing aan de onderkant van de omvormer 22 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Positie A B C D E * Optioneel Omschrijving Positieve DC-connectoren voor positieve DC-kabels (bij SB 1300TL-10 en SB 1600TL-10 is slechts één positieve connector aanwezig) Bus voor de ESS* Negatieve DC-connectoren voor negatieve DC-kabels (bij SB 1300TL-10 en SB 1600TL-10 is slechts één negatieve connector aanwezig) Kabeldoorgangen met blindstoppen voor datakabels Bus voor de AC-contrastekker 6.2.2 Binnenaanzicht Afbeelding 7: Aansluitingen aan de binnenkant van de omvormer Positie A B Omschrijving Poort en aansluiting voor SMA communicatie-interface Vlakstekker voor de aarding van de kabelafscherming bij communicatie via RS485 Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 23

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Positie C * Optioneel Omschrijving 6.3 AC-aansluiting Zekering voor de Electronic Solar Switch (ESS)* 6.3.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting Kabelvereisten: Buitendiameter: 7 mm 14 mm aderdoorsnede: maximaal 2,5 mm² striplengte: 4 mm De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale aderdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de installatiewijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen het configuratieprogramma "Sunny Design" vanaf versie 2.0 op www.sma-solar.com). Lastscheider en leidingbeveiliging: Beschadiging van de omvormer door gebruik van schroefzekeringen als lastscheider Schroefzekeringen (bijv. DIAZED-zekering of NEOZED-zekering) zijn geen lastscheiders. Gebruik geen schroefzekeringen als lastscheider. Gebruik een lastscheider of leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid (zie de technische informatie "Leidingbeveiligingsschakelaar" op www.sma-solar.com voor informatie over en voorbeelden van de configuratie). Bij installaties met meerdere omvormers moet elke omvormer met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Daarbij moet de maximaal toegestane zekering worden aangehouden Technische gegevens. Hierdoor voorkomt u dat er na het loskoppelen restspanning op de betreffende kabel staat. Verbruikers die tussen de omvormer en de leidingbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd, moeten afzonderlijk worden beveiligd. Aardlekbewaking: Als een externe aardlekbeveiliging is voorgeschreven, moet een aardlekbeveiliging geïnstalleerd worden, die bij een lekstroom van 100 ma of hoger wordt geactiveerd (voor informatie over de selectie van een aardlekbeveiliging zie technische informatie "Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging" op www.sma-solar.com). 24 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Aardleidingsbewaking: De omvormer is uitgerust met een aardleidingsbewaking. Deze herkent als er geen aardleiding is aangesloten en koppelt de omvormer in dat geval los van het openbare stroomnet. Afhankelijk van de installatielocatie en netvorm kan het zinvol zijn de aardleidingsbewaking uit te schakelen. Dat is bijv. nodig bij een IT-net als er geen nulleider beschikbaar is en u de omvormer tussen twee fases wilt installeren. Neem contact op met uw netwerkexploitant of SMA Solar Technology AG als u hierover vragen hebt. De aardleidingsbewaking moet afhankelijk van de netvorm na de eerste inbedrijfstelling worden gedeactiveerd (zie hoofdstuk 8.4 "Aardleidingsbewaking uitschakelen", pagina 41). Veiligheid conform IEC 62109 bij gedeactiveerde aardleidingsbewaking Om de veiligheid conform IEC 62109 te garanderen moet aan een van de volgende maatregelen worden voldaan als de aardleidingsbewaking is gedeactiveerd: Sluit een aardleiding van koperdraad met een diameter van ten minste 10 mm² aan op de klemmenstrook voor de AC-kabel. Sluit een extra aarding aan met dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de AC-kabel aangesloten aardleiding (zie hoofdstuk 6.3.3 "Extra aarding aansluiten", pagina 28). Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot gaat. Aansluiting van een aanvullende aarding In sommige landen is principieel een aanvullende aarding vereist. Neem in elk geval de ter plaatse geldende voorschriften in acht. Overspanningscategorie: De omvormer kan in netwerken van installatiecategorie III of lager conform IEC 60664-1 worden gebruikt. Dat betekent dat de omvormer permanent kan worden aangesloten op het netaansluitpunt in een gebouw. Bij installaties met lange kabeltrajecten buitenshuis zijn aanvullende maatregelen vereist om de overspanningscategorie IV te reduceren tot overspanningscategorie III (zie technische informatie "Overspanningsbeveiliging" op www.sma-solar.com). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 25

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6.3.2 Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten Afbeelding 8: Elementen van de AC-contrastekker Positie A B C D E F Omschrijving Aansluitbus Schroefmof Afdichtring PG13,5 Klemkorf PG13,5 Drukbout PG13,5 voor kabeldiameters van 7 mm... 10 mm Kabelschroefverbinding M20x1,5 voor kabeldiameter 10 mm... 14 mm Voorwaarden: De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden. De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd (zie technische beschrijving "Bedrijfsparameters" op www.sma-solar.com). Werkwijze: 1. Kies een passende kabelschroefverbinding voor de AC-kabel. 2. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig hem tegen herinschakelen. 3. Strip de mantel van de AC-kabel over 30 mm. 4. Kort L en N elk 5 mm in. 5. Strip L, N en PE elk 4 mm. 6. Als de buitendiameter van de kabel 7 mm tot 10 mm bedraagt, gebruik dan de afdichtring, klemkorf en drukbout: 26 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Druk de afdichtring in de klemkorf. Schuif de drukbout PG13,5 en de klemkorf inclusief afdichtring over de AC-kabel. 7. Als de buitendiameter van de kabel 10 mm tot 14 mm bedraagt, schuif dan de kabelschroefverbinding M20x1,5 over de ACkabel. 8. Schuif de schroefmof over de AC-kabel. 9. Sluit PE, N en L op de aansluitbus aan: Steek de aardleiding (PE) in de schroefklem met het aardingssymbool van de aansluitbus en draai de schroef vast. Steek N of (bij splitphase) L2 in de schroefklem 1 van de aansluitbus en draai de schroef vast. Steek L of (bij splitphase) L1 in de schroefklem 2 van de aansluitbus en draai de schroef vast. 10. Controleer of de aders goed vastzitten. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 27

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 11. Draai de schroefmof stevig op de aansluitbus. 12. Als de drukbout, klemkorf en afdichtring worden gebruikt, draai dan de drukbout stevig op de schroefmof. De klemkorf wordt daarbij in de schroefmof gedrukt en is niet meer zichtbaar. 13. Als de kabelschroefverbinding wordt gebruikt, draai de kabelschroefverbinding dan stevig op de schroefmof. De AC-contrastekker is gemonteerd. 14. Steek de AC-contrastekker in de AC-bus op de omvormer en schroef hem vast. Verwijder eventueel eerst de beschermkap. 15. Als de AC-contrastekker niet onmiddellijk op de omvormer wordt aangesloten, moet de ACbus van de omvormer worden afgesloten met de beschermkap. 6.3.3 Extra aarding aansluiten Als op de plaats van installatie een aanvullende aarding of een potentiaalvereffening vereist is, kunt u de behuizing van de omvormer extra aarden. Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als de oorspronkelijke aardleiding kapot gaat. Aanvullend vereist materiaal (niet bij de levering inbegrepen): ringkabelschoen M6 1 aardleiding 28 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Kabelvereiste: doorsnede van de aardleiding: maximaal 16 mm² Werkwijze: 1. Strip de aardleiding. 2. Schuif de ringkabelschoen over de aardleiding. 3. Breng de onderlegring, de aardleiding met de ringkabelschoen en de borgring op de cilinderkopschroef M6x12 aan. Daarbij moet de vertanding van de borgring naar het metalen plaatje van de omvormer wijzen. 4. Steek de cilinderkopschroef door het metalen plaatje van de omvormer en schroef hem aan de wandsteun vast (koppel: 6 Nm). 6.4 DC-aansluiting 6.4.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting Eisen aan de PV-panelen: Alle PV-panelen moeten van hetzelfde type zijn. Op alle strings moet een gelijk aantal serieel geschakelde PV-panelen zijn aangesloten. Alle PV-panelen moeten dezelfde oriëntatie hebben. Alle PV-panelen moeten dezelfde helling hebben. De maximale ingangsstroom per string moet worden aangehouden en mag niet hoger zijn dan de doorgangsstroom van de DC-connectoren (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 46). De grenswaarden voor de ingangsspanning en de ingangsstroom van de omvormer moeten worden aangehouden (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 46). Op de volgens de statistieken koudste dag mag de nullastspanning van de PV-generator nooit groter zijn dan de maximale ingangsspanning van de omvormer. De positieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de positieve DCconnectoren (voor informatie over het confectioneren van DC-connectoren zie installatiehandleiding van de DC-connectoren). De negatieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de negatieve DCconnectoren (voor informatie over het confectioneren van DC-connectoren zie installatiehandleiding van de DC-connectoren). Als de omvormer niet met een ESS is uitgerust en de op de installatielocatie geldende voorschriften een externe DC-lastscheider vereisen, installeer dan een externe DC-lastscheider. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 29

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Gebruik van Y-adapters voor parallelschakeling van strings De Y-adapters mogen niet worden gebruikt om de DC-stroomkring te onderbreken. De Y-adapters mogen niet in de directe nabijheid van de omvormer zichtbaar of vrij toegankelijk zijn. Schakel de omvormer spanningsvrij als u de DC-stroomkring wilt onderbreken (zie hoofdstuk 10, pagina 44). 6.4.2 PV-generator aansluiten Onherstelbare schade aan de omvormer door te hoge spanning Als de nullastspanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt, kan de omvormer door overspanning onherstelbaar beschadigd raken. Sluit geen PV-strings op de omvormer aan en controleer de configuratie van de PV-installatie als de nullastspanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt. 1. Zorg ervoor dat de leidingbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is. 2. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan vrij. 3. Als de omvormer met een ESS is uitgerust en deze is aangesloten, trek de ESS dan voorzichtig uit de omvormer. 4. Controleer of er een aardlek aanwezig is in de PV-generator (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). 5. Controleer of de DC-connectoren de juiste polariteit hebben. Als de DC-connector verbonden is met een DC-kabel met verkeerde polariteit, dan moet de DC-connector opnieuw worden geconfectioneerd. Daarbij moet de DC-kabel altijd dezelfde polariteit hebben als de DC-connector. 6. Controleer of de nullastspanning van de PV-generator niet de maximale ingangsspanning overschrijdt. 7. Sluit de geconfectioneerde DC-connectoren aan op de omvormer. 30 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 8. De DC-connectoren klikken hoorbaar vast. Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht De omvormer is alleen dicht als alle DC-ingangen die niet worden gebruikt met DCconnectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. Steek de afdichtpluggen niet rechtstreeks in de DC-ingangen van de omvormer. Druk de klembeugel bij de niet benodigde DC-connectoren naar beneden en schuif de wartelmoer naar de schroefdraad. Steek de afdichtplug in de DC-connector. Draai de DC-connector vast (koppel: 2 Nm). Steek de DC-connectoren met afdichtpluggen in de bijbehorende DCingangen op de omvormer. De DC-connectoren klikken hoorbaar vast. 9. Controleer of alle DC-connectoren goed vastzitten. 10. Als er een ESS aanwezig is, controleer deze dan op slijtage (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 31

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 11. 12. Brandgevaar door vastdraaien van de schroef binnenin de ESS. Een goed contact tussen ESS en omvormer is alleen gegarandeerd als de stekker van de ESS beweeglijk blijft. Draai de schroef in de stekker van de ESS niet vast. Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht en stof Als de ESS tijdens bedrijf niet of niet correct is aangesloten, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen. Als de ESS niet correct is aangesloten, kunnen de contacten in de ESS slijten of kan de ESS naar beneden vallen. Daardoor ontstaan opbrengstverliezen en kan de ESS beschadigd raken. Sluit de ESS altijd op de volgende manier aan: Steek de ESS stevig op de omvormer tot hij gelijk afsluit met de behuizing. Zorg ervoor dat de afstand tussen de ESS en de behuizing maximaal 1 mm bedraagt. 6.5 Aansluiting op het storingsmeldrelais U kunt het storingsmeldrelais gebruiken om een fout van de omvormer te laten weergeven of melden. Als alternatief kan ook de storingsvrije werking worden weergegeven of gemeld. Daarbij kunt u meerdere omvormers op één storings- of bedrijfsmelder aansluiten. Schakel daartoe de storingsmeldrelais van meerdere omvormers in serie. Foutmelding door norm vereist In sommige landen wordt de signalering van fouten door de norm vereist, bijv. door de IEC 62109-2. Om aan de vereisten van de IEC 62109-2 te voldoen, moet op het storingsmeldrelais een weergavemodule worden aangesloten die een fout signaleert of de omvormer moet in Sunny Portal geregistreerd zijn en de foutalarmering in de Sunny Portal moet geactiveerd zijn (voor informatie over foutalarmering via Sunny Portal zie de gebruiksaanwijzing van de Sunny Portal op www.sma-solar.com). 32 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Bij kritieke storingen sluit het storingsmeldrelais onmiddellijk en wordt het alarmsignaal van de verbruiker geactiveerd. Bij niet kritieke storingen sluit het storingsmeldrelais pas na meerdere knippercycli van de gele led. Als de omvormer weer verbinding maakt met het openbare stroomnet, wordt ook het storingsmeldrelais weer geopend. Afbeelding 9: Aansluitschema met meerdere omvormers bij aansluiting van een bedrijfsmelder en aansluitschema bij aansluiting van een storingsmelder (voorbeeld) Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 33

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Afbeelding 10: Positie storingsmeldrelais en kabeltraject Positie A B C Omschrijving Aansluitklemmen van het storingsmeldrelais Kabeltraject Behuizingsopening met blindstop Voorwaarde: Er moet worden voldaan aan de technische eisen van het storingsmeldrelais Technische gegevens. Kabelvereisten: De kabel moet dubbel geïsoleerd zijn. Buitendiameter: 5 mm 12 mm Aderdoorsnede: 0,08 mm²... 2,5 mm² Het type kabel en de installatiewijze moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik en de plaats van gebruik. Onherstelbare schade aan het storingsmeldrelais door te hoge contactbelasting Houd de maximale schakelspanning en maximale schakelstroom aan Technische gegevens. Als u het storingsmeldrelais op het openbare stroomnet aansluit, moet het storingsmeldrelais met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Werkwijze: 1. Levensgevaar door elektrische schok Controleer of de omvormer spanningsvrij geschakeld is Omvormer spanningsvrij schakelen. 34 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 2. Draai alle schroeven van de behuizingsdeksel eruit en verwijder de behuizingsdeksel door hem gelijkmatig naar voren van de behuizing te trekken. 3. Verwijder de aardleiding van de onderkant van de behuizingsdeksel. 4. Bereid de kabel voor: Strip de kabel over maximaal 15 mm. Strip de aders over maximaal 8 mm. 5. Bereid de kabelschroefverbinding PG16 voor op aansluiting aan het storingsmeldrelais: Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding los en verwijder de blindstop. Verwijder de kabeldoorvoer met gat uit de kabelschroefverbinding en steek de kabel erdoorheen. Druk de kabelgeleider met gat met kabel en al in de kabelschroefverbinding en steek de kabel in de omvormer. Schuif de wartelmoer over de kabel. 6. Sluit de kabel volgens het aansluitschema aan op het storingsmeldrelais. 7. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding vast. 8. Sluit de aardleiding van de omvormer aan de onderkant van de behuizingsdeksel aan. 9. Plaats de behuizingsdeksel op de behuizing en draai hem met de 4 schroeven vast (koppel: 2 Nm). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 35

7 Eerste inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG 7 Eerste inbedrijfstelling 7.1 Displaytaal wijzigen Controleer aan de hand van de volgende afbeelding of de displaytaal van de omvormer juist is ingesteld. Zo niet, dan kunt u de displaytaal van de omvormer als volgt wijzigen. Afhankelijk van de ingestelde landspecifieke gegevensrecord zijn verschillende talen beschikbaar. Afbeelding 11: Schakelaar voor de instelling van de displaytaal Taal Schakelaar S2 Schakelaar S1 Duits B B Engels / Italiaans* B A Frans A B Spaans / Engels** A A * Bij instelling van de landspecifieke gegevensrecord CEI 0-21 is de taal Italiaans. ** Bij instelling van de landspecifieke gegevensrecord CEI 0-21 is de taal Engels. Werkwijze: 1. Levensgevaar door elektrische schok Controleer of de omvormer spanningsvrij geschakeld is Omvormer spanningsvrij schakelen. 2. Draai alle schroeven van de behuizingsdeksel eruit en verwijder de behuizingsdeksel door hem gelijkmatig naar voren van de behuizing te trekken. 3. Verwijder de aardleiding van de onderkant van de behuizingsdeksel. 4. Stel met de schakelaars A en B de gewenste taal in. 5. Sluit de aardleiding van de omvormer aan de onderkant van de behuizingsdeksel aan. 6. Plaats de behuizingsdeksel op de behuizing en draai hem met de 4 schroeven vast (koppel: 2 Nm). 7. Stel de omvormer in bedrijf (zie hoofdstuk 7.2, pagina 37). 36 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 7 Eerste inbedrijfstelling 7.2 De omvormer in bedrijf stellen Voorwaarden: De omvormer moet correct gemonteerd zijn. De leidingbeveiligingsschakelaar moet correct geconfigureerd en geïnstalleerd zijn. Alle kabels moeten correct aangesloten zijn. Alle niet benodigde DC-ingangen moeten met de bijbehorende DC-connectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld voor het desbetreffende land of gebruiksdoel. Als er een Bluetooth Piggy-Back is ingebouwd, moet de NetID zijn ingesteld (zie installatiehandleiding van de SMA Bluetooth Piggy-Back Plus). De aardleiding van de omvormer moet aan de onderkant van de behuizingsdeksel zijn aangesloten. De behuizingsdeksel van de omvormer moet stevig zijn vastgeschroefd. Werkwijze: 1. Als de ESS aanwezig is, steek deze dan stevig in de omvormer. 2. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan in. 3. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar in. De startfase begint. Zelftest volgens CEI 0-21 bij eerste inbedrijfstelling (geldt alleen voor Italië) De Italiaanse norm vereist dat een omvormer pas op het openbare stroomnet mag worden aangesloten als de uitschakeltijden voor overspanning, onderspanning, minimale frequentie en maximale frequentie getest zijn. Als de landspecifieke gegevensrecord op CEI0-21 Int / CEI 0-21 intern is ingesteld, start de zelftest dan zodra de landspecifieke gegevensrecord op de display verschijnt (zie hoofdstuk 7.3.1, pagina 38). De groene led brandt en de display toont achtereenvolgens het apparaattype of de omschrijving van de omvormer, de firmwareversie en de ingestelde landspecifieke gegevensrecord. De groene led knippert? De DC-ingangsspanning is nog te laag of de omvormer controleert het openbare stroomnet. Als er voldoende DC-ingangsspanning is en aan de voorwaarden voor de netkoppeling is voldaan, gaat de omvormer werken. De rode led brandt? De omvormer heeft een aardlek vastgesteld of een van de varistoren is defect. Verhelp de fout (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 37

7 Eerste inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG De gele led brandt of knippert? Er is een fout of een storing opgetreden. Verhelp de fout of de storing (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). Alle leds knipperen? De DC-spanning is nog te gering en de startfase begint opnieuw. Er is geen sprake van een fout. Wacht tot er voldoende instraling is. Alle leds zijn gedoofd? De omvormer is uitgeschakeld, omdat de ESS niet is aangesloten, de externe DC-lastscheider niet is ingeschakeld of er niet voldoende instraling is. Controleer of de ESS goed is aangesloten c.q. of de externe DC-lastscheider is ingeschakeld. 7.3 Zelftest volgens CEI 0-21 voor installaties 6 kw 7.3.1 Zelftest starten Zelftest alleen voor omvormers die zijn ingesteld op de landspecifieke gegevensrecord CEI0-21 Int of CEI 0-21 intern De zelftest geldt alleen voor omvormers die voor Italië zijn toegelaten en zijn ingesteld op de landspecifieke gegevensrecord CEI0-21 Int of CEI 0-21 intern. De zelftest is alleen nodig bij omvormers die in Italië worden gebruikt. Volgens de Italiaanse norm moeten alle omvormers die stroom terugleveren aan het openbare stroomnet over een zelftestfunctie conform CEI 0-21 beschikken. Tijdens de zelftest controleert de omvormer achtereenvolgens de reactietijden voor overspanning, onderspanning, maximale frequentie en minimale frequentie. De zelftest verandert de bovenste en onderste uitschakelgrenswaarde voor iedere beveiligingsfunctie lineair voor de frequentie- en spanningsbewaking. Zodra de meetwaarde de toegestane uitschakelgrens overschrijdt, koppelt de omvormer zich van het openbare stroomnet los. Op die manier stelt de omvormer de reactietijd vast en controleert hij zichzelf. Zodra de zelftest beëindigd is, schakelt de omvormer automatisch terug naar de teruglevermodus, stelt hij de oorspronkelijke uitschakelvoorwaarden weer in en maakt hij weer verbinding met het openbare stroomnet. De test duurt ca. 3 minuten. Voorwaarden: Ingestelde landspecifieke gegevensrecord: CEI0-21 Int c.q. CEI 0-21 intern of de gewijzigde landspecifieke gegevensrecord trimmed c.q. Speciale instelling gebaseerd op een van de genoemde landspecifieke gegevensrecords. Er moet een protocol voor het invullen van de testresultaten conform CEI 0-21 beschikbaar zijn. De omvormer moet in bedrijf zijn en zich in de startfase bevinden. 38 SB13-21TL-BE-nl-10 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 7 Eerste inbedrijfstelling Werkwijze: 1. Zodra de ingestelde landspecifieke gegevensrecord op de display verschijnt, moet u binnen 10 seconden 1 maal op de display kloppen. Op de display verschijnt de melding dat de zelftest start: Avvio Autotest. Verschijnt de melding Avvio Autotest niet op de display? De 10 seconden zijn verlopen en de zelftest start niet. Start de zelftest opnieuw (zie hoofdstuk 7.3.2, pagina 39). 2. Klop binnen 20 seconden op de display en noteer de volgende testresultaten in het testprotocol. De zelftest gaat van start. De omvormer geeft de resultaten van de afzonderlijke tests voor overspanning, onderspanning, maximale frequentie en minimale frequentie weer. De resultaten worden 3 keer na elkaar telkens 10 seconden lang weergegeven. Tip: Als u het volgende resultaat wilt laten weergeven voordat de 10 seconden om zijn, klopt u 2 keer achter elkaar op de behuizingsdeksel. Verschijnt de melding Avvio interroto op de display? Tijdens de zelftest is een onverwachte uitschakelvoorwaarde opgetreden en de zelftest is afgebroken of de DC-spanning is te gering, waardoor de teruglevering niet kan worden voortgezet. Start de zelftest opnieuw (zie hoofdstuk 7.3.2, pagina 39). Voorbeeld: displaymeldingen voor overspanningstest - naam van de test: Autotest (59.S1) 240.00V - uitschakeldrempel: Valore di soglia con 230.00V - normatieve waarde: Va. taratura 253.00V - uitschakeltijd: Tempo die intervento 0.02 s - actuele netspanning: Tensione di rete Val.eff.: 229.80V 7.3.2 Zelftest opnieuw starten 1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig hem tegen herinschakelen. 2. Als het storingsmeldrelais wordt gebruikt, schakel dan eventueel de voedingsspanning van de verbruiker uit. 3. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan gedurende 5 minuten uit en dan weer in. 4. Als er een ESS aanwezig is, trek deze dan uit de omvormer en sluit hem na 5 minuten weer stevig aan. 5. Stel de omvormer opnieuw in bedrijf. De omvormer bevindt zich weer in de startfase en u kunt de zelftest opnieuw starten (zie hoofdstuk 7.3.1, pagina 38). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-10 39