Hagepreek in het Hof van Nederland op 19 juli 2015 443 jaar na de Eerste Vrije Statenvergadering Thema: Martelaren m.m.v. JD s Bigband Jan Lokhorst (Trinitatiskapel), koster
15.00 uur trompetsignaal Opening door ds. Kees Streefkerk Introductie van het thema Openingsgebed Psalmzang uit de berijming van Petrus Datheen Petrus Datheen (geboren 1531) behoort tot de kerkhervormers in de zuidelijke Nederlanden. Zingen in de kerk acht hij bijbels en dus zeer belangrijk. In de Roomskatholieke kerk waren het koorzangers die zongen. De kerk der Reformatie voert de gemeentezang weer in. Daarom spant Petrus Datheen zich bijzonder in om de Psalmen te berijmen. Een zeer omvangrijke klus, maar hij is ervan overtuigd dat de gemeentezang net zo'n grote invloed heeft als de prediking. Psalm 25 1 Mijn hart hef ik tot U, Heere! Mijn hoop alleen op U staat. Behoed mij toch voor onere, Die mij wenst mijn vijand kwaad. Zij werden, Heer, zo 't betaamt, Niet schaamrood, die op U bouwen; Maar zij zullen zijn beschaamd, Die de vromen hier benauwen. 2 Heer! wijs mij toch Uwe wegen, Die Gij wilt dat ik zal gaan; Tot dezelve maak genegen Mij, en doe mij die verstaan.
Leer en stier mij naar Uw woord, In Uwe waarheid geprezen, Gij zijt mijn hulp; dies nu voort Wacht ik op U in dit wezen. De heer C. Bregman (neerlandicus) leest uit de Deuxaes bijbel Johannes 8:21-36. In 1562 verscheen in Emden een nieuwe bijbelvertaling. Deze vertaling bestond uit een in 1559 verschenen vertaling uit het Grieks van het Nieuwe Testament en een nieuwe herziening van het Oude Testament uit de Liesveltbijbel die in 1561 gereed was. Deze bijbel is bekend geworden onder de naam van Deux-Aesbijbel. Deze benaming is ontleend aan een aantekening bij Nehemia 3:5, waar gesproken wordt over de wederopbouw van de muren van Jeruzalem waaraan aanzienlijken niets wilden bijdragen. De tekst van de aantekening luidt: Deux aes en heeft niet, six cinque en gheeft niet, quater dry die helpen vrij. Het is een gezegde dat terug te vinden is in een commentaar van Luther dat, verwijzend naar het dobbelspel, aangeeft dat de armen (deux aes) niets bezitten, de rijken (zes en vijf) niets gevenen de middenstand (drie en vier) wel bereid is te helpen. Later is deze kanttekening verwijderd. Van de Deux-Aesbijbel zijn zeer veel drukken met correcties en wijzigingen, met name in de kanttekeningen, uitgegeven. Deze bijbel is bij de gereformeerden in gebruik gebleven totdat halverwege de zeventiende eeuw de Statenvertaling definitief was ingevoerd.
21 So seyde Iesus wederom tot hen: o Ick gae henen, ende ghy sult my soecken, ende sult in uwe sonden steruen. Daer ick henen gae, en kont ghy niet komen. O Ioannis 7.d.34 ende 13.d.33 22 Doe seyden de Ioden: Sal hy dan hemseluen dooden, dat hy seyt: Daer ick henen gae, en kont ghy niet komen? 23 Ende hy seyde tot hen: + p Ghy zijt van beneden, Ick ben van bouen: Ghy zijt van deser werelt, ick en ben niet van deser werelt. +Christus is God. P Ioannis 3.d.31 24 Ick hebbe v dan gheseyt, + q dat ghy in uwe sonden steruen sult: want ten zy dat ghy gelooft dat ickt ben, so sult ghy in uwe sonden steruen. +De Werelt. Q Marci. 16.b.16 Ioannis 3.b.18 ende 12.e.48 25 Doe seyden sy tot hem: Wie bistu? Ende Iesus seyde tot hen: * Het ghene dat ick v vanden eersten aen segghe. *Of, gheheelick het ghene dat ick v segghe, oft, van den beghinne dat ick v segghe. 26 Ick hebbe vele van v te segghen, ende te oordeelen: maer die my ghesonden heeft, is warachtich: r ende wat ick van hem gehoort hebbe, dat spreke ick in de werelt. R Ioannis 15.b.15
21 Jezus zei verder tegen de mensen: Ik ga weg. Jullie zullen mij zoeken, maar niet vinden. Want waar ik naartoe ga, daar kunnen jullie niet komen. En jullie zullen sterven als slechte mensen. 22 De Joden zeiden tegen elkaar: Waarom kunnen wij niet komen waar hij naartoe gaat? Wat bedoelt hij daarmee? Wil hij soms zelfmoord plegen? 23 Jezus zei tegen hen: Jullie plaats is hier op aarde, maar mijn plaats is daarboven. Jullie horen bij deze wereld, maar ik niet. 24 Ik zei al: Jullie zullen sterven als slechte mensen. Dat zal inderdaad gebeuren als jullie niet in mij geloven. Want ik ben degene die komen zou. 25 Ze vroegen: Wie bent u dan? En Jezus zei: Dat vertel ik jullie al de hele tijd! 26 Ik zou veel slechte dingen over jullie kunnen zeggen en jullie kunnen veroordelen. Maar ik ben voor iets anders naar de wereld gekomen. Ik ben gestuurd door iemand die betrouwbaar is. Ik moet zijn boodschap bekendmaken.
27 Sy en bekenden niet, dat hy hen van den Vader seyde. 28 So seyde Iesus tot hen: s Wanneer ghy den Sone des menschen sult verhoocht hebben, dan sult ghy bekennen dat ickt ben, ende dat ick niet en doe van my seluen, t maer spreke dit ghelijck my mijn Vader gheleert heeft. S Numeri 21.a.9 2.Regum 18.a.4 Ioannis 3.b.14 ende 22.d.32T Ioannis 3.b.11 ende 7.b.16 ende 12.e.49 ende 14.b.10.c.24 29 u Ende die my ghesonden heeft, is met my. De Vader heeft my niet alleen ghelaten: want ick U Ioan. 14.b.10 ende 16.d.32 doe altijts dat hem wel behaghelick is. 30 x Als hy dit sprack, geloofdender vele in hem. X Ioannis 7.d.31. 31 Doe seyde Iesus tot de Ioden die in hem gheloofden: In dien ghy in myne woorden blijft, so zijt ghy waerlick myne Discipulen: + + Discipulen Christi. 32 Ende sult de waerheyt bekennen, + y ende de waerheyt sal v vrij maken. + Vrijheyt. Y Roman. 6.b.16 Galat. 5.a.1 1.Petri 2.b.16
27 De mensen begrepen niet dat Jezus het over de Vader had. 28 Toen zei Jezus tegen hen: Pas als jullie mij aan het kruis gehangen hebben, zullen jullie begrijpen dat ik de Mensenzoon ben. En dat ik niets uit mezelf gedaan heb. Want ik vertel jullie wat de Vader mij geleerd heeft. 29 De Vader die mij gestuurd heeft, is bij me. Hij laat me nooit alleen, omdat ik altijd doe wat hij wil. 30 Toen Jezus dat zei, gingen veel mensen in hem geloven. 31 Jezus zei tegen de Joden die in hem geloofden: Mijn boodschap moet in jullie hart zijn. Alleen dan zijn jullie echt mijn leerlingen. 32 Dan zullen jullie de waarheid kennen, en daardoor zullen jullie bevrijd worden.
33 Sy antwoordden hem: Wy zijn het zaet Abrahe, ende en hebben noyt niemande ghedient: hoe segstu: Ghy sult vrij worden? 34 Iesus antwoordde hen: Voorwaer voorwaer segghe ick v: z So wie sonde doet, die is der sonden Dienstknecht. Z Roman 6.c.20 2.Petri 2.b.19 35 Ende de Dienstknecht en blijft niet eewelick inden huyse: de Sone blijfter eewelick. 36 a Indien dan de Sone v vrij maect, so zijt ghy waerlick vrij. ontleend aan de transcriptie van de DeuxAesbijbel 1562 o.l.v. Nicoline van der Sijs & Hans Beelen, 2009 Nicoline van der Sijs & Hans Beelen
33 Maar de Joden zeiden tegen hem: Wij zijn nakomelingen van Abraham. Hoe kunt u zeggen dat we bevrijd zullen worden? Wij zijn nooit iemands slaaf geweest! 34 Toen zei Jezus tegen hen: Luister heel goed naar mijn woorden: Iedereen die verkeerde dingen doet, is een slaaf van de zonde. 35-36 Zo iemand heeft geen plaats bij God. Maar de Zoon van God kan je bevrijden. En als je bevrijd bent, heb je voor altijd een plaats bij God. Uit: Bijbel in Gewone Taal 2014 Nederlands Bijbelgenootschap
Hagepreek door ds. Jan Belder Psalmzang uit de berijming van Petrus Datheen: Psalm 42 1 Als een hert gejaagd, o Heere, Dat verse water begeert, Alzo dorst mijn ziel ook zere Naar U, mijn God hooggeëerd, En spreekt bij haar met geklag: O Heer, wanneer komt die dag, Dat ik toch bij U zal wezen, En zien Uw aanschijn geprezen? 5. Al de grote waterstromen Zijn Heer, over mij gegaan, En mij over 't hoofd gekomen; Maar Gij hebt mij bijgestaaan. 's Daags toont Gij mij Uw goedheid En 's nachts Uw barmhartigheid; Dies zal ik U Heer belijden; Gij hoedt mijn ziel t' allen tijden. 7 Waarom wilt gij u zo kwellen En beroerd zijn, o ziel mijn? Wil gans uw hoop op God stellen, Van u zal Hij gedankt zijn. Omdat Hij is, zo men ziet, Mijn heil die mij gunste biedt. Dies mijn ziel, wil u verblijden, God is 't Dien ik bid in 't lijden.
Afsluiting door pastoor Tjeerd Visser Gebeden Zegen
Een hage(n)preek is een kerkdienst/preek in de open lucht. Van oorsprong niet omdat het in de open lucht prettiger is, maar omdat het verboden was in huizen of kerken samen te komen, vandaar een preek bij de haag. Vanaf 1566 werden er in Zeeland hagepreken gehouden. Toen de Reformatie van de kerk vaste grond kreeg in de Nederlanden werden de kerken voor de reformatorische erediensten vrijgegeven. Het was een roerige periode waarin door ijver voor de ware kerk en leer vele fouten zijn gemaakt. Was de tijd tot 1572 moeilijk voor de protestanten, de tijd daarna was moeilijk voor de katholieken. Vandaag hebben we een hagepreek in protestantse stijl, maar wel met een katholieke inbreng. Het thema is: Martelaren. Dat is een thema dat verbindt. Een bijzonderheid vandaag is dat de hagepreek in oude stijl wordt gehouden: de vrouwen en kinderen mogen in het midden zitten, tussen de beschermende mannen. Deze hagepreek is georganiseerd door het Platform Raad van Kerken in samenwerking met het Dordrechts Museum.