Gebedsdienst dinsdag 6 oktober 1987 Thema: Maria, moeder van geloof Openingslied 140 Het lied van Gods aanwezigheid (couplet 1, 3, 4 en 5) Welkomstwoord In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen In de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd Als er een mens is geweest in wie God heeft willen wonen, in wie God vlees en bloed wilde worden, dan was het wel Maria. In deze oktobermaand willen we aan haar denken en overwegen welke grote betekenis zij voor ons heeft. Vanavond kijken we naar haar geloof. Haar geloof kan ons inspireren. Openingsgebed (allen) Goede God, wees bij ons, nu wij bijeengekomen zijn om U te ontmoeten. Maak ons ontvankelijk voor Uw Woord, dat wij luisteren met open oren en open harten, zoals Maria ons daarin heel bijzonder is voorgegaan. Wij vragen U dat door Jezus, onze Messias, Uw Zoon. Amen Tekst: Opnieuw herkennen Er is een tijd van weggooien en een tijd van oprapen, een tijd van vergeten en een tijd van ontdekken, een tijd van overdrijven en een tijd van herwaarderen. Dat ondervond een kunstkenner, toen hij op een zolder een oud, vergeten beeld ontdekte; zijn kennersoog vermoedde, door de verflaag heen, een goed stuk houtsnijwerk, en een week later stond het als zeer waardevol in de etalage van een antiquair. Zo is het ook gegaan met het levensbeeld van een vrouw, die in de Bijbel staat vermeld als de Moeder van Christus: Maria. 1
In de loop der eeuwen raakte haar naam bedolven onder het kaarsvet van soms misgroeide devoties, onder een verflaag van overdrijving, beschadigd door protestante afweer. Toen kwamen er dagen, dat Maria verdween naar de hoek of op zolder, zo n plaats waar alles staat, wat je ondanks alles toch nog wilt bewaren. Maar dan komt er weer een tijd, misschien zo n uur dat we weer samenkomen rondom Maria, dat we haar opnieuw herkennen als Maria, de gelovige vrouw, de trouwe moeder van Christus. (vrij naar J. van Opbergen) Lied 206 Danken wij God (couplet 1 en 2) Evangelie Lucas 1, 26-45 Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 26 Toen Elisabeth zes maanden zwanger was werd de engel Gabriël van Godswege gezonden naar een stad in Galilea, Nazaret, 27 tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette, uit het huis van David; de naam van de maagd was Maria. 28 Hij trad bij haar binnen en sprak: Verheug u, de Heer is met u." 29 Zij schrok van dat woord en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen. 30 Maar de engel zei tot haar: Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. 31 Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en gij moet Hem de naam Jezus geven. 32 Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken 33 en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob 2
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen." 34 Maria echter sprak tot de engel: Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?" 35 Hierop gaf de engel haar ten antwoord: De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God. 36 Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; 37 want voor God ís niets onmogelijk." 38 Nu zei Maria: Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord." En de engel ging van haar heen. 39 In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Juda. 40 Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. 41 Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Elisabeth werd vervuld met de heilige Geest 42 en riep met luide stem: Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. 43 Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44 Zie, zodra ik uw groet hoorde sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45 Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is." Orgelspel Nog twee fragmenten uit het Evangelie Lucas 8, 19-21) (Lucas 11, 27-28 en 27 Terwijl Jezus in die tijd aan het spreken was tot het volk verhief een vrouw uit de menigte haar stem en riep Hem toe: Gelukkig de schoot die U gedragen heeft 3
en de borsten die U hebben gevoed." 28 Maar Hij sprak: Veeleer gelukkig die naar het woord van God luisteren en het onderhouden." 19 Zijn moeder en zijn broers kwamen naar Hem toe, maar wegens de drukte konden ze Hem niet bereiken. 20 Men liet Hem weten: Uw moeder en uw broers staan daarginds en willen U zien. 21 Hij antwoordde hun: Mijn moeder en mijn broers zijn zij die het woord van God horen en doen. Korte overweging Zoals Abraham de vader van alle gelovigen wordt genoemd, zo is Maria de moeder van geloof. Het Tweede Vaticaanse Concilie zegt over haar: Zij ging ook de pelgrimsweg van het geloof en zij munt uit tussen de armen van God, die met vertrouwen van Hem alleen het heil verhopen en ontvangen. Het is al een heel oude traditie, die meer de nadruk legt op Maria s geloof dan op haar moederschap van Jezus. De heilige Bernardus in de 12 eeuw schreef: De maagd geloofde en in haar geloof ontving zij. En Augustinus in de 4 e eeuw zegt: Zij ontving Hem in haar hart voor zij Hem ontving in haar schoot. Eigenlijk gaat dit terug op het evangelie zelf: In het geboorteverhaal van Lucas gaat het er minder om, dat Maria lichamelijk de moeder van Jezus werd maar veelmeer gaat het om haar geloof: Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is. In de twee andere fragmenten uit Lucas, die we zojuist hoorden, lijkt het op het eerste gezicht of Jezus Zijn moeder beledigt en afwijst, maar in werkelijkheid vormt het een veel diepere lofprijzing van zijn moeder dan de vrouw uit de menigte gaf. Eigenlijk zegt Jezus: Prijs haar niet gelukkig om iets lichamelijks maar veeleer omdat zij naar het Woord van God geluisterd heeft en het heeft bewaard en er naar heeft gehandeld. En wie hoorde en deed het Woord Gods meer dan Maria? Zonder aarzeling gelooft Maria in het ongelofelijke: in de komst van de Verlosser, de Messias en daarmee in de komst van Gods Rijk. Als God zo n openheid en ontvankelijkheid ontmoet, kan Hij werkelijk bij mensen wonen en Zijn Rijk vestigen onder mensen. 4
Evenals Abraham wist Maria niet waar het Woord van God haar brengen zou. Geloven is op weg durven gaan, een onbekende toekomst tegemoet. Het enkel doen met een belofte. Zoals Abraham de belofte had dat hij gezegend zou worden, zoals het joodse volk beloofd werd dat het eens het land van melk en honing zou bereiken. Dat op weg gaan is wel het los moeten laten van vertrouwde zekerheden, dat wil zeggen zekerheden die je gevangen houden, die je afhouden van Gods Rijk. Het ware geloof staat altijd open, is altijd bereid te groeien. In het leven van Maria liep alles anders dan zij zich waarschijnlijk had voorgesteld, en steeds weer vroeg het leven van haar een antwoord in geloof. Zij heeft ervaren dat het geheim van haar Zoon haar te boven ging, maar zij heeft dat geheim overwogen in haar hart, ze is Hem gevolgd tot onder het kruis. Op de grens van dood en verrijzenis bleef zij geloven en zo bezielde zij de leerlingen daar op de bovenzaal. Ja, zij is de moeder van de jonge kerk, moeder van geloof. Haar geloof, haar bereidheid om te leven uit Gods belofte, kan ons bezielen. Je kan gerust zeggen dat onze kerk een moeilijke tijd doormaakt, soms vraag je je af wat er nog van zal overblijven. Je kan je vastklampen aan het verleden, je kan heel krampachtig doen, maar Maria kan ons leren om vooruit te blijven kijken, om te blijven geloven dat Gods geschiedenis met ons mensen zal doorgaan. Maria kan ons leren om uit handen te durven geven en te durven vertrouwen dat Gods Boodschap zal blijven klinken en dat God onder mensen ruimte zal vinden om te wonen. Maria s geloof kan ons, kan onze kerk, onze parochie, inspireren tot nieuw geloof. Want zij is en blijft: moeder van alle gelovigen. Tientje van de Rozenkrans Wij bidden een tientje van de rozenkrans, terwijl wij het gehoorde bij ons zelf overwegen. Lied 205 Het Weesgegroet Slottekst Bedankt Maria 5
Bedankt Maria dat je ja hebt gezegd terwijl je voelde dat er veel van je werd gevraagd. Bedankt Maria dat je ja hebt gezegd en je zo tot dienstmeisje hebt willen maken van God. Bedankt Maria dat je ja hebt gezegd en zo hebt gekozen voor de bedoelingen van God. Wij vragen je: help ons ook ja te zeggen want jouw verhaal is ons verhaal omdat ook wij in het kleine leven van elke dag de wereld mogen en moeten verlossen in naam van Uw kind Jezus. Wegzending zegenbede Mogen wij daartoe Gods zegen ontvangen, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Gaat dan heen in vrede, en in het geloof, dat Maria ons toont. Orgelspel 6