Tussentijdse kennistest APK antwoorden; versie vanaf 1 juli DET = datum eerste toelating

Vergelijkbare documenten
Tussentijdse kennistest vragen APK2 versie vanaf 1 juli 2014 DET = datum eerste toelating

de APK per 1 mei Wijzigingen alleen voor APK 2 Wijzigingen voor APK 1 en 2

Keuringseisen 5.2 Personenauto s Algemeen

Laatst bijgewerkt naar Versie 8.

TEST RAPPORT : RDW-0019 : E-ONE

De regeling permanente eisen verdwijnt en gaat op in de Aanvullende Technische Voorschriften.

TEST RAPPORT RDW Paukool

ARTIKELNUMMER EN BLADZIJDENUMMER KEURINGS (PERMANENTE) EISEN ALGEMENE BEPALINGEN

Wijziging Regeling permanente eisen bussen, Regeling wijze van keuren APK en Regeling wijziging constructie

Dit document is beschikbaar gesteld door Kreidler Club Noord Nederland

Voertuiginformatie en -toelating. Testrapport RDW-0028 b TEST RAPPORT

Regeling Permanente Eisen

RDW. Voertuiginformatie en -toelating TEST RAPPORT

1..LY \[ (±D. Voertuiginformatie en -toelating TEST RAPPORT

Belangrijkste wijzigingen per 1 April (V -10)

Eisen Examenvoertuig T-rijbewijs. Johan Simmelink

Overeenstemmen van het voertuig met de voertuiggegevens alsmede eisen m.b.t. identificatie Artikel lid 2

Testrapport RDW TEST RAPPORT cd:d

Checklist APK-keuring

Januari Verenigingsondersteuning/Belangenbehartiging

Eisen examenvoertuig categorieën C1, C1E, D1 en D1e

Hoe zit dat? Mooi afwisselend werk! Nieuwe coderingen reparatie- en afkeurpunten. Alles over verplichte spiegels bij APK 1.

Direct herkenbare wijzigingen per 1 april 2012 bij een APK keuring.

Regeling Permanente Eisen

v oertuigtechnische eisen Personenauto s en lichte aanhangwagens

Mercedes-Benz personenwagens

Invulinstructie APK rapport

REWI AANKOOPKEURING. Bezoekadres. Adres. Keurmeester. Postcode \ Plaats. Bezoekdatum. Telefoonnummer. Bezoektijd. Opdrachtgever.

v oertuigtechnische eisen Personenauto s en lichte aanhangwagens

Vakgarage De Liesbosch

CONCEPT - EISEN. 0. Algemeen Artikel 5.7a.1. Wijze van keuren

Voertuigreglement Besluit van 16 juni 1994, houdende uitvoering van de Wegenverkeerswet 1994

Transport over land en te water laten van de boot

De voorkant. De zijkant. De banden

Keuringsaspectenlijst

Kenteken 15-GR-PF Datum keuring Merk en type

Eisen examenvoertuig categorieën CDE

Finnik Autorapport - Seat Alhambra

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Algemeen APK Beoordelen keuringsaspect niet mogelijk

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Mitsubishi Space Star 1.8 Comfort. Straat Kapt.

VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming

GREEN GARANT Autokeuring

Homologatie SLV. Second Life Vehicle

Veel gestelde vragen bij examen E bij B

Inhoudsopgave Inhoudsopgave

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Porsche Keuringsrapport voor kenteken. wpozzz91zds160627

Kenteken 58-HV-RN Datum keuring Merk en type

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Straat Kapt. Hatterasstraat 11

Aanvullende permanente eisen

De APK: uw rechten en plichten

Invulinstructie APK-rapport

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Voorwoord... 2 Adressen RDW... 3 Divisie Voertuigtechniek... 3 Openingstijden RDW kantoren... 3 Afmelden en raadplegen... 4 Adressen providers...

75! KEUR VEEL KLANTEN KIJKEN MEE TIJDENS DE KEURING. 75 e APKkeurmeester. Misser top Roestschade veerpoten. nummer

1) Demonteer het wiel. 2) Verwijder de remblokken en druk de remzuiger met het juiste gereedschap terug in de cilinder.

Afstemmingsbijeenkomst Categorie B + E CBR

Keuringseisen ARTIKELNUMMER EN BLADZIJDENUMMER KEURINGSEISEN EN AANVULLENDE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN ALGEMENE BEPALIN.GEN

- Dé internetsite voor de Automotive Professional

Inspectierapport 1-KHN-29

Algemene Periodieke Keuring

Finnik Autorapport - Saab 9-3 Sport Sedan

Finnik Autorapport - Mercedes-Benz CLK-klasse Cabrio

Bovag checklist. werkorder Klant. Auto. De Auto Avenue Tilburg BV. Hyundai i i-drive Cool Airco. Straat Kapt.

Wijziging Erkenningsregeling APK, Regeling permanente eisen, Regeling wijze van keuren APK en Erkenningsregeling snelheidsbegrenzers

Aanpassingen invulinstructies APK-rapport

Finnik Autorapport Volvo V T5 Summum

Hieronder vindt u een uiteenzetting inzake de reglementaire voorschriften voor oldtimers.

Finnik Autorapport - Peugeot 207

De APK: uw rechten en plichten

Finnik Autorapport Ford Puma V

Invulinstructie APK-rapport

Finnik Autorapport - Audi A3 Sportback

Finnik Autorapport - Kia Picanto

Finnik Autorapport - Alfa Romeo GT

TEST RAPPORT rrb) RDW-0027A

Finnik Autorapport - Volvo S40

Finnik Autorapport - Peugeot 206

DEKRA Kwaliteitsmerk. Dossiergegevens RV. Voertuiggegevens

De APK: uw rechten en plichten

Finnik Autorapport - Volvo S60

De APK: uw rechten en plichten

Finnik Autorapport - Mercedes-Benz E-klasse Combi

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

61-NVL-2. Algemene informatie. Motor en milieu. SKODA OCTAVIA, uit november Bouwjaar Nieuwprijs Aantal eigenaren 4

Pagina. Paragraaf. 1.1 Openen. 1.2 Starten. 1.3 Uitschakelen. 1.4 Afsluiten. 2.1 Tanken. 3.1 Openen kap. 3.2 Sluiten kap. 1.

Eisen Examenvoertuigen praktijkexamen categorie T*

Finnik Autorapport Toyota iq 1.0 VVTi Comfort

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na de begripsomschrijving van afneembare bovenbouw wordt ingevoegd:

Finnik Autorapport - Ford USA Thunderbird

Nota keuringsaspecten APK

Wijze van keuren voor een nationale kleine serie typegoedkeuring voor voertuigen van de voertuigclassificatie M 2 en M 3

Finnik Autorapport Chevrolet Captiva 2.4i Executive

Finnik Autorapport - Opel Corsa

VAKGARAGE occasionkeuring

Pagina 1 van 9. Fictieve opdrachtgever. Fictief adres. Fictieve postcode en plaats. Capelle aan den IJssel,

Finnik Autorapport - Peugeot 807

De APK: uw rechten en plichten

Transcriptie:

1. Een lichte bedrijfsauto is voorzien van een frontbeschermingsinrichting (bullbar). Moet dit onderdeel meegeteld worden bij de bepaling van de lengte van het voertuig. a. Alleen wanneer deze is voorzien van het verplichte Goedkeuringssymbool (E-keur). b. Ja. c. Nee. Je meet de lengte zoals het voertuig origineel is uitgerust en dus zonder frontbeschermingsinrichting. Zie Aanvullende permanente eisen artikel 1. 2. De breedte gemeten over de zijrichtingaanwijzers van een lichte bedrijfsauto is 2,60 m. Zonder de zijrichtingaanwijzers mee te meten is de breedte 2,52 m. Is deze breedte acceptabel bij de APK? a. Ja. Voor de breedtebepaling tellen de richtingaanwijzers niet mee. Zie voor een volledig overzicht de Aanvullende permanente eisen artikel 1. b. Nee. 3. Hoeveel mag de maximale lengte bedragen van een bedrijfsauto met een DET van 01-12-2007. a. 8,00 meter. b. 10,00 meter. c. 12,00 meter. Bedrijfsauto's mogen ongeacht de DET niet langer zijn dan 12,00 meter. Bij alle bedrijfsauto's geldt hierbij een toegestane afwijking van 1%. 4. Van een bedrijfsauto is de breedte gemeten over de bolling van de achterbanden boven het wegdek 2,58 m. Zonder deze bolling is de breedte 2,52 m. Is dit acceptabel. a. Ja, de breedte wordt gemeten zonder bolling van de banden. Bij het bepalen van de breedte wordt de bolling van de banden geheel buiten beschouwing gelaten. Zie voor een volledig overzicht de Aanvullende permanente eisen artikel 1. b. Nee, de breedte wordt gemeten met bolling van de banden. c. Nee, de bolling mag dan niet meer dan 5 cm bedragen. 5. Welke van de volgende voertuigen vallen binnen de APK-2 plicht? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van 3.400 kg en een ledige massa van 2.500 kg. De toegestane maximummassa is bij bedrijfsauto s bepalend voor de te keuren categorie. Bij een personenauto is dat de massa ledig voertuig. b. Bedrijfsauto met een toegestane maximummassa van 4.600 kg en een ledige massa van 3.400 kg. c. Personenauto met een ledige massa van 1.200 kg. De toegestane maximummassa is bij bedrijfsauto s bepalend voor de te keuren categorie. Bij een personenauto is dat de massa ledig voertuig. d. Personenauto met een ledige massa van 3.450 kg. De toegestane maximummassa is bij bedrijfsauto s bepalend voor de te keuren categorie. Bij een personenauto is dat de massa ledig voertuig.

6. Welke van onderstaande beweringen is/zijn juist? a. Om de toestand van een as te beoordelen, voer je altijd een rijproef uit. b. Een as mag vervormingen vertonen. Een as mag vervormingen vertonen, zolang het weggedrag niet nadelig wordt beïnvloed en zolang de sterkte niet in gevaar wordt gebracht. Doorgeroeste wielgeleidingselementen mogen niet zijn gerepareerd. Breuken in de as zijn niet toegestaan. Een rijproef voer je alleen in geval van twijfel uit. c. Een breuk in een as is toegestaan, mits de sterkte van de as niet in gevaar komt. d. Een doorgeroest wielgeleidingselement is toegestaan als dit deugdelijk is gerepareerd. 7. Wat kun je zeggen over de volgende uitspraken? Uitspraak 1: Een wielgeleidingselement mag zijn gerepareerd als het om scheuren gaat. Uitspraak 2: Vervorming van een wielgeleidingselement is toegestaan als blijkt bij een proefrit dat het niet nadelig is voor het weggedrag. Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Uitspraak 1 is juist. Scheuren aan het wielgeleidingselement mogen gerepareerd zijn als dit op een deugdelijk wijze is uitgevoerd. Bij vervorming aan een wielgeleidingselement is de proefrit bepalend. Is dit niet nadelig voor het weggedrag dan mogen we het goedkeuren. b. Uitspraak 1 is niet juist. c. Uitspraak 2 is juist. Scheuren aan het wielgeleidingselement mogen gerepareerd zijn als dit op een deugdelijk wijze is uitgevoerd. Bij vervorming aan een wielgeleidingselement is de proefrit bepalend. Is dit niet nadelig voor het weggedrag dan mogen we het goedkeuren. d. Uitspraak 2 is niet juist. 8. Bij de controle van de assen blijkt er speling te zijn in het bovenste draaipunt van een McPherson veerpoot. De speling is ongeveer 2 mm. De veerpoot is deugdelijk bevestigd en heeft geen contactplekken. Wat is de juiste APK-beslissing? a. Goedkeur. De speling in de overige draaipunten van de wielophanging geldt niet voor het bovenste draaipunt van een wielgeleidend systeem waarin elementen van de sturing, vering en schokdemping zijn gecombineerd (het Mc Pherson-wielophangingsysteem) b. Afkeur, hier mag geen speling aanwezig zijn. c. Afkeur, de speling mag hier maximaal 1 mm zijn. d. Goedkeur, met een adviespunt. 9. Op de vooras van een licht voertuig zijn twee banden met de maataanduiding 185/65 R 15 gemonteerd. Op de achteras zijn twee banden met de maataanduiding 195/55 R 15 gemonteerd. Is dit tijdens de APK-keuring toegestaan? a. Ja. Je controleert de maataanduiding van de banden op dezelfde as. In dit geval zijn op de vooras respectievelijk op de achteras twee banden met dezelfde maataanduiding gemonteerd dus voldoet het voertuig aan dit keuringsaspect. b. Nee.

10. Tijdens de controle van de banden van een personenauto blijkt dat op één as banden verschillende maataanduidingen hebben, terwijl de bandomtrek van de banden identiek is. Is dit tijdens de APKkeuring toegestaan? a. Ja. b. Nee. Het monteren van banden met verschillende maataanduidingen op één as is wettelijk niet toegestaan en tijdens de keuring niet toelaatbaar, ook niet als dit geen technische gevolgen voor het voertuig heeft. 11. Tijdens de controle van de banden van een personenauto blijkt dat er een noodwiel is gemonteerd. Is dit tijdens de APK-keuring toegestaan? a. Ja. b. Nee. Een gemonteerd noodwiel of een reservewiel met een afwijkende maataanduiding is tijdens de keuring niet toegestaan. 12. Bij welk voertuig moet je de loadindex controleren? Voertuig 1: personenauto, DET 12 februari 1998 Voertuig 2: bedrijfsauto, DET 23 april 1997 a. Alleen bij voertuig 1. b. Alleen bij voertuig 2. c. Bij beide voertuigen. d. Bij geen van beide voertuigen. Je controleert bij geen van beide voertuigen de loadindex. Bij personenauto's controleer je de loadindex niet en bedrijfsauto's controleer je alleen als deze na 31 december 1997 in gebruik zijn genomen. 13. Een lichte bedrijfsauto heeft op de achteras een nageprofileerde band. Is dit toegestaan tijdens de APK-keuring? a. Nee, het naprofileren van banden bij lichte bedrijfsauto's is niet toegestaan. b. Ja, dat is altijd toegestaan. c. Dat is alleen toegestaan als de band is voorzien van de tekst "REGROOVABLE" of is voorzien het speciale teken. Het naprofileren van banden is in principe niet toegestaan, doch als de band voorzien is van de tekst "REGROOVABLE" of het speciale teken, dan is de band daar wel voor geschikt en is het dus voor die band wel toegestaan.

14. Gegevens van een lichte bedrijfsauto: DET: 3 november 2005 Inrichting: gesloten wagen Maximum vooraslast: 900 kg (2 banden op deze as) Maximum achteraslast: 2100 kg (2 banden op deze as) Welke loadindex is ten minste nodig voor de banden op de achteras? a. 80 b. 109 c. 110 De loadindex kan je vinden door de in het kentekenregister vermelde aslast te delen door het aantal op die as gemonteerde banden, en met die berekende massa de juiste loadindex op te zoeken in de loadindextabel, Annex 4 behorend bij artikel 50 (2100/2= 1050) Let wel op er zijn ook nog uitzonderingen. Zie hiervoor artikel 50 van de aanvullende permanente eisen. d. 134 15. Gegevens van een bedrijfsauto: DET: 3 november 2005 Inrichting: gesloten wagen Maximum vooraslast: 900 kg (2 banden op deze as) Maximum achteraslast: 2100 kg (2 banden op deze as) Welke loadindex is ten minste nodig voor de banden op de vooras? a. 80 De loadindex kan je vinden door de in het kentekenregister vermelde aslast te delen door het aantal op die as gemonteerde banden, en met die berekende massa de juiste loadindex op te zoeken in de loadindextabel, Annex 4 behorend bij artikel 50 (900/2= 450) Let wel op er zijn ook nog uitzonderingen. Zie hiervoor artikel 50 van de aanvullende permanente eisen. b. 82 c. 88 d. 104 16. Een personenauto heeft banden met de maataanduiding 255 / 45 R18. Hoe breed (afgerond) is het gedeelte waarin we voor deze band de minimale profieldiepte moeten meten voor de APK-keuring? a. 154 De minimale profieldiepte wordt gemeten in de hoofdgroeven in het middelste gedeelte van het loopvlak, welk gedeelte ongeveer 75% van de breedte van het loopvlak inneemt.(loopvlak:255-50=205) (meetgedeelte:205x 0,75= 153,75) b. 191 c. 205 d. 255

17. Van een bedrijfsauto met DET 21 september 2004 zijn de volgende gegevens bekend: Maximum aslast vooras 1250 kg Maximum aslast achteras 1850 kg, voorzien van enkelvoudig gemonteerde banden. Toegestane maximum massa 3050 kg. Op de banden staan de volgende loadindexen vermeld: Vooras: LV 92 - RV 92 Achteras: LA 104 - RA 106 Wat geldt er wat betreft draagvermogen voor de achterbanden bij de APK? a. Afkeur. De loadindex van de LA band is niet toereikend. Je deelt de aslast van de achteras door het aantal wielen. Dus 1850:2 =925 kg. De loadindex moet voor beide banden toereikend zijn. De loadindex van de LA band is dan te laag, deze is maar 900 kg. b. Goedkeur. De totale loadindex van de beide achterwielen is toereikend voor de totale achteraslast. 18. Bekijk de volgende uitspraken: Uitspraak 1: De maximum last per as bepaal je aan de hand van de loadindexen op de banden. Uitspraak 2: Wanneer er een dubbele loadindex op de band is aangegeven, tel je de loadindexen van die band bij elkaar op. Wat kun je zeggen over deze uitspraken? a. Uitspraak 1 is juist. b. Uitspraak 1 is niet juist. De maximum last per as wordt bepaald door de waarde in het kentekenregister. Als er sprake is van een dubbele loadindex gebruik je de hoogste loadindex bij enkele montage en de laagste index bij dubbele montage. c. Uitspraak 2 is juist. d. Uitspraak 2 is niet juist. De maximum last per as wordt bepaald door de waarde in het kentekenregister. Als er sprake is van een dubbele loadindex gebruik je de hoogste loadindex bij enkele montage en de laagste index bij dubbele montage. 19. In het kentekenregister van een personenauto staat onder bijzonderheden vermeld BOUWJAAR 1989. Wat geldt als datum van ingebruikname voor toepassing van de keuringseisen. a. De datum ingebruikname wordt hier dan 01-01-1989. b. De datum ingebruikname wordt hier dan 28-02-1989. c. De datum ingebruikname wordt hier dan 30-06-1989. Wanneer in het kentekenregister onder bijzonderheden staat vermeld 'BOUWJAAR' met als toevoeging een jaartal, dan geldt als datum in gebruik name de datum 30 juni van dat desbetreffende jaar. Hier is dat dus 30-06- 1989. d. De datum ingebruikname wordt hier dan 31-12-1989. 20. Moet je, bij een personenauto, de steun van een versnellingsbak die is samengebouwd met de motor ook als motorsteun beschouwen? a. Ja. Als een motor samengebouwd is met de versnellingsbak is een versnellingsbaksteun ook een motorsteun. b. Nee.

21. Wat staat er in het kentekenregister vermeld als brandstof bij een hybride-voertuig met benzinemotor? a. E/B. Bij brandstof staat de 'E/B' voor een hybride-voertuig. 'H' wordt gebruikt indien CNG de brandstof is. b. H. 22. Moet je bij een (lichte en/of zware) kampeerauto de bevestiging van een gasfles ten behoeve van een kooktoestel beoordelen? a. Ja. Je controleert alle brandstofsystemen, hier vallen ook brandstofsystemen van een kookinstallatie en koelmotoren onder. b. Nee. 23. De centrale deurvergrendeling van een personenauto werkt niet goed. Hierdoor is de tankdop niet te controleren. Is dit een afkeurpunt? a. Ja. Juist, dit is een afkeurpunt. Je moet de vulopening van het brandstofreservoir kunnen controleren. Dit is nu niet mogelijk. b. Nee. 24. Waar mag een LPG-tank gemonteerd worden? a. Overal. b. Overal, behalve in de motorruimte. De LPG-tank mag in principe overal gemonteerd zijn, behalve in de motorruimte. De tank moet permanent zijn aangebracht aan het voertuig. Als de LPG-tank gemonteerd is in de open lucht, dan is een gasdichte kast niet verplicht. c. Overal, behalve in de motorruimte en passagiersruimte. d. Overal, mits een gasdichte behuizing is aangebracht. 25. Een lichte bedrijfsauto met DET 16 oktober 1998 heeft geen stofkap op de vulaansluiting van de LPG-tank. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Afkeur. De vulaansluiting moet beschermd zijn tegen vuil en water. Een stofkap is hier dus verplicht. b. Goedkeur. 26. Een te keuren personenauto heeft geen stofkap op de vulaansluiting van de LPG-tank. De vulaansluiting zit naast de vulopening van de benzinetank en wordt beschermd door de aanwezige benzineklep. Is deze LPG vulaansluiting zo voldoende beschermd? a. Ja, deze is voldoende beschermd. De LPG vulaansluiting is in dit geval, door de benzineklep, voldoende beschermd tegen vuil en water. b. Nee, deze is niet voldoende beschermd.

27. Een personenauto is voorzien van een LPG-installatie. Tijdens de keuring blijkt dat de motor alleen op LPG kan draaien en niet op benzine. Hoe voer je nu de controle uit van het tweede brandstofsysteem? a. Ik controleer alle onderdelen van het hoofdbrandstofsysteem die ik kan controleren. De onderdelen van het tweede brandstofsysteem zijn voor de keuring niet van belang. b. Ik controleer het tweede brandstofsysteem voor zover mogelijk en vermeld in het meldscherm OP2. Controleer voor zover mogelijk alle onderdelen van het hoofdbrandstofsysteem en het tweede brandstofsysteem. Vermeld in het meldschem de code OP2 Controle tweede brandstof niet mogelijk. De hoofdbrandstof van een voertuig vind je in het kentekenregister. c. Ik keur het voertuig af. Het voertuig moet voor een goede controle van het tweede brandstofsysteem tijdens de keuring ook op dit systeem kunnen draaien. 28. Als brandstofsoort staat in het kentekenregister G vermeld. De motor kan ook op benzine lopen. De DET van dit voertuig is 12 januari 2001. Op welke brandstof(fen) moet de CO-meting bij stationair toerental bij dit voertuig worden uitgevoerd? a. Benzine. b. Benzine en LPG. c. LPG. De meting van het koolmonoxide bij stationair toerental hoeft alleen uitgevoerd te worden bij de hoofdbrandstof. Dit is de enig vermelde, of de eerst vermelde brandstof in het kentekenregister. 29. Bij een bedrijfsauto met dieselmotor en DET 23 februari 2006, geeft de scantool tijdens de verplichte EOBD-controle de code P 0505 aan. De overige te controleren aspecten van de EOBDcontrole zijn akkoord Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Afkeuren. b. Een roetmeting uitvoeren. Indien bij de verplichte EOBD-controle blijkt dat er P-codes aanwezig zijn in het EOBD, anders dan genoemd in de aanvullende permanente eisen, dan moet er een emissietest van de uitlaatgassen worden uitgevoerd. c. Goedkeuren. d. Goedkeuren, en een reparatieadviespunt op het keuringsrapport vermelden. 30. Welke van de volgende beweringen over de roetmeting bij een lichte bedrijfsauto, waarvan er geen gegevens in het kentekenregister over de motor bekend zijn, is/zijn waar? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. De maximum k-waarde voor een voertuig zonder drukvulling is altijd 2.5 m -1. b. De maximum k-waarde voor een voertuig met drukvulling is altijd 3.0 m -1. c. Minimum stationair toerental ingesteld in de roetmeter is 500 omw/min. d. Maximum stationair toerental ingesteld in de roetmeter is 1000 omw/min. Het min. Stat. toerental is 400 omw/min, het max. stat. Toerental is 1000 omw/min. Voertuigen met een DET na 30 juni 2008 mogen een maximum k-waarde hebben van 1.5 m -1.

31. Welke voertuigen met een dieselmotor zijn vrijgesteld van de roetmeting? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Voertuigen met een comprex-lader. Voertuigen met een comprex-lader en voertuigen die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1980 zijn vrijgesteld van de roetmeting. b. Voertuigen die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1980. Voertuigen met een comprexlader en voertuigen die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 1980 zijn vrijgesteld van de roetmeting. c. Voertuigen met een gereviseerde brandstofpomp. 32. Voertuig: personenauto Brandstof: benzine Emissiebestrijdingssysteem: ja (katalysator + lambdasonde) DET: 6 juni 1997 Welke maximale waardes gelden voor dit voertuig, bij het uitvoeren van de CO meting bij stationair toerental, en de CO en lambdameting bij verhoogd toerental? Beoordeel alle hieronder genoemde waardes. a. CO stationair 0,3 %. b. CO stationair 0,5 %. c. CO stationair 3,5 %. d. CO stationair 4,5 %. e. Geen maximum CO % bij stationair toerental. f. Verhoogd toerental: CO 0,2 %, Lambda tussen de 0,97 en 1,03. g. Verhoogd toerental: CO 0,3 %, Lambda tussen de 0,97 en 1,03. h. Geen meting bij verhoogd toerental. 33. Voertuig: personenauto Brandstof: benzine Emissiebestrijdingssysteem: nee DET: 10 oktober 1987 Welke maximale waardes gelden voor dit voertuig, bij het uitvoeren van de CO meting bij stationair toerental, en de CO en lambdameting bij verhoogd toerental? Beoordeel alle hieronder genoemde waardes. a. CO stationair 0,3 %. b. CO stationair 0,5 %. c. CO stationair 3,5 %. Voor dit voertuig geldt een maximum CO% van 3,5%. Er is geen meting bij verhoogd toerental verplicht voor dit voertuig. d. CO stationair 4,5 %. e. Geen maximum CO % bij stationair toerental. f. Verhoogd toerental: CO 0,2 %, Lambda tussen de 0,97 en 1,03. g. Verhoogd toerental: CO 0,3 %, Lambda tussen de 0,97 en 1,03. h. Geen meting bij verhoogd toerental.

34. Bij een personenauto met DET 02 januari 2009 en LPG als hoofdbrandstof is EOBD aanwezig. De MIL blijft ook bij lopende motor branden. Wat te doen bij een APK? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Je voert de EOBD-controle uit. b. Je voert geen EOBD-controle uit. Bij voertuigen met als hoofdbrandstof LPG wordt er geen EOBD-controle uitgevoerd. Je voert dan een emissietest van uitlaatgassen uit zoals dat gebruikelijk is bij voertuigen met een LPG-installatie en een DET vóór 1 januari 2006. c. Goedkeuren, een emissietest van de uitlaatgassen uitvoeren is hier niet vereist. d. Een emissietest van de uitlaatgassen uitvoeren. Bij voertuigen met als hoofdbrandstof LPG wordt er geen EOBD-controle uitgevoerd. Je voert dan een emissietest van uitlaatgassen uit zoals dat gebruikelijk is bij voertuigen met een LPG-installatie en een DET vóór 1 januari 2006. e. Goedkeuren, en een reparatieadviespunt op het keuringsrapport vermelden. 35. Voertuig: personenauto. Brandstof: parallel-hybride, benzine. Bij het uitlezen van het EOBD-systeem was de readiness-test niet afgerond. Emissiebestrijdingssysteem: ja DET: 10 oktober 2007. Welke maximale waardes gelden voor dit voertuig, bij het uitvoeren van de CO meting bij stationair toerental, en de CO en lambdameting bij verhoogd toerental? Beoordeel alle hieronder genoemde waardes. a. CO stationair 0,3 %. b. CO stationair 0,5 %. c. CO stationair 4,5 %. d. Geen meting bij stationair toerental. e. Verhoogd toerental: CO 0,2 %, Lambda tussen de 0,97 en 1,03. f. Verhoogd toerental: CO 0,3 %, Lambda tussen de 0,97 en 1,03. g. Geen meting bij verhoogd toerental. 36. Is het toegestaan als van een personenauto de rechtervoordeur alleen vanaf de buitenzijde is te openen? De hendel aan de binnenzijde functioneert niet. a. Nee. De rechtervoordeur moet van binnen en van buiten te openen zijn. De deuren die direct toegang geven tot de personenruimte moeten op normale wijze vanaf de binnenzijde en de buitenzijde kunnen worden geopend. b. Ja. De rechtervoordeur hoeft alleen van binnen of van buiten te kunnen worden geopend. c. Ja. Het is voldoende wanneer de rechtervoordeur goed sluit.

37. Om de rechtervoordeur van een personenauto te kunnen sluiten, moet je de deur optillen. Is dat acceptabel? a. Nee. Het goed sluiten van een deur houdt in dat ik hiervoor niet de deur moet hoeven optillen. De deuren van personenauto's moeten goed sluiten. Dat betekent dat dit op een normale wijze moet kunnen. Speling op de scharnieren is hierbij geen eis. b. Ja. Hoe de deur sluit maakt niet uit als deze maar sluit. c. Ja, behalve wanneer blijkt dat dit wordt veroorzaakt door te veel speling op de scharnieren. 38. Moet van een personenauto de sluiting van de motorkap worden beoordeeld? a. Nee. Aan de sluiting van de motorkap zijn geen eisen gesteld. b. Ja. De motorkap moet goed sluiten. Het slot en de scharnieren van de motorkap moeten een goede sluiting waarborgen. Het maakt niet uit aan welke zijde van het voertuig de motorkap zit. c. Alleen wanneer de motorkap aan de voorzijde zit, moet deze goed sluiten. 39. Aan de achterzijde van een personenauto zit een kofferdeksel. Moet de sluiting van deze kofferdeksel worden beoordeeld? a. Nee. Aan de sluiting van de kofferdeksel zijn geen eisen gesteld. b. Alleen wanneer de kofferdeksel aan de voorzijde zit, moet deze goed sluiten. c. Ja. De kofferdeksel moet goed sluiten. Het slot en de scharnieren van de kofferdeksel moeten een goede sluiting waarborgen. Het maakt niet uit aan welke zijde van het voertuig de kofferdeksel zit. 40. Aan de rechterzijde van een personenauto is een buitenspiegel aanwezig die gebarsten is. Moet deze spiegel worden afgekeurd? a. Ja. Als een rechterbuitenspiegel aanwezig is, moet deze ook heel zijn. b. Nee. Een rechterbuitenspiegel is nooit verplicht voor personenauto's en hoeft dan ook niet beoordeeld te worden. c. Alleen als de rechterbuitenspiegel verplicht is. Wanneer een rechter buitenspiegel verplicht is moet deze voldoen aan de eisen. 41. Een personenauto heeft in het directe gezichtsveld van de voorruit een verkleuring. Een denkbeeldig getrokken cirkel om de verkleuring heeft een diameter van 25 mm. Is dit toegestaan? a. Ja. De beschadiging is niet groter dan 30 mm. b. Nee. De beschadiging is groter dan 20 mm. In het directe gezichtsveld mogen verkleuringen worden toegestaan waarbij een denkbeeldig getrokken cirkel om de verkleuring niet groter mag zijn dan 20 mm. c. Nee. Verkleuringen in het directe gezichtsveld zijn helemaal niet toegestaan.

42. Een personenauto heeft in het indirecte gezichtsveld van de voorruit een kras zitten veroorzaakt door de ruitenwisser. De kras heeft een breedte van 4 mm. Is dit toegestaan? a. Ja. In het indirecte gezichtsveld is een kras van maximaal 5 mm toegestaan. In het indirecte gezichtsveld mogen krassen worden toegestaan met een breedte van maximaal 5 mm. b. Nee. In het indirecte gezichtsveld is een kras van maximaal 3 mm toegestaan. c. Nee. In het indirecte gezichtsveld zijn geen krassen toegestaan. 43. In de voorruit van een personenauto zit, volledig in het randvlak, een scheur met een vertakking. Is dit toegestaan? a. Ja, zolang deze het uitzicht maar niet belemmerd. b. Ja. In het randvlak van de voorruit is een vertakte scheur toegestaan. In het randvlak van de voorruit zijn beschadigingen en verkleuringen toegestaan. c. Nee. In het randvlak van de voorruit is geen vertakte scheur toegestaan. 44. Bij een personenauto zijn de ruitenwissers aangepast. In plaats van twee ruitenwissers is er maar een ruitenwisser in het midden van de voorruit geplaatst. Hoe te handelen bij een APK? a. Dit is niet toegestaan en moet dan ook afgekeurd worden. b. De eigenaar vragen naar een verklaring van de importeur waarin staat dat de wijziging is toegestaan. c. Je kijkt dan specifiek of je met deze ene ruitenwisser voldoende uitzicht hebt. De ruitenwisserinstallatie moet de bestuurder voldoende uitzicht geven. 45. Van een personenauto met een DET van 30 september 1996 zijn de voorste zitplaatsen verschuifbaar. Moet je het vergrendelmechanisme in 2 standen controleren? a. Ja. De vergrendeling van de zitplaats beoordeel je in minimaal 2 standen. b. Nee. Je hoeft de vergrendeling van de zitplaats alleen te beoordelen in de aangetroffen toestand. Indien de zitplaats in de stand waarin deze wordt aangetroffen vergrendeld is, wordt voldaan aan de eis ten aanzien van de vergrendeling. c. Nee. Je moet de vergrendeling van de zitplaats beoordelen in alle mogelijke standen. 46. Van een personenauto met een DET van 11 april 2004 zijn van de voorste zitplaatsen de rugleuningen in 5 posities verstelbaar. Je controleert de werking van het vergrendelmechanisme door de rugleuningen slechts in 2 posities te plaatsen. Is hiermee voldaan aan de controle van de werking van de verstelbare zitplaatsen? a. Nee. Je hoeft de vergrendeling van de rugleuning alleen te beoordelen in de aangetroffen toestand. Indien de rugleuning in de stand waarin deze wordt aangetroffen vergrendeld is, wordt voldaan aan de eis ten aanzien van de vergrendeling. b. Nee. Je moet de vergrendeling van de rugleuning beoordelen in alle mogelijke standen. c. Ja. De vergrendeling van de rugleuning beoordeel je in 2 standen.

47. Voertuigdelen van personenauto's die gevaar op kunnen leveren voor andere weggebruikers moeten voldoende zijn afgeschermd. Deze eis geldt niet voor voertuigdelen die zich op een bepaalde hoogte boven het wegdek bevinden. Hoeveel is die hoogte? a. 1,50 meter. b. 2,00 meter. De eis dat voertuigdelen voldoende moeten zijn afgeschermd geldt niet voor voertuigdelen die zich op meer dan 2,00 meter boven het wegdek bevinden. c. 2,50 meter. d. 3,00 meter. e. 3,50 meter. 48. Mag een driepuntsgordel op de achterbank van een personenauto vervangen zijn door een tweepuntsgordel? a. Ja. Wanneer een gordel verplicht aanwezig moet zijn, is niet aangegeven welke uitvoering dit moet zijn. b. Ja. Alleen als het om een niet verplichte gordel gaat. c. Ja. Alleen als het om een zitplaats achterin het voertuig gaat. d. Nee. Dit is minder veilig en dus ook niet toegestaan. 49. De gordels van de voorste zitplaatsen van een personenauto met een DET van 11 augustus 2005 zijn voorzien van gordelspanners. De gordelspanners maken onderdeel uit van de verplichte gordels. Moeten de gordelspanners voor de APK-keuring gecontroleerd worden op hun werking? a. Ja. Ze maken immers deel uit van de verplichte gordels. b. Nee. Er zijn geen nadere eisen gesteld aan gordelspanners. c. De werking zelf niet, maar de bijbehorende aanwezige waarschuwingsinrichting moet wel gecontroleerd worden. Gordelspanners maken deel uit van de gordel. Ze moeten dus deugdelijk zijn bevestigd. De werking wordt niet gecontroleerd. Van voertuigen met een DET van na 31 december 2003 controleer je wel of een aanwezige waarschuwingsinrichting hiervoor goed werkt. Indien de waarschuwingslamp blijft branden dient dit als reparatieadviespunt op het keuringsrapport te worden vermeld. 50. Wanneer mag bij een personenauto de rechterbuitenspiegel geheel ontbreken? a. Wanneer het voertuig een DET heeft van voor 26 januari 2010 en er voldoende zicht is naar achteren via de binnenspiegel. Bij personenauto's met een DET van voor 26 januari 2010 en voldoende zicht door de verplichte binnenspiegel is een rechterbuitenspiegel niet verplicht en mag deze dus ontbreken. b. Als de rechterbuitenspiegel beschadigd is. c. Als vanuit de bestuurderszitplaats naast het zicht door de binnenspiegel voldoende zicht mogelijk is aan de rechterzijde van het voertuig.

51. Bij een personenauto met een DET van 25 juli 2003 kan de linkerbuitenspiegel niet vanaf de bestuurderszitplaats worden versteld. Is dit bij de APK toegestaan? a. Dit is toegestaan wanneer het zijraam kan worden geopend om alsnog de spiegel te kunnen verstellen. b. Ja. De mogelijkheid tot verstellen vanaf de bestuurderszitplaats van de linkerbuitenspiegel is geen eis. Er worden in het geheel geen eisen gesteld aan de mogelijke verstelbaarheid van de linkerbuitenspiegel. c. Nee. De linkerbuitenspiegel moet met gesloten zijraam vanaf de bestuurderszitplaats kunnen worden versteld. 52. Bij het bepalen van toegestane beschadigingen in de voorruit van een personenauto worden onder andere beschadigingen in het randvlak beoordeeld. Wat wordt bij de voorruit gezien als randvlak? a. Dat is een rand van 10 cm breed langs de buitenrand van de voorruit. b. Dat is het gedeelte van de voorruit dat overblijft nadat het directe gezichtsveld is bepaald. c. Dat is het gedeelte van de voorruit dat niet wordt bestreken door de aanwezige ruitenwisser(s). d. Dat is het gedeelte van de voorruit dat overblijft nadat het directe en het indirecte gezichtsveld zijn bepaald. Eerst wordt het directe gezichtsveld bepaald, vervolgens het indirecte gezichtsveld en alles wat daarna aan ruitoppervlak overblijft, is het randvlak. 53. Een personenauto heeft in het directe gezichtsveld van de voorruit een vertakte scheur. Is dit bij de APK toegestaan? a. Ja. Een vertakte scheur mag in het directe gezichtsveld. b. Ja. Als de lengte van de vertakking maar niet meer is dan 20 cm. c. Nee. Een vertakte scheur is in het directe gezichtsveld niet toegestaan. Een enkelvoudige scheur is toegestaan. Bij een vertakking is er geen sprake meer van een enkelvoudige scheur. 54. Deze vraag gaat over de afscherming van de wielen aan een personenauto. Welke hierna volgende beweringen hierover is/zijn juist? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Wielen moeten goed zijn afgeschermd. De wielen en de banden van personenauto's moeten goed zijn afgeschermd, mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming steken en mogen niet aanlopen. Zolang vleugelmoeren geen gevaar op leveren voor de overige weggebruikers zijn deze toegestaan. b. Wielen mogen zijn voorzien van vleugelmoeren wanneer deze geen gevaar opleveren voor overige weggebruikers. De wielen en de banden van personenauto's moeten goed zijn afgeschermd, mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming steken en mogen niet aanlopen. Zolang vleugelmoeren geen gevaar op leveren voor de overige weggebruikers zijn deze toegestaan. c. Wielen mogen niet zijn voorzien van vleugelmoeren. d. Wielen mogen maximaal 40 mm buiten de aanwezige afscherming uitsteken.

55. Tijdens de keuring blijkt dat het rubber van het ruitenwisserblad aan het eind van de houder voor een deel los ligt. De werking en het zicht zijn voldoende. Wat is hier de juiste keuringsbeslissing? a. Afkeuren. b. Goedkeuren. Je keurt de ruitenwisserinstallatie af als door de verminderde werking het gezichtsveld sterk verslechterd. 56. Je controleert de werking van de installatie ter ontdooiing en ontwaseming. Wanneer is de werking van de ontwaseming voldoende aangetoond? a. Als de aanjager op minimaal één stand werkt en je een luchtstroom voelt. Je moet een geforceerde luchtstroom voelen, dus minimaal één stand is voldoende. De luchtstroom hoeft niet persé warm of koud te zijn. b. Als de aanjager op alle standen werkt en je een warme luchtstroom voelt. c. Als de aanjager op minimaal één stand werkt en je een warme luchtstroom voelt. 57. Mag de originele (defecte) bediening van de hoorn op het stuur zijn vervangen door een drukschakelaar op het dashboard? a. Ja. Er moet sprake zijn van een goed werkende hoorn met een vaste toonhoogte. Er zijn geen eisen opgesteld voor de bediening daarvan. b. Nee. 58. Bij de controle van de geluidssignaalinrichting constateer je twee hoorns die tegelijk werken. Ze hebben een vaste toonhoogte. Is dit toelaatbaar? a. Ja. Een samenstel van zodanige, tegelijk werkende hoorns wordt als één hoorn beschouwd. Dit is dus toelaatbaar mits er sprake is van een vaste toonhoogte. b. Nee. 59. Een personenauto met een DET van 21 juli 2005 is niet voorzien van een constructieplaat waarop de maximum toegestane aslasten staan vermeld. Is dit acceptabel? a. Ja, er hoeft voor dit voertuig geen constructieplaat aanwezig te zijn. Er zijn voor dit voertuig geen eisen gesteld aan de aanwezigheid van een constructieplaat. b. Nee, er moet voor dit voertuig een constructieplaat aanwezig zijn. 60. Een scheur in een stofhoes van een fuseekogel is gerepareerd met kit. Hierdoor dicht de hoes weer af. Is dit toegestaan? a. Ja. De stofhoes van de fuseekogel moet afdichten en dat is hier het geval. Let er wel op dat de stofhoes ook deugdelijk is bevestigd. b. Nee.

61. Op een fuseepen zijn meerdere spelingseisen als gevolg van slijtage van toepassing. Welke zijn dit naast de oorspronkelijke speling? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. 1,5 mm radiale speling in bovenste en onderste draaipunt samen. b. 2,0 mm radiale speling in bovenste en onderste draaipunt samen. Fuseepennen, - lageringen en - bussen mogen, naast eventuele oorspronkelijke speling, door slijtageverschijnselen in radiale richting niet meer speling hebben dan: 1,5 mm in het bovenste of onderste draaipunt, en 2,0 mm in het bovenste en onderste draaipunt samen. De axiale speling mag niet meer zijn dan 1 mm naast de oorspronkelijke speling. c. 0,5 mm axiale speling. d. 1,0 mm axiale speling. Fuseepennen, - lageringen en - bussen mogen, naast eventuele oorspronkelijke speling, door slijtageverschijnselen in radiale richting niet meer speling hebben dan: 1,5 mm in het bovenste of onderste draaipunt, en 2,0 mm in het bovenste en onderste draaipunt samen. e. 1,5 mm axiale speling. f. 1,0 mm radiale speling in bovenste of onderste draaipunt. g. 1,5 mm radiale speling in bovenste of onderste draaipunt. Fuseepennen, - lageringen en - bussen mogen, naast eventuele oorspronkelijke speling, door slijtageverschijnselen in radiale richting niet meer speling hebben dan: 1,5 mm in het bovenste of onderste draaipunt, en 2,0 mm in het bovenste en onderste draaipunt samen. h. 2,0 mm radiale speling in bovenste of onderste draaipunt. 62. Op hoeveel meter afstand moeten de letters en cijfers van het kentekennummer op de voorste kentekenplaat van een personenauto leesbaar zijn? a. 10 meter. b. 15 meter. c. 20 meter. De letters en cijfers van het kenteken moeten goed leesbaar zijn vanaf een afstand van 20 meter vóór en achter het midden van het voertuig. d. 25 meter. 63. Je constateert bij een voertuig dat de stofhoes van de aandrijfas is losgeschoten. De homokinetische koppeling van de aandrijfas is zichtbaar, maar niet beschadigd. Is dit toelaatbaar? a. Ja. b. Nee. Stofhoezen van aandrijfassen moeten deugdelijk zijn bevestigd en mogen niet zodanig zijn beschadigd dat de hoezen niet meer afdichten.

64. Een lichte bedrijfsauto heeft een aandrijfas met een kruiskoppeling. De kruiskoppeling heeft een zichtbare axiale speling op het naaldlager van 0,4 mm. Is dit voor APK toegestaan? a. Nee, zichtbare speling op de kruiskoppeling is niet toegestaan. b. Nee, voelbare speling op de kruiskoppeling is niet toegestaan. c. Ja, zolang er nog sprake is van deugdelijk aandrijving is dit goed. Als de aandrijving en de bevestiging daarvan deugdelijk zijn voldoet het voertuig aan de eisen. d. Ja, mits de aandrijfas op zijn plaats blijft. 65. Van een lichte bedrijfsauto mag de flexibele koppeling van de aandrijfas voor.. (welk antwoord is juist) zijn doorgescheurd. Voorwaarde is dan wel dat de aandrijfas op de plaats blijft. a. 0 procent. b. 25 procent. c. 50 procent. d. 100 procent. Een flexibele koppeling mag volledig zijn doorgescheurd, dus 100%. De aandrijfas moet op zijn plaats blijven. 66. Een voertuig heeft een afneembare koppelingskogel. De kogel ligt los in de kofferbak. Hoe moet er gehandeld worden? a. Ik beoordeel de koppelinrichting zonder de koppelingskogel. Een niet gemonteerde koppelingskogel wordt buiten beschouwing gelaten bij de controle van de koppelinrichting. b. Ik meet alleen de kogeldiameter op. c. Ik monteer de koppelingskogel, beoordeel de bevestiging en meet de kogeldiameter. 67. Een personenauto heeft een trekhaak. Op een trekhaakkogel is een dop gemonteerd die niet kan worden losgenomen tijdens de keuring. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. U keurt het voertuig af en vermeldt de code O05 in het afmeldscherm. Het niet kunnen verwijderen van de dop is een afkeur. Bepaalde aspecten kunnen hierdoor niet bij de APK keuring beoordeeld worden. Dit is echter wel noodzakelijk. b. U keurt het voertuig goed en vermeldt de code O05 in het afmeldscherm. c. U keurt het voertuig goed. Bij het niet kunnen verwijderen van de dop blijven de niet te controleren buiten de beoordeling van het voertuig. In het afmeldscherm vermelden we niets.

68. Een BE trekker heeft een 2 inch schotelkoppeling. Welke hulpmiddelen heb je nodig om deze koppeling op speling en onvlakheid te controleren? Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Hulpstuk waarmee je eventuele speling in de sluitinrichting zichtbaar en meetbaar kunt maken. Om de onvlakheid te meten heb je een stalen rei van ten minste 0,90 m nodig. Om de speling zichtbaar en meetbaar te maken in de sluitinrichting van een 2 inch koppelingsschotel heb je een hulpstuk nodig. In de regelgeving zijn de eisen voor de hulpmiddelen voor een koppeling van een BE trekker opgenomen bij 'Algemene informatie voor de uitvoering van de APK. b Stalen rei van minimaal 0,90 m. Om de onvlakheid te meten heb je een stalen rei van ten minste 0,90 m nodig. Om de speling zichtbaar en meetbaar te maken in de sluitinrichting van een 2 inch koppelingsschotel heb je een hulpstuk nodig. In de regelgeving zijn de eisen voor de hulpmiddelen voor een koppeling van een BE trekker opgenomen bij 'Algemene informatie voor de uitvoering van de APK'. c. Stalen rei van minimaal 0,60 m. d. De koppeling van een BE trekker controleren we niet op speling en onvlakheid. Er zijn in de erkenningseisen alleen hulpmiddelen opgenomen voor een koppeling van een voertuig met een toegestane maximummassa boven de 3500 kg. 69. Je keurt een lichte bedrijfsauto uit 2002. Het controlelampje van de airbag blijft branden. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Ik keur het voertuig goed en vermeld een reparatieadviespunt. b. Ik keur het voertuig goed en vermeld een adviespunt. c. Ik keur het voertuig af en vermeld een afkeurpunt. d. Ik keur het voertuig af en vermeld een reparatieadviespunt. e. Ik keur het voertuig goed en vermeld verder niets. Een reparatieadviespunt is geen afkeurpunt. Het is een advies om een airbag of gordelspansysteem die niet functioneert direct te repareren. Bij een voertuig van na 31 december 2003 wordt hiervan een reparatieadviespunt op het rapport vermeld. 70. Je keurt een lichte bedrijfsauto. In het kentekenregister zie je dat de toegestane maximummassa 3500 kg bedraagt. Tevens is in het kentekenregister een waarde vermeld voor de afstandsmaat van de voorzijde van het voertuig tot het hart van de koppeling. Op de bedrijfsauto is geen koppeling gemonteerd. Is dit toegestaan? a. Ja, dat is toegestaan. Bij bedrijfsauto's met een toegestane maximummassa van ten hoogste 3500 kg is de aanwezigheid van een aanhangwagenkoppeling geen controle-item. Uiteraard moet de technische staat wel beoordeeld worden wanneer er een koppeling aanwezig is. b. Ja, maar alleen als ook de luchtaansluitingen zijn verwijderd. c. Nee. Als er een maat wordt gegeven moet ook de koppeling aanwezig zijn.

71. Je constateert tijdens de keuring dat een tandgedeelte van het ringwiel van het ABS-systeem afgebroken is. Het waarschuwingslampje van het ABS gaat na het inschakelen van het contact aan en vervolgens weer uit. Is dit toelaatbaar? a. Ja. b. Nee. Het afgebroken gedeelte van een tand is niet toelaatbaar. De onderdelen van het ABS moeten aan dezelfde eisen voldoen als de andere onderdelen van het remsysteem. Dit houdt dus in dat de onderdelen: - deugdelijk moeten zijn bevestigd - geen ernstige corrosie mogen vertonen - niet mogen zijn beschadigd, gescheurd of gebroken - geen lekkage mogen vertonen 72. Je wilt controleren of er voldoende remvloeistof in het reservoir aanwezig is. Het reservoir is afgeschermd door een kap, die zonder gereedschap is te verwijderen. Hoe te handelen? a. De kap losmaken om het remvloeistofniveau te controleren. Je moet het niveau van de remvloeistof controleren. Als er een kap overheen is geplaatst en deze is zonder gereedschap te demonteren, dan moet je deze losmaken. b. Niets, als het reservoir is afgeschermd, dan voer je de controle niet uit. 73. Je controleert de remkrachtregelaar. Bij een niet-draaiende motor zie je de remkrachtregelaar niet bewegen, bij een draaiende motor wel. Wat is je keuringsbeslissing? a. Afkeuren. b. Goedkeuren. De remkrachtregelaar controleer je met een draaiende motor en eventueel de as ontlast. Bij het intrappen van de rem moet de remkrachtregelaar vervolgens in beweging komen. c. Goedkeuren met adviespunt. 74. Wat is de minimale remvertraging en de maximale pedaalkracht om aan de remvertragingseisen te voldoen voor een lichte bedrijfsauto met DET 6 juli 1994? a. 4,0 m/s² bij max. 500 N. b. 4,0 m/s² bij max. 700 N. Lichte bedrijfsauto's die in gebruik zijn genomen na 30 juni 1967 tot 1 januari 1998 moeten een bedrijfsrem hebben die een remvertraging behaalt van ten minste 4,0 m/s² bij max. 700 N. c. 5,2 m/s² bij max. 500 N. d. 5,2 m/s² bij max. 700 N.

75. Bij het vaststellen van de maximale remkrachten van een voertuig constateer je dat remkrachten voor het linker achterwiel schommelen tussen 1000 en 1200 N. Welke waarde geldt er bij het vaststellen van de remkrachten? a. 1000 N. b. 1100 N. Als de remkracht op een wiel tussen twee waarden schommelt, dan gebruik je het gemiddelde van de minimale en maximale waarden: 1100 N. c. 1200 N. d. 2200 N. 76. Bekijk de volgende gegevens: Lichte bedrijfsauto; DET 22 juli 1988 Relatieve beremming 38%; Pedaalkracht op de voorste as 680 N Wat is de juiste keuringsbeslissing over de remwerking? a. Remwerking voldoet. b. Remwerking voldoet niet. c. Remproef op de weg nodig. Voor dit voertuig geldt bij een relatieve beremming onder de 40% en een pedaalkracht onder de 700 N dat er een remproef op de weg nodig is om tot een oordeel te kunnen komen. 77. Bij een personenauto zijn de behaalde remkrachten aan de achterwielen links 1100 N en rechts 800 N. Is dit verschil in remkrachten op één as toelaatbaar? a. Ja. Het verschil in remkrachten tussen de wielen op één as mag niet meer bedragen dan 30% van de hoogst gemeten remkracht. Bij dit voertuig is het verschil (afgerond) 27%. b. Nee. 78. Je controleert de parkeerrem van een personenauto met: DET 15 oktober 1998; Massa ledig voertuig 880 kg. De parkeerrem werkt op de wielen van de achteras. Je constateert links een remkracht van 1200 N en rechts een remkracht van 100 N. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Goedkeuren, de vertraging is voldoende. De vertraging is voldoende: 1200 N +100 N / 980 = 1,33 m/s². De handrem werkt op beide wielen. De geringe werking van de handrem op het rechterwiel vermeld je niet als adviespunt. b. Afkeuren, het wiel aan de rechterkant remt niet voldoende. c. Goedkeuren en adviespunt noteren op het keuringsrapport.

79. Je constateert op de platenbank bij een personenauto de volgende waarden voor de remwerking van de wielen op de vooras van een voertuig: Remproef 1: - links 1400 N - rechts 2150 N Remproef 2: - links 1800 N - rechts 2300 N Wat is de juiste conclusie met betrekking tot het remverschil? a. Afkeuren. b. Extra remproef nodig, want het verschil tussen links en rechts is in beide proeven meer dan 30%. c. Extra remproef nodig, want het verschil tussen links en rechts is in proef 1 meer dan 30% en in proef 2 minder dan 30%. Het verschil in remwerking tussen links en rechts is bij de eerste proef meer dan 30% en bij de tweede proef minder dan 30%. Een extra remproef is daarom nodig. d. Goedkeuren. 80. Als we twijfels hebben over het remsysteem doen we een drukproef met een kracht van... en gedurende sec. a. 700 N gedurende 10 sec. Een drukproef doen we alleen als we twijfels hebben over de deugdelijk van het remsysteem. Als we besluiten om een drukproef te doen, dan trappen we het pedaal langzaam in tot een kracht van 700 N en deze kracht wordt gedurende 10 sec uitgeoefend. b. 500 N gedurende 10 sec. c. 700 N gedurende 30 sec. d. 500 N gedurende 30 sec. 81. Het rempedaal mag, tijdens het intrappen, niet door een aanslag worden beperkt. De controle hiervoor bestaat uit het systeem onder druk te zetten met een pedaalkracht van ten hoogste..newton. a. 700 N. Om het remsysteem te controleren of het door een aanslag wordt beperkt, zetten we het remsysteem onderdruk met een pedaalkracht van ten hoogste 700 newton. b. 600 N. c. 500 N. d. 400 N.

82. Het reservoir van het hydraulische remsysteem moet zijn voorzien van voldoende remvloeistof. Hoe moet dit gecontroleerd worden? a. Visueel controle van het remvloeistofniveau, waarbij de remvloeistofvlotter bediend wordt. Het lampje op het dashboard moet gaan branden. b. Visueel controle, waarbij het remvloeistof zich niet onder de minimumaanduiding mag bevinden. De controle van het remvloeistofreservoir doen we Visueel, waarbij we kijken of er voldoende remvloeistof aanwezig en het niveau zich niet onder de minimumaanduiding bevindt. c. Visueel controle van het remvloeistofniveau waarbij het lampje op contact moet gaan branden en bij het starten van de motor moet het lampje uitgaan. d. Visueel controle van het remvloeistofniveau, waarbij met de handrem bediening het lampje moet gaan branden en bij het lossen van de handrem moet het lampje uit gaan. e. Visueel controle van het remvloeistofniveau, waarbij met de controle van het lampje plaatsvindt door bediening van de handrem, bediening van de vlotter of de schakeling via contact te controleren. 83. Personenauto met DET 2 februari 1998. De relatieve beremming op een rollenremtestbank is 48%. De pedaalkracht op de vooras waarbij de bank afslaat is 450 N. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Afkeuren, de vertraging is minder dan 52% relatieve beremming. b. Er is geen keuringsbeslissing mogelijk op basis van deze gegevens. Een remproef op de weg moet uitsluitsel geven. Op basis van deze gegevens is een keuringsbeslissing niet mogelijk een remproef op de weg moet leiden tot een keuringsbeslissing. c. Goedkeuren zonder aanvullende voorwaarde. 84. Hoeveel bedraagt de minimale vereiste remvertraging van de parkeerrem van een personenauto. De DET van het voertuig is 30 januari 1969? a. Als de parkeerrem op beiden wielen werkt in voor en achterwaartse richting is aan de vertragingseisen voldaan. b. 1,0 m/s². c. 1,2 m/s². De vertraging van de parkeerrem van een personenauto met een DET na 30 juni 1967 moet een vertraging hebben van ten minste 1,2 m/s². d. 2,6 m/s². 85. Hoeveel bedraagt de minimale vereiste remvertraging van de bedrijfsrem van een personenauto. De DET van het voertuig is 30 januari 1966? a. 3,8 m/s². De vertraging van de bedrijfsrem van een personenauto met een DET voor 01 juli 1967 moet een vertraging hebben van ten minste 3,8 m/s². b. 4,0 m/s². c. 4,5 m/s². d. 5,2 m/s².

86. Een personenauto is uitgevoerd als kampeerwagen (toegestane maximummassa 2900 kg en DET 25 maart 1997). Je constateert een remvertraging van 4,6 m/s² bij een pedaalkracht van 650 N. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Afkeuren. b. De pedaalkracht is te hoog, er moet nog een keer geremd worden met de juiste pedaalkracht. c. Goedkeuren. Kampeerwagens, ambulances en lijkwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 2500 kg moeten zijn voorzien van een bedrijfsrem met een vertraging van minimaal 4,5 m/s² bij een pedaalkracht van niet meer dan 700 N. 87. De remvertraging van een personenauto DET 6 augustus 2001 met als inrichting ambulance met een toegestane maximummassa van 2750 kg bedraagt m/s² bij een pedaalkracht van niet meer dan N. a. 3,8 m/s² bij pedaalkracht van 700N. b. 4,0 m/s² bij pedaalkracht van 700N. c. 4,5 m/s² bij pedaalkracht van 500N. d. 4,5 m/s² bij pedaalkracht van 700N. De vertraging van de bedrijfsrem van een personenauto met als inrichting ambulance, moet een vertraging halen van ten minste 4,5 m/s² bij een maximale pedaalkracht van 700N. e. 5,2 m/s² bij pedaalkracht van 500N. f. 5,2 m/s² bij pedaalkracht van 700N. 88. Bij controle blijkt dat een remschijf behoorlijk is afgesleten en dat de slijtage zeker over de slijtagegrens van de fabrikant zit. Er is nog geen kans op breuk. Wat is de juiste keuringsbeslissing over de remschijf? a. Afkeuren. b. Goedkeuren. Er is nog geen kans op breuk dus de remschijf moet je goedkeuren en eventueel een adviespunt vermelden op het keuringsrapport. De gegevens van de fabrikant over de minimale dikte van de remschijf gebruik je niet tijdens een keuring. c. Dit is nu nog niet te zeggen, eerst zal de dikte opgemeten moeten worden. 89. Personenauto met een DET 2 maart 2012. De relatieve beremming op een rollenremtestbank is 43%. De pedaalkracht op de vooras waarbij de bank afslaat is 390 N. Wat is de juiste keuringsbeslissing? a. Afkeuren, de vertraging is minder dan 45% relatieve beremming en de pedaalkracht is daarbij beneden de 400N. b. Er is geen keuringsbeslissing mogelijk op basis van deze gegevens. Een remproef op de weg moet uitsluitsel geven. Op basis van deze gegevens is een keuringsbeslissing niet mogelijk een remproef op de weg moet leiden tot een keuringsbeslissing c. Goedkeuren, de bank slaat af beneden de 400N dit resulteert altijd in een goedkeur.

90. Beoordeel de volgende uitspraken: Uitspraak 1: hittescheuren in een remschijf zijn niet toegestaan. Uitspraak 2: doorlopende scheuren in een remschijf zijn niet toegestaan. Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Uitspraak 1 is niet juist. Hittescheuren in een remschijf zijn toegestaan. Doorlopende scheuren in een remschijf zijn echter niet toegestaan. b. Uitspraak 1 is juist. c. Uitspraak 2 is niet juist. d. Uitspraak 2 is juist. Hittescheuren in een remschijf zijn toegestaan. Doorlopende scheuren in een remschijf zijn echter niet toegestaan. 91. Beoordeel de volgende uitspraken over een personenauto: Uitspraak 1: de parkeerrem van een personenauto met een DET van 12 december 1965 moet een remvertraging behalen van minimaal 1,0 m/s². Uitspraak 2: de bedrijfsrem van een personenauto met een DET van 2 september 1967 moet een remvertraging behalen van minimaal 3,8 m/s². Meer dan één antwoord is mogelijk. a. Uitspraak 1 is juist. Een parkeerrem van een lichte personenauto die in gebruik is genomen voor 1 juli 1967 moet een remvertraging behalen van ten minste 1,0 m/s². Een bedrijfsrem van een personenauto die in gebruik is genomen na 30 juni 1967 moet een remvertraging behalen van ten minste 5,2 m/s². b. Uitspraak 1 is niet juist. c. Uitspraak 2 is juist. d. Uitspraak 2 is niet juist. Een parkeerrem van een lichte personenauto die in gebruik is genomen voor 1 juli 1967 moet een remvertraging behalen van ten minste 1,0 m/s². Een bedrijfsrem van een personenauto die in gebruik is genomen na 30 juni 1967 moet een remvertraging behalen van ten minste 5,2 m/s².