Danken en delen onder de vleugels van Israëls God. Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters,

Vergelijkbare documenten
Bijbel voor Kinderen presenteert RUTH: EEN LIEFDES- VERHAAL

RUTH: EEN LIEFDES- VERHAAL

DE DIENST VAN HET WOORD. Gebed bij de opening van het Woord. Inleiding bij het thema

Liturgie Emmen, 16 november 2014 /aangepaste dienst Thema: Ruth hoort er helemaal bij!

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Bij : Ruth 4 en Mattheüs 1 : 1 t/m 5b

Ruth 1. Ruth en Noömi

Welk persoon uit het geslacht van Elimelech komt in beeld?


Waarom een Zondagboek?

Kinder-Dankdagdienst

Ochtenddienst 2 juli 2017

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Lucas 12, Bidstond voor gewas en arbeid. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Ruth 2, 8-17, Middagdienst

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Zondag 28 en 29 Ochtenddienst / H. Avondmaal. Broeders en zusters,

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

RUTH: EEN LIEF- DESVERHAAL

Welkom in de Hoeksteen. Voorganger: ds. H.J.J. Pomp

Thema: In kruiken en kannen (2 Koningen 4:1-7)

Marcus 14,22 Jezus deelt zichzelf uit aan zwakke mensjes

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

Welkom in de Hoeksteen


Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

Samen één in de liefde van Christus

Liturgie voor de biddag op woensdag 14 maart 2018

Welkom bij de Kinder-Dankdagdienst. Alles geef ik U!

Maatwerk in de kerk. Renatakerk Christelijke Gereformeerde Kerk Enschede Oost

ORDE VAN DIENST Zondag 8 november 2015, 9.30 uur. Kerkelijk Centrum Het Anker. Viering Heilig Avondmaal. Voorganger: Ds. J.A.

Zondagmorgen 10 januari

Eredienst 06 mei :00 Voorganger: ds. H. van den Berg

Dooponderwijs en -vragen (aangepast) Presentatie Geliefde broers en zussen, jullie willen heel graag dat jullie kinderen worden gedoopt!

Gemeente van Christus, gasten,

Voor de dienst zingen we:

Biddag Brouwershaven

Eredienst 2 juli :00 uur Voorganger: Ds. J.W. Boerma

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

Liturgie voor de biddag op woensdag 14 maart 2018

Goede buren, eerlijk delen

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Johannes 4, 12 en zondag 21b Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

Liturgie voor de Biddag. Wat vraag jij?

Liturgie voor zondagochtend 21 augustus in de Westerkerk te Veenendaal

Psalm 147 Loof God en leef met God

Nada te turbe Laudate Omnes gentes

Waarom is het evangelie van Johannes geschreven?

Efeziërs 4 en NGB 27 Leerpreek: Wat is de kerk?

Lezen : Psalm 103. Opwekking 407 Psalm 103 : 5, 6 en 7 Gezang 115 : 1 en 2 Lied 460 : 1, 2, 3 en 4

De Bijbel open (16-11)

Dankbaarheid. Opening. 6 november 2015 De Wijngaard DANKDAG VOOR GEWAS EN ARBEID. Diaconale dienst

Jeugddienst 1 oktober 9.30 uur Vrouw met de kruik

LITURGIE. openluchtdienst 28 juni uur. thema: Jij en die ander

Oecumenische Viering. 20 augustus, 2017, Grote of St. Gudulakerk

Lied op de drempel: Welkom mensen (tekst: Piet Schelling; melodie: ELB, lied 218 = Samen in de naam van Jezus )

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Exodus 35:4-36:7 Bijdrage voor de bouw van de tabernakel. Zondag 20 januari 2013 Thema: Je geld of

Wij belijden één geloof en één Heer ; zijn geroepen tot één hoop, tot Uw eer. Heer, geef vrede die ons samenbindt. Vader, maak ons één!

Orde voor de voortzetting van het heilig Avondmaal


Lees : Mattheüs 25:14-30

Dinsdag Subthema Gods trouwe zorg. Lezen: Psalm 104:1-18. Psalm 104:17 Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennenbomen.

Ochtendviering Heilig Avondmaal, 17 september 2017, 9.30 uur, KCHA, ds. J.A. Antonides.

Preek over Psalm 67. Liturgie:

Liturgie zondag 24 februari H.A viering Thema: Dan zal rouw veranderen in vreugde

Een boekje over God. voor jou!

De dienst van Schrift en Tafel van 19 februari 2017, het gedeelte van de avondmaalsviering 6 e zondag na Epifanie/Septuagesima.

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

z21.12 Rinze IJbema - Zondag 21

Thema: Jij telt mee!

Ruth 2 Aan tafel bij Jezus smaakt naar meer avondmaalsdienst

Liturgie 23 juni bevestiging ambtsdragers

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Liturgie 30 april 2017

ONZE HEMELSE VADER ZORGT VOOR ALLE DINGEN

Zondag 21 oktober Zuiderkerk. Voorganger: ds Harmen Jansen Organist: E. Bremer. Orgelspel. Welkom. Zingen: lied 217 vers 1, 3, 4 en 5

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Lied voor de dienst, uit de bundel van Johannes de Heer, 94: 1,2,3,4 Heer ik kom tot u

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

VIERENDE GEMEENSCHAP...

Handelingen 2. Hand. 2: 36-eind HSV

Johannes 6,1-15 We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Filippenzen 1. Begin van de brief

Orde III Schrift, zegen en gebed

BLIJF IN DE HERE! Liturgie:

Eucharistie met ziekenzalving

Gemeente, jongens en meisjes, Wat hebben jullie een prachtig onderwerp uitgekozen. Een gave Geest! De Heilige Geest is zelf een gave.

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Vertrouwen. Jeugddienst zondag 12 februari Organist: Irma Zuur Pianist: Tinie van der Stelt Georganiseerd door: Jeugdkerk

Welkom bij de Kinder-Biddagdienst. Vertel het maar

Lieve mensen, gemeente van onze Heer Jezus Christus

Christendom. Wat uit dit geloof spreekt je aan?

ORDE VAN DIENST VOOR DE OPNAME VAN EEN KIND IN DE VOLLEDIGE GEMEENSCHAP VAN DE KATHOLIEKE KERK

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Preek Oogstdienst Eerlijk delen

Welkom bij de Kinder-Biddagdienst

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel.

Transcriptie:

Schriftlezing: Ruth 2; Handelingen 2:41-47 Tekst: Ruth 2 Ps. 65:1,5,6 Ps. 36:2 Lb. 350:1,2,3,4 Ps. 67:1,2,3 Ps. 145:1,4,5 Gehouden te: Baflo, 03-11-10 (19.30 u.) Thema: Danken en delen onder de vleugels van Israëls God. Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, Hebben jullie lekker gegeten vanavond, jongens en meisjes? Wat hebben jullie gehad, brood of warm eten? Ik denk, dat de meesten van jullie warm gegeten hebben. In elk geval, wanneer je vader de hele dag gewerkt heeft of wanneer je oudere broers of zussen pas vanmiddag zijn thuis gekomen van school. Eén ding weet ik in elk geval wel zeker: Er was genoeg te eten bij ons allemaal. Misschien is er nog wel wat overgebleven. Bij het eten danken we de Heer altijd voor wat Hij ons heeft gegeven. Jullie hebben vast ook je gebedje opgezegd: Heer, ik dank U voor dit eten. Om Jezus wil. Amen. Wij danken voor ons eten. Op school doen jullie dat ook. Elke dag. Elke dag danken we God voor eten, drinken en voor wat Hij geeft. Maar één dag in het jaar is het dankdag. En dat is vandaag, de eerste woensdag in november. Dankdag voor gewas en arbeid noemen we dat. We gaan de Heer dan bedanken voor alles wat Hij heeft laten groeien op het land. Voor het gras, het koren, de aardappels, de groente en de maïs en nog veel meer. We gaan Hem bedanken, dat de vaders en de moeders werken konden. Dat God zijn zegen over ons werk wilde geven. Misschien hebben jullie daar op school ook over gepraat, misschien versjes over geleerd. En vanavond vieren we dankdag met de hele gemeente. We zingen voor de Heer, we bidden en danken. We konden ook wat meenemen voor de arme mensen, voor de voedselbank bij voorbeeld. Kan elke zondag trouwens, elke keer als we in de kerk komen. En vrijdag en zaterdag is er in het dorp de voedselactie van Dorcas. In deze week van dankdag. We hebben veel gekregen van God. Allemaal gaven. Maar we hebben het gekregen om te delen. Dat zeggen we tegen elkaar. Dat zeggen we ook tegen God en we danken Hem. Je kunt daar een bepaald gebaar bij maken. Een gebaar met open handen. Gekregen om te delen. (Gebaar maken en nog een keer herhalen!) Niet zo, graaien en pakken en in je zak stoppen. Maar zo: krijgen om het weer door te geven en uit te delen. Geld, eten en nog meer. Maar altijd open handen. Danken Ruth02 1

met open handen. Want we krijgen het van God. Zulk danken gaat niet vanzelf. Dat leer je van God de Heilige Geest. Hij zegt het ons en Hij doet het ons voor. De HEER zegt niet alleen: Zo moet het. Maar ook: Zo gaat het. Daar ga Ik door mijn Geest voor zorgen. Dat lezen we in de Bijbel o.a. in het verhaal van Ruth. Dat bijbelverhaal heb ik gekozen om te lezen en uit te preken vanavond. Ik wil de boodschap als volgt voor u samenvatten: Danken en delen onder de vleugels van Israëls God. We letten op 2 dingen: 1. danken voor Gods zegen, 2. delen van Gods gaven. 1. Danken voor Gods zegen. Ruth is een buitenlandse vrouw. Ze komt uit Moab. Wat komt zij doen in Israël? Misschien hebben sommige mensen in Betlehem en omstreken dat wel gevraagd. Dat vragen de mensen tegenwoordig ook. Wat doen al die buitenlanders hier toch? Die vluchtelingen en asielzoekers? Wat moeten ze hier? Sommige mensen willen ze het liefst zo snel mogelijk weer kwijt. Ja, wat komt Ruth doen in Israël? Goeie vraag. Boaz geeft het antwoord op die vraag. Hij zegt het zelf als hij met Ruth praat: Jij hebt een toevlucht gezocht onder de vleugels van de Heer, de God van Israël. Want Ruth heeft er bewust en volhardend voor gekozen om bij Israël te horen. En bij de God van Israël. Daar heeft haar schoonmoeder Noömi haar niet van kunnen afbrengen. Zij drong er bij Orpa en Ruth op aan: Ga alsjeblieft maar weer terug naar je eigen land, naar je eigen vader en moeder. Want ik heb je niets meer te bieden. Ik ben een arme weduwe. Een man heb ik niet meer. Mijn zoons zijn ook gestorven. Waarom zou je met mij meegaan naar mijn land en mijn volk? Orpa ging, vertelt de Bijbel. Maar Ruth laat zich niet ompraten. Zij houdt vol: Ik ga met u mee. Uw volk is mijn volk, uw God is mijn God. Ik ga met u mee tot de dood ons zal scheiden. Ik ga mee naar Israël. Want ik wil horen bij de God van Israël. Ruth is gaan geloven in de HEER. Dat is een groot wonder. Want het was niet zo best gesteld in Israël. Het was de tijd dat de rechters het volk leidden. Een slechte tijd. Ieder deed wat goed was in eigen ogen. Net als vandaag in onze wereld. En met het gezin van Elimelech ging het ook niet goed in Moab. De mannen sterven alle drie. Wat komt Ruth dan toch doen in Israël? Wat zoekt zij nu bij de God van Israël? Bescherming, rust en leven onder de vleugels van de Heer. Heeft God vleugels, jongens en meisjes? Lijkt Hij op een vogel? Nee, natuurlijk niet. Maar toch, daar vergelijkt de Bijbel het wel mee. Kuikentjes zoeken bescherming en warmte onder de vleugels van moeder kip of moeder de gans. Moeder geeft die warmte, die liefde, dat veilige plekje. Dat doet God de HEER nu ook bij ieder die zich bij Hem aansluit, die in Hem gelooft en bij zijn volk gaat horen. Ook vreemdelingen, zoals de Moabitische vrouw Ruth. Ze zoekt en vindt bij de God van Israël liefde, warmte, geborgenheid. Want zo heeft zij Ruth02 2

Hem leren kennen. Ondanks alle ellende in Israël en ondanks alle ellende in het gezin van Elimelech. Noömi heeft in het veld van Moab vernomen, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en dat het weer te eten had. (Ruth 1:6). God komt Israël weer opzoeken ten goede, met zijn liefde en met zijn zorg. Hij geeft weer brood, na de hongersnood van een aantal jaren geleden. God heeft weer koren op het land laten groeien, gerst en tarwe. Het is dan ook niet toevallig, dat Noömi en Ruth in Betlehem aankomen in het begin van de gersteoogst. Daar zorgt de Heer voor. [Tussen haakjes: Weet je wat de naam Betlehem betekent? Broodhuis. Had bij de bijbelquiz van zondag ook gevraagd kunnen worden.] Twee arme weduwen komen in Betlehem aan. De mensen herkennen Noömi en ze praten erover. Echt niet alleen maar negatief. Boaz zegt eerlijk tegen Ruth: Ik heb een breed verhaal gehoord over hoe jij voor je schoonmoeder hebt gezorgd in de tijd na de dood van je man. Ik heb vernomen, hoe lief jij haar hebt en hoe jij bewust je eigen vader en moeder, je land en de god van je land hebt achtergelaten. Dat vindt God de HEER ook fijn. Dat waardeert Hij, omdat Hij er Zelf voor gezorgd heeft. Hij heeft jou uitgekozen om hier te komen en aan jou en aan zijn volk zijn goedheid te bewijzen. De Heer zal het daarom ook goed met je maken. Hij zal je je goede daad en je liefde vergelden. Hij zal daar wat tegenover stellen. Boaz weet en gelooft, dat je het goed hebt en goed krijgt onder de vleugels van de Heer. Wie zijn heil en zijn leven zoekt bij de God van Israël, zal het merken dat Hij een goede en gevende God is. Wie zich aansluit bij de HEER, zal de goedheid van de God van Israël merken. Dat kan niet anders. David zingt daar later van in Psalm 36. En het lijkt erop dat hij de woorden van Boaz tot Ruth kent en gebruikt. Hij zingt: Hoe kostbaar is uw liefde, God! In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen, zij laven zich aan de overvloed van uw huis, u lest hun dorst met een stroom van vreugden, want bij u is de bron van het leven, door úw licht zien wij licht. (Ps. 36:8-10) In een heleboel ander psalmen klinkt hetzelfde. De lof op de goedheid van God. In de oogsttijd worden psalmen als 65 en 67 gezongen. Dat doen wij vanavond ook. En de gelovigen danken daarmee de Heer. Zij erkennen zijn zegen. De aarde heeft een rijke oogst gegeven, God, onze God, zegent ons. Moge God ons blijven zegenen, zodat men ontzag voor hem heeft Ruth02 3

tot aan de einden der aarde. (Ps. 67:7,8). Die zegen van God staat op de akkers, wanneer Noömi en Ruth in Betlehem aankomen. God geeft brood aan zijn volk. Op de akkers van Boaz is heel wat gegroeid. En daarvan heeft God een deel toegedacht aan Ruth en Noömi. De zegen die Hij geeft, zal nu ook aan hen ten goede komen. Daar gaat de Heer zelf voor zorgen. Want dat is de regel, die Hij zelf in zijn wet aan zijn volk heeft gegeven. De regel van de barmhartigheid en de mildheid. De regel van de zorg voor de armen, voor de weduwen en de wezen. En voor de vreemdelingen, die onder Israël verblijven. Voor vluchtelingen uit het buitenland, die komen schuilen onder de vleugels van de HEER. God de HEER gaat ervoor zorgen en doet zijn zegen neerkomen op Ruth en Noömi. Op één element uit het begin van ons hoofdstuk wil ik hier nog even wijzen. Namelijk vers 3. Ruth gaat aren lezen op het land, achter de maaiers aan. En dan vertelt de Bijbel heel menselijk: Het toeval wilde dat de akker waar ze kwam van Boaz was, het familielid van Elimelech. Toevallig kwam zij op het stuk land van Boaz terecht. Dat heeft zij niet van te voren uitgezocht. Ze sloot zich gewoon ergens aan. Toevallig? Wat haar betreft wel. Maar niet wat betreft de Heer. Hij bracht haar naar Boaz akker. Omdat Hij daar zijn plan mee heeft. Wij kennen het vervolg van het verhaal. Wij weten hoe het afloopt. We weten hoe in het laatste vers van dit boek de naam David naar voren komt. Daar gaat het heen. God is bezig de komst van de koning voor te bereiden. David en zijn grote Zoon Jezus Christus. Die komt eraan in het Bijbelboek Ruth. Hij is de koning van wie Psalm 72 zingt: Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept, wie zwak is en geen helper heeft. Zoals die twee weduwen in Betlehem, Noömi en Ruth; mensen zonder helper, alleen, zonder man, die beschermt en voor hun rechten opkomt. Hij ontfermt zich over weerlozen en armen, wie arm is, redt hij het leven. (Ps. 72:12,13) Hoe doet hij dat? Wel, door die armen te voorzien van eten en drinken. Zo helpt hij hen en doet Hij hen delen in zijn zegen. God is de Koning. Hij is de Heer die zegent en zijn goedheid aan de armen laat merken. Noömi erkent dat, wanneer Ruth thuiskomt met alles wat zijn van Boaz heeft gekregen en met het resultaat van een dag aren lezen. Ze zegt het waar Ruth bij is en ook wij mogen het horen en lezen: Ruth02 4

Moge de HEER hem zegenen, want hij heeft trouw bewezen aan de levenden en aan de doden. (vs. 20) Ze erkent hoe Boaz gezegend is door de HEER, en hoe zij in die zegen mogen delen. En ze is er dankbaar voor. Dat is danken is onder de vleugels van Israëls God. Danken voor zijn zegen. Er klinkt een toon van dankbaarheid en verwondering door. Laten wij dat maar overnemen op deze dankdag. Danken voor Gods zegen, die ook wij mochten krijgen en ervaren in het voorbije seizoen. Zaaien, maaien, oogsten, dank de Allerhoogste voor Zijn zorg om ons bestaan, Hij biedt ons dit alles aan. Zaaien, maaien, oogsten, dank de Allerhoogste voor de zegen die Hij geeft, zodat elk het leven heeft. Zaaien, maaien, oogsten, dank de Allerhoogste door te delen met elkaar, wat Hij aanbiedt ieder jaar. Met deze woorden gaan we naar het tweede en laatste punt van de preek. 2. Delen van Gods gaven. Danken en delen onder de vleugels van Israëls God. Het tweede is: delen van Gods gaven. Gekregen om te delen. (NB: gebaar weer maken.) Waarvan moeten wij dan delen? Van Gods gaven; waarvan anders. We hoorden het net al: God gaf Israël weer brood. De gerst en de tarwe waren rijk gegroeid en gerijpt op het land. Dat ging niet vanzelf. Dat deden de boeren niet. Dat deed de zon niet en de regen evenmin. Dat deed God. God laat alles groeien. Hij geeft de mensen leven en adem en alles wat nodig is. En er is genoeg op de wereld. Het ligt niet aan God als er te weinig is of als het ongelijk verdeeld is. Dat is de schuld van de mensen en het gevolg van de zonde. Delen van Gods gaven. Dat vraagt de Heer van zijn kinderen. Dat is de regel die Hij in zijn wet al heeft gegeven. Armen mogen het land op om gevallen korenaren op te pakken. En een boer mag niet inhalig wezen en alles van het land afhalen. God wil dat de armen daarvan eten. Mensen als Ruth en Noömi. Zo heeft God het beschikt. Dat is het recht van de armen zelf. Daarin is de goedheid van God te zien. Ik zei zopas in het eerste punt: Wie komt schuilen onder de vleugels van Israëls God, zal de goedheid van de HEER ondervinden. Hoe dan? Krijgt zo iemand een plaatselijke bui met manna in zijn tuintje? Nee, natuurlijk niet. Maar God wil zijn goedheid laten merken door de handen van andere mensen. Wie schuilt bij de HEER zal Gods goedheid moeten merken in wat zijn volk doet. In hoe de mensen leven en met de armen delen van Gods gaven. Gekregen om te delen. Dat zie je bij Ruth gebeuren. God brengt haar naar Boaz land. En Boaz is een gelovige man. Een man die zijn bezit niet uitbuit en alles naar zich toehaalt ten bate van zichzelf. Hij geeft Ruth royaal toestemming om op zijn land de korenaren op te lezen. Ze hoeft niet achter de maaiers te blijven, maar ze mag ook tussen hen aren Ruth02 5

pakken. Laat af en toe maar expres een handjevol aren vallen, seint Boaz zijn knechten in. En als het etenspauze is, nodigt Boaz Ruth uit om in de kring te komen eten. Brood en drinken, en een toetje. Geroosterde graankorrels. Misschien een soort popcorn of zo. Echt een lekkernij voor de mensen van toen. Ruth, eet lekker. En neem, wat je overhoudt, straks maar mee naar huis. Boaz heeft veel gekregen van God. Dat erkent hij. Gekregen om te delen. Met Ruth en Noömi. Zo wil God dat. Zo doet God dat ook. Wat zal de HEER blij geweest zijn, toen dat in Betlehem gebeurde. Een wonder van jewelste in die donkere dagen van de richters, waar zoveel anderen mensen in Israël alleen maar aan zichzelf dachten en deden wat goed is in eigen ogen. En God vergaten. Toch is God er dan in Israël. En Hij zorgt er door de Heilige Geest voor, dat mensen zoals Boaz zich van harte aan zijn wet houden. Dat zij hun naaste liefhebben, zelfs al komt zij uit Moab, in principe een vijandelijk volk. God bewerkt door zijn Geest geloof, liefde en bereidheid om met anderen te delen. Hij doorbreekt het egoïsme bij mensen. Want Hij Zelf geeft aan zijn volk alles wat Hij heeft, het allerliefste en allerbeste dat Hij heeft: zijn eigen Zoon Jezus Christus. God geeft Zichzelf aan ons om uit te delen aan de mensen. Tal van gaven. Wat we op kleine schaal zien in Betlehem bij Boaz, die deelt met Ruth, zien we op veel grotere schaal na de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksteren. Misschien hebt u gedacht: Wat heeft Handelingen 2 nu met Ruth 2 te maken? Heel veel. Het boek Ruth wordt in de synagoge juist op het Pinksterfeest gelezen. In de oogsttijd. Het gaat er daarbij niet alleen om, dat de Moabitische Ruth tot geloof in God komt en bij Israël wordt ingelijfd. Maar met de komst van de Geest is het Koninkrijk van God gekomen. Jezus Christus is koning geworden in de stijl van Psalm 72. En dat laat Hij vanuit de hemel merken. Hij deelt van zijn Geest uit in royale mate. Hij giet die Geest uit op zijn gemeente. En dan gebeurt er wat. Dan verandert er het één en ander. Dingen gaan dan andersom. Hebbers en graaiers worden delers. Egoïstisch ingestelde mensen gaan hun naasten liefhebben en hun gaven met anderen delen. We lezen het in Handelingen 2 en 4 en verderop ook. Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. (Hand. 2:44,45). Door het geloof in Jezus Christus kwamen de broeders en zusters tot de erkenning en de overtuiging: Gekregen om te delen. Zo gaat dat in de gemeente van Christus. Zo hoort het daar. Boaz en Ruth lieten het al zien. Want ze geloofden in de God van Israël, de gevende God. En de christenen van Handelingen 2 en 4 en van later geloven het ook. En wij. Want wij mochten ook onze gaven meenemen. Niet alleen een extra royale bijdrage in de dankdagcollecte, bestemd voor hulpprogramma's van De Verre Naasten aan onze broeders en zusters in Noord Oost India. Ruth02 6

Maar ook, en dat is minstens zo belangrijk voor God, concreet voedsel voor arme mensen Nederland en in Oost Europa. Voedselbank en Dorcas actie. Concrete geestelijke gaven: suiker, meel, soep, macaroni, rijst en nog veel meer. Er was vanavond genoeg op tafel bij ons. Wij hebben soms hele voorraden. Winkels vol. Kelderplanken vol. God onze God zegent ons. Zo mag u dat gerust zeggen. Maar hier geldt voor ons: Gekregen om te delen. Alleen delend mogen en kunnen we danken. Delen van Gods gaven. Met open handen. God geeft zijn gaven aan anderen via onze handen. Dat is de boodschap van Ruth 2. Dat is ook de boodschap van Handelingen 2 en andere hoofdstukken van het Nieuwe Testament. De apostel Paulus schrijft in 2 Kor. 9:6,7: "Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. Laat ieder zoveel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. Daarom mogen we onbekrompen delen wat we van God gekregen hebben. Gekregen om te delen. Danken en delen onder de vleugels van Israëls God. Daarvoor is dankdag. Wij leggen onze gaven, bij die van anderen neer. Alleen wanneer wij delen, kan ieder leven, Heer. Alleen wanneer wij geven, krijgt elk zijn part en deel en heeft niemand op aarde te weinig of te veel. Door ons bezit te delen geschiedt gerechtigheid en wie niet wenst te delen is zijn bestaansrecht kwijt. Wij leggen onze gaven bij alle andere neer, opdat in deze wereld uw vrede wone, Heer. Wij leggen onze gaven bij die van anderen neer. Alleen wanneer wij delen kan ieder leven, Heer. Amen. Ruth02 7