LUCHTKWALITEITONDERZOEK RESTSTOFFEN ENERGIE CENTRALE HARLINGEN

Vergelijkbare documenten
Rekenjournaal Kema Stacks

Wijzigingsplan Groenstraat 16a Wintelre. Bijlage 9: Fijn stof verspreidingsmodel ISL3a

Gegenereerd met ISL3a Versie , Rekenhart Release 12 mei RD Y Coord. RD Y Coord.:

tabel 1. Maximale concentratiebijdrage tankwagens voor de jaargemiddelde situatie

Uw referentie Onze referentie Ons kenmerk Datum -- GALM10A GALM 17 december 2010

LUCHTKWALITEITONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN SCHOOLSTRAAT-OOST GAMEREN

Fijnstofberekening ISL3a Situatietekening

Datum: 28 januari 2011 Opdrachtgever: Gemeente Utrecht, StadsOntwikkeling FrontOffice & Vergunningen

Bijlage berekening fijn stof. Vuurlinie 16 Neerkant. Afbeelding voorblad hier invoegen!

(c) N.V. Kema. Gegenereerd met ISL3a Versie , Rekenhart Release 1 mei Gebiedsgegevens

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK BIOWARMTE INSTALLATIE LAGE WEIDE

N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

Luchtkwaliteitonderzoek Wasserij Berendsen te Klarenbeek

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT T.B.V. BESTEMMINGSPLANNEN WEGVERBREDING N207 LEIMUIDEN - ALPHEN AAN DEN RIJN

Rapportage Wet Luchtkwaliteit

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK CLAUSCENTRALE

Luchtkwaliteitonderzoek in het kader van een vergunningaanvraag Wabo

Rapportage in het kader van de aanvraag van een revisievergunning


Rapportage in het kader van een vergunningaanvraag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Onderzoek Wet luchtkwaliteit. Ontwikkeling Schandelo 113 en 107 te Velden

Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. Geuronderzoek uitbreiding productie naar 6 Mhl. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT ZUIDELIJKE RANDWEG BORNE

Gemiddelde gebouwhoogte vervangingsgebouw

In het kader van de aan te vragen Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) dienen de effecten van de stikstofdepositie in kaart gebracht te worden.

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK BIOMASSA ENERGIECENTRALE GROENE WEIDE

Rapportage Wet luchtkwaliteit. Hoef ong, Duizel. Opdrachtgever: P.Jacobs Hoek AA Duizel

DEPOSITIEBEREKENINGEN ONTWIKKELING HEERDE. Stikstofdepositie op natuurgebieden

Fijn stof berekening ISL3a versie

TOETS WET LUCHTKWALITEIT BIOMINERALEN TE ROOSENDAAL


Verspreidingsberekeningen ten behoeve van toetsing aan het aanvaardbaar geurhinderniveau

Onderzoek Luchtkwaliteit

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S /N0003/902610/Nijm

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT. voor de inrichting gelegen aan de RIETERDREEF 3/3A TE OVERLOON

Luchtkwaliteitsonderzoek Reststoffen Centrum Borne

Geuronderzoek Uitvaartcentrum Den Helder. FATE13A2, februari 2013 PRA Odournet bv

TOETS WET LUCHTKWALITEIT KOMECO TE KETELHAVEN. Luchtkwaliteitsonderzoek

Bijlage Aanvraag Omgevingsvergunning

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Beoordeling Luchtkwaliteit

Bredenoord Exploitatiemij bv. Luchtkwaliteitsonderzoek Bredenoord Exploitatiemij te Apeldoorn. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Onderzoek Luchtkwaliteit

Rapportage Wet luchtkwaliteit. Klein Bedaf 3, Baarle Nassau. Opdrachtgever: Dhr. B.A.E. Bervoets Hoogeind EM Baarle-Nassau

Rapportage Wet luchtkwaliteit. Rapportage Wet luchtkwaliteit. Reijseweg 35 en Haardseweg 41 De Mortel

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Notitie CONCEPT Inleiding Stikstofdepositie zandwinning

Geuronderzoek biomassacentrale te Maastricht. ARCA11C3, december 2011 PRA Odournet bv

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN HATTEMERBROEK

RWZI 's-hertogenbosch Luchtkwaliteitsonderzoek

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

UITBREIDING NUNHEMS LUCHTKWALITEITSONDERZOEK

Onderzoek luchtkwaliteit. Mosstraat 23, Rijen

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT ONTWIKKELING LINGEMEREN TE BUREN

1. Inleiding. 2. Situatiebeschrijving

Bijlage Aanvraag Omgevingsvergunning

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Reconstructie N226 ter hoogte van de Hertekop. Luchtkwaliteitsonderzoek

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden

GEURONDERZOEK TWILMIJ TE STROE. Onderzoek in het kader van een vergunningaanvraag Wabo

Toetsing Wet luchtkwaliteit crematorium te Huissen gemeente Lingewaard

Onderzoek Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteitsonderzoek in het kader van aanvraag omgevingsvergunning

TOETSING WET LUCHTKWALITEIT VARKENSHOUDERIJ EN BRIJVOERFABRIEK SMITS

TOETS WET LUCHTKWALITEIT BIJ GUNNEWICK MENGVOEDERS BV TE VRAGENDER

LUCHTKWALITEIT BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DE REEHORST Triodos 11 JANUARI 2016

MEMO DHV B.V. Logo. : De heer P.T. Westra : Ramon Nieborg, Alex Bouthoorn : Ceciel Overgoor

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT. voor de inrichting gelegen aan de GROTE BAAN 15 TE LANDHORST

TOETS WET LUCHTKWALITEIT BIJ GUNNEWICK MENGVOEDERS BV TE VRAGENDER

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK FOODPARK FASE 1 Gemeente Veghel 18 JULI 2016

Bijlage 9: Onderzoek luchtkwaliteit

Rapportage in het kader van de aanvraag van een revisievergunning

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Luchtkwaliteitsonderzoek Bornsche Maten Toetsing aan 'Wet luchtkwaliteit'

Onderzoek luchtkwaliteit bedrijventerrein Kieveen

Geurverspreidingsberekeningen voor bakkerij Bussing te Bodegraven. GEBO13A2, februari 2013 PRA Odournet bv

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Onderzoek luchtkwaliteit. Rooplu Riel Holding B.V. Vijfhuizenbaan NH Riel

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK DECATHLON AANVULLEND ONDERZOEK 2014

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8

Mondo Minerals B.V. T.a.v. de heer M. Jongerius Kajuitweg AR AMSTERDAM. Amersfoort, 21 december 2016

Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Gemeente Lansingerland

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT. Dorperdijk 20, Sevenum

GEURONDERZOEK. voor de inrichting gelegen aan de RIETERDREEF ONG. TE OVERLOON

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit

Bijlage Aanvraag Omgevingsvergunning

Luchtkwaliteit ontwikkeling. spoorzone te Winterswijk

Stikstofdepositie berekeningen Bijlandse Waard

GEUR ONDERZOEK. Champignonkwekerij Gemert BV Beeksedijk 10 te Gemert. Geuronderzoek Ecologisch upcyclen van champost. Drieweg Advies B.V.

Op dezelfde wijze zijn de emissies van via de ruimteventilatie en de naverbrander berekend.

Geuronderzoek Hendrix UTD Helmond. Groenkwartier, Helmond

Geuronderzoek BWI Lage Weide te Utrecht. ARCA15A2, juli 2015 PRA Odournet bv

Geuronderzoek in het kader van bestemmingsplan Hedel herziening BERL13A1, oktober 2013 PRA Odournet bv

Onderzoek luchtkwaliteit. Hoolstraat 1-3 te Hooge Mierde

Luchtkwaliteitsonderzoek Interduct Groep te Ittervoort. INDU09A0, oktober 2009 PRA Odournet bv

Geurtoetsing nooddepot zuiveringsslib te IJsselstein. BLWM11A1, februari 2011 PRA Odournet bv

Rapport: L. Datum: 22 april 2011

Transcriptie:

LUCHTKWALITEITONDERZOEK RESTSTOFFEN ENERGIE CENTRALE HARLINGEN OMRIN/REC BV 19 juni 2013 076934566:B - Definitief B02045.000040.0100

Inhoud 1 Inleiding...4 2 Toetsingskader...5 2.1 Algemeen...5 2.2 Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen Wet milieubeheer...5 2.3 Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)...6 2.4 Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007...6 2.5 Het toepasbaarheidsbeginsel en blootstellingscriterium...7 3 Emissiesituatie...9 3.1 schoorsteenemissie REC...9 3.2 Schoorsteenemissies REC gedurende storingen...10 3.3 Transport (scenario A, aanvoer per as)...13 4 Methodiek...15 4.1 Verspreidingsmodel...15 4.2 Invoergegevens concentratieberekeningen...15 4.2.1 Pluimstijging...15 4.3 Gebouwinvloed...16 4.4 Ruwheidslengte...17 4.5 Overige invoerparameters...18 5 Berekeningsresultaten...19 5.1 Achtergrondconcentraties...19 5.2 Immissieresultaten stikstofdioxide (NO2)...19 5.3 Immissiecontouren fijn stof (PM10)...20 6 Verkeersaantrekkende werking...22 6.1 Uitgangspunten...22 6.2 berekeningsresultaten...22 7 Conclusie en Samenvatting...24 Bijlage 1 Invoergegevens rekenmodel (scenariobestanden)...25 Bijlage 2 Invoergegevens verkeersaantrekkende werking...26 Colofon...27 076934566:B - Definitief ARCADIS 3

1 Inleiding In de oprichtingsvergunning van Omrin/REC BV te Harlingen (hierna: REC) is een verwerkingscapaciteit van 228.000 ton/jaar vergund, waarbij is uitgegaan van een afvalaanbod met een gemiddelde stookwaarde van 13 MJ/kg. De gemeten gemiddelde stookwaarde van het huidige afvalaanbod was 10,9 MJ/kg in 2012. Met het huidige afvalaanbod kan REC niet de volledige thermische capaciteit benutten. Om de maximale thermische capaciteit te behouden dient de jaarlijkse verwerkingscapaciteit te worden verhoogd naar 280.000 ton met een gemiddelde stookwaarde van 9 MJ/kg. Voor deze verandering vraagt REC een veranderingsvergunning aan. Door meer aanvoer van afvalstoffen en afvoer van bodemassen zal het aantal transportbewegingen toenemen. Dit betekent dat het aantal vrachtwagens per etmaal zal toenemen van 55 naar 114, dat is inclusief het verladen van bodemas gedurende een dag per week, en het aantal personenwagens van 34 naar 58. Overige activiteiten en emissiebronnen zullen niet wijzigen. Voor de veranderingsvergunning dient een luchtkwaliteitsonderzoek te worden overlegd waaruit blijkt dat de immissieconcentraties aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer voldoen. Het luchtkwaliteitsonderzoek van 21 april 2010 dat deel uitmaakt van de oprichtingsvergunning, is als basis voor dit onderzoek gebruikt. De wijzigingen hebben betrekking op het aantal vrachtwagens en personenwagens. In dit onderzoek worden de effecten van stikstofdioxide en fijn stof rondom de inrichting in beeld gebracht, omdat dit de maatgevende componenten van het verkeer zijn. Daarnaast worden ook de effecten van stikstofdioxide en fijn stof langs de ontsluitingswegen in beeld gebracht. In hoofdstuk 2 wordthet toetsingskader beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de schoorsteenemissies van REC en op de emissies als gevolg van het transport. In Hoofdstuk4 wordt de methodiek beschreven zoals deze voor de luchtverspreidingsberekeningen is gehanteerd voor de berekeningen naar de verbrandingsinstallatie. Hoofdstuk 5 beschrijft de immissieresultaten als gevolg van de verbrandingsinstallatie. Hoofdstuk 6 gaat in op de uitgangspunten en berekeningsresultaten van de verkeersaantrekkende werking. Tot slot bevat hoofdstuk 7 de samenvatting en de conclusie van dit luchtkwaliteitsonderzoek. 4 ARCADIS 076934566:B - Definitief

2 Toetsingskader 2.1 ALGEMEEN Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt bepaald door de Wet milieubeheer, het Besluit Niet in betekenende mate bijdragen en de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (RBL2007). 2.2 TITEL 5.2 LUCHTKWALITEITSEISEN WET MILIEUBEHEER Bijlage 2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) geeft grenswaarden voor de concentraties in de buitenlucht van o.a. de stoffen stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10 en PM2,5), zwaveldioxide (SO2), lood (Pb), benzeen (C6H6), koolmonoxide (CO) en benzo(a)pyreen (BaP). In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) werken de rijksoverheid en de centrale overheden samen om overal in Nederland tijdig (binnen de verkregen derogatietermijn) te voldoen aan de Europese grenswaarden voor PM10 en NO2. De derogatie is voor stikstofdioxide (NO2) tot 1 januari 2015 verleend. Bestuursorganen dienen rekening te houden met deze grenswaarden bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit. In Nederland zijn de maatgevende luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10), omdat de achtergrondconcentraties van deze stoffen het dichtst bij de grenswaarden liggen. Fijn stof en stikstofdioxide zullen dus in belangrijke mate bepalen of er rond REC een luchtkwaliteitsprobleem is. Toetsingskader stikstofdioxide Tot 1 januari 2015 geldt voor stikstofdioxide een grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 60 µg/m 3. Verder geldt voor stikstofdioxide dat een uurgemiddelde concentratie van 300 µg/m 3 maximaal 18 keer per jaar mag worden overschreden. Vanaf 1 januari 2015 geldt een grenswaarde van 40 µg/m 3 als de jaargemiddelde concentratie en een uurgemiddelde concentratie van 200 µg/m 3 die maximaal 18 keer per jaar mag worden overschreden. In Tabel 1 is een overzicht gegeven van de grenswaarden voor stikstofdioxide. 076934566:B - Definitief ARCADIS 5

Toetsingseenheid Maximale concentratie Opmerking Jaargemiddelde concentratie: Grenswaarde per 01-01-2015 40 µg/m 3 Grenswaarde tot 01-01-2015 60 µg/m 3 Uurgemiddelde concentratie: Grenswaarde vanaf 01-01-2015 200 µg/m 3 overschrijding maximaal 18 keer per kalenderjaar toegestaan Grenswaarde tot 01-01-2015 300 µg/m 3 overschrijding maximaal 18 keer per kalenderjaar toegestaan Tabel 1: Overzicht grenswaarden stikstofdioxide Toetsingskader fijn stof Vanaf 11 juni 2011 geldt voor fijn stof een grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 40 µg/m 3 en de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m 3 die maximaal 35 dagen per jaar mag worden overschreden. In Tabel 2 is een overzicht gegeven van de grenswaarden voor fijn stof. Toetsingseenheid Maximale concentratie Opmerking Jaargemiddelde concentratie: Grenswaarde per 11-06-2011 40 µg/m 3 24-Uurgemiddelde concentratie: Grenswaarde per 11-06-2011 50 µg/m 3 overschrijding maximaal 35 dagen per kalenderjaar toegestaan Tabel 2: Overzicht grenswaarden fijn stof 2.3 BESLUIT NIET IN BETEKENENDE MATE BIJDRAGEN (LUCHTKWALITEITSEISEN) Gelijktijdig met de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen is het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (NIBM) van 30 oktober 2007 in werking getreden. Een project draagt niet in betekende mate bij aan de concentratie fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2) in de buitenlucht als de 3% grens niet wordt overschreden. Hiermee wordt bedoeld 3% van de grenswaarde (40 µg/m 3 ) voor de jaargemiddelde concentratie fijn stof of stikstofdioxide. Dit betekent dat feitelijk een toename van 1,2 µg/m 3 toelaatbaar wordt geacht. 2.4 REGELING BEOORDELING LUCHTKWALITEIT 2007 Rekenmethode In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl 2007) worden o.a. de rekenmethoden beschreven voor de verschillende situaties. Zo zijn er twee standaardrekenmethodes ontwikkeld voor het rekenen aan de luchtkwaliteit als gevolg van wegverkeer, standaardrekenmethode 1 en 2. Tevens is er een rekenmethode voor de bepaling van de luchtkwaliteit nabij bedrijven, standaardrekenmethode 3. 6 ARCADIS 076934566:B - Definitief

De berekeningen rondom REC zijn met standaardrekenmethode 3 uitgevoerd. De concentratieberekeningen vanwege verkeersaantrekkende werking op de Lange Lijnbaan is met standaardrekenmethode 1 verricht. Reductie voor fijn stof afkomstig van natuurlijke bronnen (zeezout) Volgens artikel 5.19, vierde lid van de Wet milieubeheer worden bij het vaststellen van het kwaliteitsniveau PM10 de zwevende deeltjes, die veroorzaakt worden door natuurverschijnselen, buiten beschouwing gelaten. In bijlage 5 uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is een aftrek opgenomen voor concentraties fijn stof die zich van nature in de lucht bevinden. Het gaat hier om zeezout. De Rbl 2007 is door het ministerie van IenM herzien. De nieuwe Rbl 2007 is op 21 november 2012 gepubliceerd. In de nieuwe regeling is o.a. de zeezoutcorrectie gewijzigd. De zeezoutcorrectie is aangepast van 3 tot 7 µg/m 3 naar 1 tot 5 µg/m 3. De hoogte van de correctie is afhankelijk van de regio in Nederland en wordt in mindering gebracht op de berekende jaargemiddelde concentratie fijn stof. In de gemeente Harlingen geldt een zeezoutcorrectie van 3 µg/m 3 conform de herziene Rbl 2007. Ook voor het aantal overschrijdingsdagen van de etmaalgemiddelde norm mag een correctie ten aanzien van zeezout worden toegepast. Het aantal berekende of gemeten overschrijdingsdagen mocht met 6 dagen verminderd worden. Ook deze correctie is aangepast. Voorheen gold een correctie van 6 dagen voor heel Nederland. In de herziende Rbl 2007 is de correctie voor de etmaalgemiddelde norm per provincie bepaald en varieert van 2 tot maximaal 4 dagen. Voor de provincie Friesland geldt een correctie van 3 dagen voor de etmaalgemiddelde norm. HET TOEPASBAARHEIDSBEGINSEL EN BLOOTSTELLINGSCRITERIUM Toepasbaarheidsbeginsel In de Wet milieubeheer is opgenomen dat de luchtkwaliteit niet langer getoetst hoeft te worden op plaatsen waar geen mensen kunnen komen. De belangrijkste gevolgen van artikel 5.19 zijn: Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op plaatsen waar het publiek geen toegang heeft en waar geen permanente bewoning is. Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen (hier gelden de ARBO regels). Dit omvat mede de (eigen) bedrijfswoning. Een uitzondering hierop is voor publiek toegankelijke plaatsen zoals tuincentra; deze worden wel beoordeeld (hierbij speelt het zogenaamde blootstellingscriterium een rol). Bij de beoordeling van een inrichting in het kader van de Wet milieubeheer vindt toetsing plaats vanaf de grens van de inrichting of bedrijfsterrein. Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op de rijbaan van wegen, en op de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang hebben tot de middenberm. Blootstellingcriterium De luchtkwaliteit moet alleen bepaald (gemeten of berekend) worden op plaatsen waar de blootstelling significant is. Bij toetsing van de gevolgen van een project aan de lucht-kwaliteitseisen is dus van belang dat de plaatsen worden bepaald waar significante blootstelling plaatsvindt. Daarvoor moet eerst duidelijk zijn wat significant is of niet. In artikel 22 van de Rbl 2007 staat dat de luchtkwaliteit wordt bepaald op plaatsen waar de bevolking kan worden blootgesteld gedurende een periode die in vergelijking met de middelingstijd van de betreffende luchtkwaliteitseis significant is'. Hieruit blijkt dat de duur van de periode dat iemand (1 individu) gemiddeld wordt blootgesteld, bepalend is voor de vraag of de luchtkwaliteit dient te worden beoordeeld. 076934566:B - Definitief ARCADIS 7

Er wordt daarbij verder geen onderscheid gemaakt naar de gevoeligheid van groepen of de aard van het verblijf. De grenswaarden zijn opgesteld ten behoeve van de gezondheid van de gehele bevolking. Hiermee wordt bedoeld dat bij de bepaling of een verblijfstijd significant is, de verblijfstijd vergeleken moet worden met een jaar, dag of uur, afhankelijk van de vraag of je te maken hebt met een jaargemiddelde, een daggemiddelde of een uurgemiddelde grenswaarde voor een stof. 8 ARCADIS 076934566:B - Definitief

3 Emissiesituatie 3.1 SCHOORSTEENEMISSIE REC Als gevolg van de verbrandingsinstallatie zal emissie plaats vinden van enkele componenten via een 44 meter hoge schoorsteen met een interne diameter van 2,5 m. De rookgastemperatuur bedraagt 130 ºC en het debiet is 177.000 Nm 3 /uur (droog, bij11% O2). Op basis van het debiet van de rookgassen, de aan te vragen jaargemiddelde emissieconcentraties en een bedrijfstijd van 8000 uur/jaar, zijn de emissievrachten berekend. De emissies van de verbrandingsinstallaties zijn niet gewijzigd. De genoemde bedrijfstijd is exclusief 60 storingsuren per jaar in de rookgasreiniging en meetapparatuur (zie nader toelichting in paragraaf 3.2). De vergunde emissieconcentraties voor stikstofoxiden (NOx) en fijn stof (PM10) en de berekende jaarvrachten zijn in Tabel 3 weergegeven. Component Vergunde emissieconcentratie Jaarvracht o.b.v. daggemiddelde jaargemiddelde jaargem. emissieconc. [mg/nm 3 bij 11% O 2] [mg/nm 3 bij 11% O 2] [kg/jaar] NO x <70 <60 84.960 stof (PM 10) <5 1,5 2.124 Tabel 3: Overzicht vergunde emissieconcentraties en de berekende maximale jaarvrachten De emissieconcentraties zijn niet voor alle dagen gelijk. Maar deze emissies dienen te voldoen aan de vergunde dag- en jaargemiddelde emissieconcentratie. De emissiefluctuatie kan van invloed zijn op de immissieresultaten van de uurgemiddelde concentratie van NO2 en de 24-uurgemiddelde concentratie van PM10. Bij de modellering is rekening gehouden met de emissiefluctuatie. Er is van uitgegaan dat een deel van het jaar de maximale daggemiddelde emissieconcentratie wordt uitgestoten en de overige emissie is verdeeld over de rest van het jaar. De totale emissie moet overeen komen met de totale jaarvracht. Omdat de vergunde daggemiddelde emissieconcentratie en de jaarvracht per component varieert, kan dit leiden tot een andere tijdverdeling. De gehanteerde verdeling is opgenomen in Tabel 4. Tijdverdeling per component Emissieverdeling Totaal emissievracht [kg] [kg/jaar] NO 2 70% vd tijd dag emissieconc. 70.800 84.960 NO 2 30% vd tijd jaar emissieconc. 14.160 PM 10 25% vd tijd dag emissieconc. 1.770 2.124 PM 10 75% vd tijd jaar emissieconc. 354 Tabel 4: Tijd- en emissieverdeling 076934566:B - Definitief ARCADIS 9

3.2 SCHOORSTEENEMISSIES REC GEDURENDE STORINGEN Ondanks alle voorzorgsmaatregelen (onder andere continue monitoring van diverse onderdelen) die REC installeert valt niet uit te sluiten dat er sporadisch een storing zal optreden in de rookgasreiniger. Met storing wordt die situatie bedoeld waarin de rookgasreiniger niet (geheel) functioneert waardoor deels ongereinigde rookgassen geëmitteerd kunnen worden. Indien dit het geval is, zal de reststoffenenergiecentrale gecontroleerd uit bedrijf worden genomen. Storingen die binnen 4 uur door een reparatie kunnen worden hersteld, zullen dit niet tot gevolg hebben. Deze procedure is conform het Barim. Het aantal vergunde storingsuren voor de REC is 60 uur per jaar op basis van de wettelijke norm uit het Barim. Hierdoor zal de REC per jaar maximaal 60 uur niet voldoen aan de luchtemissie grenswaarden. Deze max. 60 uur/jaar is inclusief de tijd dat de luchtemissie meetapparatuur uit bedrijf c.q. in storing is en de luchtemissies in principe wel binnen de luchtemissie grenswaarden zijn. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de maximale storingsemissies van stikstofoxiden en fijn stof die zich hebben voorgedaan tijdens de opstartfase in 2011. In de tabel zijn de situaties beschreven die kunnen optreden als een redundant systeem faalt. De kans dat al deze situaties optreden in 1 jaar is zeer onwaarschijnlijk. De gevolgen van een ongeplande stop zijn lastig te definiëren, met een risico analyse worden mogelijke storingen zo goed mogelijk ingeschat. Om de mogelijke gevolgen te minimaliseren is de installatie uitgerust met voldoende reserve capaciteit en redundantie van systemen. Ondanks deze maatregelen is een ongeplande stop niet geheel uit te sluiten. Een ongeplande stop kan voorkomen als bijv. het redundantie systeem ook in storing gaat. Als worst case effect van een ongeplande stop worden dezelfde emissies als bij een algehele stroomstoring gehanteerd. Bij aanvang van de storing wordt verwacht dat het debiet en de concentratie de nominale waarde heeft en aan het eind van de storingsperiode 0 is. Aan het eind van de storingsperiode is het afval verbrand of uitgebrand. Het gemiddelde rookgas debiet is naar verwachting de helft van het nominale rookgas debiet. Indien de trudelmotor draait, is het debiet 12,5% van het nominale rookgas debiet. Doordat de luchttoevoer stopt, stopt ook de verbranding, hierdoor is het debiet van de rookgassen dat door de trudelmotor wordt afgevoerd lager. In de berekeningen van de emissievrachten als gevolg van een storing is uit gegaan van het rookgasdebiet tijdens normaal bedrijf, namelijk 177.000 Nm 3 /uur (droog, bij11% O2). Dit levert een maximale emissievracht tijdens een storing. 10 ARCADIS 076934566:B - Definitief

component Eenheid Doekenfilter uit bedrijf Externe oorzaak problemen in de ketel Nm3/h dry Onderdeel/storing Toename Actief kool SCR uit Algehele Ongepland Emissie meetapparatuur jaarvracht tgv concentratie Bicarinjectie ID fan injectie bedrijf stroomstoring stop storing Uitval van de Beide Beide Storing, rookgasreiniging [kg/jaar] Stofemissie te alle systemen uit systemen uit Uitval hoog technische operatie operatie in bedrijf installaties Debiet 11% en O 2 177.000 177.000 177.000 177.000 177.000 177.000 177.000 177.000 Geschatte aantal uren uur/jaar 4 4 4 2 4 2 10 30 Stof mg/nm3 150 150 150 150 531 NO x mg/nm3 300 300 300 300 1.062 Tabel 5 Overzicht emissies tijdens storingen De emissies gedurende de storingen zijn met een afzonderlijke puntbron gemodelleerd met het emissiepatroon random, gedurende 60 uur. 076934566:B - Definitief ARCADIS 11

3.3 TRANSPORT (SCENARIO A, AANVOER PER AS) Vanwege het verhogen van de verwerkingscapaciteit van 228.000 ton per jaar naar 280.000 ton per jaar, zal het aantal transportbewegingen toenemen als gevolg van de aanvoer van afval en afvoer van de reststoffen. Het totaal aantal vrachtwagens per etmaal zal toenemen van 55 naar 114 en het aantal personenwagens van 34 naar 58. Aanvoer afval met vrachtwagens Het te verbranden afval wordt uitsluitend overdag aangevoerd per vrachtwagen. Op een dag doen hooguit 70 vrachtwagens de inrichting aan waarvan er circa 20 een zogenaamde Walking Floor hebben. De vrachtwagens (70x) arriveren bij de poort en worden gewogen. De vrachtwagens met een Walking Floor (20x) rijden vervolgens door naar de ontvangsthal en storten daar het afval. Daarna verlaten zij via de weegbrug, waar zij opnieuw worden gewogen, het terrein. De overige vrachtwagens (50x) hebben 2 containers waarvan 1 op een aanhanger. Na weging wordt de aanhanger geplaatst op de container-wisselplaats en rijdt de vrachtwagen door naar de ontvangsthal en stort daar het afval. Hierna rijdt de vrachtwagen naar de container-wisselplaats en verwisselt de lege container met de volle container van de aanhanger. Vervolgens wordt opnieuw gestort en rijdt de vrachtwagen terug om de aanhanger aan te koppelen en via de weegbrug wordt het terrein verlaten. Aanvoer grondstoffen met vrachtwagens Dagelijks wordt met maximaal 2 vrachtwagens overdag grondstoffen (natriumbicarbonaat, actief kool of ammoniakoplossing) aangevoerd en gelost. Afvoer reststoffen met vrachtwagens De reststof bodemas wordt 1 keer per week op een werkdag afgevoerd met behulp van 40 vrachtwagens van 25 ton. Gemiddeld wordt dagelijks eveneens vliegas en rookgasresidu door 2 vrachtwagens afgevoerd. Emissiefactoren en vracht De emissiefactoren van wegverkeer worden jaarlijks in maart door het ministerie van IenM gepubliceerd. Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van de emissiefactoren zoals door het ministerie van IenM in maart 2012 zijn gepubliceerd. Er is gebruik gemaakt van de emissiefactoren voor het referentiejaar 2013. Er zijn drie voertuigcategorieën: lichte, middelzware en zware motorvoertuigen. Personenwagens worden gerekend tot de categorie lichte motorvoertuigen, 6-tons vrachtwagens tot middelzware motorvoertuigen en 24-/25-tons vrachtwagens tot zware motorvoertuigen. De emissiefactoren zijn mede afhankelijk van het snelheidstype, te weten: A: "Stagnerend stadsverkeer". Stadsverkeer met een grote mate van congestie, een gemiddelde snelheid kleiner dan 15 km/uur, gemiddeld ongeveer 10 stops per afgelegde kilometer. B: "Normaal stadsverkeer". Typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/uur, gemiddeld ongeveer 2 stops per afgelegde kilometer. 076934566:B - Definitief ARCADIS 13

C: "Stadsverkeer met minder congestie". Stadsverkeer met een relatief groter aandeel "free-flow" rijgedrag, een gemiddelde snelheid tussen de 30 en 45 km/uur, gemiddeld ongeveer 1,5 stop per afgelegde kilometer. D: "Buitenweg algemeen". Typisch buitenwegverkeer, een gemiddelde snelheid van ongeveer 60 km/uur, gemiddeld ongeveer 0,2 stops per afgelegde kilometer. Er is uitgegaan van snelheidstype A stagnerend verkeer. Tabel 6 geeft een overzicht van de uitgangspunten en de resultaten van emissieberekeningen van fijn stof en stikstofoxiden als gevolg van transportbewegingen en personenwagens. Type voertuig Aantal voertuig bewegingen per dag Totale Afstand (heen en terug) Emissiefactor 2013 Emissievracht PM 10 NO x PM 10 NO x [km] [g/km/voertuig] [kg/jaar] vrachtwagens (24 en 25 ton) 94 0,550 0,33 21,1 6,3 397,3 vrachtwagens (6 ton) 20 0,350 0,29 14,2 0,7 36,2 personenwagens 58 0,300 0,049 0,48 0,3 3,1 Tabel 6: Emissieberekeningen PM10 en NOx t.g.v. transportbewegingen en personenwagens op het terrein van REC Voor de shovel zijn de emissiefactoren afkomstig uit het Emissieregistratie rapport Methoden voor de berekeningen van emissies door mobiele bronnen in Nederland van april 2012. Een overzicht van de emissieberekening fijn stof en stikstofoxiden van shovel is weergegeven in Tabel 7. Emissiebron Brandstofverbruik Draaiuren Emissiefactoren** Emissievracht PM 10 NO x PM 10 NO x [kg/uur] [uren/jaar] [g/kg brandstof] [kg/uur] Shovel 18,5* 638,75 1,1 20 13,0 236,1 Tabel 7: Emissieberekeningen PM10 en NOx t.g.v. shovel * 22 l/uur ** referentiejaar 2010 (diesel, sector industrie) 14 ARCADIS 076934566:B - Definitief

4 Methodiek 4.1 VERSPREIDINGSMODEL De belasting van de omgeving rondom de bronnen van de REC is berekend met behulp van een verspreidingsmodel. De verspreidingsberekeningen zijn uitgevoerd met standaardrekenmethode 3 conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. De gebruikte pc-applicatie is KEMA STACKS versie 2012.1. Dit model is gebaseerd op het Nieuw Nationaal Model (NNM). KEMA STACKS is goedgekeurd door het ministerie van IenM voor luchtverspreidingsberekeningen. De berekeningen zijn uitgevoerd voor het jaar 2013. NIEUW NATIONAAL MODEL Het Nieuw Nationaal Model beschrijft het transport en de verdunning van stoffen in de atmosfeer op basis van het Gaussisch pluimmodel. Het betreft een lange termijn berekening en de beschouwde periode bedraagt daarom tenminste een jaar. De gebruikte meteorologische gegevens bestaan uit uurgemiddelde gegevens van onder meer de windrichting, de windsnelheid, de zonne-instraling en de temperatuur. Het NNM houdt rekening met de heersende achtergrondconcentratie, de pluimstijging en de gebouwinvloed. Het NNM berekent op verschillende rasterpunten de immissieconcentratie voor elk afzonderlijk uur van de beschouwde periode. Hieruit wordt berekend gedurende welk percentage van de jaarlijkse uren (de overschrijdingsfrequentie) een bepaalde immissieconcentratie wordt overschreden. 4.2 INVOERGEGEVENS CONCENTRATIEBEREKENINGEN 4.2.1 PLUIMSTIJGING De thermische en impulsstijging zijn van groot belang voor het berekenen van de pluimstijging van de rookgassen. De hoogte die een pluim kan bereiken in de atmosfeer kan aanzienlijk groter zijn dan de schoorsteenhoogte. Dit verlaagt de grondconcentraties in de omgeving. Thermische pluimstijging is het gevolg van verschil in temperatuur tussen de afgassen en de omgevingslucht. Voor het bepalen van de warmte-inhoud van de rookgassen uit de schoorsteen is een temperatuur van 130º C gehanteerd. Impulsstijging treedt op wanneer de afgassen met een relevante uittredesnelheid uit de schoorsteen worden gestoten. De rookgasstroom bedraagt 205.000 Nm 3 /uur (14% vochtgehalte en 11% O2). Voor de overige bronnen, zoals vracht- en personenwagens en shovel, is geen rekening gehouden met eventuele pluimstijging omdat de exacte uitlaatgastemperatuur en stroom niet bekend is. Dat betekent dat de uitlaatgassen na het verlaten van de uitlaatpijp richting het grondoppervlak worden afgebogen. Dat is een conservatieve benadering. 076934566:B - Definitief ARCADIS 15

Luchtkwaliteitonderzoek Reststoffen Energie Centrale Harlingen 4.3 GEBOUWINVLOED Wanneer een bron op of dichtbij een gebouw staat, beïnvloedt dit het gedrag van de pluim. Bij gebouwinvloed ontstaat aan de lijzijde van het gebouw een onderdruk, die zorgt voor een neerwaartse afbuiging van de pluim alvorens de pluim zich verder met de wind verspreidt. De invloed van een gebouw op de pluimverspreiding is afhankelijk van de verhouding schoorsteenhoogte en gebouwhoogte. In Afbeelding 1 is het effect van het gebouwinvloed geïllustreerd. Afbeelding 1: Beïnvloeding pluimgedrag door een gebouw [bron: Handreiking Nieuw Nationaal Model II] In het Nieuw Nationaal Model is de zogenaamde gebouwmodule ingebouwd. Hiermee kan de invloed van een (groep) gebouw(en) worden doorgerekend. De gebouwhoogtes van de REC variëren van 11 tot 44 meter. Het hoogste gebouw is het ketelhuis. In onderstaande figuur is een 3D-visualisatie van de gebouwen weergegeven. Afbeelding 2: 3D-visualisatie REC 16 ARCADIS 076934566:B - Definitief

De diverse gebouwen kunnen niet afzonderlijk worden gemodelleerd. Voor iedere bron kan één gebouw met één hoogte worden gemodelleerd. Bij de gebouwroutine is gesteld dat bronnen die meer dan 2 à 3 maal de gebouwhoogte zijn, niet door het gebouw beïnvloed worden. Als gebouwdimensies is 42 x 159 x 38 m (b x l x h) gehanteerd. Het gebouw bestaat namelijk uit verschillende delen. Het laagste deel (ongeveer 11 m) beïnvloedt het pluimgedrag zeker niet (verhouding schoorsteenhoogte/ gebouwhoogte >2 a 3). Van de andere delen van het gebouw is niet uitgesloten dat deze het pluimgedrag wel beïnvloeden. Daarom zal daar rekening mee gehouden worden. Het eerste gebouwdeel is 31 m hoog en het volgende deel 44 m, het derde deel is 36 m hoog. Het model rekent met 1 hoogte; daarom worden voor het vervangend gebouw de genoemde dimensies genomen. Daarmee wordt aan de voorzichtige kant gerekend; een te laag gebouw maakt dat de pluimbeïnvloeding en daarmee de concentraties worden onderschat; een te hoog gebouw maakt dat het verdunnend effect van het gebouw op de lage bronnen wordt overschat. Door het gebouwdeel van 31 m hoger te nemen dan in werkelijkheid het geval is, wordt een conservatieve aanpak nagestreefd voor de pluimbeïnvloeding bij de schoorsteen. De keuze van 38 m is ingegeven door de gemiddelde waarde te nemen van de twee eerste, hoogste gebouwdelen 44 en 31 m. Op deze wijze wordt het gebouwinvloed op de lagere bronnen optimaal meegenomen. 4.4 RUWHEIDSLENGTE De ruwheidslengte, aangeduid met symbool z0 [m], is een effectieve maat voor de hoeveelheid en hoogte van obstakels op de grond. De aanwezigheid van vegetatie, gebouwen en andere objecten en structuren in het overdrachtsgebied tussen de emissiebronnen en de immissiepunten zijn van grote invloed op de verspreiding van de pluim in de buitenlucht. Een ruw oppervlak veroorzaakt afremming van de wind aan de grond, waardoor een zekere mate van turbulentie ontstaat en zich een hoogte-afhankelijk windprofiel instelt [bron: Handreiking Nieuw Nationaal Model II). Voor luchtverspreidingsberekeningen is een immissiegebied van 4 x 4 km beschouwd. Het immissiegebied is in Afbeelding 3 weergegeven. Voor dit immissiegebied is op basis van de PreSRM module versie 1.206 een ruwheidslengte van 0,097 m berekend. De PreSRM module houdt geen rekening met toekomstige ontwikkelingen (verdere invulling van het industrieterrein). Wanneer het industrieterrein verder wordt ingevuld zal de ruwheidslengte op het industrieterrein verder toenemen. Volgens de handreiking NNM is voor een industrieterrein veelal een ruwheidslengte van 1 m van toepassing. Een ruwheidslengte van 1 m is tevens de hoogst mogelijke ruwheidslengte in het rekenmodel. In het luchtonderzoek van 2010 zijn de berekeningen met een ruwheidslengte van 0,077 m en 1 m uitgevoerd. Uit de immissieresultaten bleek dat een ruwheidslengte van 1 m resulteert in hogere immissieconcentraties. 076934566:B - Definitief ARCADIS 17

Luchtkwaliteitonderzoek Reststoffen Energie Centrale Harlingen Afbeelding 3: Beschouwde immissiegebied 4.5 OVERIGE INVOERPARAMETERS De overige invoerparameters voor verspreidingsberekeningen zijn weergegeven in Tabel 8. Alle invoergegevens zijn opgenomen in bijlage 1. omschrijving invoerparameters Meteorologische periode 1995-2004 Ruwheidslengte z0 1,0 m Immissiegebied concentratieberekeningen RDC X: 156.000 160.000 RDC Y: 577.000 581.000 Afstand tussen immissiepunten 80 m Rekenhoogte 1,5 m Tabel 8: Overige invoerparameters verspreidingsmodel 18 ARCADIS 076934566:B - Definitief

5 Berekeningsresultaten 5.1 ACHTERGRONDCONCENTRATIES De gemiddelde concentraties worden bepaald door de aanwezige achtergrondconcentraties in de buitenlucht plus de bijdrage van het bedrijf. In het voorliggende rapport is gebruik gemaakt van de achtergrondconcentraties (GCN) die zijn opgenomen in KEMA STACKS versie 2012.1. De achtergrondconcentraties worden jaarlijks (medio maart) door het ministerie van IenM bekend gemaakt. Deze dienen te worden gebruikt in luchtkwaliteitsonderzoeken. De aanwezige achtergrondconcentraties van NO2 en PM10 in het beschouwde immissiegebied voor 2013 zijn in onderstaande tabel vermeld. Component Jaargemiddelde achtergrondconcentratie [µg/m 3 ] Aantal overschrijdingen Aantal overschrijdingen 24- uurgemiddelde conc. NO 2 uurgemiddelde conc. PM 10 NO 2 8,9 tot 11,9 0 -- PM 10 13,9 tot 14,5* -- 3 Tabel 9: Achtergrondconcentraties in het onderzoeksgebied in 2013 * Inclusief zeezoutcorrectie van 3 µg/m 3. 5.2 IMMISSIERESULTATEN STIKSTOFDIOXIDE (NO 2) Voor stikstofdioxide (NO2) zijn in onderstaande afbeelding de immissiecontouren vanwege de bijdrage van de REC weergegeven. 076934566:B - Definitief ARCADIS 19

Afbeelding 4: Immissiecontouren NO2 De bijdrage van de REC aan de jaargemiddelde concentratie NO2 is ten hoogste 2 µg/m 3. Deze concentratie is berekend nabij de terreingrens van REC. De bijdrage van de REC bij de woningen is maximaal 0,2 µg/m 3. Deze bijdrage is berekend ter plaatse van de woning aan de Swingmaleane ten noordoosten van de REC. De jaargemiddelde concentratie NO2 bij deze woning bedraagt 10,1 µg/m 3 en wordt vooral door de aanwezige achtergrondconcentratie bepaald. In het onderzoeksgebied is een maximale jaargemiddelde concentratie NO2 van 12,0 µg/m 3 berekend, hiervan is 11,9 µg/m 3 de aanwezige achtergrondconcentratie. Deze concentratie is gevonden op circa 960 meter ten zuidoosten van REC. De norm van 50 µg/m 3 voor de uurgemiddelde concentratie wordt geen enkele keer bereikt. De jaargemiddelde concentratie NO2 voldoet ruimschoots aan de grenswaarde van 40 µg/m 3. De uurgemiddelde concentratie NO2 van 200 µg/m 3 mag maximaal18 keer per jaar worden overschreden. Ook deze norm wordt niet overschreden. 5.3 IMMISSIECONTOUREN FIJN STOF (PM 10) De immissiecontouren fijn stof vanwege de bijdrage van de REC aan de jaargemiddelde concentratie zijn in onderstaande afbeelding weergegeven. De resultaten van fijn stof zijn inclusief de zeezoutcorrectie. 20 ARCADIS 076934566:B - Definitief

Afbeelding 5: Immissiecontouren PM10 De bijdrage van de centrale aan de jaargemiddelde concentratie PM10 is verwaarloosbaar klein. Deze bijdrage is maximaal 0,15 µg/m 3 en treedt op de terreingrens van REC op. De hoogste bijdrage van REC ter plaatse van een woning bedraagt minder dan 0,01 µg/m 3. Deze bijdrage wordt gevonden bij de woning aan de Swingmaleane ten noordoosten van de REC. De jaargemiddelde concentratie PM10 bij deze woning bedraagt 14,5 µg/m 3 en wordt nagenoeg volledig bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Deze waarde is tevens de maximaal berekende jaargemiddelde concentratie in het onderzoeksgebied. Het aantal overschrijdingsdagen van de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m 3 bedraagt 3 dagen en wordt volledig door de achtergrondconcentratie bepaald. De jaargemiddelde concentratie PM10 voldoet ruimschoots aan de grenswaarde van 40 µg/m 3. Ook aan de norm van 35 overschrijdingsdagen van de 24-uurgemiddelde concentratie wordt ruimschoots aan voldaan. 076934566:B - Definitief ARCADIS 21

6 Verkeersaantrekkende werking 6.1 UITGANGSPUNTEN Om inzicht te verkrijgen in de bijdrage van de REC aan de luchtkwaliteit langs de ontsluitingswegen zijn concentratieberekeningen langs de Lange Lijnbaan uitgevoerd. De berekeningen zijn uitgevoerd met en zonder normaal verkeer op de Lange Lijnbaan. Er zijn geen verkeersgegevens aanwezig van de Lange Lijnbaan. De gegevens van het meetpunt van de provincie Fryslân aan de Zuidwalweg, tussen de A31/N31 en de Lange Lijnbaan, zijn daarom gebruikt. Deze verkeersgegevens hebben betrekking over het jaar 2006. Deze verkeersintensiteiten zijn met een groeipercentage van 1% per jaar verhoogd naar het jaar 2013. Bij de berekeningen is uitgegaan van de verkeersgegevens, zoals weergegeven in Tabel 10. Weg etmaalintensiteiten Motorvoertuigcategorie percentage [%] 2006 2013 Licht Middelzwaar Zwaar Lange lijnbaan 5.490 5.886 80,5 11,9 7,6 Lange lijnbaan + verkeer REC -- 6.230 77,9 11,9 10,2 Tabel 10: Etmaalintensiteiten en motorvoertuigverdeling In Tabel 11 zijn de voor het rekenmodel relevante wegkarakteristieken uitgewerkt, die zijn gebruikt als invoergegevens voor de berekeningen. In bijlage 4 zijn de invoergegevens van de wegen opgenomen. Weg Snelheidstype Wegtype Bomenfactor Lange lijnbaan Normaal stadsverkeer bebouwing aan beide zijden (3b)* 1,00 Tabel 11: Invoerparameters * rekening gehouden met verdere invulling van het industrieterrein De luchtkwaliteitsberekeningen langs de Lange baan zijn uitgevoerd met het computerprogramma CAR II, versie 11. Hierin wordt gerekend met de Standaard Rekenmethode 1, conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. 6.2 BEREKENINGSRESULTATEN In Tabel 12 zijn de berekeningsresultaten voor NO2 en PM10 langs de Lange Lijnbaan weergegeven voor 2013. De berekeningen zijn uitgevoerd op toetsafstand van de weg (10 meter vanaf kantverharding). In de gepresenteerde cijfers is rekening gehouden met de zeezoutcorrectie. 22 ARCADIS 076934566:B - Definitief

weg NO 2 jaargemiddelde concentratie Aantal overschrijdingen uurgemiddelde van 200 µg/m 3 PM10 jaargemiddelde concentratie Aantal overschrijdingsdagen etmaalgemiddelde van 50 µg/m 3 [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] Achtergrondconc. 9,9 0 14,3 3 Lange lijnbaan 17,9 0 15,2 3 Lange lijnbaan + verkeer REC 19,1 0 15,4 3 Tabel 12: Immissieconcentraties langs de Lange Lijnbaan in 2013 De bijdrage vanwege de verkeersaantrekkende werking van REC aan de NO2 concentratie bedraagt 1,2 µg/m 3 en voor de fijn stof concentratie 0,2 µg/m 3. 076934566:B - Definitief ARCADIS 23

7 Conclusie en Samenvatting In de oprichtingsvergunning van Omrin/REC BV te Harlingen is een verwerkingscapaciteit van 228.000 ton/jaar vergund, waarbij is uitgegaan van een afvalaanbod met een gemiddelde stookwaarde van 13 MJ/kg. De gemeten gemiddelde stookwaarde van het huidige afvalaanbod was 10,9 MJ/kg in 2012. Met het huidige afvalaanbod kan REC niet de volledige thermische capaciteit benutten. Om de maximale thermische capaciteit te behouden dient de jaarlijkse verwerkingscapaciteit te worden verhoogd naar 280.000 ton met een stookwaarde van 9 MJ/kg. Voor deze verandering vraagt REC een veranderingsvergunning aan. Door meer aanvoer van afvalstoffen en afvoer van bodemassen zal het aantal transportbewegingen toenemen. Dit betekent dat het aantal vrachtwagens per etmaal zal toenemen van 55 naar 114, dat is inclusief het verladen van bodemas gedurende een dag per week, en het aantal personenwagens van 34 naar 58. Overige activiteiten en emissiebronnen zullen niet wijzigen. De belasting van de omgeving rondom de bronnen van de REC is berekend met behulp van een verspreidingsmodel. De verspreidingsberekeningen zijn uitgevoerd conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. De gebruikte pc-applicatie is KEMA STACKS versie 2012.1. Dit model is gebaseerd op het Nieuw Nationaal Model (NNM). KEMA STACKS is goedgekeurd door het ministerie van IenM voor luchtverspreidingsberekeningen. De berekeningen zijn uitgevoerd voor het jaar 2013. De bijdrage van de verkeersaantrekkende werking aan de concentraties NO2 en PM10 zijn berekend met CAR II, versie 11. Uit het onderzoek blijkt dat de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10 ver onder de grenswaarde liggen, ook in cumulatie met de verkeersaantrekkende werking. Dit geldt eveneens voor de uurgemiddelde concentratie NO2 en de 24-uursgemiddelde concentratie PM10. Er kan worden geconcludeerd dat het verhogen van verwerkingscapaciteit en hiermee ook het verhogen het aantal transportbewegingen en personenwagens, voldoet aan de eisen die gesteld worden in de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Het aspect luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de geplande verwerkingscapaciteit van 280.000 ton/jaar. 24 ARCADIS 076934566:B - Definitief

Bijlage 1 Invoergegevens rekenmodel (scenariobestanden) 076934566:B - Definitief ARCADIS 25

REC_NO2_Z0_1_SceA_0018.sce 18-6-2013 KEMA STACKS VERSIE 2012.1 Release 10 mei 2012 Stof-identificatie: NO2 start datum/tijd: 18-6-2013 9:53:17 datum/tijd journaal bestand: 18-6-2013 10:18:36 BEREKENINGRESULTATEN Geen percentielen berekend Berekening uitgevoerd met alle meteo uit Presrm! Meteo Schiphol en Eindhoven, vertaald naar locatiespecifieke meteo De locatie waarop de achtergrondconcentratie (en meteo) is bepaald : 157500 578500 De basis-meteorologie EN afgeleide meteo (u*, L etc) is via de PreSRM verkregen opgegeven emissie-bestand C:\Stacks121\input\emis.dat Bron(nen)-bijdragen PLUS achtergrondconcentraties berekend! Generieke Concentraties van Nederland (GCN) gebruikt Deze zijn gelezen met de PreSRM module; versie : 1.206 Opgegeven eigen dubbeltellingscorrectie achtergrondconcentraties 0.0000 Windroos-waarden berekend op opgegeven coordinaten: 157500 578500 GCN-waarden in de BLK file per receptorpunt berekend. Doorgerekende (meteo)periode Start datum/tijd: 1-1-1995 1:00 h Eind datum/tijd: 31-12-2004 24:00 h Prognostische berekeningen met referentie jaar: 2013 Aantal meteo-uren waarmee gerekend is : 87600 De windroos: frekwentie van voorkomen van de windsektoren(uren, %) op receptor-lokatie met coordinaten: 157500 578500 gem. windsnelheid, neerslagsom en gem. achtergrondconcentraties (ug/m3) sektor(van-tot) uren % ws neerslag(mm) NO2 O3 1 (-15-15): 4469.0 5.1 3.4 287.95 5.42 61.95 2 ( 15-45): 4792.0 5.5 3.6 183.90 6.19 60.93 3 ( 45-75): 7267.0 8.3 3.9 164.95 8.13 53.98 4 ( 75-105): 5770.0 6.6 3.4 242.50 10.61 44.17 5 (105-135): 5195.0 5.9 3.3 387.25 13.84 36.61 6 (135-165): 6448.0 7.4 3.4 547.30 17.40 30.46 7 (165-195): 8949.0 10.2 4.0 1141.60 16.36 33.59 8 (195-225): 11992.0 13.7 4.6 2129.47 13.18 41.24 9 (225-255): 10625.0 12.1 5.6 1639.86 8.44 55.14 10 (255-285): 8979.0 10.3 4.6 1028.59 6.21 62.66 11 (285-315): 7107.0 8.1 4.1 903.69 4.56 67.98 12 (315-345): 6007.0 6.9 3.6 537.95 4.47 66.14 gemiddeld/som: 87600.0 4.1 9195.01 9.9 50.5 lengtegraad: : 5.0 breedtegraad: : 52.0 Bodemvochtigheid-index: 1.00 Albedo (bodemweerkaatsingscoefficient): 0.20 Geen percentielen berekend Aantal receptorpunten 2601 Terreinruwheid receptor gebied [m]: 1.0000 1

REC_NO2_Z0_1_SceA_0018.sce 18-6-2013 Terreinruwheid [m] op meteolokatiein windgegevens verwerkt Hoogte berekende concentraties [m]: 1.5 Gemiddelde veldwaarde concentratie [ug/m3]: 9.92455 hoogste gem. concentratiewaarde in het grid: 17.80158 Hoogste uurwaarde concentratie in tijdreeks: 315.20886 Coordinaten (x,y): 157920, 578280 Datum/tijd (yy,mm,dd,hh): 1995 5 7 20 Aantal bronnen : 5 ********* Brongegevens van bron : 1 ** BRON PLUS GEBOUW ** schoorsteen REC Harlingen X-positie van de bron [m]: 157675 Y-positie van de bron [m]: 578307 langste zijde gebouw [m]: 159.0 kortste zijde gebouw [m]: 42.0 Hoogte van het gebouw [m]: 38.0 Orientatie gebouw [graden] : 160.0 x_coordinaat van gebouw [m]: 157793 y_coordinaat van gebouw [m]: 578280 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 44.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 2.50 Uitw. schoorsteendiameter (top): 2.80 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 56.98566 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 17.12495 Temperatuur rookgassen (K) : 403.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 9.268 **Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde** NO2 fraktie in het rookgas [%] : 5.00 Aantal bedrijfsuren: 80007 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.002950415 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.002694678 ********* Brongegevens van bron : 2 ** PUNTBRON ** totaal vrachtwagens X-positie van de bron [m]: 157910 Y-positie van de bron [m]: 578270 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 1.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 0.10 Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.11 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 0.05001 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 6.64489 Temperatuur rookgassen (K) : 285.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.000 **Warmte emissie is per uur berekend afh van buitenluchttemp** NO2 fraktie in het rookgas [%] : 5.00 Aantal bedrijfsuren: 29199 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000040840 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000013613 ********* Brongegevens van bron : 3 ** PUNTBRON ** shovel X-positie van de bron [m]: 157959 Y-positie van de bron [m]: 578249 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 2.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 0.10 Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.11 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 0.05000 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 6.64595 Temperatuur rookgassen (K) : 285.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.000 **Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde** 2

REC_NO2_Z0_1_SceA_0018.sce 18-6-2013 NO2 fraktie in het rookgas [%] : 8.00 Aantal bedrijfsuren: 6386 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000102670 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000007485 ********* Brongegevens van bron : 4 ** PUNTBRON ** personenwagens X-positie van de bron [m]: 157862 Y-positie van de bron [m]: 578229 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 0.8 Inw. schoorsteendiameter (top): 0.10 Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.11 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 0.05001 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 6.64489 Temperatuur rookgassen (K) : 285.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.000 **Warmte emissie is per uur berekend afh van buitenluchttemp** NO2 fraktie in het rookgas [%] : 32.00 Aantal bedrijfsuren: 29221 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000000290 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000000097 ********* Brongegevens van bron : 5 ** BRON PLUS GEBOUW ** schoorsteen REC Harlingen storing X-positie van de bron [m]: 157675 Y-positie van de bron [m]: 578307 langste zijde gebouw [m]: 159.0 kortste zijde gebouw [m]: 42.0 Hoogte van het gebouw [m]: 38.0 Orientatie gebouw [graden] : 160.0 x_coordinaat van gebouw [m]: 157793 y_coordinaat van gebouw [m]: 578280 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 44.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 2.50 Uitw. schoorsteendiameter (top): 2.80 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 56.94010 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 17.12336 Temperatuur rookgassen (K) : 403.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 9.272 **Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde** NO2 fraktie in het rookgas [%] : 5.00 Aantal bedrijfsuren: 208 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.014750000 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000035023 3

REC_PM10_Z0_1_SceA_0021.sce 18-6-2013 KEMA STACKS VERSIE 2012.1 Release 10 mei 2012 Stof-identificatie: FIJN STOF start datum/tijd: 18-6-2013 15:14:34 datum/tijd journaal bestand: 18-6-2013 15:34:13 BEREKENINGRESULTATEN Geen percentielen berekend Berekening uitgevoerd met alle meteo uit Presrm! Meteo Schiphol en Eindhoven, vertaald naar locatiespecifieke meteo De locatie waarop de achtergrondconcentratie (en meteo) is bepaald : 157500 578500 De basis-meteorologie EN afgeleide meteo (u*, L etc) is via de PreSRM verkregen opgegeven emissie-bestand C:\Stacks121\input\emis.dat Bron(nen)-bijdragen PLUS achtergrondconcentraties berekend! pm10 concentraties en overschrijdingsdagen zijn verminderd met de zeezoutbijdrage per receptorpunt Generieke Concentraties van Nederland (GCN) gebruikt Deze zijn gelezen met de PreSRM module; versie : 1.206 Opgegeven eigen dubbeltellingscorrectie achtergrondconcentraties 0.0000 Windroos-waarden berekend op opgegeven coordinaten: 157500 578500 GCN-waarden in de BLK file per receptorpunt berekend. Doorgerekende (meteo)periode Start datum/tijd: 1-1-1995 1:00 h Eind datum/tijd: 31-12-2004 24:00 h Prognostische berekeningen met referentie jaar: 2013 Aantal meteo-uren waarmee gerekend is : 87600 De windroos: frekwentie van voorkomen van de windsektoren(uren, %) op receptor-lokatie met coordinaten: 157500 578500 gem. windsnelheid, neerslagsom en gem. achtergrondconcentraties (ug/m3) sektor(van-tot) uren % ws neerslag(mm) FIJN STOF 1 (-15-15): 4469.0 5.1 3.4 287.95 15.06 2 ( 15-45): 4792.0 5.5 3.6 183.90 16.42 3 ( 45-75): 7267.0 8.3 3.9 164.95 18.60 4 ( 75-105): 5770.0 6.6 3.4 242.50 22.21 5 (105-135): 5195.0 5.9 3.3 387.25 22.66 6 (135-165): 6448.0 7.4 3.4 547.30 20.97 7 (165-195): 8949.0 10.2 4.0 1141.60 19.12 8 (195-225): 11992.0 13.7 4.6 2129.47 16.88 9 (225-255): 10625.0 12.1 5.6 1639.86 16.11 10 (255-285): 8979.0 10.3 4.6 1028.59 14.71 11 (285-315): 7107.0 8.1 4.1 903.69 13.74 12 (315-345): 6007.0 6.9 3.6 537.95 13.59 gemiddeld/som: 87600.0 4.1 9195.01 17.3 (zonder zeezoutcorrectie) lengtegraad: : 5.0 breedtegraad: : 52.0 Bodemvochtigheid-index: 1.00 Albedo (bodemweerkaatsingscoefficient): 0.20 1

REC_PM10_Z0_1_SceA_0021.sce 18-6-2013 Percentielen voor 24-uurgemiddelde concentraties In het percentielenbestand is aangegeven op hoeveel uur(blokken) de percentielwaarden betrekking hebben, de hoge percentielen kunnen bij een gering aantal berekeningsuren daardoor minder nauwkeurig zijn! (laatste regel in percentielbestand) Aantal receptorpunten 2601 Terreinruwheid receptor gebied [m]: 1.0000 Terreinruwheid [m] op meteolokatiein windgegevens verwerkt Hoogte berekende concentraties [m]: 1.5 Gemiddelde veldwaarde concentratie [ug/m3]: 17.25136 (excl. zeezoutcorrectie) hoogste gem. concentratiewaarde in het grid: 18.26819 (excl. zeezoutcorrectie) Hoogste uurwaarde concentratie in tijdreeks: 334.99939 Coordinaten (x,y): 160000, 578040 Datum/tijd (yy,mm,dd,hh): 1996 1 26 9 Aantal bronnen : 5 ********* Brongegevens van bron : 1 ** BRON PLUS GEBOUW ** schoorsteen REC Harlingen X-positie van de bron [m]: 157675 Y-positie van de bron [m]: 578307 langste zijde gebouw [m]: 159.0 kortste zijde gebouw [m]: 42.0 Hoogte van het gebouw [m]: 38.0 Orientatie gebouw [graden] : 160.0 x_coordinaat van gebouw [m]: 157793 y_coordinaat van gebouw [m]: 578280 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 44.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 2.50 Uitw. schoorsteendiameter (top): 2.80 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 56.98566 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 17.12495 Temperatuur rookgassen (K) : 403.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 9.268 **Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde** Aantal bedrijfsuren: 80007 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000073921 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000067513 ********* Brongegevens van bron : 2 ** PUNTBRON ** totaal vrachtwagens X-positie van de bron [m]: 157910 Y-positie van de bron [m]: 578270 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 1.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 0.10 Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.11 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 0.05001 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 6.64489 Temperatuur rookgassen (K) : 285.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.000 **Warmte emissie is per uur berekend afh van buitenluchttemp** Aantal bedrijfsuren: 29199 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000000660 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000000220 ********* Brongegevens van bron : 3 ** PUNTBRON ** shovel X-positie van de bron [m]: 157959 Y-positie van de bron [m]: 578249 2

REC_PM10_Z0_1_SceA_0021.sce 18-6-2013 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 2.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 0.10 Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.11 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 0.05000 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 6.64595 Temperatuur rookgassen (K) : 285.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.000 **Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde** Aantal bedrijfsuren: 6386 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000005650 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000000412 ********* Brongegevens van bron : 4 ** PUNTBRON ** personenwagens X-positie van de bron [m]: 157862 Y-positie van de bron [m]: 578229 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 0.8 Inw. schoorsteendiameter (top): 0.10 Uitw. schoorsteendiameter (top): 0.11 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 0.05001 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 6.64489 Temperatuur rookgassen (K) : 285.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 0.000 **Warmte emissie is per uur berekend afh van buitenluchttemp** Aantal bedrijfsuren: 29221 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.000000030 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000000010 ********* Brongegevens van bron : 5 ** BRON PLUS GEBOUW ** schoorsteen REC Harlingen storing X-positie van de bron [m]: 157675 Y-positie van de bron [m]: 578307 langste zijde gebouw [m]: 159.0 kortste zijde gebouw [m]: 42.0 Hoogte van het gebouw [m]: 38.0 Orientatie gebouw [graden] : 160.0 x_coordinaat van gebouw [m]: 157793 y_coordinaat van gebouw [m]: 578280 Schoorsteenhoogte (tov maaiveld) [m]: 44.0 Inw. schoorsteendiameter (top): 2.50 Uitw. schoorsteendiameter (top): 2.80 Gem. volumeflux over bedrijfsuren (Nm3/s) : 56.94010 Gem. uittree snelheid over bedrijfsuren (m/s) : 17.12336 Temperatuur rookgassen (K) : 403.00 Gem. warmte emissie over bedrijfsuren (MW) : 9.272 **Warmte emissie voor deze bron constante - ingelezen - waarde** Aantal bedrijfsuren: 208 (Bedrijfsuren zijn uren met een emissie > 0) gemiddelde emissie over bedrijfsuren: (kg/s) 0.007375000 gemiddelde emissie over alle uren: (kg/s) 0.000017511 3

Tijdverdeling NO 2 -emissie

Tijdverdeling PM 10 -emissie