Wij zingen voor de dienst: Lied 838: 1 en 2
Lied 838: 1a b 2a b
Lied 838: 1a b 2a b
Lied 838: 1a b 2a b
Lied 838: 1a b 2a b
Wij zingen: Lied 216: 1, 2 en 3
Lied 216: 1 2 en 3
Dauw op de aarde, zonlicht van boven, vochtige gaarde, geurig als toen. Dank voor gewassen, grassen en bomen, al wie hier wandelt, ziet: het is goed. Lied 216: 1 2 en 3
Lied 216: 1 2 en 3 Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen, licht dat ooit speelde waar Eden lag. Dank elke morgen Gods nieuwe schepping, dank opgetogen Gods nieuwe dag.
Stil gebed, Bemoediging en Groet
Schijn met Uw licht Catechisatie Sola Fide zingt
Kyrië-gebed
Wij zingen: Lied 150a : 1 t/m 4
Lied 150a: 1 2 3 4
Geprezen zij God! Gij allen op aard, aanbid Hem die u als kind'ren aanvaardt. Loof Hem die uw Heer is met juichende stem. Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem! Lied 150a: 1 2 3 4
Geprezen zij God! Laat alles wat leeft nu zingen voor Hem die alles ons geeft. Laat jub'len het orgel, laat harp en trompet de glorie doen klinken, van Hem die ons redt. Lied 150a: 1 2 3 4
Geprezen zij God! Ons lied is gewijd aan Hem die altijd ons helpt en geleidt. Om zijn goede schepping, om hemels genot, zijn gunst en vergeving: geprezen zij God! Lied 150a: 1 2 3 4
Gebed om de Heilige Geest
De kinderen gaan naar de nevendienst
1 e Schriftlezing Genesis 12: 1-9
Schriftlezing Genesis 12: 1-9 1 De HEER zei tegen Abram: Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven,een bron van zegen zul je zijn. 3 Ik zal zegenen wie jou zegenen,wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij. 4-5 Abram ging uit Charan weg, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij was toen vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw Sarai mee en Lot, de zoon van zijn broer, en ook alle bezittingen die ze hadden verworven en de slaven en slavinnen die ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar waren aangekomen,
Schriftlezing Genesis 12: 1-9 6 trok Abram het land door tot aan de eik van More, bij Sichem. In die tijd werd het land bewoond door de Kanaänieten. 7 Maar de HEER verscheen aan Abram en zei: Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven. Toen bouwde Abram op die plaats een altaar voor de HEER, die aan hem verschenen was. 8 Daarvandaan trok hij naar het bergland dat oostelijk van Betel ligt, en ergens ten oosten van Betel en ten westen van Ai sloeg hij zijn tent op. Hij bouwde er een altaar voor de HEER en riep er zijn naam aan. 9 Steeds verder reisde Abram, in de richting van de Negev.
Wij zingen: Lied 803: 1, 2 en 3
Lied 803: 1a b 2a b 3a b
Lied 803: 1a b 2a b 3a b
Lied 803: 1a b 2a b 3a b
Lied 803: 1a b 2a b 3a b
Lied 803: 1a b 2a b 3a b
Lied 803: 1a b 2a b 3a b
2 e Schriftlezing Handelingen 10: 34-48
Schriftlezing Handelingen 10: 34-48 Daarop nam Petrus het woord en zei: Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, 35 maar dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die ontzag voor hem heeft en rechtvaardig handelt. 36 God heeft aan de Israëlieten bekendgemaakt dat hij door Jezus Christus het goede nieuws van de vrede is komen brengen. Deze Jezus is de Heer van alle mensen. 37 U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, 38 Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij.
Schriftlezing Handelingen 10: 34-48 39 Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen, 40 maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen, 41 niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan. 42 Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden.
Schriftlezing Handelingen 10: 34-48 43 Van hem getuigen alle profeten dat iedereen die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt. 44 Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde. 45 De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, 46 want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: 47 Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen? 48 En hij gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Daarna vroegen ze hem of hij nog enkele dagen wilde blijven.
Sola Fide zingt Samen God of the moon and stars
Preek
Wij zingen: Lied 793: 1 en 2
Lied 793: 1 en 2
Bron van liefde, licht en leven, zon die hartverwarmend schijnt, woord van hogerhand gegeven, trouw en teder tot het eind. Al zou ons een vijand haten, al gaat zelfs de liefste heen, liefde zal ons nooit verlaten, Gij, Gij laat ons niet alleen. Lied 793: 1 en 2
Een machtig Maker Wij geloven Sola Fide zingt
Gebeden
Collecten 1. Het Jeugdwerk 2. De Kerk De kinderen komen terug van de nevendienst en oppas.
Wij zingen: Lied 969: 1 t/m 4
Lied 969: 1 2 3 4 In Christus is noch west noch oost in Hem noch zuid noch noord, één broederschap rust in zijn troost, één wereld in zijn woord.
Lied 969: 1 2 3 4 Tot ieder hart, dat Hem behoort, met Hem gemeenschap vindt. De dienst aan Hem is 't gouden koord dat allen samen bindt.
Lied 969: 1 2 3 4 Broeders, één band is 't die ons bindt vanwaar en wie ge ook zijt wie onze Vader dient als kind, is Christus toegewijd.
Lied 969: 1 2 3 4 Laat zuid en noord nu zijn verblijd, Hem prijzen west en oost. Aan Christus hoor de wereld wijd, in Hem is zij vertroost.
Zegen Aansluitend Lied 415: 3
Lied 415: 3
Volgende dienst: Zondag 10 juli 2016 Aanvang 09.30 uur