Handleiding VEGASWING 61. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. - contactloze schakelaar. Document ID: 29223

Vergelijkbare documenten
Handleiding. Elektronica VEGADIS 82. Document ID: 50073

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Handleiding. Elektronica VEGASWING 66. Document ID: 44768

Aanvullende handleiding. Kleminrichting KV31. Voor leidingen met ø mm Verticale sensormontage. Document ID: 49229

Handleiding. Borgkoppeling ARV-WE63.1. Voor VEGAWAVE 63 - drukloos bedrijf. Document ID: 32359

Aanvullende handleiding. Kleminrichting KV31. Voor leidingen met ø mm Horizontale sensormontage. Document ID: 38481

Aanvullende handleiding PLICSLED. Opsteekbare aanwijsmodule voor grenswaardeschakelaar. Document ID: 47885

Aanvullende handleiding. Verwarming voor de displayen bedieningsmodule PLICS- COM. Document ID: 31708

Handleiding. Extra elektronica. Voor Modbus. Document ID: 41864

Handleiding VEGASWING 61. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. - Transistor (NPN/PNP) Document ID: 29225

Aanvullende handleiding. Externe behuizing VEGAVIB. Document ID: 31086

Handleiding Reservebehuizing voor plics -instrumenten

Handleiding VEGASWING 61 - contactloze schakelaar

Handleiding VEGASWING 61. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. Contactloze schakelaar. Document ID: 29223

Handleiding. Extra elektronica. Voor 4 20 ma/hart en accupack. Document ID: 41033

Handleiding. Kogelkraanarmatuur conform ZB Voor druksensor VEGABAR 82. Document ID: 50027

Aanvullende handleiding. Externe behuizing VEGACAP, VEGACAL. Document ID: 31085

Handleiding VEGASWING 63. Trilvorkniveauschakelaar met buisverlenging voor vloeistoffen. Contactloze schakelaar. Document ID: 29228

Handleiding VEGASWING 51. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. - contactloze schakelaar. Document ID: 41045

Aanvullende handleiding. Vlotter voor olie-/waterdetectie. voor VEGASWING 63 en EL 3. Document ID: 36676

Handleiding VEGASWING 63. Trilvorkniveauschakelaar met buisverlenging voor vloeistoffen. - Transistor (NPN/PNP) Document ID: 29230

Aanvullende handleiding. Vlotter voor olie-/waterdetectie. voor VEGACAP 63. Document ID: 31595

Handleiding VEGAWAVE 61. Niveauschakelaar voor poedervormig stortgoed. - contactloze schakelaar. Document ID: 32246

Handleiding. Elektronica. VEGAPULS Serie 60. Document ID: 36801

Aanvullende handleiding. Externe behuizing. Voor druksensor VEGABAR Serie 80. Document ID: 45081

Handleiding VEGASWING 51. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. - Transistor (PNP) Document ID: 40552

Aanvullende handleiding. Externe behuizing. VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 46802

Handleiding VEGASWING 63. Trilvorkniveauschakelaar met buisverlenging voor vloeistoffen. Relais (DPDT) Document ID: 29229

Handleiding. Conductieve meetsonde EL 1. Conductieve staafmeetsonde. Document ID: 32651

Handleiding VEGAWAVE 61. Niveauschakelaar voor poedervormig stortgoed. Contactloze schakelaar. Document ID: 32246

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380

Handleiding VEGAKON 61. Conductieve grenswaardeschakelaar voor vloeistoffen voor vlakke inbouw. Transistor (NPN/PNP) Document ID: 32648

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 34456

Handleiding. Conductieve meetsonde EL4. Conductieve meerstaafs-meetsonde. Document ID: 32653

Handleiding B FI. Overspanningsbeveiligingsapparaat. Voor voedings- en stuurkabels met aardlekschakelaar. Document ID: 40489

Handleiding VEGAVIB 61. Niveauschakelaar voor gegranuleerd stortgoed. Contactloze schakelaar. Document ID: 29266

Handleiding VEGAWAVE 62. Trilvorkniveauschakelaar met ophangkabel voor poedervormig stortgoed. Contactloze schakelaar. Document ID: 32251

Handleiding VEGAVIB 61. Niveauschakelaar voor gegranuleerd stortgoed. Contactloze schakelaar. Document ID: 29266

Handleiding VEGASWING 51. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. Contactloze schakelaar. Document ID: 41045

Handleiding. Elektronica. VEGABAR Serie 80. Document ID: 45054

Handleiding VEGABOX 02

Handleiding VEGASWING 51. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen. Transistor (PNP) Document ID: 40552

Handleiding B G. Overspanningsbeveiligingsapparaat. Voor voedings- en signaalkabels in ma-circuits. Document ID: 40491

Handleiding B 63-48, B Overspanningsbeveiligingen. Voor voedings- en signaalkabels in ma-circuits. Document ID: 33012

Handleiding. Elektronicain. VEGABAR Serie 80. Document ID: 45054

Handleiding. Borgkoppeling ARV-SG63.2. voor VEGASWING 63 - Drukbereik: bar. Document ID: 29751

Montagehandleiding Beschermkap

Handleiding VEGAVIB 61. Niveauschakelaar voor gegranuleerd stortgoed. Relais (DPDT) Document ID: 29265

Handleiding VEGASWING 66. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen onder extreme procestemperaturen en -drukken. Relais Met SIL-kwalificatie

Handleiding VEGASWING 63. Trilvorkniveauschakelaar met buisverlenging voor vloeistoffen. - Tweedraads. Document ID: 29232

Handleiding. Kogelkraanarmatuur PASVE. voor VEGABAR 54, 82. Document ID: 30177

Handleiding VEGASWING 66. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen onder extreme procestemperaturen en -drukken. Relais. Document ID: 43756

Handleiding VEGAVIB 62. Niveauschakelaar met ophangkabel voor gegranuleerd stortgoed. Relais (DPDT) Document ID: 29271

OPTISWITCH 5300 C. Handbook. Stemvork schakelaars. - Relais

Handleiding VEGASWING 66. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen onder extreme procestemperaturen en -drukken. Relais Met SIL-kwalificatie

Handleiding VEGASWING 66. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen onder extreme procestemperaturen en -drukken. Relais. Document ID: 58106

Handleiding VEGASWING 63. Trilvorkniveauschakelaar met buisverlenging voor vloeistoffen. Tweedraads 8/16 ma. Document ID: 29232

OPTISWITCH 5300 C. Handbook. Stemvork schakelaars. - Transistor (NPN/PNP)

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30382

Handleiding VEGAVIB 63. Niveauschakelaar met buisverlenging voor gegranuleerd stortgoed. Relais (DPDT) Document ID: 29277

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457

Aanvullende handleiding. PA-/FF-adapterkit voor VE- GADIS 61 en 81. Aansluitkabel met stekker M12x1 als uitbreidingsset. Document ID: 33959

Handleiding VEGACAP 98. Capacitieve staafmeetsonde voor niveausignalering. Relais (DPDT) Document ID: 33760

OPTISWITCH 5300 C. Handbook. Stemvork schakelaars. - Relais Met SIL-kwalificatie

Handleiding. VEGATRENN 149A Ex. Ex-voedingsscheider voor 4 20 ma/ HART-sensoren ma/hart. Document ID: 24816

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. Voor continu metende sensoren. Document ID: 30377

Aanvullende handleiding. VEGADIS-adapter. Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor. Document ID: 45250

Aanvullende handleiding. Beschermbuisadapter. voor VEGACAL 63, 64/VEGACAP 63 Staaf-ø 16 mm. Document ID: 34849

Handleiding VEGACAP 27. Capacitieve staafmeetsonde voor niveausignalering. Relais (DPDT) Document ID: 33758

Handleiding VEGACAP 64. Capacitieve staafmeetsonde voor niveausignalering. Contactloze schakelaar. Document ID: 30013

Product information. Procesdruk. Procesdrukmeetversterker VEGABAR 14 VEGABAR 17. Document ID: 37527

Handleiding. VEGACONNECT 4 met aansluitbox. Interface-adapter tussen PC en communicerende VEGA-instrumenten. Interface-omvormer USB - HART/I²C

Handleiding VEGASWING 66. Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen onder extreme procestemperaturen en -drukken

Product information. Capacitief. Niveaudetectie in vloeistof VEGACAP 62 VEGACAP 63 VEGACAP 64 VEGACAP 66 VEGACAP 69. Document ID: 29983

Handleiding VEGAMIP T61. Zendeenheid. Document ID: 36998

Aanvullende handleiding VEGAPASS 81. Bypass voor continue niveaumeting van vloeistoffen. Document ID: 42749

Handleiding. Conductieve meetsonde EL4. Conductieve meerstaafs-meetsonde. Document ID: 32653

Product information Scheidingsversterkers en Beveiliging

Handleiding VEGACAP 63. Capacitieve staafmeetsonde voor niveausignalering. Contactloze schakelaar. Document ID: 30009

Handleiding VEGACAP 65. Capacitieve kabelmeetsonde voor niveausignalering. Contactloze schakelaar. Document ID: 30017

Handleiding VEGAWAVE 62. Trilvorkniveauschakelaar met draagkabel voor poedervormig stortgoed. - Tweedraads. Document ID: 32255

Handleiding VEGACAP 62. Capacitieve staafmeetsonde voor niveausignalering. Contactloze schakelaar. Document ID: 30005

Product information. Radar. Niveausignalering VEGAMIP. Document ID: 37570

Handleiding VEGACAP 65. Capacitieve kabelmeetsonde voor niveausignalering. - Relais (DPDT) Document ID: 30016

Handleiding VEGACAL 69. Capacitieve dubbele staafmeetsonde voor niveaumeting. Voor aansluiting op een meetversterker. Document ID: 31181

Handleiding VEGACAP 69. Capacitieve dubbele staafmeetsonde voor niveausignalering. Transistor (NPN/PNP) Document ID: 31176

Product information. Conductief. Niveaudetectie in vloeistof. VEGAKON 61 VEGAKON 66 Meetsonden EL 1, 3, 4, 6, 8. Document ID: 33064

Handleiding VEGACAP 65. Capacitieve kabelmeetsonde voor niveausignalering. Relais (DPDT) Document ID: 30016

Handleiding VEGATRENN 141. Ex-voedingsscheider voor 4 20 masensoren. Document ID: 52239

Aanvullende handleiding. Staaf- en kabelcomponenten. voor VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 44968

Handleiding VEGAVIB 62. Niveauschakelaar met draagkabel voor gegranuleerd stortgoed. Tweedraads 8/16 ma. Document ID: 29274

Handleiding VEGACAP 35. Capacitieve kabelmeetsonde voor niveausignalering. Relais (DPDT) Document ID: 33759

Handleiding. VEGACONNECT 4 met aansluitbox. Interface-adapter tussen PC en communicerende VEGA-instrumenten. Interface-omvormer USB - HART/I²C

Handleiding VEGABOX 03. Drukcompensatiebehuizing met beluchtingsfilter. Document ID: 45925

Handleiding. Elektronica SOLITRAC, MINITRAC, POINTRAC, WEIGHTRAC. Document ID: 40104

Handleiding VEGATOR 121. Eenkanaals meetversterker voor niveaudetectie voor 8/16 ma-sensoren. Document ID: 57662

Product information Vibratie

Product information. Vibratie. Niveaudetectie in vloeistoffen VEGASWING 51 VEGASWING 61 VEGASWING 63 VEGASWING 66. Document ID: 30115

Handleiding VEGATOR 112. Tweekanaals meetversterker voor niveaudetectie voor NAMUR-sensoren. Document ID: 46106

Handleiding VEGABAR 14. Procesdrukopnemer met keramische meetcel ma. Document ID: 22441

Transcriptie:

Handleiding Trilvorkniveauschakelaar voor vloeistoffen VEGASWING 61 - contactloze schakelaar Document ID: 29223

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 4 1.2 Doelgroep... 4 1.3 Gebruikte symbolen... 4 2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel... 5 2.2 Correct gebruik... 5 2.3 Waarschuwing voor misbruik... 5 2.4 Algemene veiligheidsinstructies... 5 2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument... 6 2.6 EU-conformiteit... 6 2.7 SIL-conformiteit... 6 2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving... 6 2.9 Milieuvoorschriften... 6 3 Productbeschrijving 3.1 Constructie... 7 3.2 Werking... 8 3.3 Bediening... 8 3.4 Opslag en transport... 9 3.5 Toebehoren... 9 4 Monteren 4.1 Algemene instructies... 11 4.2 Montage-instructies... 14 5 Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 Aansluiting voorbereiden... 16 5.2 Aansluitstappen... 16 5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing... 17 6 In bedrijf nemen 6.1 Algemeen... 20 6.2 Bedieningselementen... 20 6.3 Functietabel... 21 7 Service en storingen oplossen 7.1 Onderhoud... 23 7.2 Storingen oplossen... 23 7.3 Elektronica vervangen... 24 7.4 Procedure in geval van reparatie... 25 8 Demonteren 8.1 Demontagestappen... 26 8.2 Afvoeren... 26 9 Bijlage 9.1 Technische gegevens... 27 9.2 Afmetingen... 34 9.3 Industrieel octrooirecht... 37 9.4 Handelsmerken... 37

Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Let bij Ex-toepassingen op de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document meegeleverd en zijn bestanddeel van de handleiding. Uitgave: 2016-11-18 3

1 Over dit document 1 Over dit document 1.1 Functie Deze gebruiksaanwijzing geeft u de benodigde informatie voor de montage, aansluiting en inbedrijfname plus belangrijke instructies voor onderhoud en oplossen van storingen. Lees deze daarom voor de inbedrijfname en bewaar deze daarom goed toegankelijk als onderdeel van het product in de nabijheid van het instrument. 1.2 Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel beschikbaar worden gesteld. 1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, instructie Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie. Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen storingen of foutief functioneren ontstaan. Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan. Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument ontstaan. Ex-toepassingen Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. SIL-toepassingen Dit symbool markeert instructies betreffende de functionele veiligheid, die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten worden aangehouden. Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsstap Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling. 1 Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen. Afvoeren batterij Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van batterijen en accu's. 4

2 Voor uw veiligheid 2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. 2.2 Correct gebruik De VEGASWING 61 is een sensor voor niveausignalering. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk "Productbeschrijving" opgenomen. De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvullende handleidingen gegeven. Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk verboden. 2.3 Waarschuwing voor misbruik Bij ondeskundig of niet correct gebruik kunnen door het instrument toepassingsspecifieke gevaren ontstaan, zoals bijv. overlopen van een tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage of instelling. 2.4 Algemene veiligheidsinstructies Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Deze mag alleen onder technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De eigenaar is verantwoordelijk voor het storingsvrij gebruik van het instrument. De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en nieuwe voorschriften aan te houden. Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden. Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de gebruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk verboden. Bovendien moeten de op het instrument aangebrachte veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden. 5

2 Voor uw veiligheid 2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn aangebracht moeten worden aangehouden. 2.6 EU-conformiteit Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen van de geldende EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de succesvolle beproeving. De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage onder www.vega.com/downloads. 2.7 SIL-conformiteit De VEGASWING 61 voldoet aan de eisen voor wat betreft de functionele veiligheid conform IEC 61508 resp. IEC 61511. Meer informatie vindt u in de Safety Manual "VEGASWING Serie 60". 2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd. 2.9 Milieuvoorschriften De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd conform DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieu-instructies in deze handleiding. Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag" Hoofdstuk "Afvoeren" 6

3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving Leveringsomvang Componenten 3.1 Constructie De levering bestaat uit: Niveauschakelaar VEGASWING 61 Documentatie Deze gebruiksaanwijzing Safety Manual "Functionele veiligheid (SIL)" (optie) Aanvullende gebruiksaanwijzing "Connectoren voor niveauschakelaars" (optie) Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen) Evt. andere certificaten De VEGASWING 61 bestaat uit de componenten: Deksel behuizing Behuizing met elektronica Procesaansluiting met trilvork 1 2 3 Fig. 1: VEGASWING 61 1 Deksel behuizing 2 Behuizing met elektronica 3 Procesaansluiting Typeplaat De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identificatie en toepassing van het instrument: Artikelnummer Serienummer Technische gegevens Artikelnummers documentatie SIL-markering (bij SIL-kwalificatie af fabriek) Met de serienummers is het mogelijk via "www.vega.com", "VEGA Tools" en "Instrument zoeken" de uitleveringsgegevens van het instrument op te roepen. Naast op de typeplaat op het instrument vindt u het serienummer ook intern in het instrument. 7

3 Productbeschrijving Toepassingsgebied 3.2 Werking De VEGASWING 61 is een niveausensor met trilvork voor niveaudetectie. Deze is ontwikkeld voor industriële toepassing op alle terreinen van de procestechniek en kan in vloeistoffen worden toegepast. Typische toepassingen zijn overvul- en droogloopbeveiligingen. Met de slechts 40 mm lange trilvork kan de VEGASWING 61 bijv. ook in leidingen vanaf DN 32 worden gemonteerd. De kleine trilvork maakt toepassing mogelijk in tanks, containers en leidingen. Dankzij het eenvoudige en robuuste meetsysteem kan de VEGASWING 61 nagenoeg onafhankelijk van de chemische en fysische eigenschappen van de vloeistof worden toegepast. Het instrument werkt ook onder zware meetomstandigheden zoals turbulentie, luchtbellen, schuimvorming, aangroei, sterke externe trillingen of wisselend product. Functiebewaking De elektronica van de VEGASWING 61 bewaakt via de frequentie-analyse continu de volgende criteria: Sterke corrosie of beschadiging van de trilvork Uitval van de trilling Kabelbreuk naar piëzobekrachtiging Wanneer een functiestoring wordt herkend of wanneer de netspanning uitvalt, dan neemt de elektronica een gedefinieerde schakeltoestand in, d.w.z. de contactloze schakelaar opent (veilige toestand). Werkingsprincipe Voedingsspanning 8 De trilvork wordt piëzo-elektrisch aangedreven en trilt op de mechanische resonantiefrequentie van ca. 1200 Hz. De piëzo's zijn mechanisch bevestigd en hebben daarom geen temperatuurschokbeperkingen. Wanneer de trilvork met product wordt bedekt, wijzigt de frequentie. Deze verandering wordt door de ingebouwde elektronica geregistreerd en in een schakelcommando omgezet. De VEGASWING 61 is een compact instrument, d.w.z deze kan zonder externe versterker worden toegepast. De geïntegreerde elektronica analyseert het niveausignaal en stelt een schakelsignaal ter beschikking. Met dit schakelsignaal kunt u een nageschakelt instrument direct bedienen (bijv. een waarschuwingsinrichting, een pomp, enz.). De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens". 3.3 Bediening De schakeltoestand van de VEGASWING 61 met kunststof behuizing kan bij gesloten behuizing worden gecontroleerd (controle-led). In de basisinstelling kunnen media met een dichtheid > 0,7 g/cm³ worden gedetecteerd. Bij media met lagere dichtheid kan het instrument worden aangepast. Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningselementen:

3 Productbeschrijving Controle-LED voor indicatie van de schakeltoestand (groen/rood) DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (A/B) Verpakking Transport Transportinspectie Opslag Opslag- en transporttemperatuur Flenzen 3.4 Opslag en transport Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door een beproeving verzekerd conform ISO 4180. Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton, is milieuvriendelijk en recyclebaar. De sensor is bovendien voorzien van een beschermkap van karton. Bij speciale uitvoeringen wordt bovendien PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via gespecialiseerde recyclingbedrijven. Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade aan het instrument tot gevolg hebben. De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld. De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard. Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de volgende omstandigheden opslaan: Niet buiten bewaren Droog en stofvrij opslaan Niet aan agressieve media blootstellen Beschermen tegen directe zonnestralen Mechanische trillingen vermijden Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische gegevens - Omgevingscondities" Relatieve luchtvochtigheid 20 85 %. 3.5 Toebehoren Schroefdraadflenzen staan in verschillende uitvoeringen ter beschikking conform de volgende normen: DIN 2501, EN 1092-1, BS 10, ASME B 16.5, JIS B 2210-1984, GOST 12821-80. Meer informatie vindt u in de extra handleiding "Flenzen conform DIN- EN-ASME-JIS". Elektronica De elektronica SW E60 is een vervangingsdeel voor grenswaardeschakelaar VEGASWING 61. Meer informatie vindt u in de handleiding van de elektronica. 9

3 Productbeschrijving Connector Om niveauschakelaars met een ontkoppelbare aansluiting op de voedingsspanning of signaalverwerking aan te sluiten, zijn de sensoren ook met stekkerverbindingen leverbaar. De volgende stekkerverbindingen zijn leverbaar: M12 x 1 ISO 4400 Harting HAN 7D Harting HAN 8D Amphenol-Tuchel 10

4 Monteren 4 Monteren Geschiktheid voor de procesomstandigheden Schakelpunt 4.1 Algemene instructies Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en procesaansluiting, geschikt zijn voor de betreffende procesomstandigheden. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestemperatuur en de chemische eigenschappen van het medium. De specificaties daarvoor vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens" en op de typeplaat. In principe kan de VEGASWING 61 in iedere willekeurige positie worden ingebouwd. Het instrument moet wel zodanig worden gemonteerd, dat de trilvork zich op de hoogte van het gewenste schakelpunt bevindt. De trilvork heeft markeringen op de zijkant (inkervingen), die het schakelpunt bij verticale inbouw aangeven. Het schakelpunt is gerelateerd aan het medium water bij de basisinstelling van de dichtheidsschakelaar 0,7 g/cm³ (0.025 lbs/in³). Let er bij de inbouw van de VE- GASWING 61 op dat het schakelpunt van het instrument verschuift, wanneer het medium een van water afwijkende dichtheid heeft - water = 1 g/cm³ (0.036 lbs/in³). Bij media 0,7 g/cm³ (0.025 lbs/in³) en 0,5 g/cm³ (0.018 lbs/in³) moet de dichtheidsschakelaar worden ingesteld op 0,5 g/cm³. Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid 0,45 g/cm³ ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken. 11

4 Monteren 2 1 3 4 Fig. 2: Inbouw verticaal 1 Schakelpunt ca. 13 mm (0.51 in) 2 Schakelpunt bij lage dichtheid 3 Schakelpunt bij hogere dichtheid 4 Schakelpunt ca. 27 mm (1.06 in) 1 Fig. 3: Horizontale inbouw 1 Schakelpunt 1 2 12 Fig. 4: Horizontale inbouw (aanbevolen inbouwpositie, vooral bij aanhechtend product) 1 Schakelpunt 2 Markering bij schroefdraaduitvoering, naar boven gericht Bij flensuitvoeringen is de vork als volgt uitgericht.

4 Monteren 1 Fig. 5: Vorkstand bij flensuitvoeringen 1 Markering bij flensuitvoering, naar boven gericht Vochtigheid Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspanning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan. U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden. Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op gekoelde resp. verwarmde tanks. Fig. 6: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht Transport Opgelet: Houdt de VEGASWING 61 niet vast aan de trilvork. Vooral bij de flensof buisuitvoering kan de trilvork door het gewicht van het instrument beschadigd raken. Transporteer gecoate instrumenten met uiterste voorzichtigheid en voorkom aanraken van de trilvork. Verwijder de verpakking resp. de beschermkap pas direct voor de inbouw. Druk/vacuüm Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen het product en de procestemperatuur. De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" of op de typeplaat van de sensor. 13

4 Monteren Gebruik De niveauschakelaar is een meetinstrument en moet dienovereenkomstig worden behandeld. Verbuigen van het trilelement veroorzaakt schade aan het instrument. Waarschuwing: De behuizing mag niet worden gebruikt voor inschroeven van het instrument! Het vastdraaien kan op die manier schade aan het draaimechaniek van de behuizing veroorzaken. Gebruik voor het inschroeven de zeskant boven het schroefdraad. Kabelinvoeren - NPT-schroefdraad Kabelwartels Metrisch schroefdraad Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de kabelwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen afgesloten als transportbeveiligingen. U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitingen worden gemaakt. NPT-schroefdraad Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbeschermdoppen afgesloten als transportbeveiliging. De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegelaten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen worden afgesloten. Inlassokken 4.2 Montage-instructies De VEGASWING 61 heeft een gedefinieerd schroefdraadbegin. Dat betekent dat iedere VEGASWING 61 zich na het inschroeven altijd in dezelfde vorkstand bevindt. Verwijder daarom de meegeleverde afdichting van het schroefdraad van de VEGASWING 61. Deze afdichting is bij het gebruik van de inlassok met O-ring niet nodig. Let erop, dat de inlassok niet geschikt is voor gecoate uitvoeringen van het instrument. Schroef de VEGASWING 61 tot aan de aanslag in de inlassok. U kunt de latere stand al voor het lassen bepalen. Markeer de betreffende stand van de inlassok. Voor het inlassen moet u de VEGASWING 61 uitschroeven en de rubberen ring uit de inlassok nemen. De inlassok is voorzien van een markeringskerf. Las de inlassok in met de markering naar boven gericht resp. in leidingen (DN 32 t/m DN 50) met de markering in de doorstroomrichting. 14

4 Monteren 1 Fig. 7: Markering op de inlassok 1 Markering Hechtende media Instromend medium Stromingen Bij horizontale inbouw in aanhechtende en taaivloeibare producten moeten de oppervlakken van de trilvork zo mogelijk verticaal staan, om afzettingen op de trilvork zo gering mogelijk te houden. Bij de schroefdraaduitvoering is een markering aanwezig op de zeskant. Daarmee kunt u de stand van de trilvork bij het inschroeven controleren. Wanneer de zeskant op de vlakke pakking aanligt, kan het schroefdraad nog ca. een halve slag verder worden gedraaid. Dat is voldoende om de aanbevolen inbouwpositie te realiseren. Bij flensuitvoeringen is de vork op de flensgaten uitgericht. Bij aanhechtende en taaivloeibare producten moet de trilvork zo mogelijk vrij in de tank steken, om afzettingen te voorkomen. Vermijdt daarom bij horizontale inbouw sokken voor flenzen en inschroefsokken. Wanneer VEGASWING 61 in de vulstroom is ingebouwd, kan dit ongewenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer de VE- GASWING 61 daarom op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden, zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden. Om te zorgen dat de trilvork van de VEGASWING 61 bij productbewegingen zo min mogelijk weerstand biedt, moeten de oppervlakken van de trilvork parallel aan de productbeweging staan. Gasdichte doorvoer De gasdichte doorvoer (optie) voorkomt door een tweede afdichting een ongecontroleerd ontsnappen van het medium. De standtijd van de gasdichte doorvoer hangt af van de chemische bestendigheid van het materiaal. Zie "Technische gegevens". Opgelet: Wanneer wordt vastgesteld (bijv. door een storingsmelding van de VEGASWING 61), dat al medium in het trillingselement is binnengedrongen, dan moet het instrument direct worden vervangen. 15

5 Op de voedingsspanning aansluiten 5 Op de voedingsspanning aansluiten Veiligheidsinstructies aanhouden 5.1 Aansluiting voorbereiden Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies: Waarschuwing: Alleen in spanningsloze toestand aansluiten. De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd. Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos aansluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is. Opmerking: Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instrument. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemarkeerd (IEC/EN61010). Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden Voedingsspanning Verbindingskabel Aansluitkabel voor Ex-toepassingen 16 In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschriften, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de sensoren en de voedingen worden aangehouden. Sluit de voedingsspanning aan conform de volgende aansluitschema's. De elektronica SWE60C is uitgevoerd in veiligheidsklasse I. Voor het aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut noodzakelijk, dat de randaarde wordt aangesloten op de interne aardaansluitklem. Let daarbij op de algemene installatievoorschriften. Bij Ex-toepassingen moet u ook de opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke omgeving aanhouden. De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens". Het instrument word met standaard 3-aderige kabel zonder afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industriele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt. Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van 5 9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwartel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt, vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel. Gebruik voor een VEGASWING 61 in explosiegevaarlijke omgevingen alleen toegelaten kabelwartels. Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften worden aangehouden. Sluit alle openingen in de behuizing af conform EN 60079-1. 5.2 Aansluitstappen Bij Ex-instrumenten mag het deksel van de behuizing alleen worden geopend, wanneer er geen explosiegevaarlijke atomsfeer aanwezig is.

5 Op de voedingsspanning aansluiten Ga als volgt tewerk: 1. Deksel behuizing afschroeven 2. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitnemen 3. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca. 1 cm ontdoen van de isolatie. 4. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven 5. Aansluitklemmen met een schroevedraaier openen 6. Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen steken 7. Aansluitklemmen met een schroevedraaier vastzetten 8. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door licht hieraan te trekken 9. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring moet de kabel geheel omsluiten 10. Deksel behuizing vastschroeven De elektrische aansluiting is zo afgerond. Overzicht behuizingen 5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-ex-, als ook voor de Ex-d-uitvoering. 5 5 5 1 2 3 5 4 Fig. 8: Materiaalvarianten eenkamerbehuizing 1 Kunststof (niet bij Ex d) 2 Aluminium 3 RVS (niet bij Ex d) 4 RVS, elektrolytisch gepolijst (niet bij Ex d) 5 Filterelement voor luchtdrukcompensatie resp. blindplug bij uitvoering IP 66/ IP 68, 1 bar (niet bij Ex d) 17

5 Op de voedingsspanning aansluiten Elektronica- en aansluitruimte 5 SW E60C 20-250V AC/DC max 400mA 12 1 2 + L + L N N A B 0,5 g / cm 3 0,7 g / cm 3 1 2 1 2 3 4 Fig. 9: Elektronica- en aansluitruimte bij eenkamerbehuizing 1 Controle-LED 2 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling 3 DIL-schakelaar voor schakelpuntaanpassing 4 Aardklem 5 Aansluitklemmen Aansluitschema Het verdient aanbeveling de VEGASWING 61 zodanig aan te sluiten, dat het schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail safe). Informatie: De contactloze schakelaar is altijd in de rusttoestand weergegeven. 18 Waarschuwing: Het instrument mag niet zonder tussengeschakelde last worden gebruikt, omdat de elektronica bij directe aansluiting op de netspanning wordt beschadigd. Niet voor de aansluiting op laagspannings-plc-ingangen geschikt. Voorbeelden voor typische toepassingen: Belastingsweerstand bij 24 V DC: 88 1800 Ω Nominaal vermogen, relais 253 V AC: > 2,5 VA Nominaal vermogen, relais 24 V AC: > 0,5 VA Voor het direct aansturen van relais, schakelaars, magneetventielen, signaallampen, claxons enz. De eigenstroom wordt na het afschakelen van de last kortstondig tot onder 1 ma verlaagd, zodat schakelaars, waarvan de houdstroom minder is dan de constant aanwezige eigenstroom van de elektronica, toch betrouwbaar worden afgeschakeld.

5 Op de voedingsspanning aansluiten Wanneer de VEGASWING 61 als onderdeel van een overvulbeveiliging conform WHG wordt toegepast, dan moet u de bepalingen van de "Allgemeinen bauaufsichtlichen Zulassung" aanhouden. 1 2 AC DC L1 N + - - + Fig. 10: Aansluitschema eenkamerbehuizing 19

6 In bedrijf nemen 6 In bedrijf nemen 6.1 Algemeen De getallen tussen haakjes hebben betrekking op de navolgende afbeeldingen. Functie/opbouw De schakeltoestand van de elektronica kan bij een kunststof behuizing met gesloten deksel worden gecontroleerd (controle-led). In de basisinstelling kunnen media met een dichtheid 0,7 g/cm³ worden gedetecteerd. Bij media met een lagere dichtheid moet u de schakelaar op 0,5 g/cm³ instellen. Op de elektronica vindt u de volgende aanwijs- en bedieningselementen: Controle-LED (1) DIL-schakelaar voor omschakeling bedrijfsstanden - A/B (2) DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling (3) Opmerking: Dompel de trilvork van de VEGASWING 61 voor testdoeleinden altijd in de vloeistof. Test het functioneren van de VEGASWING 61 niet met de hand. Dit kan beschadiging van de sensor veroorzaken. 6.2 Bedieningselementen 1 2 3 1 2 Fig. 11: Elektronica SWE60C - contactloze schakelaar 1 Controlelamp (LED) 2 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling 3 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling Controle-LED (1) 20 Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand Groen = uitgang gesloten Rood = uitgang open rood (knippert) = storing

6 In bedrijf nemen Bedrijfsstandenomschakeling (2) Gevoeligheidsomschakeling (3) Met de bedrijfsstandomschakeling (A/B) kunt u de schakeltoestand van het relais veranderen. U kunt daarmee de gewenste bedrijfsstand conform de "functietabel" instellen (A - maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveiliging, B - minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging). Met deze DIL-schakelaar (3) kunt u het schakelpunt op vloeistoffen instellen, die een dichtheid hebben tussen 0,5 en 0,7 g/cm³. In de basisinstelling kunnen vloeistoffen met een dichtheid 0,7 g/cm³ worden gedetecteerd. Bij producten met een lagere dichtheid moet u de schakelaar op 0,5 g/cm³ instellen. De specificaties van de positie van het schakelpunt zijn gerelateerd aan het medium water - dichtheidswaarde 1 g/cm³. Bij media met een afwijkende dichtheid verschuift dit schakelpunt afhankelijk van de dichtheid en het type inbouw in de richting van de behuizing of het uiteinde van de trilvork. Opmerking: Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid 0,45 g/cm³ ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken. 6.3 Functietabel De volgende tabel geeft een overzicht van de schakeltoestanden afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau. Bedrijfsstand A Overvulbeveiliging Niveau Schakeltoestand Controle-LED 1 2 Groen Bedrijfsstand A Overvulbeveiliging 1 2 Schakelaar gesloten Schakelaar open Bedrijfsstand B Droogloopbeveiliging 1 2 Schakelaar gesloten Bedrijfsstand B Droogloopbeveiliging 1 2 Schakelaar open Rood Groen Rood 21

6 In bedrijf nemen Uitval voedingsspanning (bedrijfsstand A/B) Storing Niveau Willekeurig Willekeurig Schakeltoestand Controle-LED 1 2 Schakelaar open Uit 1 2 Schakelaar open Knippert rood 22

7 Service en storingen oplossen 7.1 Onderhoud 7 Service en storingen oplossen Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud nodig. Gedrag bij storingen Storingsoorzaken Storingen verhelpen 24-uurs service hotline 7.2 Storingen oplossen Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie, geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen te nemen. De VEGASWING 61 biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaarheid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende: Sensor Proces Voedingsspanning Signaalverwerking De eerste maatregel is het controleren van het uitgangssignaal. In veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost. Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder tel.nr. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis, alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening. 23

7 Service en storingen oplossen Schakelsignaal controleren Fout Oorzaak Oplossen De VEGASWING 61 meldt bedekt zonder bedekking met product (overvulbeveiliging) De VEGASWING 61 meldt onbedekt met productbedekking (droogloopbeveiliging) Voedingsspanning te laag Elektronica defect Inbouwlocatie ongunstig Aanhechting op het trilelement Verkeerde bedrijfsstand gekozen Bedrijfsspanning controleren Bedrijfsstandenschakelaar bedienen. Wanneer het instrument omschakelt, kan het trilelement met afzettingen zijn bedekt of mechanisch zijn beschadigd. Wanneer de schakelfunctie bij de juiste bedrijfsstand weer niet correct functioneert, moet u het instrument ter reparatie aan ons opsturen. Bedrijfsstandenschakelaar bedienen. Wanneer het instrument daarna niet omschakelt, is de elektronica defect. Elektronica vervangen. Instrument op een plaats inbouwen, waar geen dode ruimten of luchtbellen in de tank kunnen optreden. Controleer het trilelement en de sokken op eventuele afzettingen en verwijder deze. Correcte bedrijfsstand op de bedrijfsstandenschakelaar instellen (overloopbeveiliging, droogloopbeveiliging). De aansluiting moet conform het ruststroomprincipe worden uitgevoerd. Controle-LED knippert rood Storing aan trilelement Controleer, of het trilelement is beschadigd, of sterk is gecorrodeerd. Storing elektronica Instrument defect Elektronica vervangen Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden Gedrag na oplossen storing Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroffen maatregelen moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschreven handelingen weer worden uitgevoerd. 7.3 Elektronica vervangen Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervangen. Bij Ex-toepassingen mag slechts één elektronica met bijbehorende Ex-toelating worden ingezet. 24 Alle informatie over het vervangen van de elektronica vindt u in de handleiding van de nieuwe elektronica. Over het algemeen kan elektronica uit de serie SW60 onderling worden vervangen. Indien u elektronica met een andere signaaluitgang wilt gebruiken, moet u de gehele inbedrijfname uitvoeren. De daarvoor noodzakelijke, passende handleiding vindt u op onze homepage.

7 Service en storingen oplossen Opmerking: Let erop, dat voor geëmailleerde instrumentuitvoeringen speciale elektronica nodig is. Deze elektronica heeft als identificatie SW60E of SW60E1. 7.4 Procedure in geval van reparatie Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde informatie overr de procedure vindt u in het downloadgedeelte van www.vega.com. U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen uit te voeren. Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk: Omschrijving van de opgetreden storing. Het instrument schoonmaken en goed inpakken Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatieblad buiten op de verpakking aanbrengen. Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordiging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com. 25

8 Demonteren 8 Demonteren 8.1 Demontagestappen Waarschuwing: Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische media enz. Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omgekeerde volgorde. Bij Ex-instrumenten mag het deksel van de behuizing alleen worden geopend, wanneer er geen explosiegevaarlijke atomsfeer aanwezig is. 8.2 Afvoeren Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recyclingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken recyclebare materialen. WEEE-richtlijn 2002/96/EG Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de betreffende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt. Een deskundige afvoer voorkomt negatieve effecten op mens en milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens" Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer. 26

9 Bijlage 9 Bijlage 9.1 Technische gegevens Aanwijzing voor gecertificeerde instrumenten Voor gecertificeerde instrumenten (bijv. met Ex-certificering) gelden de technische specificaties in de bijbehorende veiligheidsinstructies. Deze kunnen bijv. bij de procesomstandigheden of de voedingsspanning van de hier genoemde specificaties afwijken. Algemene specificaties Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435. Materialen, in aanraking met medium Procesaansluiting - schroefdraad 316L, Alloy C22 (2.4602) Procesaansluiting - flens Procesafdichting Klingersil C-4400 Trilvork Verlengingsbuis ø 21,3 mm (0.839 in) 316L; 316L met alloy C22 (2.4602) geplateerd; 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat 316L, alloy C22 (2.4602), 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat 316L, alloy C22 (2.4602), 316L met ECTFE gecoat, 316L met PFA gecoat Materialen, niet in aanraking met medium Kunststof behuizing Kunststof PBT (polyester) Gietaluminium behuizing RVS-behuizing - fijngietstaal RVS-huis, geëlektropoleerd Gietaluminium AlSi10Mg, poedergecoat - basis: polyester 316L 316L Afdichting tussen behuizing en deksel Siliconen SI 850 R, NBR siliconenvrij behuizing Lichtgeleider in deksel behuizing PMMA (Macrolon) Aardklem 316L Kabelwartel PA, roestvast staal, Ms Afdichting kabelwartel NBR Afsluitplug kabelwartel PA Temperatuurtussenstuk (optioneel) 316L Second Line of Defense (optie) 1) De Second Line of Defence (SLOD) is een tweede niveau voor de procesafscheiding in de vorm van een gasdichte doorvoer in het onderste deel van de behuizing, die binnendringen van medium in de behuizing voorkomt. Dragermateriaal 316L Glasgietmassa Boorsilicaatglas - nummer 8421 Contacten 1.4101 1) Resp. gasdichte doorvoer 27

9 Bijlage Heliumlekkage Drukbestendigheid PN 64 Sensorlengte Lengte VEGASWING 61 Schakelpunt als VEGASWING 81 resp. 81A Gewicht instrument (afhankelijk van procesaansluiting) Laagdikte ECTFE PFA Oppervlaktekwaliteit Standaard Levensmiddelenuitvoering (3A) < 10-6 mbar l/s Zie hoofdstuk "Afmetingen" +51 mm (2 in) 0,8 4 kg (0.18 8.82 lbs) 0,5 mm (0.02 in) 0,5 mm (0.02 in) R a 3 µm (1.18-4 in) R a < 0,8 µm (3.15-5 in) Levensmiddelenuitvoering (3A) R a < 0,3 µm Procesaansluitingen Pijpschroefdraad, cilindrisch (DIN G¾, G1 3852-A) Amerikaans pijpschroefdraad, conisch ¾ NPT, 1 NPT (ASME B1.20.1) Flenzen DIN vanaf DN 25, ASME vanaf 1" Levensmiddelencompatibel aansluitingen Max. aandraaimoment - procesaansluitingen Schroefdraad G¾, ¾ NPT 75 Nm (55 lbf ft) Schroefdraad G1, 1 NPT 100 Nm (73 lbf ft) Aandraaimoment voor NPT-kabelwartels en conduit-buizen Kunststof behuizing max. 10 Nm (7.376 lbf ft) Aluminium/RVS-behuizing max. 50 Nm (36.88 lbf ft) Gasdichte doorvoer (optioneel) Lekkage < 10-6 mbar l/s Drukbestendigheid PN 64 Melkkoppeling DN 40 PN 40, Clamp 1" DIN 32676 ISO 2852/316L, Clamp 2" DIN 32676 ISO 2852/316L, conus DN 25 PN 40, Tuchenhagen Varivent DN 50 PN 10 Uitgangsgrootheid Uitgang Bedrijfsstanden (omschakelbaar) A B Contactloze schakelaar Maximaal niveausignalering resp. overloopbeveiliging Minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging 28

Meetnauwkeurigheid (volgens DIN EN 60770-1) Referentieomstandigheden en invloedsgrootheden conform DIN EN 61298-1 Omgevingstemperatuur Relatieve luchtvochtigheid 45 75 % Luchtdruk Mediumtemperatuur Mediumdichtheid Viscositeit medium Druk boven medium Sensorinbouw Dichtheidskeuzeschakelaar +18 +30 C (+64 +86 F) 860 1060 mbar/86 106 kpa (12.5 15.4 psig) +18 +30 C (+64 +86 F) 1 g/cm³ (0.036 lbs/in³) (water) 1 mpa s 0 kpa Verticaal van boven 0,7 g/cm³ 9 Bijlage Meetnauwkeurigheid Meetafwijking ± 1 mm (0.04 in) Invloed procestemperatuur op het schakelpunt 1 4 10 ( 25/64") 3 8 ( 5/16") 6 ( 15/64") 4 ( 5/32") 2 ( 5/64") 0-2 (-5/64") -4 (-5/32") 2-6 (-15/64") -8 (-5/16") -10 (-25/64") 0 C (32 F) 50 C (122 F) 100 C (212 F) 150 C (302 F) 200 C (392 F) 250 C (482 F) Fig. 28: Invloed procestemperatuur op het schakelpunt 1 Verschuiving van het schakelpunt in mm 2 Procestemperatuur in C ( F) 3 Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving) 4 Trilvork 29

9 Bijlage Invloed van de stortgoeddichtheid op het schakelpunt 6 1 10 ( 25/64") 8 ( 5/16") 6 ( 15/64") 4 ( 5/32") 5 2 ( 5/64") 0-2 (-5/64") -4 (-5/32") -6 (-15/64") 3 4 2-8 (-5/16") -10 (-25/64") 0,6 (0,022) 0,8 (0,029) 1 (0,036) 1,2 (0,043) 1,4 (0,051) 1,6 (0,058) 1,8 (0,065) 2 (0,072) 2,2 (0,079) 2,4 (0,087) Fig. 29: Invloed van de stortgoeddichtheid op het schakelpunt 1 Verschuiving van het schakelpunt in mm 2 Dichtheid medium in g/cm³ (lb/in³) 3 Schakelaarstand 0,5 g/cm³ 4 Schakelaarstand 0,7 g/cm³ (0.025 lb/in³) 5 Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving) 6 Trilvork Invloed procesdruk op het schakelpunt 4 1 10 ( 25/64") 8 ( 5/16") 3 6 ( 15/64") 4 ( 5/32") 2 ( 5/64") 0-2 (-5/64") -4 (-5/32") 2-6 (-15/64") -8 (-5/16") -10 (-25/64") 12 (174,1) 25 (362,6) 38 (551,1) 51 (739,7) 64 (928,2) Fig. 30: Invloed procesdruk op het schakelpunt 1 Verschuiving van het schakelpunt in mm 2 Procesdruk in bar (psig) 3 Schakelpunt bij referentie-omstandigheden (inkerving) 4 Trilvork Reproduceerbaarheid Hysterese Schakelvertraging Meetfrequentie 30 0,1 mm (0.004 in) ca. 2 mm (0.08 in) bij verticale inbouw ca. 500 ms (aan/uit) ca. 1200 Hz

9 Bijlage Omgevingscondities Omgevingstemperatuur aan behuizing Opslag- en transporttemperatuur -40 +70 C (-40 +158 F) -40 +80 C (-40 +176 F) Procescondities Meeteenheid Procesdruk Maximale testdruk Procestemperatuur (schroefdraad- resp. flenstemperatuur) VEGASWING 61 van 316L/Alloy C22 (2.4602) Procestemperatuur (schroefdraad- resp. flenstemperatuur) met temperatuurtussenstuk (optie). VEGASWING 61 van 316L/Alloy C22 (2.4602) VEGASWING 61 met ECTFE gecoat VEGASWING 61 met PFA gecoat Grensniveau van vloeistoffen -1 64 bar/-100 6400 kpa (-14.5 928 psig) De procesdruk is afhankelijk van de procesaansluiting, bijv. clamp of flens (zie volgende diagram) 100 bar/10000 kpa (1450 psig) resp. 1,5 maal procesdruk De werking van het instrument is tot een bedrijfsdruk van 100 bar/10000 kpa (1450 psig) bij een maximale procestemperatuur van +50 C (+122 F) gegeven (alleen bij schroefdraaduitvoeringen). -50 +150 C (-58 +302 F) -50 +250 C (-58 +482 F) -50 +150 C (-58 +302 F) -50 +250 C (-58 +482 F) 2 70 C (158 F) 3 40 C (104 F) 0 C (32 F) -50 C (-58 F) -40 C (-40 F) 50 C (122 F) 100 C (212 F) 150 C (302 F) 200 C (392 F) 1 250 C (482 F) Fig. 31: Omgevingstemperatuur - procestemperatuur 1 Procestemperatuur in C ( F) 2 Omgevingstemperatuur in C ( F) 3 Temperatuurbereik met temperatuurtussenstuk 31

9 Bijlage 1 64 (928) 40 (580) 20 (290) -50 C (-58 F) -1 (-14,5) 0 C (32 F) 50 C (122 F) 100 C (212 F) 150 C (302 F) 200 C (392 F) 250 C (482 F) 2 Fig. 32: Procestemperatuur - procesdruk bij schakelaarstand 0,7 g/cm³ (gevoeligheidsschakelaar) 1 Procesdruk in bar (psig) 2 Procestemperatuur in C ( F) 1 64 (928) 40 (580) 20 (290) -50 C (-58 F) -1 (-14,5) 0 C (32 F) 50 C (122 F) 100 C (212 F) 150 C (302 F) 200 C (392 F) 250 C (482 F) 2 Fig. 33: Procestemperatuur - procesdruk bij schakelaarstand 0,5 g/cm³ (gevoeligheidsschakelaar) 1 Procesdruk in bar (psig) 2 Procestemperatuur in C ( F) Viscositeit - dynamisch 0,1 10000 mpa s (voorwaarde: bij dichtheid 1) Stroomsnelheid Dichtheid Trillingsbestendigheid Instrumentbehuizing Sensor max. 6 m/s (bij een viscositeit van 10000 mpa s 0,7 2,5 g/cm³ (0.025 0.09 lbs/in³); 0,5 2,5 g/cm³ (0.018 0.09 lbs/in³) door omschakelen 1 g bij 5 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij resonantie) 1 g bij 5 200 Hz conform EN 60068-2-6 (trilling bij resonantie) 32

9 Bijlage Elektromechanische gegevens Kabeldoorvoer/connector (afhankelijk van de uitvoering) Eenkamerbehuizing 1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 9 mm), 1 x blindplug M20 x 1,5; meegeleverd 1 x kabelwartel M20 x 1,5 of: 1 x kabelwartel ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT, 1 x kabelwartel ½ NPT of: 1 x connector M12 x 1, 1 x blindplug M20 x 1,5 Schroefklemmen voor aderdiameter tot 1,5 mm² (AWG 16) Bedieningselementen Bedrijfsstandenschakelaar A B Dichtheidsomschakelaar 0,5 g/cm³ 0,7 g/cm³ Voedingsspanning Bedrijfsspanning Eigenstroomverbruik Belastingsstroom Min. Max. Maximaal niveausignalering resp. overloopbeveiliging Minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging 0,5 2,5 g/cm³ (0.018 0.09 lbs/in³) 0,7 2,5 g/cm³ (0.025 0.09 lbs/in³) 20 253 V AC, 50/60 Hz, 20 253 V DC ca. 3 ma (via belastingscircuit) 10 ma 400 ma (bij I> 300 ma mag de omgevingstemperatuur max. 60 C bedragen) max. 4 A tot 40 ms (niet WHG-gespecificeerd) Elektrische veiligheidsmaatregelen Beschermingsgraad IP 66/IP 67 (NEMA Type 4X) Overspanningscategorie III Veiligheidsklasse I Functionele veiligheid (SIL) Functionele veiligheid conform IEC 61508/IEC 61511 Eenkanaals architectuur (1oo1D) Tot SIL2 Meerkanaals architectuur Zie extra handleiding "Safety Manual (SIL)" Toelatingen Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische specificaties hebben. Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via www.vega.com via "VEGA Tools" en "Instrument zoeken" en in de algemene download-sectie worden gedownload. 33

9 Bijlage 9.2 Afmetingen VEGASWING 61 - behuizing ~ 69 mm (2.72") ø 79 mm (3.03") ~ 59 mm (2.32") ø 80 mm (3.15") ~ 69 mm (2.72") ø 79 mm (3.11") ~ 116 mm (4.57") ø 86 mm (3.39") M20x1,5/ ½ NPT 112 mm (4.41") M20x1,5/ 112 mm (4.41") M20x1,5/ ½ NPT 1 ½ NPT 2 3 4 117 mm (4.61") M20x1,5/ ½ NPT 116 mm (4.57") M20x1,5 Fig. 34: Uitvoeringen behuizing 1 Kunststof behuizing 2 RVS-huis, geëlektropoleerd 3 RVS-behuizing, fijngietstaal 4 Aluminium behuizing 34

9 Bijlage VEGASWING 61 G¾=66 mm (2.6") G1=69 mm (2.72") 18,5 mm (0.73") 32 (G¾A, ¾"NPT) 41 (G1A, 1"NPT) G¾A, ¾"NPT G1A, 1"NPT 36 mm (1.42") 53 mm (2.09") 57 mm (2.24") 55 mm (2.17") 1 2 63 50 mm (1.97") 19 mm (0.75") ø 33,7 mm (1.33") 50 mm (1.97") 53 mm (2.09") 53 mm (2.09") 4 5 49 mm (1.93") 6 Fig. 35: VEGASWING 61 1 Schroefdraad 2 Clamp 3 Conus DN 25 4 Melkkoppeling DN 40 5 Flens 6 Tuchenhagen Varivent 35

9 Bijlage VEGASWING 61, opties 34 mm (1.34") 178 mm (7.01") 1 2 Fig. 36: Opties 1 Gasdichte doorvoer 2 Temperatuurtussenstuk 36

9 Bijlage 9.3 Industrieel octrooirecht VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see www.vega.com. VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte. Nähere Informationen unter www.vega.com. Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuelle. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad industrial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com. Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com. VEGA 系列产品在全球享有知识产权保护 进一步信息请参见网站 <www.vega.com 9.4 Handelsmerken Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/ auteur. 37

Notes 38

Notes 39

Printing date: De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het moment van drukken. Wijzigingen voorbehouden VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2016 VEGA Grieshaber KG Am Hohenstein 113 77761 Schiltach Germany Phone +49 7836 50-0 Fax +49 7836 50-201 E-mail: info.de@vega.com www.vega.com