Examenopgaven VMBO-GL 2003

Vergelijkbare documenten
Examen VMBO-GL. metalektro CSE GL. tijdvak 1 maandag 21 mei uur

Examen VMBO-GL. metalektro CSE GL. tijdvak 1 maandag 19 mei uur

Examenopgaven VMBO-GL 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-GL 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003

METAALTECHNIEK CSE GL

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examen VMBO-GL. elektrotechniek CSE GL. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Dit examen bestaat uit 58 vragen.

Examenopgaven VMBO-GL 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003

ELEKTROTECHNIEK CSE GL

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-GL 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examen VMBO-GL. metaaltechniek CSE GL. tijdvak 1 maandag 21 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2003

elektrotechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 9 A B X C D

X C D X C D. elektrotechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Examenopgaven VMBO-GL 2003

elektrotechniek CSE GL

METAALTECHNIEK CSE GL

techniek breed CSPE BB

ELEKTROTECHNIEK CSE KB

ELEKTROTECHNIEK CSE GL

Booreenheid. De Booreenheid & de PLC in het TIBBLTO / VICTO lokaal. Werkplek 2. Leer & werkboek.

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examen VMBO-KB 2005 METALEKTRO CSE KB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

elektrotechniek CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B X C D

elektrotechniek CSPE BB 2011 minitoets bij opdracht 7

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-GL 2004

elektrotechniek CSPE BB 2010 minitoets bij opdracht 12 E P=46 W U=230 V

Examen VMBO-GL. metaaltechniek CSE GL. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL versie rood

Schakelingen Hoofdstuk 6

ELEKTROTECHNIEK CSE KB

Examenopgaven VMBO-BB 2003

techniek breed CSPE KB

X C D X C D. elektrotechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 8

Examen VMBO-KB 2006 METALEKTRO CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

CSPE GL minitoets bij opdracht 1

profielvak produceren, installeren en energie CSPE GL onderdeel C

Examenopgaven VMBO-BB 2004

profielvak produceren, installeren en energie CSPE KB onderdeel D

Examen VMBO-GL 2006 INSTALEKTRO CSE GL. tijdvak 1 vrijdag 19 mei 9:00-11:00 uur

Pneumatiek PO 0807 Moduul 8/Vakleer 7 Pneumatiek

pilot - CSPE PIE GL profiel Produceren, Installeren en Energie Bij dit examen horen een bijlage, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Examen VMBO-BB. elektrotechniek CSPE BB. gedurende 800 minuten. Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en een digitaal bestand.

Elektriciteit thuis. Extra informatie Elektriciteit, Elektriciteit thuis,

elektrotechniek CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B X C D

Examen VMBO-GL CSPE GL. gedurende 360 minuten. Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Werkboek VICTO. Naam : Groep :

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

METAALTECHNIEK CSE KB

metalektro CSPE BB Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Examen VMBO-BB. metalektro CSPE BB. gedurende 890 minuten. Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en een digitaal bestand.

Examen VMBO-GL. instalektro CSE GL. tijdvak 1 maandag 21 mei uur

elektrotechniek CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B X C D X C D

Examen VMBO-BB versie blauw

Examenopgaven VMBO-KB 2003

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11 A B X C D

elektrotechniek - installatietechniek - metaaltechniek - metalektro - instalektro - techniek breed

Examen VMBO-GL 2005 INSTALEKTRO CSE GL. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

elektrotechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 6

Examen VMBO-KB versie blauw

verbrandingsgassen uit. Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu?

techniek breed CSPE BB Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en een digitaal bestand.

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 8

Examenopgaven VMBO-GL 2003

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11 A B X C D

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

elektrotechniek - installatietechniek - metaaltechniek - metalektro - instalektro - techniek breed

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11

TIPS VOOR VEILIG WERKEN MET ELEKTRICITEIT* Werk altijd spanningsloos. Test altijd of de spanning er werkelijk af is.

Examenopgaven VMBO-BB 2003

minitoets bij opdracht 4

Examen VMBO-BB. natuur- en scheikunde 1 CSE BB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-KB 2005 INSTALEKTRO CSE KB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

OC Het onderhouden van mechanische onderdelen 2012

techniek breed CSPE KB Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en een digitaal bestand.

Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

minitoets bij opdracht 8

Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Deel 2 elektropneumatische praktijk

NaSk 1 Elektrische Energie

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

elektrotechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 4

METAALTECHNIEK CSE KB

Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

woensdag 2 januari 2019 Elektro pneumatiek. (Kader en GL) Drukknop, Schakelaar, EasyRelais, Elektro-pneumatische ventielen.

profielvak produceren, installeren en energie CSPE BB onderdeel A

Correctievoorschrift VMBO-GL 2004

elektrotechniek - installatietechniek - metaaltechniek - metalektro - instalektro - techniek breed

X C D X C D. elektrotechniek CSPE KB minitoets bij opdracht 5

Transcriptie:

Examenopgaven VMBO-GL 2003 tijdvak 1 maansdag 19 mei 09.00-11.00 uur METALEKTRO CSE GL Bij dit examen hoort een bijlagenboekje. Het gebruik van de formulelijst is toegestaan. Dit examen bestaat uit 60 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 300008-602o

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. AUTOMATISCHE BOOREENHEID Voor de productie van vulplaten gebruikt een machinefabriek een automatische booreenheid. In bijlage 1 is deze booreenheid schematisch weergegeven. De automatische booreenheid bestaat uit een aantal onderdelen. De belangrijkste zijn: A B C D E F G Voorraadmagazijn: voor de te boren plaatjes; Pneumatische aanvoercilinder: plaatst de plaatjes onder de boorkop; Pneumatische cilinder: laat de boorkop omlaag komen; Pneumatische uitwerpcilinder: werpt de geboorde plaatjes uit de booreenheid; Boormachine met boorkop; Benaderingssensor: controleert of de aanvoercilinder in de beginstand staat; Benaderingssensor: controleert de voorraad in het magazijn. Op de buitenkant van de cilinders zitten reedcontacten. Deze contacten reageren op een magneetje op de zuiger. De booreenheid wordt bestuurd door een PLC. In bijlage 2 is weergegeven hoe de PLC op de booreenheid is aangesloten. De booreenheid staat onder beheer van een procesoperator. 1p 1 Bij het boren wordt gebruik gemaakt van koelvloeistof. In welke afvalbak moet verontreinigde koelvloeistof afgevoerd worden? A chemisch afvalbak B gewone afvalbak C metaal afvalbak D papier afvalbak 1p 2 Automatische processen kunnen zwaar, gevaarlijk en saai werk voor mensen vervangen. Welke wet heeft betrekking op veiligheid, gezondheid en welzijn tijdens het werk? 1p 3 Bij de werkzaamheden aan de automatische booreenheid moet de procesoperator een gehoorbeschermer en een veiligheidsbril dragen. Welke gehoorbeschermers werken minder goed als je een bril draagt? A glasdonswatten B oorkappen C otoplastieken D rolletjes van schuimplastic 2p 4 Veiligheidsbril en gehoorbeschermer zijn persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s). Noem nog twee persoonlijke beschermingsmiddelen. 1p 5 Wie controleert de naleving van de Arbo-wet? A de arbeidsinspectie B de vakbond C de werkgever D de werknemer 300008-602o 2 ga naar de volgende pagina

Gebruik voor het beantwoorden van vraag 6 bijlage 1, booreenheid. 1p 6 Reedcontact H op uitwerpcilinder D wordt 20 mm omhoog geplaatst. Wat gebeurt er met de zuiger? A De zuiger gaat 20 mm meer omhoog. B De zuiger komt 20 mm minder omhoog. C De zuiger gaat 20 mm minder omlaag. D Niets, het reedcontact heeft geen invloed op de zuiger. Gebruik voor het beantwoorden van vraag 7 bijlage 2, PLC-aansluitingen. 1p 7 Welke digitale bouwsteen heeft een vergelijkbare functie als stuurventiel I van de uitwerpcilinder? & 1 1 Onderstaande afbeelding is een principeweergave van benaderingssensor G. Gebruik deze afbeelding voor het beantwoorden van vraag 8 en 9. spoel 1 wervelstromen 1p 8 Wat voor soort sensor is dit? A een actieve infraroodsensor B een capacitieve sensor C een inductieve sensor D een passieve infraroodsensor 2p 9 In de machinefabriek verwerkt één van de machines kunststof vulplaatjes. Kan men dan de benaderingssensor uit vraag 8 gebruiken? Verklaar je antwoord. 1p 10 Waarom gebruikt men bij deze booreenheid elektro-pneumatische ventielen voor het laten bewegen van de cilinders? A Deze ventielen hebben een hogere schakelsnelheid. B Deze ventielen hebben een langere levensduur. C Deze ventielen worden elektrisch aangestuurd door de PLC. D Met deze ventielen heeft men geen perslucht nodig. 1p 11 Met welk ventiel kan een dubbelwerkende cilinder aangestuurd worden? 300008-602o 3 ga naar de volgende pagina

Gebruik voor het beantwoorden van vraag 12 tot en met 14 bijlage 1, booreenheid. 1p 12 Aanvoercilinder B en boorcilinder C zijn dubbelwerkend. Hoeveel poortaansluitingen heeft een dubbelwerkende cilinder? A 1 B 2 C 3 D 4 1p 13 Voor de aluminiumkop van aanvoercilinder B, is benaderingssensor F geplaatst. Deze benaderingssensor controleert of de zuiger weer in de startpositie staat. Waarmee wordt de stand van de andere zuigers gecontroleerd? 1p 14 Wat voor soort sensor is benaderingssensor F? A een actieve infraroodsensor B een capacitieve sensor C een inductieve sensor D een passieve infraroodsensor Gebruik voor het beantwoorden van vraag 15 en 16 bijlage 2, PLC-aansluitingen. 1p 15 Op welke ingang van de PLC is de benaderingssensor van de aanvoercilinder aangesloten? A 10 B 11 C 12 D 13 1p 16 Hoe groot is de nominale spanning van de spoelen van de elektro-pneumatische ventielen? M12 1p 17 Voor de aluminiumkop van de aanvoercilinder wordt in een plaatstalen houder de bovenstaande benaderingssensor geplaatst. Hoe groot moet het montagegat in deze houder minimaal zijn? A 6 mm B 12 mm C 34 mm D 50 mm 300008-602o 4 ga naar de volgende pagina

1p 18 Welk type boor wordt gebruikt voor het boren van het montagegat van vraag 17? 2p 19 Is de automatische booreenheid een open of een gesloten regelsysteem? Verklaar je antwoord. PROFESSIONELE VAARDIGHEDEN 1p 20 Wat is een kenmerk van zelfstandig werken? A eigenwijs zijn B initiatief nemen C koffie halen voor je collega s D op tijd op je werk zijn 1p 21 In welk NEN-normblad zijn de bepalingen over veilig werken met elektriciteit opgenomen? A NEN 1010 B NEN 1014 C NEN 3140 D NEN 5152 1p 22 In welk NEN-normblad zijn veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties opgenomen? A NEN 1010 B NEN 1014 C NEN 3140 D NEN 5152 1p 23 Welk logo geeft klein chemisch afval aan? GLASBAK 300008-602o 5 ga naar de volgende pagina

1p 24 Hoe wordt regelmatig terugkerend onderhoud genoemd? A correctief onderhoud B periodiek onderhoud C preventief onderhoud 2p 25 Noem twee werkzaamheden die onder periodiek onderhoud vallen. 1p 26 Bovenstaande afbeelding geeft het gebodsbord 'gehoorbescherming verplicht' weer. Bij welk geluidsniveau moet een arbeidsplaats gemarkeerd worden met dit gebodsbord? A hoger dan 35 db(a) B hoger dan 65 db(a) C hoger dan 85 db(a) D hoger dan 105 db(a) Gebruik voor het beantwoorden van vraag 27 onderstaand etiket. Xn schadelijk harmful schädlich Irriterend voor de huid. Buiten bereik van kinderen bewaren. Gesloten verpakking op een goed geventileerde plaats bewaren. Verwijderd houden van ontstekingsbronnen. Niet roken. Aanraking met de huid vermijden. In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. 1p 27 Welk persoonlijk beschermingsmiddel moet gebruikt worden bij een product met bovenstaand etiket? A adembescherming B beschermende handschoenen C beschermende kleding D oog- en gezichtsbeschermers 300008-602o 6 ga naar de volgende pagina

S1 X1 S2 X2 1p 28 Welke naam heeft bovenstaande tekening? A bedradingsschema B installatietekening C stroomkringschema D werktekening 2 1 3 4 1p 29 Bovenstaande afbeelding geeft een derde kwadrantsprojectie weer. Welk cijfer geeft het rechterzijaanzicht aan? A 1 B 2 C 3 D 4 1p 30 Op elektrisch handgereedschap staat het bovenstaand symbool. Welk snoer is aan het elektrisch handgereedschap gemonteerd? A 2-aderig, met beschermingsdraad B 2-aderig, zonder beschermingsdraad C 3-aderig, met beschermingsdraad D 3-aderig, zonder beschermingsdraad 300008-602o 7 ga naar de volgende pagina

HUISINSTALLATIES Gebruik voor het beantwoorden van de vragen 31 tot en met 37 bijlage 3, installatietekening vakantiewoning. 1p 31 Hoeveel eindgroepen worden gebruikt in deze vakantiewoning? A 2 B 3 C 4 D 5 1p 32 Hoeveel wandcontactdozen zijn aangesloten op groep 1? A 2 B 3 C 4 D 5 1p 33 Welke schakeling is gebruikt om de verlichting in de woonkamer te schakelen? 1p 34 Hoeveel VD-draden zitten in buis A? A 2 B 3 C 4 D 5 1p 35 Wat stelt symbool B voor? 1p 36 Wat stelt symbool C voor? 1p 37 Voor de enkelpolige schakelaar gebruikt de monteur ook een wisselschakelaar. Hoeveel van dezelfde schakelaars worden in totaal gemonteerd? A 5 B 6 C 7 D 8 DRADEN EN BUIZEN 1p 38 Hoeveel draden van 2,5 mm² mogen maximaal door een PVC-buis van Ø 16 mm? A 3 B 4 C 5 D 6 1p 39 Wat is het symbool van een nulleider? 300008-602o 8 ga naar de volgende pagina

1p 40 Wat is de kleur van een nulleider? A blauw B bruin C groen/geel D zwart 1p 41 Welk symbool geeft een leiding in een buis aan? P25 1p 42 Wat is de maximale 'niet-verticale' beugelafstand bij een opbouwinstallatie van PVC-buis? A 300 mm B 400 mm C 500 mm D 1000 mm 1p 43 Met welk gereedschap worden bochten in een PVC-buis gemaakt? A buigmachine B buigtang C buigveer D trekveer 1p 44 Wat is de minimale doorsnede van de fasedraad in een woning? A 1 mm² B 1,5 mm² C 2,5 mm² D 4 mm² INSTALLATIES ALGEMEEN 1p 45 Waar bevindt zich het centraal aardpunt (CAP) in een woning? A in de badkamer B in de groepenkast C in de keuken D in de meterkast 1p 46 Welke doorsnede heeft de hoofdvereffeningsleiding? A 1,5 mm² B 2,5 mm² C 4 mm² D 6 mm² 1p 47 Wat meet de kwh-meter? A energie B spanning C stroom D vermogen 300008-602o 9 ga naar de volgende pagina

1p 48 Hoeveel VD-draden van 2,5 mm² mogen maximaal aan elkaar verbonden worden met één universele lasdop? A 4 B 5 C 6 D 7 1p 49 Welk symbool geeft een aardlekschakelaar aan? AUTOMATISCHE PARKEERLICHTSCHAKELING Gebruik voor het beantwoorden van vraag 50 tot en met 57 bijlage 4, automatische parkeerlichtschakeling. In bijlage 4 is een automatische parkeerlichtschakeling afgebeeld. Deze schakeling schakelt automatisch de verlichting van de auto in als de hoeveelheid licht beneden een bepaalde waarde komt. 1p 50 Voor welke spanning moet E1 geschikt zijn? 1p 51 Hoeveel vaste weerstanden zijn getekend in het stuurstroomschema? A 1 B 2 C 3 D 4 1p 52 Wat voor soort weerstand is R3? A LDR B NTC C PTC D VDR 1p 53 Wat stelt symbool V3 voor? A capaciteitsdiode B gelijkrichtdiode C lichtuitstralende diode D zenerdiode 1p 54 Lamp E1 heeft een vermogen van 6 W. Hoe groot is de stroom door de lamp? A 0,2 A B 0,5 A C 5 A D 9,6 A 300008-602o 10 ga naar de volgende pagina

1p 55 Welk type transistor is toegepast? 2p 56 Bereken de spanning over de spoel van het relais K1. Geef ook de berekeningen weer. 1p 57 De spanning over V3 moet 1,5 V zijn. De stroom door V3 bedraagt dan 20 ma. Welke waarde moet de voorschakelweerstand R5 hebben? A 0,6 Ω B 75 Ω C 525 Ω D 600 Ω 11 A1 A2 1 2 3 14 12 1p 58 Welk onderdeel wordt in bovenstaande afbeelding met cijfer 3 aangegeven? A anker B contacten C kern D spoel 1p 59 Een spoel heeft een schijnbare weerstand van 20 Ω en een inductieve weerstand van 12 Ω. Hoe groot is de ohmse weerstand? A 4 Ω B 12 Ω C 16 Ω D 36 Ω 1p 60 Er wordt met een oscilloscoop de amplitude van een sinusvormige wisselspanning gemeten. Welke waarde wordt er dan gemeten? A effectieve waarde B gemiddelde waarde C maximale waarde D momentele waarde 300008-602o* 11 einde