Welding engineering Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan de Vlaamse hogescholen



Vergelijkbare documenten
Het domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg

Industriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. Ravensteingalerij 27, bus Brussel tel.: info@vlhora.

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: informatica

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO

Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond

1.1 Inleiding. Gehanteerde input. - referentiekaders van de opleidingen:

Elektronica-ICT Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektronica-ICT aan de Vlaamse hogescholen

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Projectmanagement Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Projectmanagement aan de Vlaamse hogescholen

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

1.1 Inleiding. 1.2 Domeinspecifieke competenties bachelor in de Biowetenschappen. Gehanteerde input

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Drama Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

Luchtvaart Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Luchtvaart aan de Vlaamse hogescholen

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

1 Samenvattende conclusie 3. 2 Besluit 4

Elektrotechniek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektrotechniek aan de Vlaamse hogescholen

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Indeling hoger onderwijs

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Journalistiek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Journalistiek aan de XIOS Hogeschool Limburg

AANVULLENDE VISITATIE

Brussel september Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties

Industriële wetenschappen: elektronica ICT e-media

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Visitatieprotocol. specifieke lerarenopleidingen november 2009

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Academiejaar Programmagids. Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde

Het hoger onderwijs verandert

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009

Dans Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Dans aan de Vlaamse hogescholen

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Monumenten- en landschapszorg Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Monumentenen landschapszorg aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

De onderwijsvisitatie

Competentie-invullingsmatrix

Autotechnologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Autotechnologie aan de Vlaamse hogescholen

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op visitatieronde

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

A A N V U L L E N D E V I S I T A T I E

Semester 1 Studietijd (uren) Lestijden (60')

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

27 oktober Terugkomavond SLO-alumni

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

O N D E R W I J S HERV I S I T A T I E

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Het domeinspecifiek referentiekader Interieurarchitectuur

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

De onderwijsvisitatie Pop- en rockmuziek

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen. Master in de industriële wetenschappen: elektromechanica. (master)

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012

Praktische informatie. > Inschrijven. > Hoe lang duurt de opleiding? > Wanneer zijn de examens? > Inschrijvingsgeld. > Meer info?

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

FISCAAL RECHT KENNIS PRAKTIJK INNOVATIE IMPLEMENTATIE

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT

Opleiding. Orthopedagogie. Code + officiële benaming van de module. E2 Samenwerkingsvaardigheden 2. Academiejaar Semester.

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

Transcriptie:

O N D E R W I J S V I S I T A T I E Welding engineering Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s c h o l e n r a a d 27 maart 2012

D e o n d e r w i j s v i s i t a t i e W e l d i n g e n g i n e e r i n g Ravensteingalerij 27, bus 3 1000 Brussel tel.: 02 211 41 90 info@vlhora.be Exemplaren van dit rapport kunnen tegen betaling verkregen worden op het VLHORA-secretariaat. Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige ronde Wettelijk depot: D/2012/8696/8 2

voorwoord De visitatiecommissie brengt met dit rapport verslag uit over haar oordelen en de daaraan ten grondslag liggende motivering, conclusies en aanbevelingen die resulteren uit het onderzoek dat zij heeft verricht naar de onderwijskwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering in Vlaanderen. De visitatiecommissie heeft hierbij de vernieuwde visitatieprocedure Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, september 2008 gevolgd, waarbij zij niet enkel aanbevelingen en suggesties formuleert in het kader van de continue kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs, maar ook een oordeel geeft in het kader van de accreditatie van de opleiding. De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs. Met dit rapport wordt de bredere samenleving geïnformeerd over de wijze waarop de hogescholen en meer bepaald de betrokken opleiding omgaat met de kwaliteit van haar onderwijs. Toch is het rapport in de eerste plaats bedoeld voor de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Op basis van de bevindingen van het rapport kan de hogeschool nu en in de nabije toekomst actie nemen om de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding te handhaven en verder te verbeteren. De lezer moet er zich echter terdege bewust van zijn dat het rapport slechts een momentopname biedt van het onderwijs in de opleiding en dat de rapportering van de visitatiecommissie slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg. De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces van zelfevaluatie en visitatie. De visitatie was niet mogelijk geweest zonder de inzet van al wie binnen de hogeschool betrokken was bij de voorbereiding en de uitvoering ervan. Tevens is de VLHORA dank verschuldigd aan de voorzitter, de leden en de secretaris van de visitatiecommissie voor de betrokkenheid en deskundige inzet waarmee zij hun opdracht hebben uitgevoerd. Marc Vandewalle secretaris-generaal Bert Hoogewijs voorzitter 3

4

inhoudsopgave voorwoord... 3 inhoudsopgave... 5 deel 1... 7 Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Welding engineering... 9 1.1 inleiding... 9 1.2 de visitatiecommissie... 9 1.2.1 samenstelling... 9 1.2.2 taakomschrijving... 10 1.2.3 werkwijze... 10 1.2.4 oordeelsvorming... 11 1.3 indeling van het rapport... 12 Hoofdstuk 2 Het domeinspecifiek referentiekader Welding engineering... 13 2.1 inleiding... 13 2.2 domeinspecifieke competenties... 13 2.2.1 gehanteerde input... 13 2.2.2 domeinspecifieke competenties... 14 2.3 besluit... 14 deel 2... 17 Lessius Mechelen... 19 bijlagen... 53 5

6

deel 1 algemeen deel 7

8 o n d e r w i j s v i s i t a t i e W e l d i n g e n g i n e e r i n g

Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Welding engineering 1.1 inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen over de onderwijskwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan Lessius Mechelen te Sint-Katelijne-Waver die zij op 17 en 18 november 2011 in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. Dit initiatief past in de werkzaamheden van de hogescholen en van de VLHORA met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. 1.2 de visitatiecommissie 1.2.1 samenstelling De visitatiecommissie werd samengesteld conform de procedure van de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, september 2008. Meer in het bijzonder werden de richtlijnen van de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissieleden opgevolgd. De visitatiecommissie werd samengesteld door het bestuursorgaan van de VLHORA in haar vergadering van 14 januari 2011 en door het bestuursorgaan van de VLIR in haar vergadering van 16 september 2010. De visitatiecommissie: Voorzitter en domeindeskundige: Onderwijsdeskundige: Domeindeskundige: Domeindeskundige: Robert Vennekens Koen Lombaerts Geert Verhaeghe Alfred Dhooge Voor een kort curriculum vitae van de commissieleden, zie bijlage 1. Vanuit de VLHORA werden een projectbegeleider en een secretaris aangesteld. Voor de visitatie van de opleiding Welding engineering waren dit: Projectbegeleider: Secretaris: Filip Lammens Jetje De Groof De waarnemer namens de VLIR was Jasper Stockmans. o n d e r w i j s v i s i t a t i e W e l d i n g e n g i n e e r i n g 9

1.2.2 taakomschrijving De commissie geeft op basis van het zelfevaluatierapport van de opleiding en de gesprekken ter plaatse: - een oordeel over de onderwerpen en facetten uit het accreditatiekader van de NVAO; - een integraal oordeel over de opleiding; - suggesties om waar mogelijk te komen tot kwaliteitsverbetering. 1.2.3 werkwijze De visitatie van de opleiding Welding engineering aan de hogescholen gebeurde conform de werkwijze zoals die is vastgelegd in de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, september 2008. Voor de beschrijving van de werkwijze van de visitatiecommissie worden vier fasen onderscheiden. - fase 1, de installatie van de commissie; - fase 2, de voorbereiding; - fase 3, het visitatiebezoek; - fase 4, de schriftelijke rapportering. Fase 1 De installatie van de visitatiecommissie Op 1 februari 2011 werd de visitatiecommissie officieel geïnstalleerd. De installatievergadering stond in het kader van een kennismaking, een gedetailleerde bespreking van het visitatieproces aan de hand van de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, september 2008 en een toelichting van het ontwerp van domeinspecifieke referentiekader. Daarnaast werden een aantal praktische afspraken gemaakt, onder meer met betrekking tot het bezoekschema, de bezoekdagen en de te lezen eindwerken en/of stageverslagen. Fase 2 De voorbereiding De visitatiecommissie heeft een domeinspecifiek referentiekader voor de opleiding opgesteld en aan de opleiding bezorgd. Elk commissielid heeft het zelfevaluatierapport en de bijlagen bestudeerd, de geselecteerde eindwerken gelezen en haar/zijn argumenten, vragen en voorlopig oordeel vastgelegd in een checklist, waarvan de secretaris een synthese heeft gemaakt. De synthese werd uitvoerig besproken en beargumenteerd door de commissieleden. Op basis van de bespreking en de door de commissieleden opgestuurde vragenlijsten, inventariseerde de secretaris kernpunten en prioriteiten voor de gesprekken en het materialenonderzoek bij de visitatie. 10 o n d e r w i j s v i s i t a t i e W e l d i n g e n g i n e e r i n g

Fase 3 Het visitatiebezoek De VLHORA heeft een bezoekschema ontwikkeld dat desgevallend aangepast werd aan de specifieke situatie van de opleiding. Het bezoekschema werd opgenomen als bijlage 4. Tijdens de visitatie werd gesproken met een representatieve vertegenwoordiging van alle geledingen die bij de opleiding betrokken zijn. Tijdens de visitatie werd bijkomend informatiemateriaal bestudeerd en werd een bezoek gebracht aan de instelling met het oog op de beoordeling van de accommodaties en de voorzieningen voor de studenten. Tijdens de visitatie werd voor de verdere bevraging gebruik gemaakt van de synthese van de checklist en de vragenlijsten. Binnen het bezoekprogramma werden een aantal overlegmomenten voor de commissieleden voorzien om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. Na de gesprekken met de vertegenwoordigers van de opleiding hebben de visitatieleden hun definitief (tussen)oordeel per facet en per onderwerp gegeven. Op het einde van het visitatiebezoek heeft de voorzitter een korte mondelinge rapportering gegeven van de ervaringen en bevindingen van de visitatiecommissie, zonder expliciete en inhoudelijk waarderende oordelen uit te spreken. Fase 4 De schriftelijke rapportering De secretaris heeft in samenspraak met de voorzitter en de commissieleden, op basis van het zelfevaluatierapport, de checklisten en de motiveringen een ontwerp opleidingsrapport opgesteld. Het ontwerprapport geeft per onderwerp en per facet het oordeel en de motivering van de visitatiecommissie weer. Daarnaast werden - waar wenselijk en/of noodzakelijk - aandachtspunten en eventuele aanbevelingen voor verbetering geformuleerd. Het ontwerp opleidingsrapport werd aan de hogeschool gezonden voor een reactie. De reactie van de opleiding op het ontwerp opleidingsrapport werd door de commissie in een slotvergadering besproken. Het antwoord van de visitatiecommissie werd samen met de reacties van de opleiding en het definitieve opleidingsrapport aan de hogeschool toegezonden. Het opleidingsrapport en de bijlagen worden samengebracht in het visitatierapport van de master-namasteropleiding Welding engineering. 1.2.4 oordeelsvorming De commissie legt in een eerste fase een oordeel per facet vast. Daarna legt de commissie een oordeel per onderwerp vast op basis van de oordelen van de facetten die van het onderwerp deel uitmaken. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een overzicht gegeven van de oordelen per facet. In geval van een compensatie van facetten, wordt het oordeel op onderwerpniveau gevolgd door een motivering en aangevuld met de weging die de commissie hanteerde in de oordeelsvorming op onderwerpniveau. In de overige gevallen wordt voor de motivering van het oordeel op onderwerpniveau verwezen naar de argumentatie bij de facetten. o n d e r w i j s v i s i t a t i e W e l d i n g e n g i n e e r i n g 11

De oordelen per facet en per onderwerp hebben betrekking op alle locaties, afstudeerrichtingen en varianten. Daar waar er een onderscheid in het oordeel per afstudeerrichting en/of locatie en/of variant nodig is, wordt dit aangegeven in het rapport. De commissie houdt in haar beoordeling rekening met accenten die de opleiding eventueel zelf legt, met het domeinspecifieke referentiekader en met de benchmarking ten opzichte van de gelijkaardige opleidingen in andere instellingen van hoger onderwijs. Alle oordelen en wegingen volgen de beslisregels zoals geformuleerd in de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, september 2008. Op het niveau van de facetten volgen de oordelen een vierpuntenschaal: onvoldoende, voldoende, goed en excellent. Op het niveau van de onderwerpen en op het niveau van de opleiding in haar geheel geeft de commissie een antwoord op de vraag of er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. Hierbij kan het oordeel voldoende of onvoldoende luiden. 1.3 indeling van het rapport Het rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel beschrijft de visitatiecommissie in hoofdstuk 2 het domeinspecifiek referentiekader op basis waarvan zij de gevisiteerde opleidingen heeft beoordeeld. In het tweede deel van het rapport brengt de commissie verslag uit over de gevisiteerde opleiding. 12 o n d e r w i j s v i s i t a t i e W e l d i n g e n g i n e e r i n g

Hoofdstuk 2 Het domeinspecifiek referentiekader Welding engineering 2.1 inleiding Voor iedere (groep van) opleiding(en) wordt een domeinspecifiek referentiekader ontwikkeld dat door de commissie gebruikt wordt bij de beoordeling van opleidingen. De visitatiecommissie is verantwoordelijk voor de opmaak van het domeinspecifiek referentiekader. De VLHORA als evaluatieorgaan geeft de procedure 1 aan voor de opstelling ervan. Het referentiekader is niet bedoeld om een ideale opleiding te schetsen. Respect voor de eigenheid van een opleiding en voor de diversiteit binnen eenzelfde opleiding over de instellingen heen, veronderstelt immers dat in de eerste plaats wordt nagegaan of elke opleiding erin slaagt haar eigen doelstellingen te realiseren en dit zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit belet niet dat wordt nagegaan of elke opleiding aan een aantal minimumeisen voldoet, die aan de betreffende opleiding worden gesteld vanuit het vakgebied en/of de relevante beroepspraktijk. 2.2 domeinspecifieke competenties 2.2.1 gehanteerde input referentiekaders van de opleidingen - Domeinspecifiek referentiekader Lessius Mechelen brondocumenten onderschreven door werkveld - IIW Guideline in document IAB 252-07 Minimum Requirements for the Education, Examination and Qualification for Personnel with Responsibility for Welding Coordination internationale referentiekaders - In En ISO 14731 Lascoördinatie, taken en verantwoordelijkheden wordt in de Annex A verwezen naar de IWE opleiding. - In EN ISO 3834 wordt in de Annex A gerefereerd naar de IWE-opleiding. - De IWE opleiding wordt (actueel) erkend in 39 landen:australia, Austria, Belgium, Brazil, Bulgaria, Canada, China, Croatia, Czech Republic, Denmark, Finland, France, Germany, Hungary, India, Indonesia, Italy, Iran, Japan, Netherlands, Nigeria, Norway, Poland, Portugal, Romania, Russia, Serbia, Singapore, Slovakia, Slovenia, South Africa, Spain, Sweden, Switzerland, Thailand, Turkey, Ukraine, United Kingdom, United States. - in diverse normen wordt verwezen naar de opleiding: het EWF/IIW systeem is aanvaard in intenationale (las)- normen; EN ISO 3834, EN ISO 14731, EN 1090. 1 De procedure voor het opstellen van het domeinspecifiek referentiekader is beschikbaar op de website van de VLHORA www.vlhora.be onder de rubriek visitatie & accreditatie. d o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r 13

2.2.2 domeinspecifieke competenties De master na master in Welding engineering opleiding biedt de student een zo compleet mogelijke vorming aan in de niche binnen de industriële wetenschappen die de lastechniek in feite vormt met volgende doelen: - Zorg dragen voor volledige overeenstemming met de minimum vereisten van het International Institute of Welding zoals beschreven in zijn IIW Guideline in document IAB 252-07 Minimum Requirements for the Education, Examination and Qualification for Personnel with Responsibility for Welding Coordination ; - Zorgen voor een zo breed en diepgaand mogelijke kennis van alle lastechnisch gerelateerde kennis en kunde vakken die een lasingenieur nodig heeft om in de huidige maatschappelijke context te kunnen functioneren. Hiermee bedoelen we vakken als lasprocédés, materiaalkunde, metallurgie van laag- en hooggelegeerde staalsoorten, non-ferro materialen, metallurgie bij het verbinden van heterogene materialen, corrosie en preventie, constructiecodes, lastechnisch gerelateerde normeringen, ontwerpoefeningen, kwaliteitscontrole en borging en productie- en fabricagetechnieken. Hiertoe moet de student voldoende kennis, kunde en vaardigheden verwerven om: - Als gediplomeerd lasingenieur met voldoend wetenschappelijke achtergrond lastechnische en lastechnisch gerelateerde problemen (materiaalkundig, corrosie en bescherming, procesmatig, normering en codering, kwaliteit, inrichting werkplaatsen,.) zelfstandig en/of in teamverband aan te pakken en op te lossen; - Voldoende thuis te zijn in aspecten als wetgeving, bedrijfseconomie, deontologie en veiligheid; - Een attitude te bekomen met de duidelijke wil tot levenslang leren en met zin voor nieuwe technologische ontwikkelingen en creativiteit; - Snel en doelmatig gebruik te maken van beschikbare informatiebronnen (wetenschappelijke databanken, patentdatabanken, normen en standaards) voor kennisverwerving; 2.3 besluit De visitatiecommissie heeft er voor gekozen het domeinspecifiek referentiekader van de opleiding over te nemen gezien dit gericht is op de internationale standaarden (zie hieronder). Begin de tachtiger jaren zijn enkele Europese lasinstituten gestart met de harmonisatie van de lasopleidingen, er werd gestart met de lasingenieur (European Welding Engineer - EWE). Het resultaat was een richtlijn met minimum requirements. De Europese lasinstituten hebben in 1992 de European Welding Federation (EWF) opgericht, een internationale VZW met als adres dit van het BIL (Belgisch Instituut voor Lastechniek) te Brussel, website www.ewf.be om erop toe te zien dat in alle landen de regels correct zouden worden toegepast, werd in elk land één ANB (Authorized National Body) toegelaten. Elke ANB werkt met een kwaliteitssysteem en werd/wordt op regelmatige basis geaudit door EWF/IIW (IIW = International Institute of Welding). De ANB ziet erop toe dat de ATB s (Approved Training Body = Opleidingsinstellingen) in elk land voldoen aan de EWF/IIW regels. Het is ook de ANB die hen audit en de examens afneemt van de opleidingen. Omdat in België het BIL o.a. de opleiding EWE organiseerde, en omdat het BIL dan rechter en partij zou zijn, werd er in België voor gekozen de BVL (Belgische Vereniging voor Lastechniek vzw) op te richten. De BVL werd de ANB voor België. Begin 1992 was het dan zo ver en zijn de eerste geharmoniseerde opleidingen gestart, toen EWE (European Welding Engineer). Eind vorige eeuw waren bijna alle Europese landen reeds aangesloten bij EWF en er was dan ook interesse van het IIW (International Institute of Welding) om deze opleidingen over te nemen en te internationaliseren, wat dan ook is gebeurd. De opleiding EWE werd IWE (International Welding Engineer) een internaionaal erkende 14 d o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r

opleiding. De EWE en IWE diploma s zijn gelijkwaardig en de houders van een diploma kunnen op eevoudige aanvraag het andere diploma verwerven. Momenteel wordt in principe eerst het internationale diploma uitgereikt en op basis daarvan het Europese. Deze diploma s, resultaat van een succesvolle beëindiging van de opleiding worden internationaal erkend. Ook in de EN-ISO normen wordt gerefereerd naar deze geharmoniseerde opleidingen, zoals bevoorbeeld in EN- ISO 14731; Welding coordination, tasks and responsabilities. De audits van de ANB s, voor België is dit de BVL, gebeuren nu door de IAB (International Authorization Board) van het IIW ( www.iiwelding.org ). Het betreft een full audit om de vijf jaar en daartussenin een opvolgingsaudit. Voor de ATB s is de geldigheid van de initiële audit vijf jaar. Om de vijf jaar is er dus een verlengingsaudit en daartussenin een opvolgingsaudit. Voor de IWE opleiding was er in 2010 een opvolgingsdaudit. d o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r 15

16

deel 2 opleidingsrapport 17

18 opleidingsrapport Welding enginee r i n g

Lessius Mechelen Algemene toelichting bij de academisch gerichte master-na-masteropleiding Welding engineering aan Lessius Mechelen De master-na-master Welding engineering is een unieke opleiding in Vlaanderen, die wordt georganiseerd door de Lessius Hogeschool. Deze hogeschool is ontstaan uit de operationele samenwerking tussen Lessius Mechelen (voorheen Katholieke Hogeschool Mechelen) en Lessius Antwerpen (voorheen Lessius Hogeschool), en maakt deel uit van de Associatie K.U.Leuven. Lessius biedt zowel professionele opleidingen aan (in de groepen Bedrijf & communicatie, Design & technologie, Onderwijs & vorming en Gezondheid & welzijn), als academische opleidingen (in de departementen Handelswetenschappen, Toegepaste taalkunde en Industriële wetenschappen). Lessius beschikt over acht campussen: drie in Antwerpen, vier in Mechelen en één in Sint- Katelijne Waver. De opleiding Welding engineering is ondergebracht in het departement Industriële wetenschappen, dat samen met de professionele bacheloropleiding Technologie gehuisvest is op Campus De Nayer in Sint-Katelijne Waver. Hier was tot aan de fusie met Lessius het De Nayer Instituut gehuisvest, dat sinds 1 september 1995 deel uitmaakte van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst. Op 1 januari 2008 werd deze hogeschool een deel van de Lessius Hogeschool. De master-na-master Welding engineering maakt deel uit van het departement Industriële wetenschappen. Op 29 september 2005 ondertekenden vijf hogescholen, die tot de Associatie K.U.Leuven behoren en een opleiding Industriële wetenschappen aanbieden, een intentieverklaring om een Geassocieerde Faculteit Industriële en biowetenschappen te vormen binnen de groep Exacte wetenschappen van de K.U.Leuven. In het vooruitzicht van de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten, die gepland is voor het academiejaar 2013-2014, worden de bevoegdheden van deze faculteit momenteel verder uitgebreid. In 1944 werd in het De Nayer Instituut (toen de Bijzondere School voor Technisch Ingenieurs) gestart met een aanvullend jaar dat leidde tot het diploma van Technisch ingenieur in de Lastechniek. Door de jaren heen wijzigde de vorm waarin de opleiding werd aangeboden. In de jaren 1940 werden de cursussen lastechniek geïntegreerd in de afdelingen Bouwkunde en Elektromechanica, om in de jaren 1960 opnieuw in een aparte afdeling Lastechniek te worden ondergebracht. Toen in 1977 de opleiding Industrieel ingenieur werd opgericht, kreeg de opleiding een plaats in de afdelingen Bouwkunde en Elektromechanica. Sinds 1992 is de opleiding weer een aparte, voortgezette opleiding van een volledig academiejaar. In het kader van de Bolognahervormingen werd de opleiding vanaf het academiejaar 2005-2006 omgevormd tot de master-na-master Welding engineering. De master-na-masteropleiding Welding engineering voldoet aan de eisen van het International Institute of Welding (IIW), en kan bijgevolg deel uitmaken van het traject dat leidt naar de beroepstitel van International Welding Engineer. Het aantal studenten in de master-na-master Welding engineering fluctueerde de laatste vijf jaren. In het academiejaar 2006-2007 waren negen studenten ingeschreven, in het academiejaar 2007-2008 waren dat er twaalf. In het academiejaar 2008-2009 was er slechts één geïnteresseerde student, die vervolgens de opleiding volgde aan de University of Cranfield. Dat jaar werd de opleiding bijgevolg niet georganiseerd aan de Lessius Hogeschool. Daarna klom het studentenaantal in het academiejaar 2009-2010 op tot zestien studenten, om in het academiejaar 2010-2011 terug te vallen tot vijf studenten. In het academiejaar 2011-2012 steeg het aantal weer tot veertien studenten. opleidingsrapport Welding engineering 19

Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de academisch gerichte bachelor en master Beoordelingscriteria academisch gerichte bachelor: De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige managementtaken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren; - het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding, kennis hebben van onderzoeksmethoden en technieken en deze adequaat kunnen toepassen, het vermogen om de relevante data te verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen, een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek; - het begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, een systematische kennis van de kernelementen van een discipline met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline en een begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden. Beoordelingscriteria master: De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op een wetenschappelijke wijze te denken en te handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, het kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot het communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context; - het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek, het kunnen toepassen van paradigma s in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma s, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving; - een gevorderd begrip en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren, in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren en diagnosticeren; - hetzij het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten van wetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van een beginnend onderzoeker of kunstenaar, hetzij het beheersen van de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het oordeel van de visitatiecommissie: goed 20 opleidingsrapport Welding enginee r i n g

De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: De master-na-masteropleiding Welding engineering beoogt enerzijds om specialisten in technische en wetenschappelijke toepassingen van de lastechniek te vormen. Anderzijds wil de opleiding ook leidinggevenden in de maatschappij opleiden, waarbij niet-technische kennis en sociale en communicatieve competenties cruciaal zijn. In het verlengde hiervan werden de doelstellingen en eindtermen van de opleiding ondergebracht onder twee pijlers. In de eerste pijler is er aandacht voor de domeinspecifieke en wetenschappelijke vorming van de lasingenieur. Deze pijler heeft als doel de kennis van de lastechniek uit te bouwen en te verdiepen. Een tweede pijler bestaat uit de bedrijfskundige en maatschappelijke component van de opleiding van de lasingenieur. Binnen deze pijler staan ook de niet-technische kennis en vaardigheden die de lasingenieur nodig heeft als leidinggevende in de maatschappij centraal. In de competenties die de opleiding vooropstelt, is er ten eerste aandacht voor het verwerven van een diepgaande technische kennis. De Master Welding engineering moet een grondige kennis en inzicht hebben verworven in las- en snijprocessen, alle destructieve en niet-destructieve onderzoekstechnieken, berekeningscodes en voorschriften. Voortbouwend op deze kennis en inzichten is de master bovendien in staat zelfstandig nieuwe vakkennis te vergaren en te integreren in de aanwezige kennis, vaardigheden en attitudes. Ten tweede is er in de competenties aandacht voor algemene vaardigheden, ingenieursgerichte en onderzoeksgerichte vaardigheden. De Master Welding engineering is in staat om zowel met vakgenoten als leken te communiceren over het eigen onderzoek. De master kan bovendien probleemoplossend denken, waarbij het efficiënt kunnen aanwenden van gepaste symbolische, numerieke en grafische software voor het oplossen en visualiseren van problemen centraal staat. Ook is de master in staat om een eigen toegepast onderzoek op te zetten, waarbij de volledige empirische cyclus wordt doorlopen. Hij kan zelf een wetenschappelijke redenering opbouwen en heeft het vermogen tot creativiteit en originaliteit. Daarnaast moet de afgestudeerde in staat zijn om ingezet te worden bij het vertalen van innovatieve technologieën naar concrete toepassingen. Ten derde beoogt de opleiding de ontwikkeling van welbepaalde attitudes. Zo moet de Master Welding engineering een probleemoplossende, kritische ingesteldheid bezitten, waardoor hij complexe problemen kan herleiden tot hanteerbare problemen. Deze kritische ingesteldheid heeft hij ook tegenover het eigen denken en handelen. Voor de formulering van de doelstellingen en eindtermen maakte de opleiding enerzijds gebruik van de bamaprofielen, zoals die werden opgesteld in de associatiewerkgroep rond deze profielen op 31 januari 2003. Anderzijds gebruikte de opleiding de doelstellingen en eindtermen van het International Institute of Welding (IIW), om op die manier te voldoen aan de eisen die deze organisatie stelt om als erkend trainingsorgaan te kunnen optreden. De commissie is van mening dat, door de IIW-richtlijn te volgen, de internationale component van de opleiding wordt versterkt, aangezien deze richtlijn actueel is in 39 landen. De commissie vindt dat de doelstellingen van de opleiding voldoen aan de decretaal opgelegde eisen inzake niveau en oriëntatie van de opleiding. De opleiding ambieert volgens de commissie het bereiken van een gevorderd begrip en inzicht inzake alle deelaspecten van de lastechniek. Als gevolg van de regelmatige update van de IIW-richtlijn zal de afgestudeerde inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan, en in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt, te volgen en te interpreteren. De Master Welding engineering zal tevens in één of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de bestaande kennisbasis kunnen leveren en zal specifieke, bij het vakgebied horende vaardigheden bezitten, zoals ontwerpen, onderzoeken, analyseren en diagnosticeren. De commissie kon vaststellen dat de algemene competenties en de algemene wetenschappelijke competenties van de opleiding op een gevorderd niveau zijn geformuleerd. De wetenschappelijke kennis en vaardigheden, gerelateerd aan de lastechniek komen ruim aan bod in de doelstellingen. Wel is de commissie van mening dat er meer aandacht moet komen voor competenties voor het zelfstandig kunnen verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de doelstellingen van de opleiding. Momenteel zijn deze competenties vooral toegespitst op de eerste pijler van de opleiding, i.e. het verwerven van lastechnische kennis, maar niet op de tweede pijler van de opleiding, i.e. het verdiepen van de bedrijfskundige en maatschappelijke kennis. opleidingsrapport Welding engineering 21