GEMEENTE REIMERSWAAL. Bijlagenboek Bestemmingsplan Schoolstraat, Hansweert

Vergelijkbare documenten
Rapport. Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

Verkennend bodemonderzoek. terrein serviceflat Heerenhage te Heerenveen

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

1 Inleiding 3. 3 Verrichte werkzaamheden Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek 8

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

Rapport. Aanvullend bodemonderzoek Sportlaan 1a te Bodegraven. Kenmerk ODMH: projectnummer revisie april 2018

Inhoud. 1 Inleiding Vooronderzoek Algemeen Terreininformatie Conclusie vooronderzoek... 3

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming

Uitbreiding begraafplaats Hogeweg te Wamel

Bodem- en asfaltonderzoek. Buitenruimte Beleefcentrum De Nieuwe Afsluitdijk te Kornwerderzand

Tekening S1 Situatie met boringen en peilbuizen

Tekeningen O-1 Overzichtstekening met ligging locatie S-1 Situatietekening met boringen en peilbuizen

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

plangebied inpassingsplan converterstation Kilometers

Verkennend bodemonderzoek

Rapport. Nader bodemonderzoek Vennenrode te Goirle. Auteur(s) Opdrachtgever. ing. J.C.M. Lexmond. Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen


1 Inleiding 3. 3 Verrichte werkzaamheden Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek 9

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Prinsenstraat 50 e.o. te Zundert


Verkennend bodemonderzoek Ammerzoden,, sectie M, nummers 491, 729 en 728 (ged) te Ammerzoden

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

Tekeningen Situatietekening met boringen, peilbuis en fotonamepunten Overzichtstekening met ligging locatie

Verkennend bodemonderzoek

Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage I AMSTERDAM Locatie Topografische Dienst Nederland, Emmen Opdrachtgever Schaal Status Gemeente Amst

Verkennend bodemonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Beulakerweg 54 Giethoorn

Nieuwstraat 10 te Dreumel

Verkennend bodemonderzoek Pakopseweg 1 en 1a te Didam (gemeente Montferland)

Rapport. Verkennend bodemonderzoek t.b.v. te verleggen leidingen trace Rijksweg A12 in gemeenten Duiven en Zevenaar

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER

Mts. Slingerland-Van Beijnum Middenpolderweg LB Streefkerk


Tekeningen O 1 Overzichtstekening met ligging locatie S 1 Situatie met boringen en peilbuizen

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017


1 Inleiding 3. 3 Verrichte werkzaamheden Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek 7


1 Inleiding 3. 5 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 14

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek, Kattestraat te Eindhoven PROJECTNUMMER: B

Rapport. Verkennend (water)bodemonderzoek Zandsteeg te Nieuwendijk

Verkennend onderzoek Buitendijksweg 7 te Kampen


Verkennend. Locatie. t/m 182 te Den Bosch. Datum. : 9 augustus definitief-

Eindrapport aanvullend bodemonderzoek Pipeluurseweg 8 te Olburgen, Vakantiepark Dorado Beach

tussen Nazareth en Noorddijk te Wolphaartsdijk-Oost Profielbeschrijvingen en zintuiglijke waarnemingen

Verkennend bodemonderzoek en infiltratieonderzoek

Verkennend bodemonderzoek Wilhelminastraat 1 te Dreumel

VERKENNEND BODEMONDERZOEK. Groenstrook ter hoogte van Maerlant 1 t/m 9 Lelystad Kenmerk: A. Opdrachtgever: Gemeente Lelystad

Tom van Garderen Baarn B.V. te Baarn

Verkennend bodemonderzoek. Nieuw 110-kV schakelstation (WTO110) aan de Oosterseveldweg te Wijster

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Laan van Eikenstein 9 te Zeist

INDICATIEF GRONDONDERZOEK EILAND KOUDENHOORN

Bijlage 12 Aanvullend verkennend bodemobderzoek N235 Ilpendam-Purmerend km

Bureau Schmidt T.a.v. de heer R. Schmidt Westersingel CK LEEUWARDEN

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

2001, RAPPORT: Verkennend bodemonderzoek Dorshout (ong.) te Veghel (Plan Dorsveld) PROJECTNUMMER: B OPDRACHTGEVER: V.O.F.



Bijlage 20 bij besluit 2015/1273-V1 V&V

Bouwbedrijf Swart T.a.v. de heer T. Offringa Grote Hornstweg 19 D 9261 VW EASTERMAR

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009)

Verkennend bodemonderzoek De Slinger West te Houten. Documentcode: 15M1098.RAP001

Bijlage 10: Bodemonderzoeken

Verkennend bodemonderzoek N298 te Hunnecum

VERKENNEND EN- AANVULLEND BODEMONDERZOEK CONFORM NEN 5740

Bijlage 3 Boorstaten Boring: 1 Boring: 2 GWS: 125 Opmerking: ph 7,0 Ec 55 ms/m 18 NTU GWS: Opmerking: , klinker Zand, matig fi

Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Gemeente Wijk bij Duurstede te Wijk bij Duurstede


Verkennend bodemonderzoek

1 INLEIDING 2 2 LOCATIEGEGEVENS 3 3 OPZET ONDERZOEK 5 4 UITVOERING ONDERZOEK 6 5 TOETSING EN INTERPRETATIE 9 6 CONCLUSIE 10

Verkennend bodemonderzoek Vormerseweg te Wijchen Sectie P, nummer 2063 ged.

Verkennend bodemonderzoek Kamperstraatweg 7 te Kampen

Colofon. Datum van uitgave: 18 september Contactadres: Tolhuisweg DV HEERENVEEN Postbus AA HEERENVEEN

SAMENVATTING INLEIDING AANLEIDING EN DOEL REFERENTIEKADER BETROUWBAARHEID OPBOUW RAPPORT...

Bijlage 1: Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de toegepaste methoden en strategieën en betrouwbaarheid/ garanties

Rapport. Verkennend bodemonderzoek Blok BE1 Amstelkwartier in Amsterdam

Bestemmin ngsplan Land dgoed Yerseke Moer Bijlagenboe

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

BOOT organiserend ingenieursburo bv Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de AV-BOOT Ingenieurs met een verhaal.

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

VERKENNEND BODEMONDERZOEK PLAN DE KEYSER PERCELEN G946, 930, 931, 996 (-Y1) EN 717 (-Y2) TE MIDDENBEEMSTER

Bodeminformatie. Vaartweg 123A te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740

Bodemonderzoeken op de locaties Herenweg 60a, 62A en 64 te Kudelstaart. Documentnr: 0412-MIL3031 Datum: 2 november 2012

Colofon. Datum van uitgave: 6 december Contactadres: Monitorweg BK Almere Postbus AA Almere Stad

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld)

Sanering uitgevoerd, restverontreiniging aanwezig. Ernstig, niet urgent geval van bodemverontreiniging.

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740

Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740

ACTUALISEREND VOORONDERZOEK LEKDIJK 25 TE AMEIDE GEMEENTE ZEDERIK

Standaard stoffenpakket bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek vastgesteld


Rapport. Actualiserend asbest- en bodemonderzoek Duurstedelaan te Utrecht

VERKENNEND BODEMONDERZOEK CONFORM NEN 5740

Asbestbodemonderzoek conform NEN 5707 voor de locaties toekomstige hoeveschuur en parkeerplaats/boomgaard op het adres Slakweg 5 te Maastricht.

Transcriptie:

GEMEENTE REIMERSWAAL Bijlagenboek Bestemmingsplan Schoolstraat, Hansweert

gemeente titel imronummer projectnummer status Voorontwerp Ontwerp Vastgesteld Reimerswaal Bestemmingsplan Schoolstraat, Hansweert NL.IMRO.0703.01HaBPSchoolstraat-va01 RW4004 definitief 22 december 2015 26 april 2016 6 september 2016

BIJLAGENBOEK

BIJLAGENBOEK behorende bij het bestemmingsplan Schoolstraat, Hansweert in de gemeente Reimerswaal. INHOUD 1: Bodemonderzoek; 2: Archeologisch onderzoek; 3: Flora- en fauna onderzoek; 4: Memo inspraak- en vooroverlegreacties.

BIJLAGE 1 Bodemonderzoek

BIJLAGE 2 Archeologisch onderzoek

BIJLAGE 3 Flora- en fauna onderzoek

BIJLAGE 4 Memo inspraak- en vooroverlegreacties

BIJLAGENBOEK

BIJLAGENBOEK behorende bij het bestemmingsplan Schoolstraat, Hansweert in de gemeente Reimerswaal. INHOUD 1: Bodemonderzoek; 2: Archeologisch onderzoek; 3: Flora- en fauna onderzoek; 4: Overleg- en inspraakrapport.

BIJLAGE 1 Bodemonderzoek

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 definitief revisie 00 30 november 2015

Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 2 2 Vooronderzoek 3 2.1 Algemeen 3 2.2 Terreinbeschrijving 3 2.3 Voormalig- en huidig gebruik 4 2.4 Toekomstig gebruik 7 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie 7 2.6 Conclusie vooronderzoek en hypothese 8 3 Verrichte werkzaamheden 9 3.1 Veldwerkzaamheden 9 3.2 Laboratoriumonderzoek 9 4 Onderzoeksresultaten 10 4.1 Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen 10 4.2 Analyseresultaten 11 4.2.1 Toetsingskader 11 4.2.2 Grond 12 4.2.3 Grondwater 12 5 Conclusies en aanbevelingen 13 Bijlagen 1. Profielbeschrijvingen en zintuiglijke waarnemingen 2. Analyseresultaten grondmonsters 3. Analyseresultaten grondwatermonsters 4. Normwaarden grond en grondwater 5. Toelichting normwaarden 6. Analysecertificaten 7. Indicatieve toetsing Besluit bodemkwaliteit 8. Historische kaarten en luchtfoto s 9. Foto s 10. Kwaliteitsaspecten bodemonderzoek 11. Verantwoording uitvoering onderzoek BRL 2000 Tekeningen 406133-O-1 406133-S-1 Overzichtstekening met ligging locatie Situatietekening met boringen, peilbuis en fotonamepunten

1 Inleiding In opdracht van R&B Wonen is door Antea Group in oktober 2015 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert. Aanleiding De aanleiding tot het onderzoek vormt de voorgenomen nieuwbouw van tien nultrede woningen ter plaatse van de onderzoeklocatie. Doel Het doel van het verkennend bodemonderzoek is de milieuhygiënische bodemkwaliteit vast te leggen. Op deze wijze wordt bepaald of er belemmeringen zijn voor de voorgenomen (her)ontwikkeling van de locatie; enerzijds in het kader van de bestemmingsplanprocedure en anderzijds voor de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de tien nultrede woningen. Onderzoeksstrategie en kwaliteit Het bodemonderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5740 (Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek). Met betrekking tot de kwaliteitsaspecten, toegepaste methoden en betrouwbaarheid/garanties van het onderzoek wordt verwezen naar bijlage 10. In dit rapport wordt verslag gedaan van de uitgevoerde werkzaamheden en worden de resultaten van het onderzoek beschreven. Blad 2 van 14

2 Vooronderzoek 2.1 Algemeen Bij toepassing van de NEN 5740 moet een hypothese worden opgesteld omtrent de aan-/ afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventuele verontreinigingen. Ten behoeve van het opstellen van een hypothese dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd overeenkomstig de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek). Op basis van de verzamelde basisinformatie, de aanleiding van het onderzoek en de mate van verdachtheid van de onderzoekslocatie is gekozen voor een beperkt vooronderzoek. Het vooronderzoek richt zich op de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen. Indien een direct aangrenzend perceel <10 meter breed is, worden ook de percelen hier weer aangrenzend meegenomen. Bij grotere aangrenzende percelen, wordt alleen het gedeelte van deze percelen binnen 25 meter vanaf de grens van de onderzoekslocatie in beschouwing genomen, tenzij aanleiding bestaat het gehele aangrenzende perceel in het vooronderzoek te betrekken. Aansluitend is informatie verzameld over de volgende aspecten van de locatie: - voormalig gebruik - huidig gebruik - toekomstig gebruik - bodemopbouw en geohydrologie Per onderdeel zijn één of meerdere informatiebronnen geraadpleegd. De verzamelde informatie is vastgelegd per bron en weergegeven in de volgende paragrafen. 2.2 Terreinbeschrijving De onderzoekslocatie betreft een gedeeltelijk bebouwd en gedeeltelijk braakliggend terrein gelegen op de kruising aan de Schoolstraat met de Kerklaan te Hansweert. De onderzoekslocatie heeft een totale oppervlakte van circa 4.400 m 2 en bestaat uit drie kadastrale percelen (Kruiningen H 1640, 2483 en 2484) welke tegen elkaar aan liggen en gezamenlijk de ontwikkellocatie vormen. De percelen 1640 en 2483 zijn eigendom van R&B Wonen en zijn momenteel nog bebouwd. Perceel 2484 is eigendom van de gemeente Reimerswaal en is momenteel onbebouwd/braakliggend. In bijlage 9 zijn enkele foto's van de onderzoekslocatie opgenomen. De situering van de onderzoekslocatie is weergegeven in de tekeningen 406133-O-1 en 406133-S-1. Blad 3 van 14

2.3 Voormalig- en huidig gebruik Voor het vaststellen van het voormalige en huidige gebruik is informatie aangeleverd door de gemeente Reimerswaal. Onderstaand is per geraadpleegde bron de gevonden informatie omschreven. Voor zover bekend hebben er op de onderzoekslocatie geen calamiteiten of overtredingen van voorschriften in het kader van de Wet milieubeheer en/of Wet bodembescherming en/of andere milieuregelgeving plaatsgevonden. Historische kaarten en luchtfoto s Op basis van de historische kaarten uit de periode 1916-1993 en de luchtfoto s uit 1959 en 1971 kan worden opgemaakt dat de locatie bebouwd was. De historische kaarten en luchtfoto s zijn opgenomen in bijlage 8. Luchtfoto Op onderstaande luchtfoto is de globale ligging van de onderzoekslocatie aangegeven. Figuur 2.1 Globale ligging onderzoekslocatie Bron: Google maps Blad 4 van 14

Bodemonderzoeken In de buurt van de onderzoekslocatie zijn de volgende bodemonderzoeken uitgevoerd of is de volgende relevante informatie beschikbaar gesteld. Verkennend bodemonderzoek Dorpshuis Kai Munk, Grond-, Gewas- en Milieulaboratorium Zeeuws-Vlaanderen B.V., rapportnummer: 30811, d.d. 27 april 1999 Op een aantal meters ten zuidoosten van de huidige onderzoekslocatie heeft in april 1999 een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden, aan de Kerklaan 2 te Hansweert. Onderzoeksresultaten zijn niet beschikbaar gesteld. Als conclusie is opgenomen dat de locatie in het kader van de Wet bodembescherming voldoende is onderzocht. Het fysieke rapport is niet beoordeeld, vanwege de ouderdom van het rapport. Evaluatie bodemsanering locatie voormalige ondergrondse brandstoftank Kerklaan Hansweert, Colsen B.V., projectnummer: K000228, d.d. 2 juni 2000 In maart 2000 heeft een sanering plaatsgevonden ter plaatse van een voormalige locatie van een ondergrondse brandstoftank aan de Kerklaan 4 te Hansweert. Op de locatie was zowel de grond als het grondwater sterk verontreinigd met minerale olie. Vluchtige aromaten werden slechts in lichte mate boven de achtergrondwaarde aangetoond. De bodemsanering heeft geresulteerd in een verwijdering van de verontreinigingen met minerale olie in de grond tot onder het niveau van de achtergrondwaarde. In de nacontrole van het grondwater is geen minerale olie of vluchtige aromaten aangetoond. De sanering is na overleg met de gemeente Reimerswaal definitief beëindigd. Verkennend bodemonderzoek Kerklaan 4 te Hansweert, Oranjewoud, projectnummer: 5251-137860, d.d. 3 juli 2003 In juli 2003 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een aantal meters ten zuidoosten van de huidige onderzoekslocatie. De aanleiding voor het onderzoek werd gevormd door de voorgenomen herinrichting van de locatie. Uit de analyseresultaten is gebleken dat de bovengrond licht verontreinigd was met lood, nikkel en PAK. In de ondergrond en in het grondwater werden geen verontreinigingen met de geanalyseerde parameters aangetoond. Vervolgonderzoek werd niet noodzakelijk geacht. Kerklaan 7 te Hansweert Uit de bodeminformatie van de gemeente Reimerswaal blijkt dat op 14 augustus 1992 ter plaatse van de locatie Kerklaan 7 te Hansweert een ondergrondse HBO-tank met een inhoud van 3.000 liter is gesaneerd door het reinigen en vullen van de tank. Merwedestraat 3 en Schoolstraat 18 te Hansweert Uit de bodeminformatie van de gemeente Reimerswaal blijkt dat bovengenoemde locaties in gebruik zijn geweest als schildersbedrijven. De Merwedestraat 3 vanaf 1956 tot 1989 en Schoolstraat 18 van 1972 tot 1983. Schoolstraat 16 te Hansweert Uit de bodeminformatie van de gemeente Reimerswaal blijkt dat Schoolstraat 16 vanaf 1926 in gebruik is geweest als benzine-service-station. Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat 6 te Hansweert, Wematech, rapportnummer: VB- 940426, d.d. 6 juni 1994 Op circa 50 meter ten zuiden van de huidige onderzoekslocatie heeft in 1994 een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Onderzoeksresultaten zijn niet beschikbaar gesteld. Blad 5 van 14

Als conclusie is opgenomen dat de locatie in het kader van de Wet bodembescherming voldoende is onderzocht. Het fysieke rapport is niet beoordeeld, vanwege de ouderdom van het rapport. Verkennend bodemonderzoek voormalig sluizencomplex, Grontmij, rapportnummer: 49427, d.d. 24 januari 1995 Ter plaatse van het voormalig sluizencomplex heeft in 1995 een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Onderzoeksresultaten zijn niet beschikbaar gesteld. Als conclusie is opgenomen dat de locatie in het kader van de Wet bodembescherming voldoende is onderzocht. Het fysieke rapport is niet beoordeeld, vanwege de ouderdom van het rapport. Nieuwstraat 2 te Hansweert Ter plaatse van de Nieuwstraat 2 te Hansweert, op circa 50 meter ten zuiden van de huidige onderzoekslocatie, zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd: - Oriënterend bodemonderzoek Nieuwstraat Hansweert locatie voormalig busstation en tankstation voor diesel en benzine, Colsen B.V., d.d. februari 1993; - Nader bodemonderzoek Nieuwstraat Hansweert locatie voormalig busstation en tankstation voor diesel en benzine, Colsen B.V., d.d. 8 april 1994; - Bodemsaneringsplan Nieuwstraat Hansweert locatie voormalig tankstation voor diesel en benzine, Nieuwstraat te Hansweert, Colsen B.V., d.d. 1 maart 1995; - Evaluatie bodemsanering Nieuwstraat Hansweert locatie voormalig tankstation voor diesel en benzine, Nieuwstraat te Hansweert, Colsen B.V., d.d. 8 november 1996. In opdracht van de Provincie Zeeland is door aannemingsbedrijf Zeeuwse Bouw en Wegenbouwmaatschappij (ZWBM) een bodemsanering uitgevoerd aan de Nieuwstraat 2 te Hansweert. Op de saneringslocatie was de grond en het grondwater verontreinigd met vluchtige aromatische koolwaterstoffen en minerale olie boven de interventiewaarden. Daarnaast is de grond ook verontreinigd met PAK boven de interventiewaarde. De verontreiniging is vermoedelijk veroorzaakt door morsverliezen bij het tanken. De bodemsanering heeft geresulteerd in een sanering van de grond tot het niveau van de achtergrondwaarden voor vluchtige aromatische koolwaterstoffen en minerale olie. Uiteindelijk is 184 ton verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd naar ATM Moerdijk. In totaal was met een grondwatersanering 1130 m 3 grondwater onttrokken en geloosd op het riool. In overleg met de Provincie Zeeland werd de sanering beëindigd. Tankarchief Er zijn geen tanks geregistreerd op de onderzoekslocatie. Milieuarchief De gemeente Reimerswaal geeft aan dat geen milieudossiers beschikbaar zijn. Bouwarchief Uit het bouwarchief blijkt dat de woningen gelegen aan de Sluisburg en ter plaatse van de huidige onderzoekslocatie zijn gebouwd medio 1975. De woningen aan de Schoolstraat, aan de overkant van de huidige onderzoekslocatie, zijn gebouwd in 1980. Deze informatie is verkregen van de gemeente Reimerswaal. Het bouwarchief is niet fysiek ingezien. Boomgaard De onderzoekslocatie is grotendeels gelegen in een zone van een voormalige boomgaard. Blad 6 van 14

Figuur 2.2 Ligging voormalige boomgaard Bron: Zeeuws bodemvenster Bodemkwaliteitskaart (BKK) De onderzoekslocatie is gelegen in twee verschillende zones. De voormalige boomgaard is gelegen in zone B Vooroorlogse kernen + overige boomgaarden t/m 1975. Het overig terreindeel is gelegen in zone B Vooroorlogse kernen. De bovengrond voldoet op basis van de bodemkwaliteitskaart aan de klasse Industrie en de ondergrond aan klasse Wonen (Bodemkwaliteitskaart gemeente Reimerswaal, Marmos bodemmanagement, 21-12-2012). Bodemfunctieklassekaart De onderzoekslocatie heeft de bodemfunctie 'Wonen' (Nota bodembeheer gemeente Reimerswaal, Marmos Bodemmanagement, 10-8-2012). 2.4 Toekomstig gebruik In de nabije toekomst zullen tien nultrede woningen ter plaatse van de onderzoekslocatie worden gerealiseerd. 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie Voor de plaatselijke bodemopbouw wordt verwezen naar paragraaf 4.1. Ten aanzien van de bodemopbouw en geohydrologie kan het volgende worden vermeld: - freatische grondwaterstand: gemiddeld 0,95 m mv. - regionale grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket: globaal in zuidelijke richting - voorkomen van oppervlaktewater in de directe omgeving: nee - voorkomen van brak/zout grondwater: nee - ligging binnen een grondwaterbeschermingsgebied: nee De gegevens over de geohydrologie zijn verkregen uit de Grondwaterkaart van Nederland (DGV- TNO) en de actuele kaarten met grondwaterbeschermingsgebieden. Blad 7 van 14

2.6 Conclusie vooronderzoek en hypothese Aangezien de locatie op basis van de bodemkwaliteitskaart uit de Nota bodembeheer van de gemeente Reimerswaal binnen de historische kern van Hansweert valt, is voor het onderzoek uitgegaan van de hypothese verdacht. De grond is verdacht op het voorkomen van zware metalen en PAK. Het onderzoek is desondanks uitgevoerd volgens de strategie onverdachte locatie (ONV), waarbij een grotere analyse inspanning heeft plaatsgevonden. De locatie betreft grotendeels voormalige boomgaard. In de onderstaande tabel 2.3 is de onderzoeksopzet weergegeven. Tabel 2.3: Overzicht onderzoeksstrategie, veldwerkzaamheden en laboratoriumonderzoek Deellocatie Percelen 1640 en 2483 (R&B Wonen) Perceel 2484 (gemeente Reimerswaal) Opper vlakte (m 2 ) Totale opperv lakte van 4.400 Onderzoeksstrategie 3) ONV 11 x 0,5 m- mv 3 x 2,0 m- mv Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek Grond Grondwater Analyses grond 1) Analyses Aantal boringen (diepte in m mv.) Aantal peilbuizen (filterdiepte m mv.) grondwater 2) 1 (1,5 2,5) Bovengrond: 2x Standaardpakket 1x OCBpakket Ondergrond: 1x Standaardpakket Bovengrond: 1x Standaardpakket + OCBpakket Ondergrond: 1x Standaardpakket 1x Standaardpakket 1) Standaardpakket grond: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB som 7), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM), minerale olie (GC), organische stof en lutum; OCB pakket: bestrijdingsmiddelen; 2) Standaardpakket grondwater: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen en naftaleen), vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (17 stuks), minerale olie (GC); 3) ONV Onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie. De boringen zijn regelmatig worden verspreid over het perceel, waarbij we door de aanwezige bebouwing op twee van de drie kadastrale percelen beperkt worden; ter plaatse van de huidige bebouwing konden geen boringen worden geplaatst. Aanvullend op het aantal analyses uit de NEN 5740 voor een onverdachte locatie zijn in overleg met de gemeente Reimerswaal en de opdrachtgever meerdere analyses uitgevoerd. Dit om de milieuhygiënische kwaliteit van zowel de boven- en ondergrond ter plaatse van de percelen 1640 en 2483 (in eigendom van R&B Wonen) als ter plaatse van perceel 2484 (in eigendom van de gemeente Reimerswaal) separaat te kunnen vaststellen. De bovengrond ter plaatse van de voormalige boomgaard is verder aanvullend op bestrijdingsmiddelen (OCB s) geanalyseerd. Blad 8 van 14

3 Verrichte werkzaamheden 3.1 Veldwerkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 23 oktober 2015. Het grondwater is bemonsterd op 30 oktober 2015. Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000. In bijlage 11 is aangegeven welke protocollen zijn gevolgd en welke veldmedewerkers zijn ingezet. Verspreid over de onderzoekslocatie zijn geplaatst: - 11 boringen tot 0,5 m -mv. - 3 boringen tot 2,0 m -mv. - 1 peilbuis (filterstelling: 1,5 2,5 m -mv.) Tijdens de terreininspectie binnen het onderzoeksgebied en bij het uitvoeren van de boringen is aandacht geschonken aan de aanwezigheid van asbestverdachte materialen op het maaiveld of in het opgeboorde materiaal. De boorlocaties zijn weergegeven op situatietekening 406133-S-1. 3.2 Laboratoriumonderzoek In de volgende tabel is een overzicht gegeven van de uitgevoerde analyses. Tabel 3.1: Laboratoriumonderzoek (Mengmonster) (traject m -mv.) Boringen Analyses 1) Grond Analyses ter plaatse van percelen R&B Wonen (nummers 1640 en 2483) mm01 (0,00-0,55) 001; 002; 005; 014 Standaardpakket bodem incl. lutum en organisch stofgehalte m02 (0,00-0,50) 010 Standaardpakket bodem incl. lutum en organisch stofgehalte m03 (0,00-0,20) 013 OCB Pakket, lutum en organisch stofgehalte m04 (1,30-1,80) 005 Standaardpakket bodem incl. lutum en organisch stofgehalte Analyses ter plaatse van gemeentelijk perceel (nummer 2484) mm05 (0,00-0,50) 006; 008 Standaardpakket incl. lutum en organisch stofgehalte, OCB Pakket mm06 (0,70-1,50) 004; 007 Standaardpakket bodem incl. lutum en organisch stofgehalte Grondwater 007-1-1 (1,50-2,50) 007 Standaardpakket 1) Standaardpakketten: grond: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB som 7), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM), minerale olie (GC); OCB pakket: bestrijdingsmiddelen; grondwater: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen en naftaleen), vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (17 stuks), minerale olie (GC). Blad 9 van 14

4 Onderzoeksresultaten 4.1 Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen De profielbeschrijvingen van de verrichte boringen met de bijbehorende veldwaarnemingen zijn opgenomen in bijlage 1. Uit de profielbeschrijvingen blijkt dat de bodem vanaf het maaiveld tot de maximaal geboorde diepte van 2,5 m -mv. uit matig fijn zand bestaat. Plaatselijk wordt in de bovengrond zwak zandige klei aangetroffen. Bij het uitvoeren van het veldonderzoek zijn waarnemingen gedaan die duiden op bodemverontreiniging. De veldwaarnemingen zijn weergegeven in tabel 4.1. Tabel 4.1: Veldwaarnemingen Boring Einddiepte Veldwaarnemingen (m -mv.) Diepte (m -mv.) Waarneming 001 0,50 0,00-0,50 Matig kolengruis, sporen puin 002 0,50 0,00-0,50 Matig kolengruis, sporen puin 003 0,50 0,00-0,50 Zwak kolengruis 004 2,00 0,50-0,70 Sporen puin 005 2,00 0,70-1,30 Zwak kolengruis, sporen puin 005 2,00 1,30-2,00 Sporen puin 006 0,50 0,00-0,50 Zwak kolengruis, sporen puin 008 0,50 0,00-0,50 Zwak kolengruis, sporen puin 010 0,50 0,00-0,50 Sporen puin 011 0,50 0,20-0,50 Zwak kolengruis, sporen puin 012 0,50 0,00-0,50 Sporen puin 014 0,50 0,00-0,50 Matig kolengruis, resten puin Op het maaiveld en in het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Veldgegevens grondwater In onderstaande tabel 4.2 staan de veldgegevens van het grondwater weergegeven. Tabel 4.2: Veldgegevens grondwater Peilbuisnummer Filterstelling (in m -mv.) Grondwaterstand (in m -mv.) Zuurgraad (ph) Elektrische geleidbaarheid (EC) (µs/cm) Troebelheid (NTU) 007 1,50-2,50 0,82 6,50 910 17 De zuurgraad (ph) en het elektrische-geleidingsvermogen (EC) zijn niet afwijkend van een natuurlijke situatie. Blad 10 van 14

In het bemonsterde grondwater uit de peilbuis is een verhoogde troebelheid (> 10 NTU) vastgesteld. Een verhoogde troebelheid kan in sommige gevallen leiden tot een overschatting van de gehalten aan PAK, PCB, OCB, dioxines of andere matig/slecht oplosbare organische parameters. Dergelijke stoffen zijn in dit onderzoek niet onderzocht. Aanvullend onderzoek naar de verhoogde troebelheid is daarom niet uitgevoerd. 4.2 Analyseresultaten 4.2.1 Toetsingskader De getoetste analyseresultaten van de onderzochte grond- en grondwatermonsters zijn weergegeven in respectievelijk bijlage 2 en bijlage 3. De analysecertificaten zijn toegevoegd in bijlage 6. De resultaten zijn getoetst aan de actuele achtergrond-, streef- en interventiewaarden uit de Regeling Bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering. Hiervoor is gebruik gemaakt van BOTOVA-gevalideerde software. De achtergrond-/streef- en interventiewaarden zijn opgenomen in bijlage 4. Een toelichting op het toetsingskader is opgenomen in bijlage 5. In de tekst zal de term 'verhoogd' worden gebruikt bij gehalten hoger dan de achtergrond- of streefwaarden en lager dan de interventiewaarden. De term 'sterk verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan of gelijk aan de interventiewaarden. Tevens is bij de getoetste waarden een index opgenomen. Deze index is als volgt berekend: Index = (GSSD - AW) / (I - AW). Een negatieve waarde voor de index houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde (= GSSD) lager is dan de achtergrondwaarde (= AW). Bij een index boven de 1 ligt de gestandaardiseerde meetwaarde boven de interventiewaarde (= I). Een index tussen de 0 en 0,5 betekent dat de gestandaardiseerde meetwaarde (ver) onder de interventiewaarde ligt. Een index tussen de 0,5 en 1 houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde (dicht) bij de interventiewaarde ligt. Afhankelijk van de specifieke situatie geeft dit mogelijk aanleiding voor het uitsplitsen van een mengmonster en/ of het uitvoeren van een nader onderzoek. Indicatieve toetsing Besluit bodemkwaliteit De analyseresultaten van de grond zijn indicatief getoetst aan de maximale waarden van het Besluit bodemkwaliteit zowel als zijnde vrijkomende grond als ontvangende bodem (bodemfunctie). In bijlage 7 zijn de toetstabellen opgenomen. Voorlopige veiligheidsklassen Conform de CROW 132 zijn op basis van de analyseresultaten de voorlopige veiligheidsklassen vastgesteld. In de CROW zijn arboregels opgenomen voor het werken in de grond. Indien een overschrijding van de interventiewaarde is aangetoond, dienen de veiligheidslassen aan de hand van de module op de CROW 132 website te worden bepaald. Indien geen gemeten gehalten aan onderzochte parameters de betreffende interventiewaarden overschrijden, worden de veiligheidsklassen bepaald aan de hand van de classificatie van de bodem conform het Besluit bodemkwaliteit. Indien de grond voldoet aan de klassen Achtergrondwaarde (AW2000) of Wonen uit dit Besluit, dan is het treffen van veiligheidsmaatregelen in relatie tot verontreinigde grond niet noodzakelijk. Indien de grond voldoet aan de klasse industrie danwel geclassificeerd wordt als niet toepasbaar (<interventiewaarde!), dan is de basisklasse van toepassing. Onderstaande tabel geeft de voorlopige veiligheidsklassen weer met bijbehorende kleur. De veiligheidsklassen met bijbehorende kleur worden ook weergegeven in tabel 4.3. Blad 11 van 14

Voorlopige veiligheidsklasse geen veiligheidsklasse basisklasse 1T, 2T of 3T 4.2.2 Grond In de volgende tabel zijn de parameters weergegeven, die de betreffende achtergrond- of interventiewaarde overschrijden. Tabel 4.3: Overschrijdingstabel grond (Meng)monster (traject m -mv.) Deelmonsters Veldwaarneming Parameters > achtergrondwaarde < interventiewaarde > interventiewaarde Indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit (ontvangende bodem) Indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit (vrijkomende grond) Analyses ter plaatse van percelen R&B Wonen (nummers 1640 en 2483) mm01 (0,00-0,55) 001-1; 002-1; 005-1; 014-1 Matig kolengruis, sporen puin, resten puin PCB (8,61), Zink (120), Kwik (0,39), Lood (110), PAK (3,5), Minerale olie (100) - Klasse Wonen Klasse Industrie m02 (0,00-0,50) 010-1 Sporen puin Koper (35) - Altijd toepasbaar Altijd toepasbaar m03 (0,00-0,20) 013-1 Zwak wortelhoudend DDE (78,7), DDT (78,8) - Klasse Industrie Klasse Industrie m04 (1,30-1,80) 005-5 - - - Altijd toepasbaar Altijd toepasbaar Analyses ter plaatse van gemeentelijk perceel (nummer 2484) mm05 (0,00-0,50) 006-1; 008-1 Zwak kolengruis, sporen puin Zink (130), Kwik (0,15), Lood (70), PAK (2) - Klasse Wonen Klasse Industrie mm06 (0,70-1,50) 004-3; 007-4 - - - Altijd toepasbaar Altijd toepasbaar - : Geen van de onderzochte parameters overschrijdt de betreffende toetsingswaarde 4.2.3 Grondwater In de volgende tabel zijn de parameters weergegeven, die de betreffende streef- of interventiewaarde overschrijden. Tabel 4.4: Overschrijdingstabel grondwater Watermonster Filterdiepte Parameters > streefwaarde < interventiewaarde > interventiewaarde 007-1-1 1,5 2,5 - - - : Geen van de onderzochte parameters overschrijdt de betreffende toetsingswaarde Blad 12 van 14

5 Conclusies en aanbevelingen In het uitgevoerde bodemonderzoek is overeenkomstig de NEN 5740 de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie vastgesteld. Percelen 1640 en 2483 in eigendom van R&B Wonen Ter plaatse van de percelen in eigendom van R&B Wonen (nummers 1640 en 2483) is de bovengrond met bijmengingen aan kolengruis en puin licht verontreinigd met PCB, zink, kwik, lood, PAK en minerale olie. Op basis van de indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet deze bovengrond aan de maximale waarden van de functie Wonen. Deze bovengrond voldoet indicatief aan de klasse Industrie als zijnde vrijkomende grond. Op basis van de CROW132 dienen graafwerkzaamheden in de bovengrond te worden uitgevoerd in de voorlopige veiligheidsklasse Basisklasse. De zintuiglijk onverdachte bovengrond ter plaatse van boring 013 is licht verontreinigd met bestrijdingsmiddelen (DDE en DDT). Op basis van een indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet deze bovengrond aan de maximale waarden van de functie Industrie. Deze bovengrond voldoet indicatief aan de klasse Industrie als zijnde vrijkomende grond. Op basis van de CROW132 dienen graafwerkzaamheden in de zintuiglijk onverdachte bovengrond te worden uitgevoerd in de voorlopige veiligheidsklasse Basisklasse. De bovengrond met enkel sporen puin ter plaatse van boring 010 is licht verontreinigd met koper. In de ondergrond worden geen verontreinigingen met de geanalyseerde parameters aangetoond. Op basis van een indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet deze grond aan de maximale waarden van de functie Landbouw/natuur en is vrij toepasbaar als zijnde vrijkomende grond. Op basis van de CROW132 zijn voor graafwerkzaamheden in deze bovengrond geen veiligheidsmaatregelen van toepassing. Perceel 2484 in eigendom van de gemeente Reimerswaal Ter plaatse van het gemeentelijk perceel (nummer 2484) worden in de bovengrond met bijmengingen aan kolengruis en puin lichte verontreinigingen met zink, kwik, lood en PAK aangetoond. Op basis van een indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet deze bovengrond aan de maximale waarden van de functie Wonen. Deze bovengrond voldoet indicatief aan de klasse Industrie als zijnde vrijkomende grond. Op basis van de CROW132 dienen graafwerkzaamheden in de bovengrond te worden uitgevoerd in de voorlopige veiligheidsklasse Basisklasse. In de ondergrond worden geen verontreinigingen met de geanalyseerde parameters aangetoond. Op basis van een indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit voldoet deze grond aan de maximale waarden van de functie Landbouw/natuur en is vrij toepasbaar als zijnde vrijkomende grond. Op basis van de CROW132 zijn voor graafwerkzaamheden in de ondergrond geen veiligheidsmaatregelen van toepassing. Grondwater In het grondwater worden geen verontreinigingen met de geanalyseerde parameters aangetoond. Toetsing hypothese De vooraf opgestelde hypothese 'verdachte locatie' wordt aanvaard, vanwege de aangetroffen lichte verontreinigingen aan zware metalen en PAK in de bovengrond. Blad 13 van 14

Uit de onderzoeksresultaten kan worden opgemaakt dat de lichte verontreinigingen aan zware metalen en PAK vermoedelijk te relateren zijn aan de bodemvreemde bijmengingen kolengruis en/of puin. De licht verhoogde gehalten aan DDE en DDT zijn het gevolg van het gebruik aan bestrijdingsmiddelen in het verleden. Aanbevelingen De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van vervolgonderzoek, omdat de gemeten concentraties kleiner zijn dan een indexwaarde van 0,5 en de desbetreffende interventiewaarden niet overschrijden. Zowel de boven- als ondergrond ter plaatse van de gehele onderzoekslocatie, met uitzondering van de zwak wortelhoudende bovengrond, wordt op basis van de indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit geschikt geacht voor het toekomstig bodemgebruik; wonen met tuin. De zwak wortelhoudende bovengrond, waarin licht verhoogde gehalten aan DDT en DDE zijn aangetoond (en daardoor indicatief beoordeeld is als klasse Industrie), vormt mogelijk een belemmering voor het toekomstig bodemgebruik. Geadviseerd wordt onderhavige onderzoeksresultaten voor te leggen aan het bevoegd gezag. Indien grondroerende werkzaamheden plaatsvinden in de grond waarbij de voorlopige veiligheidsklasse Basisklasse van toepassing is, dient hiervoor een V&G- plan Uitvoeringsfase te worden opgesteld, waarbij de definitieve veiligheidsklasse wordt bepaald en de bijbehorende maatregelen worden beschreven. Voornoemde conclusies zijn gebaseerd op het vooronderzoek, de zintuiglijke waarnemingen en analyseresultaten van dit onderzoek. Antea Group Goes, november 2015 Blad 14 van 14

Bijlage 1 Profielbeschrijvingen en zintuiglijke waarnemingen Blad 16 van 15

Legenda (conform NEN 5104) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig uiterste olie-water reactie zand Zand, kleiïg Klei, sterk zandig p.i.d.-waarde >0 >1 Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig >10 >100 >1000 >10000 Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster veen Veen, mineraalarm zwak humeus matig humeus volumering overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand zand afdichting bentoniet/mikoliet/klei afdichting grind afdichting filter

Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert Projectnr. 406133 Boring: 001 Boring: 002 X: 58901.43 X: 58915.45 Y: 385312.54 0-50 1 0-50 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, matig kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin Y: 385321.37 0-50 1 0-50 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, matig kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin Boring: 003 Boring: 004 X: 58930.15 X: 58945.53 Y: 385330.54 0-50 1 0-50 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, zwak kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond Y: 385340.50 0-50 -100-150 1 2 3 4 0-50 -70-120 -150 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak kleiïg, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalgrijs, Edelmanboor 5 Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbruin, Edelmanboor -200-200 Bijlage: 1 Pagina 1 / 4 Schaal 1: 50 getekend volgens NEN 5104

Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert Projectnr. 406133 Boring: 005 X: 58916.41 Boring: 006 X: 58925.57 Y: 385290.19 0-50 1 2 0-5 -70 tegel Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak kleiïg, zwak wortelhoudend, neutraalbruin, Edelmanboor, geroerde grond Y: 385305.91 0-50 1 0-50 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, zwak kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin -100 3 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak kleiïg, zwak kolengruishoudend, grijsbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin -130-150 5 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak kleiïg, donker bruingrijs, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin -200 6-200 Boring: 007 X: 58939.53 Boring: 008 X: 58956.93 Y: 385314.81 0-50 -100-150 1 2 3 4 0-40 -70-100 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, matig wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor, geroerde grond Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalgrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbruin, Edelmanboor Y: 385318.66 0-50 1 0-50 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, zwak kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin 5-200 -250-250 Bijlage: 1 Pagina 2 / 4 Schaal 1: 50 getekend volgens NEN 5104

Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert Projectnr. 406133 Boring: 009 X: 58926.20 Boring: 010 X: 58946.51 Y: 385278.87 0-50 1 2 0-20 -50 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, matig kleiïg, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond Zand, matig grof, neutraalbruin, Edelmanboor Y: 385287.98 0-50 1 0-50 gras Klei, zwak zandig, sterk siltig, zwak humeus, matig roesthoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin Boring: 011 X: 58963.49 Boring: 012 X: 58932.67 Y: 385304.28 0-50 1 2 0-5 -20-50 tegel Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, zwak kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin Y: 385265.64 0-50 1 0-50 gras Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak kleiïg, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor, geroerde grond, 1% sporen puin Bijlage: 1 Pagina 3 / 4 Schaal 1: 50 getekend volgens NEN 5104

Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert Projectnr. 406133 Boring: 013 X: 58950.68 Boring: 014 X: 58971.67 Y: 385278.23 0-50 -100-150 1 2 3 4 5 0-20 -40-60 -150 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, sterk siltig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, matig kleiïg, zwak grindhoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor, geroerde grond Y: 385294.12 0-50 1 0-50 groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak kleiïg, matig kolengruishoudend, resten puin, donkerbruin, Edelmanboor, geroerde grond 6 Zand, matig fijn, zwak siltig, neutraalbruin, Edelmanboor -200-200 Boring: 015 X: 58974.61 Y: 385281.73 0 0-5 tegel Edelmanboor -50 1-50 Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbruin, Edelmanboor, geroerde grond Bijlage: 1 Pagina 4 / 4 Schaal 1: 50 getekend volgens NEN 5104

Bijlage 2 Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden Blad 17 van 15

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid mm01 m02 Boringnummer 001, 002, 005, 014 010 Diepte (cm -mv.) 0-55 0-50 ALGEMEEN Analysedatum 23-10-2015 23-10-2015 Droge stof (%) 89,70 80,60 Lutum gehalte (% ds) 9,3 17,0 Organische stof gehalte (% ds) 2,9 3,3 Monsterconclusie Overschrijding achtergrondwaarde Voldoet aan achtergrondwaarde OVERIG Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Aard artefacten - 0 0 0 0 Artefacten g < 1 0 < 1 0 Lutum % 9 0 17 0 Organische stof (humus) % 2 0 3 0 METALEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Barium mg/kg ds 99 201 (6) 21 28 (6) Cadmium mg/kg ds 0,29 0,430-0,01 0,31 0,410-0,02 Kobalt mg/kg ds 4,7 9,200-0,03 5,2 6,900-0,05 Koper mg/kg ds 12 19-0,14 35 46 0,04 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,39 0,500 0,01 0,07 0,080 0,00 Lood mg/kg ds 110 150 0,21 26 31-0,04 Molybdeen mg/kg ds < 0,5 0,400-0,01 < 0,5 0,400-0,01 Nikkel mg/kg ds 9,7 17,600-0,27 11 14-0,32 Zink mg/kg ds 120 204 0,11 54 71-0,12 PAK Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Anthraceen mg/kg ds 0,09 0,090 0,01 0,010 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,38 0,380 0,02 0,020 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,55 0,550 0,03 0,030 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,44 0,440 0,02 0,020 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,31 0,310 0,02 0,020 Chryseen mg/kg ds 0,41 0,410 < 0,01 0,010 Fenanthreen mg/kg ds 0,23 0,230 0,01 0,010 Fluorantheen mg/kg ds 0,68 0,680 0,04 0,040 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,37 0,370 0,02 0,020 Naftaleen mg/kg ds 0,03 0,020 < 0,01 0,010 PAK 10 VROM (0,7) mg/kg ds 3,481 0 0,184 0 PAK 10 VROM mg/kg ds 0 3,500 0,05 0 0,180-0,03 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Minerale olie (totaal) mg/kg ds 100 345 0,03 < 20 42-0,03 Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5 12 (6) < 5 11 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds 5 17 (6) < 5 11 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds 37 128 (6) < 5 11 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds 56 193 (6) < 5 11 (6) Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 1 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid mm01 m02 Boringnummer 001, 002, 005, 014 010 Diepte (cm -mv.) 0-55 0-50 PCB`S Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index PCB (7) µg/kg ds 8,61 0 4,9 0 PCB (som 7) µg/kg ds 0 30 0,01 0 15-0,01 PCB 101 µg/kg ds 1,7 4,100 < 1 2 PCB 118 µg/kg ds 1,9 4,600 < 1 2 PCB 138 µg/kg ds 1,8 4,300 < 1 2 PCB 153 µg/kg ds 1,3 3,100 < 1 2 PCB 180 µg/kg ds 1,8 4,300 < 1 2 PCB 28 µg/kg ds 1,8 4,300 < 1 2 PCB 52 µg/kg ds 2,0 4,800 < 1 2 Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 2 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid m03 m04 Boringnummer 013 005 Diepte (cm -mv.) 0-20 130-180 ALGEMEEN Analysedatum 23-10-2015 23-10-2015 Droge stof (%) 80,70 80,60 Lutum gehalte (% ds) 12,0 10,0 Organische stof gehalte (% ds) 2,7 0,7 Monsterconclusie Overschrijding achtergrondwaarde Voldoet aan achtergrondwaarde OVERIG Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Aard artefacten - 0 0 0 0 alfa-heptachloorepoxide µg/kg ds < 1 3 Artefacten g < 1 0 < 1 0 Lutum % 12 0 10 0 Organische stof (humus) % 2 0 0 0 METALEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Barium mg/kg ds < 20 27 (6) Cadmium mg/kg ds < 0,2 0,200-0,03 Kobalt mg/kg ds 2,4 4,500-0,06 Koper mg/kg ds < 5 6-0,23 Kwik [Hg] mg/kg ds < 0,05 0,040 0,00 Lood mg/kg ds 12 16-0,07 Molybdeen mg/kg ds < 0,5 0,400-0,01 Nikkel mg/kg ds 5,0 8,800-0,40 Zink mg/kg ds 25 42-0,17 PAK Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Anthraceen mg/kg ds < 0,01 0,010 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,01 0,010 Benzo(a)pyreen mg/kg ds < 0,01 0,010 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds < 0,01 0,010 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds < 0,01 0,010 Chryseen mg/kg ds < 0,01 0,010 Fenanthreen mg/kg ds < 0,01 0,010 Fluorantheen mg/kg ds < 0,01 0,010 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds < 0,01 0,010 Naftaleen mg/kg ds < 0,01 0,010 PAK 10 VROM (0,7) mg/kg ds 0,073 0 PAK 10 VROM mg/kg ds 0 0,073-0,04 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Minerale olie (totaal) mg/kg ds < 20 70-0,02 Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5 18 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds < 5 18 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5 18 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5 18 (6) Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 3 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid m03 m04 Boringnummer 013 005 Diepte (cm -mv.) 0-20 130-180 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Hexachloorbenzeen µg/kg ds < 1 3 0,00 BESTRIJDINGSMIDDELEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index 2,4-DDD µg/kg ds < 1 3 2,4-DDE µg/kg ds < 1 3 2,4-DDT µg/kg ds 3,8 14,100 4,4-DDD µg/kg ds 4,5 16,700 4,4-DDE µg/kg ds 78 289 4,4-DDT µg/kg ds 75 278 Aldrin/dieldrin/endrin µg/kg ds 2,1 0 Aldrin µg/kg ds < 1 3 alfa-endosulfan µg/kg ds < 1 3 0,00 alfa-hch µg/kg ds < 1 3 0,00 beta-hch µg/kg ds < 1 3 0,00 Chloordaan (cis + trans) µg/kg ds 0 5,200 0,00 Chloordaan µg/kg ds 1,4 0 cis-chloordaan µg/kg ds < 1 3 DDD (som) µg/kg ds 0 19 0,00 DDD (som, 0.7 factor) µg/kg ds 5,2 0 DDE (som) µg/kg ds 0 291 0,09 DDE (som, 0.7 factor) µg/kg ds 78,7 0 DDT (som) µg/kg ds 0 292 0,06 DDT (som, 0.7 factor) µg/kg ds 78,8 0 DDT,DDE,DDD µg/kg ds 162,7 0 delta-hch µg/kg ds < 1 3 (6) Dieldrin µg/kg ds < 1 3 Drins (Aldrin+Dieldrin+Endrin) µg/kg ds 0 7,800 0,00 Endosulfansulfaat µg/kg ds < 1 3 (6) Endrin µg/kg ds < 1 3 gamma-hch µg/kg ds < 1 3 0,00 HCH (som, 0.7 factor) µg/kg ds 2,8 0 Heptachloor µg/kg ds < 1 3 0,00 Heptachloorepoxide µg/kg ds 1,4 0 Heptachloorepoxide µg/kg ds 0 5,200 0,00 Hexachloorbutadieen µg/kg ds < 1 3 Isodrin µg/kg ds < 1 3 (5) OCB (0,7 som, grond) µg/kg ds 173,2 0 OCB (0,7 som, waterbodem) µg/kg ds 174,6 0 Telodrin µg/kg ds < 1 3 (5) trans-chloordaan µg/kg ds < 1 3 trans-heptachloorepoxide µg/kg ds < 1 3 Stofgroep Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 4 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid m03 m04 Boringnummer 013 005 Diepte (cm -mv.) 0-20 130-180 PCB`S Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index PCB (7) µg/kg ds 4,9 0 PCB (som 7) µg/kg ds 0 25 0,01 PCB 101 µg/kg ds < 1 4 PCB 118 µg/kg ds < 1 4 PCB 138 µg/kg ds < 1 4 PCB 153 µg/kg ds < 1 4 PCB 180 µg/kg ds < 1 4 PCB 28 µg/kg ds < 1 4 PCB 52 µg/kg ds < 1 4 Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 5 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid mm05 mm06 Boringnummer 006, 008 004, 007 Diepte (cm -mv.) 0-50 70-150 ALGEMEEN Analysedatum 23-10-2015 23-10-2015 Droge stof (%) 82,40 80,60 Lutum gehalte (% ds) 10,0 6,5 Organische stof gehalte (% ds) 4,8 0,5 Monsterconclusie Overschrijding achtergrondwaarde Voldoet aan achtergrondwaarde OVERIG Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Aard artefacten - 0 0 0 0 alfa-heptachloorepoxide µg/kg ds < 1 1 Artefacten g < 1 0 < 1 0 Lutum % 10 0 6 0 Organische stof (humus) % 4 0 0 0 METALEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Barium mg/kg ds 62 120 (6) < 20 35 (6) Cadmium mg/kg ds 0,39 0,540 0,00 < 0,2 0,200-0,03 Kobalt mg/kg ds 4,1 7,700-0,04 1,6 3,800-0,06 Koper mg/kg ds 24 36-0,03 < 5 6-0,23 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,15 0,190 0,00 < 0,05 0,050 0,00 Lood mg/kg ds 70 92 0,09 < 10 10-0,08 Molybdeen mg/kg ds 0,69 0,690 0,00 < 0,5 0,400-0,01 Nikkel mg/kg ds 8,6 15,100-0,31 < 3 4-0,48 Zink mg/kg ds 130 209 0,12 < 20 27-0,19 PAK Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Anthraceen mg/kg ds 0,04 0,040 0,01 0,010 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,20 0,200 0,04 0,040 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,27 0,270 0,04 0,040 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,20 0,200 0,03 0,030 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,17 0,170 0,03 0,030 Chryseen mg/kg ds 0,26 0,260 0,03 0,030 Fenanthreen mg/kg ds 0,17 0,170 0,04 0,040 Fluorantheen mg/kg ds 0,49 0,490 0,08 0,080 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,19 0,190 0,03 0,030 Naftaleen mg/kg ds 0,01 0,010 < 0,01 0,010 PAK 10 VROM (0,7) mg/kg ds 2 0 0,337 0 PAK 10 VROM mg/kg ds 0 2 0,01 0 0,340-0,03 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Minerale olie (totaal) mg/kg ds 80 167 0,00 < 20 70-0,02 Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5 7 (6) < 5 18 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds 82 171 (6) < 5 18 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5 7 (6) < 5 18 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5 7 (6) < 5 18 (6) Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 6 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid mm05 mm06 Boringnummer 006, 008 004, 007 Diepte (cm -mv.) 0-50 70-150 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Hexachloorbenzeen µg/kg ds < 1 1 0,00 BESTRIJDINGSMIDDELEN Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index 2,4-DDD µg/kg ds < 1 1 2,4-DDE µg/kg ds < 1 1 2,4-DDT µg/kg ds 1,7 3,500 4,4-DDD µg/kg ds < 1 1 4,4-DDE µg/kg ds 14 29 4,4-DDT µg/kg ds 13 27 Aldrin/dieldrin/endrin µg/kg ds 2,1 0 Aldrin µg/kg ds < 1 1 alfa-endosulfan µg/kg ds < 1 1 0,00 alfa-hch µg/kg ds < 1 1 0,00 beta-hch µg/kg ds < 1 1 0,00 Chloordaan (cis + trans) µg/kg ds 0 2,900 0,00 Chloordaan µg/kg ds 1,4 0 cis-chloordaan µg/kg ds < 1 1 DDD (som) µg/kg ds 0 2,900 0,00 DDD (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 0 DDE (som) µg/kg ds 0 31-0,03 DDE (som, 0.7 factor) µg/kg ds 14,7 0 DDT (som) µg/kg ds 0 31-0,11 DDT (som, 0.7 factor) µg/kg ds 14,7 0 DDT,DDE,DDD µg/kg ds 30,8 0 delta-hch µg/kg ds < 1 1 (6) Dieldrin µg/kg ds < 1 1 Drins (Aldrin+Dieldrin+Endrin) µg/kg ds 0 4,400 0,00 Endosulfansulfaat µg/kg ds < 1 1 (6) Endrin µg/kg ds < 1 1 gamma-hch µg/kg ds < 1 1 0,00 HCH (som, 0.7 factor) µg/kg ds 2,8 0 Heptachloor µg/kg ds < 1 1 0,00 Heptachloorepoxide µg/kg ds 1,4 0 Heptachloorepoxide µg/kg ds 0 2,900 0,00 Hexachloorbutadieen µg/kg ds < 1 1 Isodrin µg/kg ds < 1 1 OCB (0,7 som, grond) µg/kg ds 41,3 0 OCB (0,7 som, waterbodem) µg/kg ds 42,7 0 Telodrin µg/kg ds < 1 1 trans-chloordaan µg/kg ds < 1 1 trans-heptachloorepoxide µg/kg ds < 1 1 Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 7 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid mm05 mm06 Boringnummer 006, 008 004, 007 Diepte (cm -mv.) 0-50 70-150 PCB`S Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index PCB (7) µg/kg ds 4,9 0 4,9 0 PCB (som 7) µg/kg ds 0 10-0,01 0 25 0,01 PCB 101 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 PCB 118 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 PCB 138 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 PCB 153 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 PCB 180 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 PCB 28 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 PCB 52 µg/kg ds < 1 1 < 1 4 Stofgroep Gemeten gehalte kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de interventiewaarde Gemeten gehalte groter dan de achtergrondwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing *: Gemeten in het laboratorium #: Geschatte waarde door middelen van lagen @: Geschatte waarde uit laagbeschrijving &: Handmatig ingevoerd $: Standaard bodem Blad 8 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 3 Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding normwaarden Blad 9 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid 007-1-1 Diepte (cm -mv.) 150-250 ALGEMEEN Analysedatum 30-10-2015 Grondwaterstand cm 82 ph 6,50 EC (µs/cm) 910 Troebelheid (NTU) 16,9 Monsterconclusie Voldoet aan streefwaarde METALEN Meetw GSSD Index Barium µg/l 48 48 0,00 Cadmium µg/l 0,27 0,270-0,02 Kobalt µg/l < 2 1-0,24 Koper µg/l < 2,0 1,400-0,23 Kwik [Hg] µg/l < 0,05 0,040-0,04 Lood µg/l < 2,0 1,400-0,23 Molybdeen µg/l 2,7 2,700-0,01 Nikkel µg/l < 3 2-0,22 Zink µg/l 56 56-0,01 AROMATISCHE VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Benzeen µg/l < 0,2 0,100 0,00 Ethylbenzeen µg/l < 0,2 0,100-0,03 meta-/para-xyleen µg/l < 0,2 0,100 ortho-xyleen µg/l < 0,1 0,100 Styreen µg/l < 0,2 0,100-0,02 Tolueen µg/l < 0,2 0,100-0,01 Xylenen (som) µg/l 0 0,210 0,00 Xylenen (som, 0.7 factor) µg/l 0,21 0 PAK Meetw GSSD Index Naftaleen µg/l < 0,02 0,010 0,00 PAK 10 VROM - 0 0 Gemeten concentratie kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Blad 10 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Monsternummer Eenheid 007-1-1 Diepte (cm -mv.) 150-250 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Meetw GSSD Index 1,1,1-Trichloorethaan µg/l < 0,1 0,100 0,00 1,1,2-Trichloorethaan µg/l < 0,1 0,100 0,00 1,1-Dichloorethaan µg/l < 0,2 0,100-0,01 1,1-Dichlooretheen µg/l < 0,1 0,100 0,01 1,1-Dichloorpropaan µg/l < 0,2 0,100 1,2-Dichloorethaan µg/l < 0,2 0,100-0,02 1,2-Dichloorpropaan µg/l < 0,2 0,100 1,3-Dichloorpropaan µg/l < 0,2 0,100 1.2-Dichloorethenen µg/l 0,14 0 cis + trans-1,2-dichlooretheen µg/l 0 0,140 0,01 cis-1,2-dichlooretheen µg/l < 0,1 0,100 Dichloormethaan µg/l < 0,2 0,100 0,00 Dichloorpropaan µg/l 0 0,420 0,00 Dichloorpropanen µg/l 0,42 0 Per µg/l < 0,1 0,100 0,00 Tetra µg/l < 0,1 0,100 0,01 trans-1,2-dichlooretheen µg/l < 0,1 0,100 Tribroommethaan µg/l < 0,2 0,100 Trichlooretheen (Tri) µg/l < 0,2 0,100-0,05 Trichloormethaan µg/l < 0,2 0,100-0,01 Vinylchloride µg/l < 0,2 0,100 0,02 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Meetw GSSD Index Minerale olie (totaal) µg/l < 50 35-0,03 Minerale olie C10 - C12 µg/l < 25 18 (6) Minerale olie C12 - C22 µg/l < 25 18 (6) Minerale olie C22 - C30 µg/l < 25 18 (6) Minerale olie C30 - C40 µg/l < 25 18 (6) Stofgroep Gemeten concentratie kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de interventiewaarde Gemeten concentratie groter dan de streefwaarde en de index groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 1 GSSD: Gestandaardiseerde meetwaarde (2): Enkele parameters ontbreken in de som (5): Norm I ontbreekt (6,7): Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing Blad 11 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 4 Normwaarden grond en grondwater Blad 12 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 4: Normwaarden grond en grondwater Tabel: Achtergrondwaarden en interventiewaarden grond 9 (gehalten in mg/kg d.s.) Stof 1. Metalen Antimoon 4,0* 22 Arseen 20 76 Barium - - 8 Cadmium 0,60 13 Chroom III 55 180 Chroom VI - 78 Kobalt 15 190 Koper 40 190 Kwik (anorganisch) 0,15 36 Kwik (organisch) - 4 Lood 50 530 Molybdeen 1,5* 190 Nikkel 35 100 Zink 140 720 Beryllium - 30 # Seleen - 100 # Tellurium - 600 # Thallium - 15 # Tin 6,5 900 # Vanadium 80 250 # Zilver - 15 # 2. Overige organische stoffen Cyanide (vrij) 5 3,0 20 Cyanide (complex) 6 5,5 50 Thiocyanaat 6,0 20 3. Aromatische verbindingen Benzeen 0,20* 1,1 Ethylbenzeen 0,20* 110 Tolueen 0,20* 32 Xylenen (som) 1 0,45* 17 Styreen (vinylbenzeen) 0,25* 86 Fenol 0,25 14 Cresolen (som) 1 0,30* 13 Dodecylbenzeen 0,35* 1000 # Aromatische oplosmiddelen 1, 7 2,5* 200 # Dihydroxybenzenen (som) 12-8 # 4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) PAK s (totaal) (som 10) 1 1,5 40 5. Gechloreerde koolwaterstoffen A. (Vluchtige koolwaterstoffen) Monochlooretheen (Vinylchloride) 0,10* 0,1 2 Dichloormethaan 0,10 3,9 1,1-dichloorethaan 0,20* 15 1,2-dichloorethaan 0,20* 6,4 1,1-dichlooretheen 2 0,30* 0,3 1,2-dichlooretheen (som) 1 0,30* 1 Dichloorpropanen (som) 1 0,80* 2 Trichloormethaan (chloroform) 0,25* 5,6 1,1,1-trichloorethaan 0,25* 15 1,1,2-trichloorethaan 0,3* 10 Trichlooretheen (Tri) 0,25* 2,5 Tetrachloormethaan (Tetra) 0,3* 0,7 Tetrachlooretheen (Per) 0,15 8,8 B. Chloorbenzenen Monochloorbenzeen 0,2* 15 Dichloorbenzenen (som) 1 2,0* 19 Trichloorbenzenen (som) 1 0,015* 11 Tetrachloorbenzenen (som) 1 0,0090* 2,2 Pentachloorbenzenen 0,0025 6,7 Hexachloorbenzeen 0,0085 2 C. Chloorfenolen Monochloorfenolen (som) 1 0,045 5,4 Dichloorfenolen (som) 1 0,20* 22 Trichloorfenolen (som) 1 0,0030* 22 Tetrachloorfenolen (som) 1 0,015* 21 Pentachloorfenol 0,0030* 12 Stof Achtergrondwaarde Interventiewaarde Achtergrondwaarde Interventiewaarde D. Polychloorbifenylen (PCB's) PCB s (som 7) 1 0,020 1 E. Overige gechloreerde koolwaterstoffen Monochlooranilinen (som) 1 0,20* 50 Dioxine (som TEQ) 1 0,000055* 0,00018 Chloornaftaleen (som) 1 0,070* 23 Dichlooranilinen - 50 # Trichlooranilinen - 10 # Tetrachlooranilinen - 30 # Pentachlooranilinen 0,15* 10 # 4-chloormethylfenolen 0,60* 15 # 6. Bestrijdingsmiddelen A. Organochloor-bestrijdingsmiddelen Chloordaan (som) 1 0,0020 4 DDT (som) 1 0,20 1,7 DDE (som) 1 0,10 2,3 DDD (som) 1 0,020 34 Aldrin - 0,32 Drins (som) 1 0,015 4 α-endosulfan 0,00090 4 α-hch 0,0010 17 β-hch 0,0020 1,6 γ-hch (lindaan) 0,0030 1,2 Heptachloor 0,00070 4 Heptachloorepoxide (som) 1 0,0020 4 Hexachloorbutadieen 0,003* - organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen 0,40 - (som landbodem) C. Organotinbestrijdingsmiddelen Organotinverbindingen (som) 1, 10 0,15 2,5 tributyltin (TBT) 2, 10 0,065 - D. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden MCPA 0,55* 4 E. Overige bestrijdingsmiddelen Atrazine 0,035* 0,71 Carbaryl 0,15* 0,45 Carbofuran 13 0,017* 0,017 2 niet chloorhoudende bestrijdingsmiddelen 0,090* - Azinfosmethyl 0,0075* 2 # Maneb - 22 # 7. Overige stoffen Asbest 3 0 100 Cyclohexanon 2,0* 150 Dimethyl ftalaat 11 0,045* 82 Diethyl ftalaat 11 0,045* 53 Di-isobutyl ftalaat 11 0,045* 17 Dibutyl ftalaat 11 0,070* 36 Butyl benzylftalaat 11 0,070* 48 Dihexyl ftalaat 11 0,070* 220 Di(2-ethylhexyl)ftalaat 11 0,045* 60 Minerale olie 4 190 5000 Pyridine 0,15* 11 Tetrahydrofuran 0,45 7 Tetrahydrothiofeen 1,5* 8,8 Tribroommethaan (bromoform) 0,20* 75 Acrylonitril 0,1* 0,1 # Butanol 2,0* 30 # 1,2 butylacetaat 2,0* 200 # Ethylacetaat 2,0* 75 # Diethyleen glycol 8,0 270 # Ethyleen glycol 5,0 100 # Formaldehyde 0,1* 0,1 # Isopropanol 0,75 220 # Methanol 3,0 30 # Methylethylketon 2,0* 35 # Methyl-tert-buthyl ether (MTBE) 0,20* 100 # Blad 13 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Toelichting: * Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden. # Voor deze stof is geen interventiewaarde vastgesteld, het gehalte betreft een niveau voor ernstige verontreiniging (INEV). 1 Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit. Voor de berekening van de som TEQ voor dioxine wordt verwezen naar bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Voor het optellen van meetwaarden beneden de bepalingsgrens wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. 2 De interventiewaarde voor grond voor deze stof is gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico's nader worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen in grond moet tevens het grondwater worden onderzocht. 3 Gewogen norm (concentratie serpentijn asbest + 10 x concentratie amfibool asbest). 4 De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van een verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan dient naast het alkaangehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie worden bestudeerd. 5 Bij gehalten die de achtergrondwaarden overschrijden moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van uitdamping. Wanneer uitdamping naar binnenlucht zou kunnen optreden, moet bij overschrijding van de achtergrondwaarde worden gemeten in de bodemlucht en moet worden getoetst aan de TCL (Toxicologisch Toelaatbare Concentratie in Lucht). 6 Het gehalte cyanide-complex is gelijk aan het gehalte cyanide-totaal minus het gehalte cyanide-vrij, bepaald conform NEN-EN-ISO 14403-1:2012, NEN-EN-ISO 14403-2:2012 en NEN-ISO 17380:2006. Indien geen cyanide-vrij wordt verwacht, mag het gehalte cyanide-complex gelijk worden gesteld aan het gehalte cyanide-totaal (en hoeft dus alleen het gehalte cyanide-totaal te worden gemeten). 7 De achtergrondwaarde van deze somparameter gaat uit van de aanwezigheid van meerdere van de 16 componenten, die tot deze somparameter worden gerekend (zie bijlage N). De hoogte van de achtergrondwaarde is gebaseerd op de som van de bepalingsgrenzen vermenigvuldigd met 0,7. Sommige componenten zijn tevens individueel genormeerd. Binnen de somparameter mag de achtergrondwaarde van de individueel genormeerde componenten niet worden overschreden. Voor de componenten, die niet individueel zijn genormeerd, geldt per component een maximum gehalte van 0,45 mg/kg ds, voor de achtergrondwaarde. 8 De norm voor barium is tijdelijk ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mg/kg. Deze voormalige interventiewaarde is op dezelfde manier onderbouwd als de interventiewaarde voor de meeste andere metalen en is voor barium inclusief een natuurlijk achtergrondgehalte van 190 mg/kg d.s. 9 Voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. 10 De eenheid voor organotinverbindingen is mg Sn/kg ds. 11 Het is onzeker of de achtergrondwaarden voor ftalaten meetbaar zijn. Toekomstige ervaringen moeten uitwijzen of sprake is van een knelpunt. 12 Onder dihydroxybenzenen (som) wordt verstaan: de som van catechol, resorcinol en hydrochinon 13 De maximale waarden bodemfunctieklasse wonen en industrie van deze stoffen zijn gelijk aan de interventiewaarden bodemsanering en zijn gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico s nader worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen moet tevens het grondwater worden onderzocht. Blad 14 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Tabel: Streefwaarden en interventiewaarden grondwater 9 (concentraties in μg/l) Stof Streefwaarde 7 Ondiep (< 10 m -mv.) Diep (> 10 m -mv.) Interventiewaarde 1. Metalen Antimoon - 0,15* 20 Arseen 10 7,2 60 Barium 50 200 625 Cadmium 0,4 0,06 6 Chroom 1 2,5 30 Kobalt 20 0,7* 100 Koper 15 1,3* 75 Kwik 0,05 0,01* 0,3 Lood 15 1,7* 75 Molybdeen 5 3,6 300 Nikkel 15 2,1* 75 Zink 65 24 800 Beryllium - 0,05 15 # Seleen - 0,07 160 # Tellurium - 70 # Thallium - 2* 7 # Tin - 2,2* 50 # Vanadium - 1,2* 70 # Zilver - 40 # 2. Overige organische stoffen Chloride 100000 - Cyanide (vrij) 5 1500 Cyanide (complex) 10 1500 Thiocyanaat - 1500 3. Aromatische verbindingen Benzeen 0,2 30 Ethylbenzeen 4 150 Tolueen 7 1000 Xylenen (som) 1 0,2 70 Styreen (vinylbenzeen) 6 300 Fenol 0,2 2000 Cresolen (som) 1 0,2 200 Dodecylbenzeen - 0,02 # Aromatische oplosmiddelen 1-150 # Catechol (o-dihydroxybenzeen) 0,2 1250 # Resorcinol (m-dihydroxybenzeen) 0,2 600 # Hydrochinon (p-dihydroxybenzeen) 0,2 800 # 4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) 5 Naftaleen 0,01* 70 Fenantreen 0,003* 5 Antraceen 0,0007* 5 Fluorantheen 0,003* 1 Chryseen 0,003* 0,2 Benzo(a)antraceen 0,0001* 0,5 Benzo(a)pyreen 0,0005* 0,05 Benzo(k)fluorantheen 0,0004* 0,05 Indeno(1,2,3cd)pyreen 0,0004* 0,05 Benzo(ghi)peryleen 0,0003* 0,05 5. Gechloreerde koolwaterstoffen A. (Vluchtige koolwaterstoffen) Monochlooretheen (Vinylchloride) 0,01* 5 Dichloormethaan 0,01* 1000 1,1-dichloorethaan 7 900 1,2-dichloorethaan 7 400 1,1-dichlooretheen 0,01* 10 1,2-dichlooretheen (som) 1 0,01* 20 Dichloorpropanen (som) 1 0,8* 80 Trichloormethaan (chloroform) 6 400 1,1,1-trichloorethaan 0,01* 300 1,1,2-trichloorethaan 0,01* 130 Trichlooretheen (Tri) 24 500 Tetrachloormethaan (Tetra) 0,01* 10 Tetrachlooretheen (Per) 0,01* 40 B. Chloorbenzenen 5 Monochloorbenzeen 7 180 Dichloorbenzenen (som) 1 3 50 Trichloorbenzenen (som) 1 0,01* 10 Tetrachloorbenzenen (som) 1 0,01* 2,5 Pentachloorbenzenen 0,003* 1 Hexachloorbenzeen 0,00009* 0,5 Stof Streefwaarde 7 Interventiewaarde C. Chloorfenolen 5 Monochloorfenolen (som) 1 0,3 100 Dichloorfenolen (som) 1 0,2 30 Trichloorfenolen (som) 1 0,03 10 Tetrachloorfenolen (som) 1 0,01 10 Pentachloorfenol 0,04 3 D. Polychloorbifenylen (PCB's) PCB s (som 7) 1 0,01* 0,01 E. Overige gechloreerde koolwaterstoffen Monochlooranilinen (som) 1-30 Chloornaftaleen (som) 1-6 Dichlooranilinen - 100 # Trichlooranilinen - 10 # Tetrachlooranilinen - 10 # Pentachlooranilinen - 1 # 4-chloormethylfenolen - 350 # Dioxine (som TEQ) 1-0,000001 # 6. Bestrijdingsmiddelen A. Organochloor-bestrijdingsmiddelen Chloordaan (som) 1 0,00002* 0,2 DDT (som) 1 - - DDE (som) 1 - - DDD (som) 1 - - DDT/DDE/DDD (som) 1 0,000004* 0,01 Aldrin 0,000009* - Dieldrin 0,0001* - Endrin 0,00004* - Drins (som) 1-0,1 α-endosulfan 0,0002* 5 α-hch 0,033 - β-hch 0,008* - γ-hch (lindaan) 0,009* - HCH-verbindingen (som) 1 0,05 1 Heptachloor 0,000005* 0,3 Heptachloorepoxide (som) 1 0,000005* 3 C. Organotinbestrijdingsmiddelen Organotinverbindingen (som) 1 0,00005-0,016 0,7 D. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden MCPA 0,02 50 E. Overige bestrijdingsmiddelen Atrazine 0,029 150 Carbaryl 0,002 60 Carbofuran 0,009 100 Azinfosmethyl 0,0001 2 # Maneb 0,00005 0,1 # 7. Overige stoffen Cyclohexanon 0,5 15000 Dimethyl ftalaat - - Diethyl ftalaat - - Di-isobutyl ftalaat - - Dibutyl ftalaat - - Butyl benzylftalaat - - Dihexyl ftalaat - - Di(2-ethylhexyl)ftalaat - - Ftalaten (som) 1 0,5 5 Minerale olie 4 50 600 Pyridine 0,5 30 Tetrahydrofuran 0,5 300 Tetrahydrothiofeen 0,5 5000 Tribroommethaan (bromoform) - 630 Acrylonitril 0,08 5 # Butanol - 5600 # 1,2 butylacetaat - 6300 # Ethylacetaat - 15000 # Diethyleen glycol - 13000 # Ethyleen glycol - 5500 # Formaldehyde - 50 # Isopropanol - 31000 # Methanol - 24000 # Methylethylketon - 6000 # Methyl-tert-buthyl ether (MTBE) - 9400 # Blad 15 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Toelichting: # Voor deze stof is geen interventiewaarde vastgesteld, de concentratie betreft een niveau voor ernstige verontreiniging (INEV). 1 Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit. Voor de berekening van de som TEQ voor dioxine wordt verwezen naar bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Voor het optellen van meetwaarden beneden de bepalingsgrens wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. 4 De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van een verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan dient naast de alkaanconcentratie ook de concentratie aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie worden bestudeerd. 5 Voor grondwater zijn de effecten van PAK's, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele interventiewaarde, optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x interventiewaarde stof A heeft evenveel effect als 0,5 x interventiewaarde stof B). Dit betekent dat een somformule moet worden gebruikt om te beoordelen of van overschrijding van de interventiewaarde sprake is. Er is sprake van overschrijding van de interventiewaarde voor de som van een groep stoffen indien Σ(Ci/Ii) >1, waarbij Ci= gemeten concentratie van een stof uit de betreffende groep en Ii= interventiewaarde voor de betreffende stof uit de betreffende groep. 7 De streefwaarde grondwater voor een aantal stoffen (gemarkeerd met *) is lager dan of gelijk aan de vereiste rapportagegrens in bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. Voor het beoordelen van meetwaarden beneden de rapportagegrens, wordt verwezen naar bijlage G. 9 Voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. Blad 16 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 5 Toelichting op normwaarden grond en grondwater Blad 17 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 5: Toelichting normwaarden grond en grondwater Hieronder wordt uitgebreider op de begrippen achtergrond-, streef- en interventiewaarden en hun betekenis ingegaan. Bij de toetsing wordt een uitspraak gedaan op parameterniveau én op monsterniveau. Met betrekking tot het bepalen van de achtergrondwaarden kan in sommige gevallen de overall-conclusie op monsterniveau afwijken ten opzichte van de conclusie op parameterniveau als gevolg van de toetsregel die in artikel 4.2.2 van de Regeling Bodemkwaliteit staat. In dit artikel wordt beschreven wat onder het overschrijden van de achtergrondwaarden wordt verstaan. De achtergrondwaarden (AW) zijn landelijk geldende waarden voor een multifunctionele bodemkwaliteit en geven de bovengrens aan voor wat in de dagelijkse praktijk 'schone grond' wordt genoemd. Deze achtergrondwaarden zijn vastgesteld op basis van gehalten zoals deze voorkomen in de bodem van natuuren landbouwgronden. Dit omdat in dergelijke gronden geen belasting door lokale verontreinigingsbronnen aanwezig wordt geacht. De streefwaarde (S) geeft het concentratieniveau in grondwater aan waarboven wèl en waaronder géén sprake is van een aantoonbare verontreiniging. De interventiewaarde (I) geeft het concentratieniveau in de grond, waterbodem of grondwater aan waarboven de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant en dier heeft, in ernstige mate kunnen zijn verminderd. In het overheidsbeleid wordt gesproken van een geval van ernstige bodemverontreiniging, indien de gemiddelde concentratie aan één stof de interventiewaarde overschrijdt in tenminste 25 m 3 grond/slib of voor het grondwater in tenminste 100 m 3 bodemvolume. Over de hoeveelheid grond/slib of grondwater waarop een eventuele overschrijding van de interventiewaarde zich voordoet kan in een eerste onderzoek meestal nog geen betrouwbare uitspraak worden gedaan. Daarom kunnen op basis van de resultaten van dit eerste onderzoek dan ook geen conclusies worden getrokken ten aanzien van het wel of niet ernstig zijn van het verontreinigingsgeval. Bij de getoetste waarden is tevens een index opgenomen. Deze index is als volgt berekend: Index = (GSSD - AW) / (I - AW). Een negatieve waarde voor de index houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde lager is dan de achtergrondwaarde. Bij een index boven de 1 ligt de gestandaardiseerde meetwaarde boven de interventiewaarde. Een index tussen de 0 en 0,5 betekent dat de gestandaardiseerde meetwaarde (ver) onder de interventiewaarde ligt. Een index tussen de 0,5 en 1 houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde (dicht) bij de interventiewaarde ligt. Afhankelijk van de specifieke situatie geeft dit mogelijk aanleiding voor het uitsplitsen van een mengmonster en/ of het uitvoeren van een nader onderzoek. Met een nader bodemonderzoek kan de ernst en spoedeisendheid van het geval wordt vastgesteld. Een nader onderzoek kan worden uitgevoerd als er een duidelijke indicatie bestaat dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Een geval van ernstige bodemverontreiniging kan zich ook voordoen zonder dat de interventiewaarden worden overschreden. Als een verontreiniging zich zodanig in een ander milieucompartiment (bijv. het grondwater) of objecten (bijv. consumptiegewassen) verspreidt dat daar schadelijke effecten kunnen optreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Ook als het bij puntbronnen van verontreinigingen (bijv. op grond van berekeningen) waarschijnlijk is dat zonder maatregelen op korte termijn (binnen maximaal enkele maanden) een verontreiniging van genoemde 25 of 100 m 3 bodemvolume kan optreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij de toetsing worden de gemeten gehalten aan de hand van geanalyseerde of geschatte gehalten organisch stof en lutum met BOTOVA-gevalideerde software omgerekend naar zogenaamde standaardbodemcondities (bodem met 10% organische stof en 25% lutum). Deze gestandaardiseerde meetwaarden worden vergeleken met de vaste normwaarden, zoals opgenomen in de voorgaande bijlage. Blad 18 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Barium In de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 is aangegeven dat de norm voor barium tijdelijk is ingetrokken. Gebleken is namelijk dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mg/kg d.s. (voor standaardbodem). Analyses op barium dienen wel nog te worden uitgevoerd, maar de resultaten hoeven dus niet meer getoetst te worden, tenzij een duidelijke antropogene bron aanwezig is. Blad 19 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 6 Analysecertificaten Blad 20 van 63

Analyserapport ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl Antea Group Goes M. Van der Klooster Postbus 42 4460 AA GOES Blad 1 van 12 Uw projectnaam : Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert Uw projectnummer : 406133 ALcontrol rapportnummer : 12202637, versienummer: 1 Rotterdam, 30-10-2015 Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 406133. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol B.V., gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 12 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend, R. van Duin Laboratory Manager ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 2 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 001 Grond (AS3000) m02 m02 010 (0-50) 002 Grond (AS3000) m03 m03 013 (0-20) 003 Grond (AS3000) m04 m04 005 (130-180) 004 Grond (AS3000) mm01 mm01 001 (0-50) 002 (0-50) 005 (5-55) 014 (0-50) 005 Grond (AS3000) mm05 mm05 006 (0-50) 008 (0-50) Analyse Eenheid Q 001 002 003 004 005 droge stof gew.-% S 80.6 80.7 80.6 89.7 82.4 gewicht artefacten g S <1 <1 <1 <1 <1 aard van de artefacten - S geen geen geen geen geen organische stof (gloeiverlies) % vd DS S 3.3 2.7 0.7 2.9 4.8 KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS S 17 12 10 9.3 10 METALEN barium mg/kgds S 21 <20 99 62 cadmium mg/kgds S 0.31 <0.2 0.29 0.39 kobalt mg/kgds S 5.2 2.4 4.7 4.1 koper mg/kgds S 35 <5 12 24 kwik mg/kgds S 0.07 <0.05 0.39 0.15 lood mg/kgds S 26 12 110 70 molybdeen mg/kgds S <0.5 <0.5 <0.5 0.69 nikkel mg/kgds S 11 5.0 9.7 8.6 zink mg/kgds S 54 25 120 130 POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 <0.01 <0.03 2) 0.01 fenantreen mg/kgds S 0.01 <0.01 0.23 0.17 antraceen mg/kgds S 0.01 <0.01 0.09 0.04 fluoranteen mg/kgds S 0.04 <0.01 0.68 0.49 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.02 0.01 0.38 0.20 chryseen mg/kgds S <0.01 <0.01 0.41 0.26 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.02 <0.01 0.31 0.17 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.03 <0.01 0.55 0.27 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.02 <0.01 0.44 0.20 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.02 <0.01 0.37 0.19 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.184 1) 0.073 1) 3.481 1) 2 1) (0.7 factor) CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen µg/kgds S <1 <1 POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds S <1 <1 <1.8 2) <1 PCB 52 µg/kgds S <1 <1 <2.0 2) <1 PCB 101 µg/kgds S <1 <1 <1.7 2) <1 PCB 118 µg/kgds S <1 <1 <1.9 2) <1 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 3 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 001 Grond (AS3000) m02 m02 010 (0-50) 002 Grond (AS3000) m03 m03 013 (0-20) 003 Grond (AS3000) m04 m04 005 (130-180) 004 Grond (AS3000) mm01 mm01 001 (0-50) 002 (0-50) 005 (5-55) 014 (0-50) 005 Grond (AS3000) mm05 mm05 006 (0-50) 008 (0-50) Analyse Eenheid Q 001 002 003 004 005 PCB 138 µg/kgds S <1 <1 <1.8 2) <1 PCB 153 µg/kgds S <1 <1 <1.3 2) <1 PCB 180 µg/kgds S <1 <1 <1.8 2) <1 som PCB (7) (0.7 factor) µg/kgds S 4.9 1) 4.9 1) 8.61 1) 4.9 1) CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN o,p-ddt µg/kgds S 3.8 1.7 p,p-ddt µg/kgds S 75 13 som DDT (0.7 factor) µg/kgds S 78.8 1) 14.7 1) o,p-ddd µg/kgds S <1 <1 p,p-ddd µg/kgds S 4.5 <1 som DDD (0.7 factor) µg/kgds S 5.2 1) 1.4 1) o,p-dde µg/kgds S <1 <1 p,p-dde µg/kgds S 78 14 som DDE (0.7 factor) µg/kgds S 78.7 1) 14.7 1) som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) µg/kgds 162.7 1) 30.8 1) aldrin µg/kgds S <1 <1 dieldrin µg/kgds S <1 <1 endrin µg/kgds S <1 <1 som aldrin/dieldrin/endrin µg/kgds S 2.1 1) 2.1 1) (0.7 factor) isodrin µg/kgds S <1 <1 telodrin µg/kgds S <1 <1 alpha-hch µg/kgds S <1 <1 beta-hch µg/kgds S <1 <1 gamma-hch µg/kgds S <1 <1 delta-hch µg/kgds S <1 <1 som a-b-c-d HCH (0.7 factor) µg/kgds 2.8 1) 2.8 1) heptachloor µg/kgds S <1 <1 cis-heptachloorepoxide µg/kgds S <1 <1 trans-heptachloorepoxide µg/kgds S <1 <1 som heptachloorepoxide (0.7 µg/kgds S 1.4 1) 1.4 1) factor) alpha-endosulfan µg/kgds S <1 <1 hexachloorbutadieen µg/kgds S <1 <1 endosulfansulfaat µg/kgds S <1 <1 trans-chloordaan µg/kgds S <1 <1 cis-chloordaan µg/kgds S <1 <1 som chloordaan (0.7 factor) µg/kgds S 1.4 1) 1.4 1) Som organochloorbestrijdingsmidd elen (0.7 factor) waterbodem µg/kgds 174.6 1) 42.7 1) De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 4 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 001 Grond (AS3000) m02 m02 010 (0-50) 002 Grond (AS3000) m03 m03 013 (0-20) 003 Grond (AS3000) m04 m04 005 (130-180) 004 Grond (AS3000) mm01 mm01 001 (0-50) 002 (0-50) 005 (5-55) 014 (0-50) 005 Grond (AS3000) mm05 mm05 006 (0-50) 008 (0-50) Analyse Eenheid Q 001 002 003 004 005 som organochloorbestrijdingsmidd elen (0.7 factor) landbodem µg/kgds S 173.2 1) 41.3 1) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 mg/kgds <5 <5 <5 <5 fractie C12 - C22 mg/kgds <5 <5 5 82 fractie C22 - C30 mg/kgds <5 <5 37 <5 fractie C30 - C40 mg/kgds <5 <5 56 3) <5 totaal olie C10 - C40 mg/kgds S <20 <20 100 80 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 5 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Monster beschrijvingen 001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 004 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 005 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Voetnoten 1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa. 2 De rapportagegrens is verhoogd i.v.m. noodzakelijke verdunning. 3 Er zijn componenten aangetroffen die hoger zijn dan C40. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 6 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 006 Grond (AS3000) mm06 mm06 004 (70-120) 007 (100-150) Analyse Eenheid Q 006 droge stof gew.-% S 80.6 gewicht artefacten g S <1 aard van de artefacten - S geen organische stof (gloeiverlies) % vd DS S <0.5 KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS S 6.5 METALEN barium mg/kgds S <20 cadmium mg/kgds S <0.2 kobalt mg/kgds S 1.6 koper mg/kgds S <5 kwik mg/kgds S <0.05 lood mg/kgds S <10 molybdeen mg/kgds S <0.5 nikkel mg/kgds S <3 zink mg/kgds S <20 POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 fenantreen mg/kgds S 0.04 antraceen mg/kgds S 0.01 fluoranteen mg/kgds S 0.08 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.04 chryseen mg/kgds S 0.03 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.03 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.04 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.03 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.03 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.337 1) (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds S <1 PCB 52 µg/kgds S <1 PCB 101 µg/kgds S <1 PCB 118 µg/kgds S <1 PCB 138 µg/kgds S <1 PCB 153 µg/kgds S <1 PCB 180 µg/kgds S <1 som PCB (7) (0.7 factor) µg/kgds S 4.9 1) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 mg/kgds <5 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 7 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 006 Grond (AS3000) mm06 mm06 004 (70-120) 007 (100-150) Analyse Eenheid Q 006 fractie C12 - C22 mg/kgds <5 fractie C22 - C30 mg/kgds <5 fractie C30 - C40 mg/kgds <5 totaal olie C10 - C40 mg/kgds S <20 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 8 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Monster beschrijvingen 006 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Voetnoten 1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 9 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Analyse Monstersoort Relatie tot norm droge stof Grond (AS3000) Grond: Gelijkwaardig aan ISO 11465 en gelijkwaardig aan NEN-EN 15934. Grond (AS3000): conform AS3010-2 en gelijkwaardig aan NEN-EN 15934 gewicht artefacten Grond (AS3000) Conform AS3000 en conform NEN-EN 16179 aard van de artefacten Grond (AS3000) Idem organische stof (gloeiverlies) Grond (AS3000) Grond: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010-3 lutum (bodem) Grond (AS3000) Conform AS3010-4 barium Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). cadmium Grond (AS3000) Idem kobalt Grond (AS3000) Idem koper Grond (AS3000) Idem kwik Grond (AS3000) Conform AS3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772) lood Grond (AS3000) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). molybdeen Grond (AS3000) Idem nikkel Grond (AS3000) Idem zink Grond (AS3000) Idem naftaleen Grond (AS3000) Conform AS3010-6 fenantreen Grond (AS3000) Idem antraceen Grond (AS3000) Idem fluoranteen Grond (AS3000) Idem benzo(a)antraceen Grond (AS3000) Idem chryseen Grond (AS3000) Idem benzo(k)fluoranteen Grond (AS3000) Idem benzo(a)pyreen Grond (AS3000) Idem benzo(ghi)peryleen Grond (AS3000) Idem indeno(1,2,3-cd)pyreen Grond (AS3000) Idem pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Grond (AS3000) PCB 28 Grond (AS3000) Conform AS3010-8 Idem PCB 52 Grond (AS3000) Idem PCB 101 Grond (AS3000) Idem PCB 118 Grond (AS3000) Idem PCB 138 Grond (AS3000) Idem PCB 153 Grond (AS3000) Idem PCB 180 Grond (AS3000) Idem som PCB (7) (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem totaal olie C10 - C40 Grond (AS3000) Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703 hexachloorbenzeen Grond (AS3000) Conform AS3020-2 o,p-ddt Grond (AS3000) Conform AS3020-1 p,p-ddt Grond (AS3000) Idem som DDT (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem o,p-ddd Grond (AS3000) Idem p,p-ddd Grond (AS3000) Idem som DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem o,p-dde Grond (AS3000) Idem p,p-dde Grond (AS3000) Idem som DDE (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem aldrin Grond (AS3000) Idem Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 10 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Analyse Monstersoort Relatie tot norm dieldrin Grond (AS3000) Idem endrin Grond (AS3000) Idem som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem isodrin Grond (AS3000) Idem telodrin Grond (AS3000) Idem alpha-hch Grond (AS3000) Idem beta-hch Grond (AS3000) Idem gamma-hch Grond (AS3000) Idem delta-hch Grond (AS3000) Conform AS3020-3 som a-b-c-d HCH (0.7 factor) Grond (AS3000) Eigen methode, aceton/hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GCMS heptachloor Grond (AS3000) Conform AS3020-1 cis-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem trans-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem som heptachloorepoxide (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem alpha-endosulfan Grond (AS3000) Idem hexachloorbutadieen Grond (AS3000) Idem endosulfansulfaat Grond (AS3000) Conform AS3020-3 trans-chloordaan Grond (AS3000) Conform AS3020-1 cis-chloordaan Grond (AS3000) Idem som chloordaan (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem Som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) waterbodem som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) landbodem Grond (AS3000) Grond (AS3000) Conform AS3220-1 en AS3220-2 Conform AS3020 Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking 001 Y5435295 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 002 Y5435143 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 003 Y5435304 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 004 Y3020122 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 004 Y5418742 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 004 Y5435203 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 004 Y5418740 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 005 Y5435296 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 005 Y5435293 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 006 Y3020107 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 006 Y5436342 23-10-2015 23-10-2015 ALC201 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 11 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Monsternummer: Monster beschrijvingen 004 mm01mm01 001 (0-50) 002 (0-50) 005 (5-55) 014 (0-50) Karakterisering naar alkaantraject benzine kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie stookolie C9-C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36 De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 12 van 12 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12202637-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 26-10-2015 26-10-2015 30-10-2015 Monsternummer: Monster beschrijvingen 005 mm05mm05 006 (0-50) 008 (0-50) Karakterisering naar alkaantraject benzine kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie stookolie C9-C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36 De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Analyserapport ALcontrol B.V. Correspondentieadres Steenhouwerstraat 15 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl Antea Group Goes M. Van der Klooster Postbus 42 4460 AA GOES Blad 1 van 5 Uw projectnaam : Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert Uw projectnummer : 406133 ALcontrol rapportnummer : 12204927, versienummer: 1 Rotterdam, 04-11-2015 Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 406133. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol B.V., gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend, R. van Duin Laboratory Manager ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 2 van 5 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12204927-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 30-10-2015 30-10-2015 04-11-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 001 Grondwater (AS3000) 007-1-1 007-1-1 007 (150-250) Analyse Eenheid Q 001 METALEN barium µg/l S 48 cadmium µg/l S 0.27 kobalt µg/l S <2 koper µg/l S <2.0 kwik µg/l S <0.05 lood µg/l S <2.0 molybdeen µg/l S 2.7 nikkel µg/l S <3 zink µg/l S 56 VLUCHTIGE AROMATEN benzeen µg/l S <0.2 tolueen µg/l S <0.2 ethylbenzeen µg/l S <0.2 o-xyleen µg/l S <0.1 p- en m-xyleen µg/l S <0.2 xylenen (0.7 factor) µg/l S 0.21 1) styreen µg/l S <0.2 POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen µg/l S <0.02 GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S <0.2 1,2-dichloorethaan µg/l S <0.2 1,1-dichlooretheen µg/l S <0.1 cis-1,2-dichlooretheen µg/l S <0.1 trans-1,2-dichlooretheen µg/l S <0.1 som (cis,trans) 1,2- µg/l S 0.14 1) dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S <0.2 1,1-dichloorpropaan µg/l S <0.2 1,2-dichloorpropaan µg/l S <0.2 1,3-dichloorpropaan µg/l S <0.2 som dichloorpropanen (0.7 µg/l S 0.42 1) factor) tetrachlooretheen µg/l S <0.1 tetrachloormethaan µg/l S <0.1 1,1,1-trichloorethaan µg/l S <0.1 1,1,2-trichloorethaan µg/l S <0.1 trichlooretheen µg/l S <0.2 chloroform µg/l S <0.2 vinylchloride µg/l S <0.2 tribroommethaan µg/l S <0.2 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 3 van 5 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12204927-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 30-10-2015 30-10-2015 04-11-2015 Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 001 Grondwater (AS3000) 007-1-1 007-1-1 007 (150-250) Analyse Eenheid Q 001 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 µg/l <25 fractie C12 - C22 µg/l <25 fractie C22 - C30 µg/l <25 fractie C30 - C40 µg/l <25 totaal olie C10 - C40 µg/l S <50 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000-erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 4 van 5 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12204927-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 30-10-2015 30-10-2015 04-11-2015 Monster beschrijvingen 001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Voetnoten 1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor voor <-waarden volgens BoToVa. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Antea Group Goes M. Van der Klooster Analyserapport Blad 5 van 5 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Nieuwbouw 10 nultrede woningen te Hansweert 406133 12204927-1 Orderdatum Startdatum Rapportagedatum 30-10-2015 30-10-2015 04-11-2015 Analyse Monstersoort Relatie tot norm barium Grondwater (AS3000) Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) cadmium Grondwater (AS3000) Idem kobalt Grondwater (AS3000) Idem koper Grondwater (AS3000) Idem kwik Grondwater (AS3000) Conform AS3110-3 en conform NEN-EN-ISO 17852 lood Grondwater (AS3000) Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) molybdeen Grondwater (AS3000) Idem nikkel Grondwater (AS3000) Idem zink Grondwater (AS3000) Idem benzeen Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1 tolueen Grondwater (AS3000) Idem ethylbenzeen Grondwater (AS3000) Idem o-xyleen Grondwater (AS3000) Idem p- en m-xyleen Grondwater (AS3000) Idem xylenen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1 styreen Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1 naftaleen Grondwater (AS3000) Conform AS3110-4 1,1-dichloorethaan Grondwater (AS3000) Conform AS3130-1 1,2-dichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem cis-1,2-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem trans-1,2-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Idem dichloormethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem 1,2-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem 1,3-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem som dichloorpropanen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Idem tetrachlooretheen Grondwater (AS3000) Idem tetrachloormethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1,1-trichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1,2-trichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem trichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem chloroform Grondwater (AS3000) Idem vinylchloride Grondwater (AS3000) Idem tribroommethaan Grondwater (AS3000) Idem totaal olie C10 - C40 Grondwater (AS3000) Conform AS3110-5 Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking 001 G8800678 30-10-2015 30-10-2015 ALC236 001 G8800679 30-10-2015 30-10-2015 ALC236 001 B1462411 30-10-2015 30-10-2015 ALC204 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 7 Indicatieve toetsing Besluit bodemkwaliteit Blad 21 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit als ontvangende bodem Tabel 1: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Grondmonster mm01 m02 m03 Humus (% ds) 2,9 3,3 2,7 Lutum (% ds) 9,3 17 12 Datum van toetsing 6-11-2015 6-11-2015 6-11-2015 Monster getoetst als ontvangende bodem ontvangende bodem ontvangende bodem Bodemklasse monster Klasse wonen Altijd toepasbaar Klasse industrie Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 99 201 (6) 21 28 (6) Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,29 0,43 0,31 0,41 Kobalt [Co] mg/kg ds 4,7 9,2 5,2 6,9 Koper [Cu] mg/kg ds 12 19 35 46 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,39 0,50 0,07 0,08 Lood [Pb] mg/kg ds 110 150 26 31 Molybdeen [Mo] mg/kg ds <0,5 <0,4 <0,5 <0,4 Nikkel [Ni] mg/kg ds 9,7 17,6 11 14 Zink [Zn] mg/kg ds 120 204 54 71 PAK Naftaleen mg/kg ds 0,03# <0,02 <0,01 <0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,23 0,23 0,01 0,01 Anthraceen mg/kg ds 0,09 0,09 0,01 0,01 Fluorantheen mg/kg ds 0,68 0,68 0,04 0,04 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,38 0,38 0,02 0,02 Chryseen mg/kg ds 0,41 0,41 <0,01 <0,01 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,31 0,31 0,02 0,02 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,55 0,55 0,03 0,03 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,44 0,44 0,02 0,02 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,37 0,37 0,02 0,02 PAK 10 VROM mg/kg ds 3,5 0,18 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 3,481 0,184 BESTRIJDINGSMIDDELEN alfa-hch µg/kg ds <1 <3 beta-hch µg/kg ds <1 <3 gamma-hch µg/kg ds <1 <3 delta-hch µg/kg ds <1 <3 (6) Hexachloorbutadieen µg/kg ds <1 <3 alfa-endosulfan µg/kg ds <1 <3 Isodrin µg/kg ds <1 <3 (5) Telodrin µg/kg ds <1 <3 (5) Heptachloor µg/kg ds <1 <3 Heptachloorepoxide µg/kg ds <5,2 Aldrin µg/kg ds <1 <3 Dieldrin µg/kg ds <1 <3 Endrin µg/kg ds <1 <3 DDE (som) µg/kg ds 291 2,4-DDE (ortho, para-dde) µg/kg ds <1 <3 4,4-DDE (para, para-dde) µg/kg ds 78 289 DDD (som) µg/kg ds 19 2,4-DDD (ortho, para-ddd) µg/kg ds <1 <3 4,4-DDD (para, para-ddd) µg/kg ds 4,5 16,7 DDT (som) µg/kg ds 292 Blad 22 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Grondmonster mm01 m02 m03 Humus (% ds) 2,9 3,3 2,7 Lutum (% ds) 9,3 17 12 Datum van toetsing 6-11-2015 6-11-2015 6-11-2015 Monster getoetst als ontvangende bodem ontvangende bodem ontvangende bodem Bodemklasse monster Klasse wonen Altijd toepasbaar Klasse industrie 2,4-DDT (ortho, para-ddt) µg/kg ds 3,8 14,1 4,4-DDT (para, para-ddt) µg/kg ds 75 278 Chloordaan (cis + trans) µg/kg ds <5,2 cis-chloordaan µg/kg ds <1 <3 trans-chloordaan µg/kg ds <1 <3 OCB (0,7 som, grond) µg/kg ds 173,2 OCB (0,7 som, waterbodem) µg/kg ds 174,6 DDT,DDE,DDD (som, 0.7 µg/kg ds 162,7 factor) Aldrin/dieldrin/endrin (som, µg/kg ds 2,1 0.7 fa HCH (som, 0.7 factor) µg/kg ds 2,8 Chloordaan (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 DDT (som, 0.7 factor) µg/kg ds 78,8 DDD (som, 0.7 factor) µg/kg ds 5,2 DDE (som, 0.7 factor) µg/kg ds 78,7 trans-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <3 Endosulfansulfaat µg/kg ds <1 <3 (6) Hexachloorbenzeen (HCB) µg/kg ds <1 <3 Drins µg/kg ds <7,8 (Aldrin+Dieldrin+Endrin) Heptachloorepoxide (som, µg/kg ds 1,4 0.7 factor alfa-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <3 Som 21 Organochloorhoud. bestrijdingsm µg/kg ds 641 (5) OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <5 12 (6) <5 11 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds 5 17 (6) <5 11 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds 37 128 (6) <5 11 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds 56 193 (6) <5 11 (6) Minerale olie (totaal) mg/kg ds 100 345 <20 <42 OVERIG Artefacten g <1 <1 <1 Aard artefacten - 0 0 0 Droge stof % w/w 89,7 90,0 (6) 80,6 81,0 (6) 80,7 81,0 (6) Lutum % 9,3 17 12 Organische stof (humus) % 2,9 3,3 2,7 PCB`S PCB 28 µg/kg ds 1,8# 4,3 <1 <2 PCB 52 µg/kg ds 2,0# 4,8 <1 <2 PCB 101 µg/kg ds 1,7# 4,1 <1 <2 PCB 118 µg/kg ds 1,9# 4,6 <1 <2 PCB 138 µg/kg ds 1,8# 4,3 <1 <2 PCB 153 µg/kg ds 1,3# 3,1 <1 <2 PCB 180 µg/kg ds 1,8# 4,3 <1 <2 PCB (som 7) µg/kg ds 30 <15 PCB (7) (som, 0.7 factor) µg/kg ds 8,61 4,9 Blad 23 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Tabel 2: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Grondmonster m04 mm05 mm06 Humus (% ds) 0,70 4,8 0,50 Lutum (% ds) 10,0 10,0 6,5 Datum van toetsing 6-11-2015 6-11-2015 6-11-2015 Monster getoetst als ontvangende bodem ontvangende bodem ontvangende bodem Bodemklasse monster Altijd toepasbaar Klasse wonen Altijd toepasbaar Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD METALEN Barium [Ba] mg/kg ds <20 <27 (6) 62 120 (6) <20 <35 (6) Cadmium [Cd] mg/kg ds <0,2 <0,2 0,39 0,54 <0,2 <0,2 Kobalt [Co] mg/kg ds 2,4 4,5 4,1 7,7 1,6 3,8 Koper [Cu] mg/kg ds <5 <6 24 36 <5 <6 Kwik [Hg] mg/kg ds <0,05 <0,04 0,15 0,19 <0,05 <0,05 Lood [Pb] mg/kg ds 12 16 70 92 <10 <10 Molybdeen [Mo] mg/kg ds <0,5 <0,4 0,69 0,69 <0,5 <0,4 Nikkel [Ni] mg/kg ds 5,0 8,8 8,6 15,1 <3 <4 Zink [Zn] mg/kg ds 25 42 130 209 <20 <27 PAK Naftaleen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,01 0,01 <0,01 <0,01 Fenanthreen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,17 0,17 0,04 0,04 Anthraceen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,04 0,04 0,01 0,01 Fluorantheen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,49 0,49 0,08 0,08 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,01 0,01 0,20 0,20 0,04 0,04 Chryseen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,26 0,26 0,03 0,03 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,17 0,17 0,03 0,03 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,27 0,27 0,04 0,04 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,20 0,20 0,03 0,03 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,19 0,19 0,03 0,03 PAK 10 VROM mg/kg ds 0,073 2,0 0,34 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,073 2 0,337 BESTRIJDINGSMIDDELEN alfa-hch µg/kg ds <1 <1 beta-hch µg/kg ds <1 <1 gamma-hch µg/kg ds <1 <1 delta-hch µg/kg ds <1 <1 (6) Hexachloorbutadieen µg/kg ds <1 <1 alfa-endosulfan µg/kg ds <1 <1 Isodrin µg/kg ds <1 <1 Telodrin µg/kg ds <1 <1 Heptachloor µg/kg ds <1 <1 Heptachloorepoxide µg/kg ds <2,9 Aldrin µg/kg ds <1 <1 Dieldrin µg/kg ds <1 <1 Endrin µg/kg ds <1 <1 DDE (som) µg/kg ds 31 2,4-DDE (ortho, para-dde) µg/kg ds <1 <1 4,4-DDE (para, para-dde) µg/kg ds 14 29 DDD (som) µg/kg ds <2,9 2,4-DDD (ortho, para-ddd) µg/kg ds <1 <1 4,4-DDD (para, para-ddd) µg/kg ds <1 <1 DDT (som) µg/kg ds 31 2,4-DDT (ortho, para-ddt) µg/kg ds 1,7 3,5 4,4-DDT (para, para-ddt) µg/kg ds 13 27 Chloordaan (cis + trans) µg/kg ds <2,9 Blad 24 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Grondmonster m04 mm05 mm06 Humus (% ds) 0,70 4,8 0,50 Lutum (% ds) 10,0 10,0 6,5 Datum van toetsing 6-11-2015 6-11-2015 6-11-2015 Monster getoetst als ontvangende bodem ontvangende bodem ontvangende bodem Bodemklasse monster Altijd toepasbaar Klasse wonen Altijd toepasbaar cis-chloordaan µg/kg ds <1 <1 trans-chloordaan µg/kg ds <1 <1 OCB (0,7 som, grond) µg/kg ds 41,3 OCB (0,7 som, waterbodem) µg/kg ds 42,7 DDT,DDE,DDD (som, 0.7 µg/kg ds 30,8 factor) Aldrin/dieldrin/endrin (som, µg/kg ds 2,1 0.7 fa HCH (som, 0.7 factor) µg/kg ds 2,8 Chloordaan (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 DDT (som, 0.7 factor) µg/kg ds 14,7 DDD (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 DDE (som, 0.7 factor) µg/kg ds 14,7 trans-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <1 Endosulfansulfaat µg/kg ds <1 <1 (6) Hexachloorbenzeen (HCB) µg/kg ds <1 <1 Drins µg/kg ds <4,4 (Aldrin+Dieldrin+Endrin) Heptachloorepoxide (som, µg/kg ds 1,4 0.7 factor alfa-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <1 Som 21 Organochloorhoud. bestrijdingsm µg/kg ds 86 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <5 18 (6) <5 7 (6) <5 18 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds <5 18 (6) 82 171 (6) <5 18 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds <5 18 (6) <5 7 (6) <5 18 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds <5 18 (6) <5 7 (6) <5 18 (6) Minerale olie (totaal) mg/kg ds <20 <70 80 167 <20 <70 OVERIG Artefacten g <1 <1 <1 Aard artefacten - 0 0 0 Droge stof % w/w 80,6 81,0 (6) 82,4 82,0 (6) 80,6 81,0 (6) Lutum % 10,0 10,0 6,5 Organische stof (humus) % 0,70 4,8 0,50 PCB`S PCB 28 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 52 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 101 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 118 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 138 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 153 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 180 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB (som 7) µg/kg ds <25 <10,0 <25 PCB (7) (som, 0.7 factor) µg/kg ds 4,9 4,9 4,9 Blad 25 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 < : kleiner dan de detectielimiet 8,88 : <= Achtergrondwaarde 8,88 : Wonen 8,88 : Industrie 8,88 : Niet toepasbaar > Industrie 8,88 : Niet toepasbaar > Interventiewaarde 5 : Norm I ontbreekt 6 : Heeft geen normwaarde # : verhoogde rapportagegrens GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde - Getoetst via de BoToVa service, versie 2.0.0 - Tabel 3: Normwaarden (mg/kg) conform Regeling Besluit Bodemkwaliteit AW WO IND I METALEN Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,6 1,2 4,3 13 Kobalt [Co] mg/kg ds 15 35 190 190 Koper [Cu] mg/kg ds 40 54 190 190 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,15 0,83 4,8 36 Lood [Pb] mg/kg ds 50 210 530 530 Molybdeen [Mo] mg/kg ds 1,5 88 190 190 Nikkel [Ni] mg/kg ds 35 39 100 100 Zink [Zn] mg/kg ds 140 200 720 720 PAK PAK 10 VROM mg/kg ds 1,5 6,8 40 40 BESTRIJDINGSMIDDELEN alfa-hch mg/kg ds 0,001 0,001 0,5 17 beta-hch mg/kg ds 0,002 0,002 0,5 1,6 gamma-hch mg/kg ds 0,003 0,04 0,5 1,2 Hexachloorbutadieen mg/kg ds 0,003 alfa-endosulfan mg/kg ds 0,0009 0,0009 0,1 4 Heptachloor mg/kg ds 0,0007 0,0007 0,1 4 Heptachloorepoxide mg/kg ds 0,002 0,002 0,1 4 Aldrin mg/kg ds 0,32 DDE (som) mg/kg ds 0,1 0,13 1,3 2,3 DDD (som) mg/kg ds 0,02 0,84 34 34 DDT (som) mg/kg ds 0,2 0,2 1 1,7 Chloordaan (cis + trans) mg/kg ds 0,002 0,002 0,1 4 Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds 0,0085 0,027 1,4 2 Drins (Aldrin+Dieldrin+Endrin) mg/kg ds 0,015 0,04 0,14 4 Som 21 Organochloorhoud. bestrijdingsm mg/kg ds 0,4 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie (totaal) mg/kg ds 190 190 500 5000 PCB`S PCB (som 7) mg/kg ds 0,02 0,04 0,5 1 Blad 26 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Indicatieve toetsing aan het Besluit bodemkwaliteit als vrijkomende grond (partij) Tabel 4: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Grondmonster mm01 m02 m03 Humus (% ds) 2,9 3,3 2,7 Lutum (% ds) 9,3 17 12 Datum van toetsing 2-11-2015 2-11-2015 2-11-2015 Monster getoetst als partij partij partij Bodemklasse monster Klasse industrie Altijd toepasbaar Klasse industrie Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 99 201 (6) 21 28 (6) Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,29 0,43 0,31 0,41 Kobalt [Co] mg/kg ds 4,7 9,2 5,2 6,9 Koper [Cu] mg/kg ds 12 19 35 46 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,39 0,50 0,07 0,08 Lood [Pb] mg/kg ds 110 150 26 31 Molybdeen [Mo] mg/kg ds <0,5 <0,4 <0,5 <0,4 Nikkel [Ni] mg/kg ds 9,7 17,6 11 14 Zink [Zn] mg/kg ds 120 204 54 71 PAK Naftaleen mg/kg ds 0,03# <0,02 <0,01 <0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,23 0,23 0,01 0,01 Anthraceen mg/kg ds 0,09 0,09 0,01 0,01 Fluorantheen mg/kg ds 0,68 0,68 0,04 0,04 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,38 0,38 0,02 0,02 Chryseen mg/kg ds 0,41 0,41 <0,01 <0,01 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,31 0,31 0,02 0,02 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,55 0,55 0,03 0,03 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,44 0,44 0,02 0,02 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,37 0,37 0,02 0,02 PAK 10 VROM mg/kg ds 3,5 0,18 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 3,481 0,184 BESTRIJDINGSMIDDELEN alfa-hch µg/kg ds <1 <3 beta-hch µg/kg ds <1 <3 gamma-hch µg/kg ds <1 <3 delta-hch µg/kg ds <1 <3 (6) Hexachloorbutadieen µg/kg ds <1 <3 alfa-endosulfan µg/kg ds <1 <3 Isodrin µg/kg ds <1 <3 (5) Telodrin µg/kg ds <1 <3 (5) Heptachloor µg/kg ds <1 <3 Heptachloorepoxide µg/kg ds <5,2 Aldrin µg/kg ds <1 <3 Dieldrin µg/kg ds <1 <3 Endrin µg/kg ds <1 <3 DDE (som) µg/kg ds 291 2,4-DDE (ortho, para-dde) µg/kg ds <1 <3 4,4-DDE (para, para-dde) µg/kg ds 78 289 DDD (som) µg/kg ds 19 2,4-DDD (ortho, para-ddd) µg/kg ds <1 <3 4,4-DDD (para, para-ddd) µg/kg ds 4,5 16,7 DDT (som) µg/kg ds 292 Blad 27 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Grondmonster mm01 m02 m03 Humus (% ds) 2,9 3,3 2,7 Lutum (% ds) 9,3 17 12 Datum van toetsing 2-11-2015 2-11-2015 2-11-2015 Monster getoetst als partij partij partij Bodemklasse monster Klasse industrie Altijd toepasbaar Klasse industrie 2,4-DDT (ortho, para-ddt) µg/kg ds 3,8 14,1 4,4-DDT (para, para-ddt) µg/kg ds 75 278 Chloordaan (cis + trans) µg/kg ds <5,2 cis-chloordaan µg/kg ds <1 <3 trans-chloordaan µg/kg ds <1 <3 OCB (0,7 som, grond) µg/kg ds 173,2 OCB (0,7 som, waterbodem) µg/kg ds 174,6 DDT,DDE,DDD (som, 0.7 µg/kg ds 162,7 factor) Aldrin/dieldrin/endrin (som, µg/kg ds 2,1 0.7 fa HCH (som, 0.7 factor) µg/kg ds 2,8 Chloordaan (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 DDT (som, 0.7 factor) µg/kg ds 78,8 DDD (som, 0.7 factor) µg/kg ds 5,2 DDE (som, 0.7 factor) µg/kg ds 78,7 trans-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <3 Endosulfansulfaat µg/kg ds <1 <3 (6) Hexachloorbenzeen (HCB) µg/kg ds <1 <3 Drins µg/kg ds <7,8 (Aldrin+Dieldrin+Endrin) Heptachloorepoxide (som, µg/kg ds 1,4 0.7 factor alfa-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <3 Som 21 Organochloorhoud. bestrijdingsm µg/kg ds 641 (5) OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <5 12 (6) <5 11 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds 5 17 (6) <5 11 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds 37 128 (6) <5 11 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds 56 193 (6) <5 11 (6) Minerale olie (totaal) mg/kg ds 100 345 <20 <42 OVERIG Artefacten g <1 <1 <1 Aard artefacten - 0 0 0 Droge stof % w/w 89,7 90,0 (6) 80,6 81,0 (6) 80,7 81,0 (6) Lutum % 9,3 17 12 Organische stof (humus) % 2,9 3,3 2,7 PCB`S PCB 28 µg/kg ds 1,8# 4,3 <1 <2 PCB 52 µg/kg ds 2,0# 4,8 <1 <2 PCB 101 µg/kg ds 1,7# 4,1 <1 <2 PCB 118 µg/kg ds 1,9# 4,6 <1 <2 PCB 138 µg/kg ds 1,8# 4,3 <1 <2 PCB 153 µg/kg ds 1,3# 3,1 <1 <2 PCB 180 µg/kg ds 1,8# 4,3 <1 <2 PCB (som 7) µg/kg ds 30 <15 PCB (7) (som, 0.7 factor) µg/kg ds 8,61 4,9 Blad 28 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Tabel 5: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Grondmonster m04 mm05 mm06 Humus (% ds) 0,70 4,8 0,50 Lutum (% ds) 10,0 10,0 6,5 Datum van toetsing 2-11-2015 2-11-2015 2-11-2015 Monster getoetst als partij partij partij Bodemklasse monster Altijd toepasbaar Klasse industrie Altijd toepasbaar Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD METALEN Barium [Ba] mg/kg ds <20 <27 (6) 62 120 (6) <20 <35 (6) Cadmium [Cd] mg/kg ds <0,2 <0,2 0,39 0,54 <0,2 <0,2 Kobalt [Co] mg/kg ds 2,4 4,5 4,1 7,7 1,6 3,8 Koper [Cu] mg/kg ds <5 <6 24 36 <5 <6 Kwik [Hg] mg/kg ds <0,05 <0,04 0,15 0,19 <0,05 <0,05 Lood [Pb] mg/kg ds 12 16 70 92 <10 <10 Molybdeen [Mo] mg/kg ds <0,5 <0,4 0,69 0,69 <0,5 <0,4 Nikkel [Ni] mg/kg ds 5,0 8,8 8,6 15,1 <3 <4 Zink [Zn] mg/kg ds 25 42 130 209 <20 <27 PAK Naftaleen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,01 0,01 <0,01 <0,01 Fenanthreen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,17 0,17 0,04 0,04 Anthraceen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,04 0,04 0,01 0,01 Fluorantheen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,49 0,49 0,08 0,08 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,01 0,01 0,20 0,20 0,04 0,04 Chryseen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,26 0,26 0,03 0,03 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,17 0,17 0,03 0,03 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,27 0,27 0,04 0,04 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,20 0,20 0,03 0,03 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,19 0,19 0,03 0,03 PAK 10 VROM mg/kg ds 0,073 2,0 0,34 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,073 2 0,337 BESTRIJDINGSMIDDELEN alfa-hch µg/kg ds <1 <1 beta-hch µg/kg ds <1 <1 gamma-hch µg/kg ds <1 <1 delta-hch µg/kg ds <1 <1 (6) Hexachloorbutadieen µg/kg ds <1 <1 alfa-endosulfan µg/kg ds <1 <1 Isodrin µg/kg ds <1 <1 Telodrin µg/kg ds <1 <1 Heptachloor µg/kg ds <1 <1 Heptachloorepoxide µg/kg ds <2,9 Aldrin µg/kg ds <1 <1 Dieldrin µg/kg ds <1 <1 Endrin µg/kg ds <1 <1 DDE (som) µg/kg ds 31 2,4-DDE (ortho, para-dde) µg/kg ds <1 <1 4,4-DDE (para, para-dde) µg/kg ds 14 29 DDD (som) µg/kg ds <2,9 2,4-DDD (ortho, para-ddd) µg/kg ds <1 <1 4,4-DDD (para, para-ddd) µg/kg ds <1 <1 DDT (som) µg/kg ds 31 2,4-DDT (ortho, para-ddt) µg/kg ds 1,7 3,5 4,4-DDT (para, para-ddt) µg/kg ds 13 27 Chloordaan (cis + trans) µg/kg ds <2,9 Blad 29 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Grondmonster m04 mm05 mm06 Humus (% ds) 0,70 4,8 0,50 Lutum (% ds) 10,0 10,0 6,5 Datum van toetsing 2-11-2015 2-11-2015 2-11-2015 Monster getoetst als partij partij partij Bodemklasse monster Altijd toepasbaar Klasse industrie Altijd toepasbaar cis-chloordaan µg/kg ds <1 <1 trans-chloordaan µg/kg ds <1 <1 OCB (0,7 som, grond) µg/kg ds 41,3 OCB (0,7 som, waterbodem) µg/kg ds 42,7 DDT,DDE,DDD (som, 0.7 µg/kg ds 30,8 factor) Aldrin/dieldrin/endrin (som, µg/kg ds 2,1 0.7 fa HCH (som, 0.7 factor) µg/kg ds 2,8 Chloordaan (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 DDT (som, 0.7 factor) µg/kg ds 14,7 DDD (som, 0.7 factor) µg/kg ds 1,4 DDE (som, 0.7 factor) µg/kg ds 14,7 trans-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <1 Endosulfansulfaat µg/kg ds <1 <1 (6) Hexachloorbenzeen (HCB) µg/kg ds <1 <1 Drins µg/kg ds <4,4 (Aldrin+Dieldrin+Endrin) Heptachloorepoxide (som, µg/kg ds 1,4 0.7 factor alfa-heptachloorepoxide µg/kg ds <1 <1 Som 21 Organochloorhoud. bestrijdingsm µg/kg ds 86 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <5 18 (6) <5 7 (6) <5 18 (6) Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds <5 18 (6) 82 171 (6) <5 18 (6) Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds <5 18 (6) <5 7 (6) <5 18 (6) Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds <5 18 (6) <5 7 (6) <5 18 (6) Minerale olie (totaal) mg/kg ds <20 <70 80 167 <20 <70 OVERIG Artefacten g <1 <1 <1 Aard artefacten - 0 0 0 Droge stof % w/w 80,6 81,0 (6) 82,4 82,0 (6) 80,6 81,0 (6) Lutum % 10,0 10,0 6,5 Organische stof (humus) % 0,70 4,8 0,50 PCB`S PCB 28 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 52 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 101 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 118 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 138 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 153 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB 180 µg/kg ds <1 <4 <1 <1 <1 <4 PCB (som 7) µg/kg ds <25 <10,0 <25 PCB (7) (som, 0.7 factor) µg/kg ds 4,9 4,9 4,9 Blad 30 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 < : kleiner dan de detectielimiet 8,88 : <= Achtergrondwaarde 8,88 : Wonen 8,88 : Industrie 8,88 : Niet toepasbaar > Industrie 8,88 : Niet toepasbaar > Interventiewaarde 5 : Norm I ontbreekt 6 : Heeft geen normwaarde # : verhoogde rapportagegrens GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde - Getoetst via de BoToVa service, versie 2.0.0 - Tabel 6: Normwaarden (mg/kg) conform Regeling Besluit Bodemkwaliteit AW WO IND I METALEN Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,6 1,2 4,3 13 Kobalt [Co] mg/kg ds 15 35 190 190 Koper [Cu] mg/kg ds 40 54 190 190 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,15 0,83 4,8 36 Lood [Pb] mg/kg ds 50 210 530 530 Molybdeen [Mo] mg/kg ds 1,5 88 190 190 Nikkel [Ni] mg/kg ds 35 39 100 100 Zink [Zn] mg/kg ds 140 200 720 720 PAK PAK 10 VROM mg/kg ds 1,5 6,8 40 40 BESTRIJDINGSMIDDELEN alfa-hch mg/kg ds 0,001 0,001 0,5 17 beta-hch mg/kg ds 0,002 0,002 0,5 1,6 gamma-hch mg/kg ds 0,003 0,04 0,5 1,2 Hexachloorbutadieen mg/kg ds 0,003 alfa-endosulfan mg/kg ds 0,0009 0,0009 0,1 4 Heptachloor mg/kg ds 0,0007 0,0007 0,1 4 Heptachloorepoxide mg/kg ds 0,002 0,002 0,1 4 Aldrin mg/kg ds 0,32 DDE (som) mg/kg ds 0,1 0,13 1,3 2,3 DDD (som) mg/kg ds 0,02 0,84 34 34 DDT (som) mg/kg ds 0,2 0,2 1 1,7 Chloordaan (cis + trans) mg/kg ds 0,002 0,002 0,1 4 Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds 0,0085 0,027 1,4 2 Drins (Aldrin+Dieldrin+Endrin) mg/kg ds 0,015 0,04 0,14 4 Som 21 Organochloorhoud. bestrijdingsm mg/kg ds 0,4 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie (totaal) mg/kg ds 190 190 500 5000 PCB`S PCB (som 7) mg/kg ds 0,02 0,04 0,5 1 Blad 31 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 8 Historische kaarten en luchtfoto s Blad 32 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Historische kaarten 1916 1950 Blad 33 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 1962 1972 Blad 34 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 1984 1993 Blad 35 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Historische luchtfoto s 1959 1971 Blad 36 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 9 Foto's Blad 37 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Foto 1; Foto 2; Blad 38 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Foto 3; Foto 4; Blad 39 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Foto 5; Foto 6; Blad 40 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Foto 7; Foto 8; Blad 41 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Foto 9; Foto 10; Blad 42 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Foto 11. Blad 43 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 10 Kwaliteitsaspecten bodemonderzoek Blad 44 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 10: Kwaliteitsaspecten bodemonderzoek Betrouwbaarheid/garanties Bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van al dan niet verdachte bodemlagen. Hoewel Antea Group conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving handelt, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de verontreinigingssituatie af te geven op basis van de resultaten van een bodemonderzoek. Het vorenstaande betekent dat Antea Group op voorhand geen aansprakelijkheid accepteert ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Antea Group uitgevoerde bodemonderzoek neemt. In een voorkomend geval adviseren wij u altijd contact op te nemen met uw aanspreekpunt binnen Antea Group. In dit kader kan ook worden opgemerkt dat de voor het historisch onderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Voor het verkrijgen van historische informatie is Antea Group wel afhankelijk van deze bronnen, waardoor Antea Group niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde historische informatie. Certificatie/accreditatie Antea Group is gecertificeerd volgens NEN-ISO 9001. Ons bureau is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB). Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB-proces-certificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). Antea Group is volgens dit SIKB-procescertificaat gecertificeerd en erkend. Eventuele afwijkingen van de beoordelingsrichtlijn zijn in voorliggend rapport vermeld. In het colofon staan de namen en parafen van de veldmedewerkers die de kritische functies binnen het veldwerk hebben uitgevoerd. De naleving van de kwaliteitseisen en -procedures wordt periodiek getoetst door interne auditors en externe auditors, onder toezicht van de Raad voor Accreditatie. De onderzochte locatie is niet in eigendom van Antea Group of gerelateerde zusterbedrijven. De in het bodemonderzoek benodigde analyses van grond en grondwater laat Antea Group verrichten door een door de RvA geaccrediteerd laboratorium. Deze accreditatie garandeert dat bij de analyses consequent de juiste en vastgelegde procedures worden gehanteerd zodat de analyseresultaten een hoge betrouwbaarheid hebben. Voor de analyses geldt dat deze conform het Accreditatieschema(AS)3000 zijn uitgevoerd. De analyseresultaten worden getoetst met BOTOVA-gevalideerde software. Toepassing grond en asbest Het bodemonderzoek geeft inzicht in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in het kader van het gebruik en/of de bestemming van de onderzochte locatie. Indien echter grond van de locatie wordt afgevoerd voor toepassing elders, volstaan de resultaten van het verrichte bodemonderzoek mogelijk niet. Afhankelijk van de omvang van de af te voeren partij(en) grond en de eisen die door de acceptant of het bevoegd gezag ter plaatse van de nieuwe toepassingslocatie worden gesteld (bijvoorbeeld aanwezigheid van een bodemkwaliteitskaart met bijbehorend bodembeheerplan), dient de grond eventueel nog conform de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit te worden onderzocht. Met nadruk wordt vermeld dat onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem geen onderdeel uitmaakt van onderzoek dat door Antea Group volgens de NEN 5740 is uitgevoerd. Als tijdens het veldwerk in de bodem asbestverdachte materialen zijn opgemerkt, dan komt dit in de profielbeschrijvingen en de conclusies naar voren. Specifiek onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem dient volgens de NEN 5707 Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in de bodem te zijn uitgevoerd. Blad 45 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 Bijlage 11 Verantwoording uitvoering BRL 2000 Blad 46 van 63

Rapport Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert projectnummer 406133 6 november 2015 revisie 00 TEKENINGEN Blad 47 van 63

K K K 1 004 K K K K K 2 002 003 008 K 3 001 K K K K K 006 007 K K K 5 011 6 7 014 K K 005 009 010 013 K K K K K K K K K K K 4 8 K 015 11 K K K K K gebouw niet meer aanwezig 012 K K K K K K K K 9 K K K K K K 10 K K Verklaring Verkennend onderzoek: 0 5 10 15 20m 015 013 007 Grens onderzoeksgebied Boring met nummer tot 0.5m. -mv Boring met nummer 2.0m. -mv Peilbuis met nummer 11 Status W i j z. n r. Fotonamepunt D0 30-10-2015 DEFINITIEF M.H. NR DATUM WIJZIGING GET. R&B Wonen Verkennend bodemonderzoek Schoolstraat/Kerklaan te Hansweert Situatietekening met boringen, peilbuis en fotonamepunten T e k e n i n g n u m m e r T e k e n a a r M. Heetland P r o j e c t l e i d e r S.J.M.P. Halters DEFINITIEF www.anteagroup.nl S c h a a l 1:500 F o r m a a t A3 1 IN 1 D0 R:\00405000\00406133\Milieuonderzoek\Acad\406133-S1.dwg

Over Antea Group Van stad tot land, van water tot lucht; de adviseurs en ingenieurs van Antea Group dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen en wegen, realiseren woonwijken en waterwerken. Maar we zijn ook betrokken bij thema s zoals milieu, veiligheid, assetmanagement en energie. Onder de naam Oranjewoud groeiden we uit tot een allround en onafhankelijk partner voor bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group zetten we deze expertise ook mondiaal in. Door hoogwaardige kennis te combineren met een pragmatische aanpak maken we oplossingen haalbaar én uitvoerbaar. Doelgericht, met oog voor duurzaamheid. Op deze manier anticiperen we op de vragen van vandaag en de oplossingen van de toekomst. Al meer dan 60 jaar. Contactgegevens Albert Plesmanweg 1H 4462 GC GOES Postbus 42 4460 AA GOES T. 0113-237700 E. suzanne.halters@anteagroup.com www.anteagroup.nl Copyright 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

BIJLAGE 2 Archeologisch onderzoek

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Schoolstraat - Kerklaan, Hansweert, Gemeente Reimerswaal M. W. A. de Koning J. Ras

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Schoolstraat - Kerklaan, Hansweert, Gemeente Reimerswaal M. W. A. de Koning J. Ras

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Schoolstraat - Kerklaan, Hansweert, Gemeente Reimerswaal M. W. A. de Koning J. Ras SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek SOB Research Heinenoord, december 2015 ISBN/EAN: 978-94-6192-361-5 SOB Research Project nr.: 2359-1510

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Schoolstraat - Kerklaan, Hansweert, Gemeente Reimerswaal Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Planontwikkeling 3 1.2 Archeologisch onderzoek 3 1.3 Opdrachtverlening 4 1.4 Doel van het onderzoek 4 1.5 Fasering 5 1.6 Onderzoeksteam 5 2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 9 2.1 Archeologisch Bureauonderzoek 9 2.2 Archeologisch Verwachtingsmodel 9 2.3 Veldonderzoek 9 2.4 Rapportage 10 3. Archeologisch Bureauonderzoek 11 3.1 Geologische gegevens 11 3.2 Archeologische gegevens 14 3.3 Historische gegevens 17 3.4 Luchtfoto s 22 3.5 Actueel Hoogtebestand Nederland 24 3.6 Archeologisch Verwachtingsmodel 24 4. Resultaten veldonderzoek 27 4.1 Inleiding 27 4.2 Booronderzoek 27 4.3 Bodemopbouw 28 4.4 Archeologische indicatoren 30 5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 33 5.1 Samenvatting en conclusies 33 5.2 Aanbevelingen 34 Literatuur 37 Verklarende woordenlijst 39 Bijlage 1: Administratieve gegevens 41 Bijlage 2: Archeologische en geologische tijdschaal 43 1

Bijlage 3: Overzicht voor het Holocene gebied van de gebruikelijke, klassieke lithostratigrafische indeling en de vertaling naar de lithostratigrafie van De Mulder et al., 2003 45 Bijlage 4: Overzicht Boorgegevens 47 Bijlage 5: SOB Research: Gegevens 49 2

1. Inleiding 1.1 Planontwikkeling Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de bestemmingsplanwijziging voor de sloop van de bestaande bebouwing en de bouw van tien nieuwe woningen, ter plaatse van de Schoolstraat en de Kerklaan te Hansweert (Gemeente Reimerswaal). De oppervlakte van het plangebied bedroeg circa 0.85 hectare. De oppervlakte van het onderzoeksgebied bedroeg circa 0.44 hectare (zie Afbeelding 5). Ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied zal de bestaande bebouwing, die bestaat uit het appartementencomplex Sluisburg, in zijn geheel worden afgebroken. Vervolgens zullen hier tien levensbestendige woningen met bijbehorende schuurtjes worden gebouwd (zie Afbeelding 5). Tevens zullen ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied mogelijk acht garages worden gebouwd. Ter plaatse van het zuidelijke deel van het plangebied worden geen bodemverstorende inrichtingswerkzaamheden voorzien. Dit deel van het plangebied maakt dan ook geen deel uit van het onderzoeksgebied. Er zijn met betrekking tot de planontwikkeling nog geen uitgewerkte bouwplannen beschikbaar. Naar verwachting zullen in het kader van de sloop van de bestaande bebouwing en bij het aanleggen van de sleuvenfunderingen voor de nieuwbouw bodemverstoringen plaatsvinden tot een diepte van circa 1.0 meter beneden het maaiveld. Afbeelding 1. De ligging van het plangebied (rode stip) in Nederland. 1.2 Archeologisch onderzoek Op de kaart van het vigerende Bestemmingsplan Hansweert 1 wordt ter plaatse van het plangebied een zone met een middelhoge archeologische verwachting en een daarop gebaseerde dubbelbestemming weergegeven (Waarde Archeologie - 3). 2 Voor een dergelijke zone geldt op basis van Artikel 21 van de bestemmingsplanregels een archeologische onderzoeksverplichting wanneer daar bodemverstoringen worden voorzien, met een oppervlakte van meer dan 500 m² en met een diepte van meer dan 0.4 meter beneden het maaiveld. 1 Dit bestemmingsplan is door de Gemeente Reimerswaal vastgesteld op 22 november 2011. 2 Deze archeologische verwachting en de daarmee samenhangende bestemmingsplanregels zijn gebaseerd op de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1; zie Brugman e.a., 2011. 3

In het kader van de bestemmingsplanwijziging moest dan ook een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig) worden uitgevoerd, als eerste stap in de Archeologische Monumentenzorgcyclus. 1.3 Opdrachtverlening Op basis van het door SOB Research opgestelde Plan van Aanpak (d.d. 8 oktober 2015) heeft R&B Wonen op 15 oktober 2015 aan SOB Research opdracht verleend om het archeologisch onderzoek uit te voeren. Afbeelding 2. De ligging van het plangebied (gemarkeerd met een rode stip) in de Provincie Zeeland. 1.4 Doel van het onderzoek Het doel van het Archeologisch Bureauonderzoek was om op basis van de bestaande archiefinformatie de gespecificeerde archeologische verwachting voor deze locatie nader vast te stellen. Het doel van het booronderzoek (IVO-Overig) was om deze gespecificeerde archeologische verwachting nader te toetsen. Het onderzoek was gericht op het in kaart brengen van de geologische opbouw, de landschapsgeschiedenis, de daarmee samenhangende bewoningsmogelijkheden in het verleden, de diepteligging van mogelijk aanwezige archeologische horizonten, de kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, de aanwezigheid van mogelijke bodemverstoringen en de kans dat mogelijk aanwezige archeologische resten als gevolg van de met de planrealisatie samenhangende bodemverstoringen verloren zouden kunnen gaan. 4

1.5 Fasering In eerste instantie is het Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd en is het daarop gebaseerde, gespecificeerde Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Daarna is op 6 november 2015 het veldonderzoek (IVO-Overig) uitgevoerd. De verkregen gegevens, de daaraan verbonden conclusies en het daarop gebaseerde advies, zijn uitgewerkt in het nu voorliggende eindrapport. 1.6 Onderzoeksteam Het onderzoek is uitgevoerd door: M. W. A. de Koning veldwerk en rapportage J. Ras bureauonderzoek en rapportage J. E. van den Bosch eindredactie Afbeelding 3. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Bron: Topografische Dienst, Emmen. Schaal 1: 25.000. 5

Afbeelding 4. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de GBKN. De bestaande bebouwing is grijs gemarkeerd. Bron GBKN: Topografische Dienst, Emmen. Schaal 1: 1.000. 6

Afbeelding 5. Het schetsontwerp met betrekking tot het plangebied. Ter plaatse van het noordelijke deel van plangebied zullen tien woningen worden gebouwd. Tevens zullen mogelijk ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied acht garages worden gebouwd. Het onderzoeksgebied is rood omkaderd. De bestaande bebouwing is met een stippellijn weergegeven. Bron R&B-Wonen, d.d. 10-6-2015. 7

8

2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 2.1 Archeologisch Bureauonderzoek Het doel van het Archeologisch Bureauonderzoek was het verwerven van informatie, op basis van bestaande bronnen, over bekende of te verwachten archeologische waarden, ter plaatse - of in de omgeving - van het onderzoeksgebied, om op basis daarvan een gespecificeerde, archeologische verwachting (Archeologisch Verwachtingsmodel) vast te stellen. In het kader van de uitvoering van het Archeologisch Bureauonderzoek zijn diverse archieven geraadpleegd, waaronder de archieven van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (ARCHIS2), TNO-GDN, de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, het Zeeuws Archeologisch Archief en de Topografische Dienst. Daarnaast is er over het plangebied en de directe omgeving nadere archeologische en historische informatie vergaard uit meerdere bronnen. Het Archeologisch Bureauonderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, protocol 4002 Bureauonderzoek en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de Provincie Zeeland 2014 (Provincie Zeeland, 2014). 2.2 Archeologisch Verwachtingsmodel Op basis van de bij het Archeologisch Bureauonderzoek verworven informatie is het Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Dit betreft het opstellen van de gespecificeerde, archeologische verwachting ten aanzien van de mogelijk aanwezige archeologische vondstcomplexen (mogelijke aard, gaafheid en ouderdom), in relatie met de geologische ondergrond (mogelijke diepteligging en context). 2.3 Veldonderzoek 2.3.1 Booronderzoek Op basis van het hiertoe opgestelde Plan van Aanpak is ter plaatse van het onderzoeksgebied het booronderzoek (IVO-Overig, verkennend) uitgevoerd. Dit ter toetsing van het op basis van het bureauonderzoek opgestelde Archeologische Verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Protocol 4003 Inventariserend Veldonderzoek en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de Provincie Zeeland 2014 (Provincie Zeeland, 2014). De NAP-hoogte is vastgesteld op basis van het Actuele Hoogtebestand Nederland (AHN). Het AHN heeft een onnauwkeurigheid van 6 tot 10 centimeter. De locatie van de boringen is bepaald met gebruikmaking van een meetlint. Er zijn 5 boringen uitgevoerd. De boringen zijn, vanwege het voorkomen van puin in de ondergrond, tot een diepte van maximaal 1.2 meter beneden het maaiveld uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 7 centimeter en zijn vervolgens dieper doorgezet met een gutsboor met een diameter van 3 centimeter, tot een diepte van 3.5 meter beneden het maaiveld. Bij iedere afzonderlijke boring zijn de in de boring te onderscheiden geologische afzettingen ingemeten ten opzichte van het maaiveld. Door middel van een booronderzoek kan de mate van intactheid van de bodemopbouw worden bepaald en kan inzicht worden verkregen in de geologische opbouw. Dit is vooral van belang omdat de bewoningsmogelijkheden in Nederland tot de Romeinse Tijd volledig afhankelijk waren van de landschappelijke situatie. 9

Ook voor wat betreft de Romeinse Tijd en de Middeleeuwen was er, ondanks de toegenomen mogelijkheden om door middel van bedijking, afdamming of kanalisering het landschap vorm te geven, nog steeds sprake van een sterke relatie tussen het natuurlijke landschap en de mogelijkheden tot bewoning. Booronderzoek is geen valide methode voor het opsporen van archeologische vindplaatsen. Wel kan met een booronderzoek de stratigrafie, de aard, de dikte, de omvang van mogelijk archeologisch interessante grondlagen globaal worden bepaald en in kaart worden gebracht. Soms kunnen ook direct al archeologische indicatoren worden getraceerd. Indicatoren voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen zijn onder meer de aanwezigheid van houtskool, verbrand bot, aardewerkfragmenten, potgruis, vuursteen, puin, of verstoorde grondlagen. 2.3.2 Oppervlaktekartering Bij een oppervlaktekartering wordt een terrein onderzocht op de aanwezigheid van archeologische vondsten op het maaiveld. In gebieden waar archeologisch relevante horizonten op geringe diepte beneden het maaiveld liggen kan het uitvoeren van een oppervlaktekartering zinvol zijn. Vooral recent geploegde akkers bieden goede mogelijkheden voor de toepassing van deze onderzoeksmethodiek. Ter plaatse van het onderzoeksgebied was ten tijde van het veldonderzoek bebouwing, verharding en begroeiing aanwezig. De uitvoering van een oppervlaktekartering was daarom niet mogelijk. 2.4 Rapportage Na het onderzoek zijn de onderzoeksgegevens uitgewerkt en geanalyseerd. Ter afronding van het Archeologisch Bureauonderzoek en het Inventariserend Veldonderzoek is het nu voorliggende eindrapport opgesteld. Tevens is een advies opgesteld, op basis waarvan een beslissing kan worden genomen ten aanzien van de noodzaak tot een (eventueel) vervolgonderzoek of een planaanpassing. SOB Research hanteert voor dit gebied de klassieke nomenclatuur, zoals deze ook door de Rijks Geologische Dienst is gehanteerd bij het opstellen van de Geologische Kaart van Nederland. De door de Mulder et al. (2003) voorgestelde nieuwe lithostratigrafie biedt geen meerwaarde voor wat betreft de koppeling tussen archeologie en geologie. Integendeel, met name in het Holocene gebied gaat hierdoor de mogelijkheid voor een dergelijke koppeling volledig verloren. Daarnaast is er daarbij ook geen goede koppeling mogelijk tussen het reeds sinds 1950 uitgevoerde archeologisch en geologisch onderzoek en de voorgestelde nieuwe lithostratigrafische terminologie. Tevens ontbreken ook geologische kaarten, waarbij deze terminologie is gehanteerd, zodat een betrouwbare presentatie niet mogelijk is. Het is vanuit haar eigen kwaliteitsborging dat SOB Research, zeker voor wat betreft het Holocene deel van Nederland, de gangbare lithostratigrafie toepast en vooralsnog zal blijven toepassen. Voor een overzicht van de klassieke geologische nomenclatuur en de voorgestelde nieuwe terminologie wordt verwezen naar Bijlage 3. De rapportage is opgesteld in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Protocol 4002 Bureauonderzoek, de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Protocol 4003 Inventariserend Veldonderzoek en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de Provincie Zeeland 2014 (Provincie Zeeland, 2014). Alle kaarten in het rapport zijn zuid (onder) - noord (boven) georiënteerd, of wanneer dat niet het geval is, voorzien van een noordpijl. 10

3. Archeologisch Bureauonderzoek 3.1 Geologische gegevens 3.1.1 Inleiding Voor het verkrijgen van inzicht in de geologische opbouw ter plaatse van het onderzoeksgebied en de directe omgeving daarvan, is gebruik gemaakt van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland (48 O). 3 Deze door de Rijks Geologische Dienst in 1978 gepubliceerde kaart en de bijbehorende toelichting bieden een gedegen beeld voor wat betreft de geologische opbouw in dit deel van Nederland. Daarnaast is gebruik gemaakt van de Bodemkaart van Nederland, 1: 50.000, 48 Oost Middelburg 4 en de Geomorfologische Kaart van Nederland, schaal 1: 50.000, Blad 48 (Gedeeltelijk) Middelburg - 42 (Gedeeltelijk) Zierikzee - 47 (Gedeeltelijk) Cadzand. 5 Tevens zijn de archieven van TNO-GDN (DINO-loket) geraadpleegd. Een nadeel bij het gebruik van de kaarten is de relatieve grofschaligheid van de informatie. De informatie is niet bedoeld en ook niet bruikbaar voor een beoordeling op perceelniveau. Wel bieden de kaarten kaders voor een globale inschatting van de geologische en paleogeografische situatie. 3.1.2 Regionale geologische context Het plangebied is gelegen in het West-Nederlandse kustgebied. De Holocene bodemopbouw is ontstaan onder invloed van de voortgaande klimaatsverbetering, die is ingezet na het einde van de laatste IJstijd, het Weichselien (circa 12.000 jaar geleden). Door het smelten van de ijskappen steeg de zeespiegel snel. Hierdoor kwam ter plaatse van de lager gelegen delen van het dekzandgebied basisveen tot ontwikkeling. Vervolgens overstroomde het westelijk deel van Nederland en ontstond hier een lagunair en estuarien gebied, waar het Basisveen werd afgedekt door klei en zand: de Afzettingen van Calais. Dit betreft getijdeafzettingen. Na verloop van tijd ontstond een meer stabiele fase. Langs de kust ontstonden strandwallen en duinen, waardoor het gebied tegen de overstromingen vanuit zee werd beschermd. Op de Afzettingen van Calais werd Hollandveen gevormd. Aan deze fase van rustige landschapsvorming kwam vanaf circa 350 A.D. een einde. Het gebied overstroomde en er werd (opnieuw) klei en zand afgezet. Deze afzettingen worden gerekend tot de Afzettingen van Duinkerke II en IIIa. Eventuele latere overstromingsafzettingen (zoals tijdens de Watersnoodramp van 1953) worden tot de Afzettingen van Duinkerke IIIb gerekend. 3.1.3 Geologische opbouw ter plaatse van het plangebied Op de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland (48 O) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven met de code DO.3b. Binnen deze zone kan een bodemopbouw worden verwacht met diepreikende (geul-)afzettingen van Duinkerke IIIb, ingesneden in Hollandveen en in de Afzettingen van Calais IV, op (dekzand-) Afzettingen van de Formatie van Twente. Het onderzoeksgebied ligt ter plaatse van een brede voormalige geul. Het Hollandveen en de Afzettingen van Calais zijn als gevolg van geulinsnijding geërodeerd. Deze geul is in de Late Middeleeuwen verland (zie Afbeelding 6). 3 van Rummelen, 1978 4 Brus en de Lange, 1986 5 Bazen, 1987 11

Afbeelding 6. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland. Bron: Rijks Geologische Dienst. Schaal 1: 25.000. In het DINO-loket (TNO-GDN) zijn de boorgegevens gearchiveerd van boringen die in het verleden zijn uitgevoerd. In het kader van het onderzoek zijn de gegevens geanalyseerd van drie in het DINOloket gearchiveerde boringen, die in het verleden in de omgeving van het onderzoeksgebied zijn uitgevoerd. Dit betreft Boring nr. B48H0292 (1), B48H0023 (2) en B48H1454 (3) (zie Afbeelding 7). De ter plaatse van deze boringen aangetroffen bodemopbouw komt op hoofdlijnen overeen met de op basis van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000 te verwachten bodemopbouw. Op basis van de analyse en de interpretatie van de boorgegevens kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied waarschijnlijk sprake is van een bodemopbouw met (klei- en zand-) Afzettingen van Duinkerke IIIb, ingesneden tot in de Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand). Het Hollandveen en de Afzettingen van Calais zijn volledig geërodeerd. De top van het dekzand, die hier op een diepte van circa 10 meter NAP is aangetroffen, is ook geërodeerd. Op de Bodemkaart van Nederland wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een niet gekarteerde zone weergegeven. Dat betreft een bebouwde zone. Op basis van de wel gekarteerde omgeving van het onderzoeksgebied kan worden aangenomen dat er ter plaatse van het onderzoeksgebied sprake is van een zone met de code Mn15A (zie Afbeelding 8). Dit betreft kalkrijke poldervaaggronden, lichte zavel. De grondwatertrap bedraagt ter plaatse van het plangebied VI. 12

Afbeelding 7. De locatie van de in het DINO-loket gearchiveerde boringen (blauw gemarkeerd en genummerd), in de omgeving van het onderzoeksgebied (rood omkaderd). Bron GBKN: Topografische Dienst, Emmen. Schaal 1: 25.000. Afbeelding 8. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Bodemkaart van Nederland, 1: 50.000, Blad 48 Oost Middelburg. Bron: Stichting voor Bodemkartering, 1987. Schaal 1: 50.000. 13

Op de Geomorfologische kaart van Nederland wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een niet gekarteerde zone weergegeven. Dat betreft een bebouwde zone. Op basis van de wel gekarteerde omgeving van het onderzoeksgebied kan worden aangenomen dat er ter plaatse van het plangebied sprake is van een zone met de code 3K33 (zie Afbeelding 9). Dit betreft een getij-inversierug. Afbeelding 9. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Geomorfologische Kaart van Nederland, schaal 1: 50.000, 48 (Gedeeltelijk) Middelburg - 42 (Gedeeltelijk) Zierikzee - 47 (Gedeeltelijk) Cadzand. Bron: Stichting voor Bodemkartering/ Rijks Geologische Dienst, 1986. Schaal 1: 50.000. 3.2 Archeologische gegevens Voor een overzicht van de reeds bestaande kennis ten aanzien van archeologische vindplaatsen ter plaatse - en in de omgeving - van het onderzoeksgebied zijn onder meer de archieven van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Archis3), het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA), de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) en de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, Afdeling Zeeland geraadpleegd. Op de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1 ( Walcheren ) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven met een middelhoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische waarden uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd (Categorie 4, zie Afbeelding 10). 6 Op de Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 2 ( Hollandveen ), Kaartlaag 3 ( Wormer ) en Kaartlaag 4 ( Pleistoceen ) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven zonder een archeologische verwachting (Categorie 4, zie Afbeelding 11, 12 en 13). 6 Brugman e.a., 2011 14

Afbeelding 10. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1 ( Walcheren ). Het onderzoeksgebied ligt ter plaatse van een zone met een middelhoge archeologische verwachting (de lichtpaarse zone). Bron: Brugman e.a., 2011. Afbeelding 11. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 2 ( Hollandveen ). Het onderzoeksgebied ligt ter plaatse van een zone zonder een archeologische verwachting (de witte zone). Bron: Brugman e.a., 2011. 15

Afbeelding 12. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 3 ( Wormer ). Het onderzoeksgebied ligt ter plaatse van een zone zonder een archeologische verwachting (de witte zone). Bron: Brugman e.a., 2011. Afbeelding 13. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 4 ( Pleistoceen ). Het onderzoeksgebied ligt ter plaatse van een zone zonder een archeologische verwachting (de witte zone). Bron: Brugman e.a., 2011. 16

Ten tijde van de uitvoering van het Archeologisch Bureauonderzoek was het, vanwege de ontoegankelijkheid van Archis3, niet mogelijk om deze database te raadplegen. Op basis van eerder uitgevoerde onderzoeken en de Beleidsnota Archeologie 2011 kan echter worden vastgesteld dat ter plaatse van het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied geen archeologische monumenten aanwezig zijn. Ter plaatse van het onderzoeksgebied werd nog geen geregistreerd archeologisch onderzoek uitgevoerd. In het archief van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, Afdeling Zeeland zijn geen gegevens geregistreerd van archeologische vindplaatsen ter plaatse of in de directe omgeving van het plangebied. 7 In het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) zijn geen gegevens geregistreerd van archeologische vindplaatsen ter plaatse of in de directe omgeving van het plangebied. 8 3.3 Historische gegevens Het onderzoeksgebied ligt in de bebouwde kom van Hansweert, ten oosten van de Schoolstraat en ten noorden van de Kerklaan. Hansweert was in de Middeleeuwen een kleine parochie. Die werd in 1353 voor het eerst vermeld als Hannekinswaerde. In het kader van de analyse van de historische informatie zijn onder meer de kaart van Christiaan Sgrooten uit circa 1570, de kaart van Visscher-Roman uit circa 1650, de kaart van Hattinga uit het midden van de 18 de eeuw, de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811-1832 en de Topografische Kaart uit 1856-1858, 1912-1913, 1950, 1972, 1984 en 1995 (bron: www.watwaswaar.nl) geraadpleegd. Op de kaart van Christiaan Sgrooten uit 1570 wordt Hansweert weergegeven (zie Afbeelding 14). Het gebied was bedijkt. Op basis van deze kaart kunnen echter geen uitspraken worden gedaan over de aan- of afwezigheid van bebouwing ter plaatse van het onderzoeksgebied. Op de kaart van Visscher- Roman uit circa 1650 wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied geen bebouwing weergegeven. De huidige Schoolstraat wordt al weergegeven (zie Afbeelding 15). Op de kaart van Hattinga uit circa 1750 wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied bebouwing weergegeven. Dit betreft waarschijnlijk een boerderij (zie Afbeelding 16). Deze bebouwing is vermoedelijk tussen 1650 en 1750 gerealiseerd. Ook op de Kadastrale Kaart uit 1811-1832 wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied bebouwing weergegeven (zie Afbeelding 17). Dat betreft, op basis van de Aanwijzende Tafel behorende tot de Kadastrale Kaart, een huis, schuur en erf van Maatje Cornelisse, beroepsbouweres. Deze bebouwing wordt ook nog weergegeven op de Topografische Kaart uit 1856-1858 (zie Afbeelding 18). Op de Topografische Kaart uit 1912-1913 (zie Afbeelding 19) is te zien dat de oude bebouwing was afgebroken en was vervangen door bebouwing direct langs de Schoolstraat en de Kerklaan. Deze situatie bleef tot circa 1975 ongewijzigd. Toen werd de aanwezige bebouwing afgebroken en werden appartementen (Sluisburg) gebouwd en werd een groenzone aangelegd. Deze situatie bleef ongewijzigd tot in de huidige tijd (zie Afbeelding 20, 21 en 22). De bebouwing is op palen gefundeerd. Er zijn geen kelders aanwezig. Ten tijde van de uitvoering van het onderzoek was ter plaatse van het onderzoeksgebied deels bebouwing, deels verharding en deels een groenstrook aanwezig. Er zijn geen aanwijzingen voor grootschalige bodemverstoringen bekend. Wel zijn er leidingen en kabels ingegraven ter plaatse van Sluisburg, en dan met name direct langs de rooilijn van de bebouwing. Deze hebben echter niet tot omvangrijke bodemverstoringen geleid. 7 Mededeling mevrouw D. de Koning, 1 november 2015. 8 Mededeling de heer J. Jongepier, 2 november 2015. 17

Tijdens een gesprek met een buurtbewoner bleek dat het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied vroeger in de wintermaanden in gebruik was als ijsbaan. Op de luchtfoto uit 1959 (zie CHS Zeeland) is inderdaad een rechthoekig grasveld zichtbaar. Dit komt overeen met het lager gelegen grasveld in het noord(oost)en van het plangebied. Afbeelding 14. De globale ligging van het plangebied (gemarkeerd met een blauwe stip), geprojecteerd op een uitsnede van de kaart van Christiaan Sgrooten uit circa 1570 A.D. Afbeelding 15. De globale ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de kaart van Visscher-Roman uit circa 1650 A.D. 18

Afbeelding 16. De globale ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de kaart van Hattinga uit circa 1750 A.D. Afbeelding 17. De ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811-1832. Bron: http://www.watwaswaar.nl, 2015. Schaal 1: 1.000. 19

Afbeelding 18. De ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd) geprojecteerd op een uitvergrote uitsnede van de Topografische Kaart uit 1856-1858. Schaal 1: 10.000. Afbeelding 19. De ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd) geprojecteerd op een vergrote uitsnede van de Topografische Kaart uit 1912-1913. Schaal 1: 10.000. 20

Afbeelding 20. De ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart uit 1950. Bron: http//www.watwaswaar.nl, 2015. Afbeelding 21. De ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart uit 1972. Bron: http://www.watwaswaar.nl, 2015. 21

Afbeelding 22. De ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart uit 1984. Bron: http://www.watwaswaar.nl, 2015. 3.4 Luchtfoto s In het kader van het onderzoek zijn luchtfoto s geraadpleegd uit 1959 (zie Afbeelding 23) en uit 2014 (Google-Earth, zie Afbeelding 24). Op deze luchtfoto s is zichtbaar dat het onderzoeksgebied toen grotendeels bebouwd was. Daarom zijn er geen aanwijzingen zichtbaar voor de aanwezigheid van archeologische resten ter plaatse van het plangebied. De kwaliteit van deze foto s is feitelijk ook onvoldoende voor een gedegen luchtfotoanalyse. Alleen zeer evidente archeologische en/of geologische fenomenen zouden op deze foto s kunnen worden waargenomen. 22

Afbeelding 23. De globale ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van een luchtfoto uit 1959. Afbeelding 24. De globale ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van een luchtfoto uit 2014. Bron: Google-Earth. 23

3.5 Actueel Hoogtebestand Nederland In het kader van het onderzoek is het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) geraadpleegd (zie Afbeelding 25). Het maaiveld ligt ter plaatse van het onderzoeksgebied op een hoogte van circa 0.5-1.0 meter +NAP. Het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied is relatief laag gelegen. Dit komt overeen met het grasveld zichtbaar op de luchtfoto uit 1959 (zie Afbeelding 23) en de Topografische Kaart uit 1984 (zie Afbeelding 22). Vermoedelijk betreft dit de voormalige ijsbaan. Afbeelding 25. De globale ligging van het onderzoeksgebied (blauw omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van het Actueel Hoogtebestand (AHN). De oranje en gele zones betreffen de hoger gelegen zones, de blauwe en groene zones betreffen de lager gelegen zones. Bron: AHN (http://www.ahn.nl), 2015. 3.6 Archeologisch Verwachtingsmodel Ter plaatse van het onderzoeksgebied kan een bodemopbouw worden verwacht met (geul-) Afzettingen van Duinkerke IIIb, ingesneden in de top van de Afzettingen van de Formatie van Twente. Het plangebied ligt ter plaatse van een voormalige, diep ingesneden geul. Het Hollandveen en de Afzettingen van Calais IV zijn volledig geërodeerd. Deze geul is in de Middeleeuwen verland. In deze regio kunnen archeologische resten aanwezig zijn uit de periode van het Laat Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. In deze regio zijn archeologische resten aangetroffen uit de periode van het Laat Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Op de bij de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal behorende Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1 ( Walcheren ) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven met een middelhoge archeologische verwachting. Op en in de top van de dagzomende (kom-) Afzettingen van Duinkerke IIIb zouden hier archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd kunnen worden aangetroffen, vanaf een diepte van circa 0.3 meter beneden het maaiveld. Op basis van de analyse van de historische informatie en van de oude kaarten kan worden geconcludeerd dat er ter plaatse van het onderzoeksgebied een zeer grote kans bestaat op de aanwezigheid van archeologische resten uit de Nieuwe Tijd. 24

Ter plaatse van het onderzoeksgebied was in ieder geval vanaf de achttiende eeuw een boerderijcomplex aanwezig, dat waarschijnlijk tussen 1650 en 1750 is gebouwd. Deze boerderij werd omstreeks 1900 afgebroken. Toen werden ter plaatse van het onderzoeksgebied woningen gebouwd. Deze woningen werden omstreeks 1975 vervangen door de huidige bebouwing. Op de bij de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal behorende Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 2 ( Hollandveen ) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven zonder archeologische verwachting. Als gevolg van geulinsnijding bestaat er geen kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd. Op de bij de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal behorende Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 3 ( Wormer ) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven zonder archeologische verwachting. Als gevolg van geulinsnijding bestaat er geen kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen uit het Laat Neolithicum en de Bronstijd. Op de bij de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal behorende Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 4 ( Pleistoceen ) wordt ter plaatse van het onderzoeksgebied een zone weergegeven zonder archeologische verwachting. Als gevolg van geulinsnijding bestaat er geen kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen uit het Vroeg en Midden Neolithicum, het Mesolithicum en het Paleolithicum. Ter plaatse van het onderzoeksgebied zijn in ieder geval resten van - en gerelateerd aan - een boerderij en een bijbehorende grote schuur uit de Nieuwe Tijd aanwezig. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van bebouwingsresten, maar ook met de aanwezigheid van afvaldeposities en perceelsloten. Vanwege de ligging ter plaatse van in de Middeleeuwen verlandde en diep ingesneden geul worden andere complextypen niet verwacht. De omvang van de mogelijk aan te treffen archeologische sporen is op dit moment nog niet bekend. Delen van het plangebied zullen zijn verstoord als gevolg van bouwactiviteiten vanaf 1900. Omdat de te verwachten archeologische resten al vanaf een diepte van circa 0.3 meter beneden het maaiveld aanwezig kunnen zijn geweest, is het waarschijnlijk dat delen van het voormalige boerderijcomplex zijn verstoord. 25

26

4. Resultaten veldonderzoek 4.1 Inleiding Ten tijde van het veldonderzoek (booronderzoek, IVO-Overig) was het grootste deel van het onderzoeksgebied bebouwd. Ter plaatse van het overige deel van het onderzoeksgebied waren grasvelden en groenstroken aanwezig. De uitvoering van een oppervlaktekartering was daardoor niet mogelijk. Het maaiveld lag op een hoogte van circa 0.55-1.10 meter +NAP. 4.2 Booronderzoek Binnen het onderzoeksgebied zijn 5 boringen uitgevoerd (zie Afbeelding 26). De boringen zijn gezet volgens een min of meer regelmatig verspringend boorgrid, waarbij de afstand tussen de boringen circa 30 meter bedroeg. Deze boringen zijn uitgevoerd volgens het door SOB Research opgestelde Plan van Aanpak (d.d. 8 oktober 2015). Volgens de richtlijnen van de Provincie Zeeland zou moeten worden geboord tot een diepte van 0.3 meter beneden de onderkant van het Hollandveen. Op basis van de Geologische Kaart en de geologische boringen (zie Dino-loket) is ter plaatse geen Hollandveen aanwezig, maar alleen zandige kreekgeulvullingen. Door de adviseur archeologie van de Gemeente Reimerswaal (de heer K. J. R. Kerckhaert), is na telefonisch overleg, besloten dat in dit specifieke geval kon worden volstaan met een boordiepte van 3.5 meter beneden het maaiveld. Afbeelding 26. De locaties van de boringen (in blauw), geprojecteerd op een uitsnede van de GBKN. Het onderzoeksgebied is rood omkaderd. Bron GBKN: Topografische Dienst Kadaster, 2014. Schaal 1: 2.500. 27

4.3 Bodemopbouw Op basis van de resultaten van het booronderzoek kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het onderzoeksgebied een bodemopbouw aanwezig is met diep ingesneden (geul-) Afzettingen van Duinkerke IIIb (zie Afbeelding 27). De top van de verwachte (geul-) Afzettingen van Duinkerke IIIb werden ter plaatse van Boring nr. 1 t/m 5 aangetroffen op een diepte van 0.7-1.0 meter beneden het maaiveld (circa 0.28 meter +NAP - 0.37 meter NAP). Ter plaatse van alle boringen bestonden de bovenste grondlagen uit verstoorde bodemlagen en/ of opgebrachte grond. Ter plaatse van Boring nr. 1 en 2, is onder een geroerde toplaag tot een diepte van 1.0 en 0.9 meter beneden het maaiveld een sterk baksteenpuin houdende laag aangetroffen. Op basis van de kleur en samenstelling van het baksteenpuin en de mortel/ cement kunnen deze baksteenresten worden gedateerd in de eerste helft van de 20 ste eeuw. Deze resten lijken verband te houden met de bebouwing, die zichtbaar is op de Topografische Kaart uit 1912-1913 (zie Afbeelding 19) en de Topografische Kaart uit 1950 (zie Afbeelding 20). Ook ter plaatse van Boring nr. 3, die werd uitgevoerd aan de achterzijde van de bejaardenwoningen van Sluisburg, werd in de bovenste bodemlaag tot een diepte van 0.7 meter beneden het maaiveld veel puin aangetroffen. Dit puin was anders van samenstelling en zal in hoofdzaak uit de tweede helft van de 20 ste eeuw dateren. Ook ter plaatse van Boring nr. 4 en 5, die op het grasveld ten noordoosten van de bebouwing werden uitgevoerd, werd in de bovenste grondlagen wat puin aangetroffen. Afbeelding 27. Grafische weergave van Boring nr. 1 t/m 5. Legenda: Groen: Rood: Geel: verstoorde/ opgebrachte bovenlaag archeologisch waardevolle laag zand, matig fijn, grijs, (geul-) Afzettingen van Duinkerke IIIb 28

Ter plaatse van Boring nr. 4 bestonden de bovenste grondlagen uit een afwisseling van kleiige, puin houdende lagen, afgewisseld met bouwzand. Ter plaatse van Boring nr. 5 werd een donkere humeuze zandlaag aangetroffen, die vermoedelijk is gerelateerd aan een oude slootvulling. In een onderliggende geroerde laag werd op een diepte van 0.7-0.8 meter beneden het maaiveld plastic opgeboord. Boring nr. 5 werd uitgevoerd ter plaatse van het thans nog duidelijk zichtbare lager gelegen terreindeel. Dit komt overeen met de locatie van de voormalige ijsbaan. Op basis van het Archeologisch Verwachtingsmodel kon worden aangenomen dat er archeologische resten, gerelateerd aan een boerderij uit de Nieuwe Tijd konden worden verwacht. Dit kunnen bebouwingsresten zijn, maar ook afvaldeposities en perceelsloten. Boring nr. 4 stuitte, onder de laag met 20 ste -eeuws baksteenpuin en bouwzand, op een diepte van 0.7 meter beneden het maaiveld op een laag met ondoordringbaar baksteenpuin. Nadat de boring een meter was verplaatst, lukte het pas met zeer veel moeite om door deze laag heen te boren. Deze laag, die hier aanwezig was op een diepte van 0.7 tot 1.0 meter beneden het maaiveld, bevatte zeer veel brokken helderrood, licht gelig baksteenpuin en tras (hard cement). De kleur en samenstelling van deze bakstenen verschilde duidelijk met het in Boring nr. 1 en 2 opgeboorde baksteenpuin. Op basis van de kleur en samenstelling van het materiaal kan worden gedacht aan een datering in de 17 de / 18 de - 19 de eeuw. Afbeelding 28. De bovenzijde van de baksteen houdende puinlaag in Boring nr. 4 in de Edelmanboor. Zichtbaar is het helderrode 17 de / 18 de - 19 de -eeuwse baksteenpuin in de punt van de boring. Afbeelding 29. Onderzoek met een prikijzer tussen Boring nr. 4 en 5, met de bejaardenwoningen van Sluisburg op de achtergrond. De foto is genomen vanuit noordwestelijke richting. 29

Op basis van een projectie van de huidige topografische ondergrond, met de begrenzing van het onderzoeksgebied en de boorpunten, op de Kadastrale Kaart uit 1811-1832, kan worden geconcludeerd dat Boring nr. 4 direct naast de locatie van de voormalige boerderij is uitgevoerd. De boerderij op de Kadastrale Kaart uit 1811-1832 komt vermoedelijk overeen met een gebouw dat wordt afgebeeld op de kaart van Hattinga uit 1750. De kaart van Hattinga is echter op een dusdanig kleine schaal getekend, dat een exacte projectie niet mogelijk is, of op z n minst onnauwkeurig is. Wel was op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek duidelijk dat de voormalige oude boerderij ongeveer ter hoogte van Boring nr. 4 moest worden gezocht. Daarom is met een zogeheten prikijzer (een dunne stang van roestvrij staal) in het gebied tussen Boring nr. 4 en 5 geprikt. Vaak stuitte het prikijzer op ondoordringbaar puin, op een diepte van circa 0.7 meter beneden het maaiveld. Afbeelding 30. Projectie van de begrenzing van het onderzoeksgebied en de boorpunten op de kadastrale kaart 1811-1832. Met dank aan de heer Roland Danker, Hansweert. Schaal 1: 1.000. 4.4 Archeologische indicatoren In Boring nr. 4 werden archeologische indicatoren aangetroffen. Het betreft baksteenpuin in een sterk baksteenpuin houdende laag. Deze laag is gelegen op een diepte van 0.7-1.0 meter beneden het maaiveld (0.02 meter +NAP tot 0.28 meter NAP). Boring nr. 4 stuitte in eerste instantie op ondoordringbaar puin. Vermoedelijk is ter plaatse de fundering, of omgetrokken muurwerk van de boerderij in de ondergrond aanwezig. In de andere boringen werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het booronderzoek niet was gericht op het opsporen van archeologische indicatoren. Daarvoor is deze methode niet geschikt. De afwezigheid van archeologische indicatoren in boringen kan dan ook niet worden beschouwd als een indicatie dat er geen archeologische resten aanwezig zijn. 30

Verder is opvallend dat Boring nr. 4 volgens de projectie op de Kadastrale Kaart 1811-1832 is uitgevoerd tussen twee gebouwen. Dit betreft de boerderij en het ten noorden daarvan gelegen grote schuurgebouw. De in Boring nr. 4 aangetroffen baksteenhoudende laag kan dus mogelijk ook mede verband houden met de aanwezigheid van de resten van de oude schuur. De resten van dit gebouw, vermoedelijk ook een boerderij, zijn merendeels gelegen onder de bestaande bebouwing van Sluisburg. Dit voor zover deze restanten niet zijn opgeruimd bij de bouw van de bejaardenwoningen. 31

32

5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 5.1 Samenvatting en conclusies Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de bestemmingsplanwijziging voor de sloop van de bestaande bebouwing en de bouw van tien nieuwe woningen, ter plaatse van de Schoolstraat en de Kerklaan te Hansweert (Gemeente Reimerswaal). De oppervlakte van het plangebied bedroeg circa 0.85 hectare. De oppervlakte van het onderzoeksgebied bedroeg circa 0.44 hectare (zie Afbeelding 5). (zie Afbeelding 5). Ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied zal de bestaande bebouwing, die bestaat uit het appartementencomplex Sluisburg, in zijn geheel worden afgebroken. Vervolgens zullen hier tien levensbestendige woningen met bijbehorende schuurtjes worden gebouwd (zie Afbeelding 5). Tevens zullen ter plaatse van het noordoostelijke deel van het plangebied mogelijk acht garages worden gebouwd. Ter plaatse van het zuidelijke deel van het plangebied worden geen bodemverstorende inrichtingswerkzaamheden voorzien. Dit deel van het plangebied maakt dan ook geen deel uit van het onderzoeksgebied. Er zijn met betrekking tot de planontwikkeling nog geen uitgewerkte bouwplannen beschikbaar. Naar verwachting zullen in het kader van de sloop van de bestaande bebouwing en bij het aanleggen van de sleuvenfunderingen voor de nieuwbouw bodemverstoringen plaatsvinden tot een diepte van circa 1./0 meter beneden het maaiveld. Op de kaart van het vigerende Bestemmingsplan Hansweert 9 wordt ter plaatse van het plangebied een zone met een middelhoge archeologische verwachting en een daarop gebaseerde dubbelbestemming weergegeven (Waarde Archeologie - 3). 10 Voor een dergelijke zone geldt op basis van Artikel 21 van de bestemmingsplanregels een archeologische onderzoeksverplichting wanneer daar bodemverstoringen worden voorzien, met een oppervlakte van meer dan 500 m² en met een diepte van meer dan 0.4 meter beneden het maaiveld. In het kader van de bestemmingsplanwijziging moest dan ook een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig) worden uitgevoerd, als eerste stap in de Archeologische Monumentenzorgcyclus. Op basis van het door SOB Research opgestelde Plan van Aanpak (d.d. 8 oktober 2015) heeft R&B Wonen op 15 oktober 2015 aan SOB Research opdracht verleend om het archeologisch onderzoek uit te voeren. In het kader van het Archeologisch Bureauonderzoek zijn verschillende archieven geraadpleegd om inzicht te verkrijgen in de bestaande geologische, archeologische en historische informatie. Op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek is een gespecificeerd Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. In het kader van het veldwerk, dat op 6 november 2015 is uitgevoerd, ter toetsing - en ter aanvulling - van het Archeologisch Verwachtingsmodel, zijn 5 boringen uitgevoerd, tot een diepte van maximaal 3.5 meter beneden het maaiveld. Op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek en het booronderzoek (IVO-Overig) kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 9 Dit bestemmingsplan is door de Gemeente Reimerswaal vastgesteld op 22 november 2011. 10 Deze archeologische verwachting en de daarmee samenhangende bestemmingsplanregels zijn gebaseerd op de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Reimerswaal, Maatregelenkaart-in-lagen, Kaartlaag 1; zie Brugman e.a., 2011. 33

- Ter plaatse van het onderzoeksgebied is een bodemopbouw aanwezig met (geul-) Afzettingen van Duinkerke IIIb, ingesneden in de top van de Afzettingen van de Formatie van Twente. Het onderzoeksgebied ligt ter plaatse van een voormalige, diep ingesneden geul. Het Hollandveen en de Afzettingen van Calais IV zijn hier volledig geërodeerd. De geul is in de Middeleeuwen verland. - Op en in de top van de dagzomende (kom-) Afzettingen van Duinkerke IIIb zouden archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd kunnen worden aangetroffen, vanaf een diepte van circa 0.3 meter beneden het maaiveld. - Op basis van de analyse van de historische informatie en van de oude kaarten kan worden geconcludeerd dat er ter plaatse van het noordelijke deel van het onderzoeksgebied een zeer grote kans bestaat voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten uit de Nieuwe Tijd. Ter plaatse van het plangebied stond in ieder geval vanaf de achttiende eeuw een boerderijcomplex, dat hier waarschijnlijk tussen 1650 en 1750 is gebouwd. Deze boerderij werd omstreeks 1900 afgebroken. Toen werden ter plaatse van het plangebied woningen gebouwd. Deze woningen werden omstreeks 1975 vervangen door de huidige bebouwing. - Als gevolg van geulinsnijding bestaat er geen kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd, uit het Laat Neolithicum en de Bronstijd, en het Vroeg en Midden Neolithicum, het Mesolithicum en het Paleolithicum. - De hier mogelijk aanwezige archeologische resten zijn gerelateerd aan een boerderij, die hier waarschijnlijk tussen 1650 en 1750 is gebouwd. Daarom dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van bebouwingsresten, maar ook met de aanwezigheid van afvaldeposities en perceelsloten. Vanwege de ligging ter plaatse van de in de Middeleeuwen verlandde en diep ingesneden geul, worden andere complextypen niet verwacht. Delen van het plangebied - en ten dele ook de resten van het voormalige boerderijcomplex - zullen zijn verstoord als gevolg van bouwactiviteiten vanaf 1900. 5.2 Aanbevelingen Op basis van het uitgevoerde Archeologisch Bureauonderzoek en booronderzoek (IVO-Overig) kan worden geconcludeerd dat uitvoeringswerkzaamheden ter plaatse van het plangebied kunnen leiden tot de aantasting van archeologische resten. Ter plaatse van het noordelijke deel van het onderzoeksgebied kunnen, vanaf een diepte van circa 0.5-0.7 meter beneden het maaiveld, resten van een boerderij en een bijbehorende schuur uit de 17 de / 18 de - 19 de eeuw worden aangetroffen (zie Afbeelding 31, de oranje zone). Wanneer er ter plaatse van deze zone graafwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd tot op grotere diepte dan 0.5 meter beneden het maaiveld, wordt geadviseerd om deze graafwerkzaamheden onder Archeologische Begeleiding te worden uitgevoerd. Ter plaatse van het overige deel van het onderzoeksgebied worden geen archeologische resten verwacht. De kans op de aanwezigheid van oudere archeologische resten ter plaatse van het onderzoeksgebied wordt klein geacht, deze zijn door geulinwerking geërodeerd. Daarom wordt voor wat betreft het overige deel van het plangebied de uitvoering van archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Mochten er ter plaatse van deze delen van het plangebied bij de inrichtingswerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen dan geldt in dat geval, op basis van artikel 53 van de Monumentenwet 1988, een wettelijke meldingsplicht. 34

Afbeelding 31. De ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de GBKN. De bestaande bebouwing is grijs gemarkeerd. Ter plaatse van het oranje gemarkeerde deel van het onderzoeksgebied kunnen archeologische resten worden aangetroffen, gerelateerd aan een boerderij uit de Nieuwe Tijd. Bron GBKN: Topografische Dienst, Emmen. Schaal 1: 1.000. 35

36

Literatuur - Alkemade, M., R. M. van Heeringen en W. A. M. Hessing: Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal, deel A, Beleidsnota archeologie; Amersfoort: 2011 - Bazen, M. A.: Bodemkaart van Nederland 1: 50.000, 48 Oost Middelburg; Stichting voor Bodemkartering, Wageningen: 1987 - Brugman, B. A., R. M. van Heeringen en R. Schrijvers: Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal, deel B, Toelichting beleidskaart; Amersfoort: 2011 - Brus, D. J., en G. W. de Lange: Geomorfologische Kaart van Nederland, 1: 50.000, 48 (Gedeeltelijk) Middelburg 42 (Gedeeltelijk) Zierikzee 47 (Gedeeltelijk) Cadzand; Stichting voor Bodemkartering/Rijks Geologische Dienst, Wageningen, Haarlem: 1985. - Driel, L., van, Steketee, A., Zeeuwse plaatsnamen. Van Aardenburg tot Zonnemaire; Vlissingen: 1996 - Mulder, E. F. J. de, M. C. Geluk, I. L. Ritsema, W. E. Westerhof en T. E. Wong: De ondergrond van Nederland; Groningen: 2003 - Provincie Zeeland: Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de Provincie Zeeland 2014. Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 14 oktober 2014, nummer 14014501, houdende wijziging regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de provincie Zeeland. In: Provinciaal Blad, Nr. 2704, 22 oktober 2014; Provincie Zeeland, Middelburg: 2014 - Robas Producties/Topografische Dienst: Foto-atlas Zeeland; Den Ilp: 1989 - Robas Producties: Historische Atlas Zeeland, Chromotopografische Kaart des Rijks 1 : 25.000; Landsmeer: 1989 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS3); RCE, Amersfoort: 2015 - Rummelen, F. F. F. E. van: Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland; Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 1978 - Rummelen, F. F. F. E. van: Toelichtingen bij de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Beveland; Rijks Geologische Dienst, Haarlem: 1978 - Tol, A. J., et al.: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek; Amsterdam: 2006 - Topografische Dienst: Grote Provincie Atlas 1: 25.000 Zeeland; Groningen/Emmen: 1990 - Wolters-Noordhoff Atlasprodukties: Grote Historische Provincie Atlas, Zeeland 1856-1858, 1: 25.000; Groningen: 1992 37

Geraadpleegde internetsites: - http://ahn.geodan.nl - http://maps.bodemdata.nl - http://mapserver.sara.nl - http://watwaswaar.nl - https://www.dinoloket.nl - http://www.atlasleefomgeving.nl - http://www.hisgis.nl - http://www.scez.nl - http://www.zeeland.nl/chs - https://www.google.nl 38

Verklarende woordenlijst antropogeen C14 datering dekzand differentiële klink dy erosie estuarium eutroof veen fluviatiel geul gorzenlandschap gyttja Hollandveen Holoceen in situ klink lagunair, lagune marien door menselijk handelen bepaling van het gehalte aan radioactieve koolstof (C14) van organisch materiaal (hout, houtskool, schelpen, etc.) waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Deze ouderdom wordt opgegeven in jaren voor 1950 A.D. fijn zand, voornamelijk afgezet door wind verschijnsel waarbij relatief hoog of laag liggende gebieden door geologische of fysische processen laag of hoog (andersom) komen te liggen. Ook wel omgekeerde klink of reliëfinversie genoemd organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in stilstaand water bezonken verzamelnaam voor processen die het aardoppervlak aantasten en los materiaal afvoeren. Dit vindt voornamelijk plaats door wind, ijs en stromend water een min of meer trechtervormige monding van een rivier die binnen het bereik van getijdestromingen ligt veen dat in een voedselrijk milieu ontstaan is onder invloed van een rivier rivier- of kreekbedding gebied dat boven gemiddeld hoogwater ligt en pas bij de hoogste vloeden onderloopt organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in stilstaand water bezonken Alle veenpakketten die gedurende het Holoceen zijn ontstaan met uitzondering van het basisveen. De definitie van Hollandveen betreft dus in feite bijna alle veenpakketten die gedurende de afgelopen 8000 jaar zijn ontstaan jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: circa 9000 jaar voor Chr. tot heden) bewaard gebleven op de oorspronkelijke plaats. Dit met name met betrekking tot onverstoorde archeologische sporen en vondsten maaivelddaling van veen- en kleigronden door ontwatering, oxidatie van organisch materiaal en krimp ondiepe baai, beschermd tegen open zee door een strandwal of haf het milieu waar sedimentatie plaatsvindt die direct wordt beïnvloed door de zee 39

meanderen mesotroof veen modderklei moernering oligotroof veen oxidatie perimarien Pleistoceen pollenanalyse regressiefase sediment sondeerijzer strandwal strandvlakte stroomrug transgressiefase verlandingsklei zich bochtig door het landschap slingeren (van waterlopen) veen, dat in matig voedselrijk milieu is ontstaan afzettingen in het perimariene gebied, bestaande uit kleiige venen en venige kleien veenafgraving, hoofdzakelijk ten behoeve van zoutwinning en de winning van brandstof (turf) veen, dat in voedselarm milieu is ontstaan (traag) verbrandingsproces van organisch materiaal in reactie met zuurstof het milieu, waarin de sedimentatie wordt beïnvloed door de zee (via het rivieren kreekstelsel), maar waar mariene afzettingen van betekenis ontbreken geologisch tijdperk dat ongeveer 2 miljoen jaar geleden begon. De tijd van de IJstijden, maar ook van gematigd warme perioden. Het Pleistoceen eindigt met het begin van het Holoceen statistische studie van stuifmeelkorrels en sporen, die in sedimenten gevonden worden. Doel is onder meer milieureconstructie periode waarin het water zich terugtrekt (als gevolg van een daling van de zeespiegel of als gevolg van sluiting van strandwallencomplex) na een transgressiefase afzetting gevormd door bezinksel of neerslag lange, dunne metalen 'prikstok', die onder meer wordt gebruikt om antropogene sporen te op te sporen een onder directe invloed van de zee ontstane zandrug evenwijdig met de kustlijn, meestal aan de rand van een strandvlakte een door de directe werking van de zee ontstane zandvlakte langs de kust restant van een door zand- en klei-afzettingen verlande, oude stroomgeul. Door differentiële klink meestal hoger gelegen dan de omgeving fase waarin de invloed van de zee zich over het land uitbreidt (als gevolg van stijging van de zeespiegel of als gevolg van erosie van het strandwallencomplex) klei die aan het einde van een transgressiefase wordt afgezet 40

Bijlage 1 Administratieve gegevens Projectnaam: Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Schoolstraat - Kerklaan, Hansweert, Gemeente Reimerswaal SOB Research Project nr.: 2359-1510 Opdrachtgever: R&B Wonen Postbus 30, 4450 AA Heinkenszand Contactpersoon: de heer P. Sandee, Projectleider R&B Wonen Tel.: 0113-396464 Mob.: 06-12377085 E-mail: psandee@renbwonen.nl Uitvoerder: SOB Research Hofweg 13, Heinenoord Contactpersoon: de heer J. E. van den Bosch Postbus 5060, 3274 ZK Heinenoord Tel.: 0186-604 432 Fax: 0575-476 139 E-mail: sobresearch@wxs.nl Bevoegde overheid: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Reimerswaal Postbus 70, 4416 ZH Kruiningen Contactpersoon: mevrouw C. Sinke Tel: 140113 E-mail: c.sinke@reimerswaal.nl Archeologisch adviseur van de bevoegde overheid: Datum opdracht: 15 oktober 2015 Datum conceptrapport: 17 november 2015 Datum definitief rapport: 5 december 2015 Contactpersoon: de heer K. J. R. Kerckhaert (OAS) Postbus 49, 4330 AA, Middelburg Tel.: 0118-670613 Fax: 0118-670880 Mob.: 06-20436477 E-mail: k.kerckhaert@goes.nl Provincie: Zeeland Gemeente: Reimerswaal Plaats: Hansweert Toponiem: Schoolstraat, Kerklaan Kadastrale gegevens: Kadastrale Gemeente Kruiningen, Sectie H, nr. 1640, 2483 en 2484. Huidige situatie: Bebouwing, verharding en tuin (grasveld). Toekomstige situatie: Bebouwing, verharding en tuin. Kaartblad: 48H Geologie: (geul-)afzettingen van Duinkerke IIIb. Geomorfologie: Code 3K33 ( getij-inversierug ). Bodemtype: Code Mn15A ( kalkrijke poldervaaggronden, lichte zavel). Grondwatertrap: GWT VI. NAP-hoogte maaiveld: Circa 0.55-1.1 meter +NAP. 41

Coördinaten plangebied: Zuidwest: Zuidoost: Noordwest: Noordoost: 58.946/ 385.237 58.983/ 385.285 58.899/ 385.316 58.952/ 385.348 Oppervlakte plangebied: Circa 0.85 hectare. Oppervlakte plangebied: Circa 0.44 hectare. Kaart plangebied: Zie Afbeelding 3, 4 en 5. CMA/ AMK-status: N.v.t. CAA -nr.: N.v.t. CMA -nr.: N.v.t. ARCHIS-Monument nr.: N.v.t. ARCHIS-Vondstmelding nr.: N.v.t. ARCHIS-Waarneming nr.: N.v.t. ARCHIS-Onderzoeksmelding nr.: 3977006100 ZAA-Vondstmelding nr.: Geen aanvullende gegevens. Deponering documentatie: Deponering vondsten: Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) Postbus 49, 4330 AA Middelburg Het Schuitvlot Looierssingel 2, 4331 NK Middelburg Beheerder: de heer J. J. B. Kuipers Tel. : 0118-670879 E-mail: jjb.kuipers@scez.nl Depothouder: Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland Postbus 6001, 4330 LA Middelburg Contactpersoon voor de selectie/ de-selectie van vondstmateriaal: De heer R. M. van Dierendonck (SCEZ) Tel.: 0118-670877 E-mail: depot@scez.nl Deponering digitale documentatie: Deponering vondstmateriaal: Zeeuws Archeologisch Depot (ZAD) Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Het Schuitvlot Looierssingel 2, 4331 NK Middelburg Depotbeheerder: de heer H. Hendrikse Tel: 0118-670618 Mob. 06-57158771 E-mail: h.hendrikse@scez.nl E-depot (www.edna.nl) 42

Bijlage 2 Archeologische en geologische tijdschaal In dit overzicht zijn de geologische en archeologische hoofdperioden weergegeven. De dateringen in de middenkolom (voor en na Chr.) zijn gekalibreerd en bieden de betrouwbaarste dateringen. Bron: RCE, 2014. 43

44

Bijlage 3 Overzicht voor het Holocene gebied van de gebruikelijke lithostratigrafische indeling en de vertaling naar de lithostratigrafie van De Mulder et al., 2003 Gebruikelijke terminologie Terminologie van De Mulder et al., 2003 Afzettingen van Duinkerke III (A, B) Afzettingen van Duinkerke II Afzettingen van Duinkerke I (A, B) Afzettingen van Duinkerke O Hollandveen Basisveen Afzettingen van Calais IV Afzettingen van Calais III Afzettingen van Calais II Afzettingen van Calais I Jonge Duin- en Strandafzettingen Oude Duin- en Strandafzettingen Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand) Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye (rivierduinen) Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye (Afzettingen van Wijchen) Afzettingen van Tiel III Afzettingen van Tiel II Afzettingen van Tiel I (A, B) Afzettingen van Tiel O Afzettingen van Gorkum IV Afzettingen van Gorkum III Afzettingen van Gorkum II Afzettingen van Gorkum I Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket Formatie van Nieuwkoop, Basisveen Laag Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Schoorl Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden Formatie van Boxtel, Laagpakket van Delwijnen Formatie van Kreftenheye Formatie van Kreftenheye, Laag van Wijchen Formatie van Echteld Formatie van Echteld Formatie van Echteld Formatie van Echteld Formatie van Echteld Formatie van Echteld Formatie van Echteld Formatie van Echteld 45

46

Bijlage 4 Overzicht boorgegevens Boring nr. 1 X: 58.929,6 Y: 385.270,6 NAP: 0.86 m +NAP 0.00-0.10 zand, bruin, bouwvoor 0.10-0.40 zand, grijs, grof 0.40-0.60 klei, grijs, licht zandig, houtskoolspikkel, veel helderrood baksteenpuin (begin 20 ste eeuw) 0.60-1.00 zand, bruingrijs, veel helderrood baksteenpuin (begin 20 ste eeuw), grint 1.00-3.00 zand, grijs, fijn (geen bodemvorming) 3.00 einde boring Boring nr. 2 X: 58.949,8 Y: 385.285,4 NAP: 1.08 m +NAP 0.00-0.20 klei, bruin, sterk zandig, bouwvoor 0.20-0.60 klei, grijs, matig zandig, geroerde laag, helderrood baksteenpuin (20 ste eeuw) 0.60-0.70 zand, geel 0.70-0.90 zand, geel, helderrood baksteenpuin (20 ste eeuw) 0.90-1.60 zand, lichtgeel, grof 1.60-3.00 zand, grijs, geel, fijn (geen bodemvorming) 3.00 einde boring Boring nr. 3 X: 58.967,5 Y: 385,304,1 NAP: 1.07 m +NAP 0.00-0.50 zand, donkergrijs, matig kleiig, bouwvoor 0.50-0.70 klei, donkerbruin, sterk zandig, geroerde laag, modern baksteenpuin (2 e helft 20 ste eeuw) 0.70-1.20 zand, geel, licht kleiig 1.20-3.00 zand, grijs, fijn (geen bodemvorming) 3.00 einde boring Boring nr. 4 X: 58.922,2 Y: 385.312,0 NAP: 0.72 m +NAP (1 ste poging boring gestuit op ondoordringbaar baksteenpuin, op 1.00 m mv. Boring 1 meter verplaatst naar het noorden) 0.00-0.20 zand, bruin, licht kleiig, bouwvoor 0.20-0.50 zand, grijs, spikkel baksteenpuin, grint 0.50-0.60 zand, geel, weinig roest 0.60-0.70 zand, blauwgrijs, met kleibrokken (geroerde laag) 0.70-1.00 zand, grijs, licht kleiig, zeer veel roodgeel baksteenpuin (18 de eeuw) 1.00-1.20 zand, lichtgeel, grof, met schelpjes 1.20-3.00 zand, grijs, fijn (geen bodemvorming) 3.00 einde boring 47

Boring nr. 5 X: 58.951,2 Y: 385.330,2 NAP: 0.55 m +NAP 0.00-0.20 zand, donkerbruin, matig kleiig, bouwvoor 0.20-0.40 zand, geel, weinig roest 0.40-0.60 zand, donkerbruin, sterk kleiig, met spikkel baksteenpuin, sterk humeus (slootvulling?) 0.60-0.70 zand, geel, licht kleiig 0.70-0.80 zand, grijs, met kleilaagjes en plastic 0.80-1.10 zand, blauwgrijs 1.10-3.00 zand, grijs, geel, fijn (geen bodemvorming) 3.00 einde boring 48

Bijlage 5 SOB Research: Gegevens SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek B.V. Bezoekadres Hoofdvestiging: Bezoekadres Regio Oost: Hofweg 13, Heinenoord Voorsterweg 166, Empe Postadres: Postbus 5060 3274 ZK Heinenoord Telefoon: 0186-604432 Hoofdvestiging Heinenoord 0575-476439 Regio Oost Fax: 0575-476139 E-mail: sobresearch@wxs.nl Internet: www.sobresearch.nl Directeur: Raad van Advies: Jhr. J. E. van den Bosch J. van de Erve (Voorzitter) Prof. dr. ir. J. T. Fokkema (Vicevoorzitter) J. van Kerchove (Secretaris) Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek 3543.43.181 BIC RABONL2U IBAN NL22 RABO 0354 3431 81 KvK Rotterdam 24346983 BTW nr. NL 8118.55.600.B01 49

BIJLAGE 3 Flora- en fauna onderzoek

Quick-scan-onderzoek flora en fauna ten behoeve van herstructurering woningbouw aan de Schoolstraat/Kerkstraat te Hansweert Opdrachtgever : Ruimtelijk adviesbureau Zweistra en van Gurp Rapporteurs : W. de Haan en M. de Haan-Zaalberg Datum : november 2015 Rapportnr. : 15.11.2 Lobenpolder 7 4617 MP Bergen op Zoom 0164-243680 www.brabantsewal.eu

Inhoud blz 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel van het onderzoek 3 1.2. Beoordelingskader 3 1.3. Werkwijze 5 2. Gebiedsbeschrijving 2.1. Ligging van het onderzochte terrein 6 2.2. Toekomstig gebruik en te verwachten effecten 6 3. Onderzoeksresultaten 3.1. Veldonderzoek 7 3.2. Verkorte rapportage van het Natuurloket 8 3.3. Analyse op basis tabel Natuurloket en overige beschikbare gegevens 9 4. Te verwachten effecten en mogelijkheden om deze te voorkomen, ongedaan te maken of te compenseren 4.1. In beschouwing te nemen effecten 10 4.2. Te verwachten effecten op de verschillende soortgroepen 10 4.3. Mogelijkheden om de effecten te voorkomen, ongedaan te 10 maken of te compenseren 5. Toets aan de Flora- en faunawet en de Vogel- en Habitatrichtlijn 5.1. Soortbescherming 11 5.2. Gebiedsgericht natuurbeleid 11 6. Conclusies en aanbevelingen 12 Bijlagen Bijlage 1 De algemene verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet 14 Bijlage 2 Geraadpleegde bronnen 15 2

1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel van het onderzoek De Woningbouwvereniging R&B Wonen te Reimerswaal wil op een locatie aan de Schoolstraat te Hansweert een complex gesapelde woningen vervangen door nieuwbouw. Op dit moment is het grootste gedeelte van de woningen nog bewoond. Voor de realisatie van de plannen is een bestemmingsplanwijziging nodig. Ter onderbouwing van de uitvoerbaarheid van het te wijzigen bestemmingsplan is aan ecologisch adviesbureau de Brabantse Wal gevraagd een quick-scanonderzoek flora en fauna uit te voeren en een rapportage op te stellen. Dit onderzoek is uitgevoerd om na te gaan of er op het perceel beschermde dier- en/of plantensoorten voorkomen, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast zal worden vastgesteld of de uit te voeren werkzaamheden negatieve effecten op die soorten tot gevolg kunnen hebben. Vervolgens worden voorstellen gedaan hoe die effecten zo mogelijk te mitigeren zijn en worden indien van toepassing voorstellen gedaan voor ontheffingsprocedures. 1.2. Beoordelingskader Natuurbescherming in Nederland kent een ruimtelijke en een soortgerichte invalshoek. Gebiedsgerichte natuurbescherming is geregeld in zowel de Wet Ruimtelijke Ordening als in de Natuurbeschermingswet via het bestemmingsplan, respectievelijk de aanwijzing als Staats- of Beschermd natuurmonument en/of als Natura 2000-gebied. Daarnaast kan de Boswet van toepassing zijn. Het soortgerichte natuurbeleid is geregeld in de Flora- en faunawet. Gebiedsgericht ruimtelijk (natuur)beleid Rijk Natura 2000 De Westerschelde is door het Rijk aangewezen als Natura 2000-gebied en maakt daarmee onderdeel uit van een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De onderzochte locatie in Hansweert ligt hemelsbreed op circa 300 meter afstand van de Westerschelde. Provincie Zeeland Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 In de paragraaf Woningbouw en herstructurering van het Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 is het uitganspunt bundeling en zorgvuldig ruimtegebruik. Daarnaast wordt verbetering van de bestaande woningvoorraad als opgave geformuleerd. In Hansweert zijn er (naast het Natura 2000-gebied Westerschelde) geen beschermde natuurgebieden aanwezig.. Gemeente Reimerswaal Structuurvisie kernen en bedrijventerreinen In de structuurvisie kernen en bedrijventerreinen van Reimerswaal 2025 wordt geconstateerd dat de bestaande woningvoorraad in Reimerswaal deels verouderd is en dat een deel van de huidige typen woningen niet meer aansluit bij de wensen van de inwoners. Er is behoefte aan nieuwe woningtypologieën die in de huidige bouwplannen nog weinig worden aangeboden. Er is vooral behoefte aan woningen voor (actieve) ouderen en/of levensloopbestendige woningen. Bestemmingsplan Kom Hansweert In het bestemmingsplan Kom Hansweert heeft het complex de bestemmingen Groen, Tuin en Wonen. Op het hele gebied ligt een dubbelbestemming Archeologie 3. Aldaar voorkomende bestemmingen zijn mede bestemd voor het behoud, de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en aanwezige vindplaatsen, niet zijnde beschermd van rijkswege. 3

Soortgericht natuurbeleid In heel Nederland, dus ook in het te onderzoeken gebied, zijn soorten beschermd op grond van de Flora- en faunawet en op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn. In hoofdstuk III van de wet zijn de algemene verbodsbepalingen opgenomen. Zie hiervoor bijlage 1. Daarnaast geldt er een algemene bescherming voor alle soorten; de zogenaamde algemene zorgplicht. Deze zorgplicht is geregeld in artikel 2 van de Flora en faunawet en luidt als volgt: 1.Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2.De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Dit houdt in dat redelijkerwijs alle maatregelen moeten worden genomen om onnodige verstoring en/of doden en verwonden van dieren c.q. vernietiging van (de vestigingsplaats van) planten te voorkomen. Naast deze algemene zorgplicht geniet een aantal soorten een meer specifieke bescherming waarbij het beschermingsniveau afhangt van de mate waarin soorten kwetsbaar en/of bedreigd zijn. Op 23 februari 2005 is het Besluit houdende wijzigingen van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijzigingen van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen (veelal kortweg aangeduid als AMvB artikel 75 Flora- en faunawet) van kracht geworden. Bij deze AMvB wordt er onderscheid gemaakt in een drietal beschermingsniveaus. De beschermde soorten zijn daarvoor ingedeeld in tabellen 1, 2 en 3. Voor soorten van tabel 1 geldt een algehele vrijstellingsregeling; in deze tabel zijn de meer algemeen voorkomende soorten opgenomen; ten aanzien van deze soorten geldt wel de algemene zorgplicht als bedoeld in art. 2 van de wet. Voor soorten van tabel 2 geldt voor bestendig beheer en onderhoud en bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting een vrijstellingsregeling indien gebruik gemaakt wordt van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Zonder gedragscode is bij het overtreden van verboden uit de Flora- en faunawet voor dit beschermingsniveau een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet nodig. De door de minister goedgekeurde gedragscodes mogen ook door anderen dan de indiener van die gedragscode worden toegepast. Voor soorten van tabel 3 geldt in principe het vereiste van een ontheffing. Een ontheffing is, indien men werkt volgens een goedgekeurde gedragscode, niet noodzakelijk voor bestendig beheer en onderhoud en bestendig gebruik. In de landbouw en bosbouw geldt deze vrijstelling niet voor artikel 10 van de wet (het opzettelijk verontrusten van beschermde diersoorten). In tabel 3 zijn onder meer de soorten die bescherming genieten op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn opgenomen. Indien er significante effecten optreden op soorten die in het gebied voorkomen en die op grond van de Vogel- en/of Habitatrichtlijn beschermd zijn is een passende beoordeling als bedoeld in art 6 van de Habitatrichtlijn aan de orde. Dit houdt in dat er sprake moet zijn van een in of bij de wet genoemd belang, dat alternatieven ontbreken en dat geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Naast de status als beschermde soort op grond van de Flora- en faunawet kunnen soorten ook op een zogenaamde rode lijst staan omdat ze (zeer) zeldzaam en/of (ernstig) bedreigd zijn. Uit het oogpunt van zorgvuldig en duurzaam beheer is het gewenst ook die soorten waar mogelijk te ontzien en hiervoor mitigerende maatregelen te treffen. In het advies zal daar, indien hiertoe aanleiding bestaat, op worden ingegaan. 4

1.3. Werkwijze Er is sprake van een quick-scan onderzoek. Dit is naar zijn aard niet volledig en geeft vooral inzicht in de ecologische waarden en potenties van de onderzoekslocatie, en niet zozeer in het voorkomen van beschermde soorten. In de periode waarin het onderzoek is uitgevoerd (medio oktober) konden diverse soorten (waaronder vleermuizen) niet goed worden waargenomen. Voor het inzicht in de (overige) natuurwaarden is gebruik gemaakt van de verkorte rapportage van het Natuurloket, verspreidingsgegevens van verspreidingsatlassen en openbare gegevens van de soortenorganisaties. Op basis van de beschikbare gegevens is nagegaan welke soorten er, gelet op de terreineigenschappen en de geschiktheid van het terrein kunnen worden verwacht. Omdat sommige verspreidingsgegevens niet erg actueel zijn, geven deze niet altijd uitsluitsel over het aantal soorten in het betreffende gebied, maar vooral een indicatie over het voorkomen van soorten. 5

2. Gebiedsbeschrijving en te verwachten effecten 2.1. Ligging van het onderzochte terrein De beoogde bouwlocatie ligt centraal in Hansweert en grenst aan de zuidzijde aan straten en aan de noordzijde aan tuinen van woningen plus de tuin van de kerk. 2.2. Toekomstig gebruik en te verwachten effecten Er is een plan opgesteld voor sloop en nieuwbouw met woningen, garageboxen en parkeerplaatsen. De op het terrein aanwezige bomen worden gekapt. In de nieuwe situatie wordt een deel van het terrein bij een plein getrokken. Een deel van het terrein wordt ook ingericht als (openbaar) groen. Bij de sloop zal de aanwezige vegetatie verdwijnen en zullen mogelijk dieren hun schuil- of voortplantingsplaats verliezen. Niet uit te sluiten is ook dat er dieren gedood worden of verwond raken. Na realisatie van de plannen ontstaan er nieuwe vestigingsmogelijkheden voor planten en dieren. 6

3. Onderzoeksresultaten 3.1. Veldonderzoek Het terrein is op 16 oktober 2015 bezocht bij bewolkt weer, motregen en een temperatuur van circa 10 o C. Daarbij zijn de volgende (sporen van) soorten aangetroffen. Vaatplanten: Zoogdieren: Vogels: Amfibieën Reptielen: Vissen: Vlinders en Libellen: Overige ongewervelden: Een deel van het complex bestaat uit aangelegde tuintjes met diverse gekweekte plantensoorten. Daarnaast zijn de volgende soorten aangetroffen: Klimop, Canadese fijnstraal, Jacobs kruiskruid, Paardenbloem, Grote weegbree, Hopklaver, Fluitenkruid, Tuinwolfsmelk, Vogelmuur, Madeliefje, Schijnaardbei, Akkerkool, Zwarte nachtschade, Gewone braam, Oostelijke karmozijnbes, Gewoon varkensgras, Straatgras, Witte klaver, Akkerdistel, Kleefkruid, Straatliefdegras, Wikke (sp), Kluwenhoornbloem, Gehoornde klaverzuring, Kantige basterdwederik, (verwilderde) Akelei, Zachte ooievaarsbek, Klein kruiskruid, Pekbloem, Robertskruid, Stijve klaverzuring, Kaasjeskruid (sp), Kraailook/Bieslook Europese hanenpoot, Kruipklokje, Gewone melkdistel, Eendagsbloem, Melganzevoet, Walstroleeuwenbek, Late guldenroede, (aangeplante) Cipreswolfsmelk, Glad vingergras, Herderstasje, Kruipende boterbloem, Grote brandnetel, Gestreepte witbol, Hoge fijnstraal, Vertakte leeuwentand In de tuinen en rond het complex staan de volgende bomen en struiken: Gewone esdoorn, Iep (sp), Es, Gewone vlier, Spaanse aak, Vuurdoorn (sp), Peterselievlier, Rode kornoelje, Mahonie, Hulst, Pavia (sp), Taxus Geen van de aangetroffen planten heeft een beschermde status of staat op de rode lijst. Er zijn geen sporen van muizen of andere kleine grondgebonden zoogdiersoorten aangetroffen. De muren zijn gecontroleerd op mogelijke (mest)sporen van vleermuizen, maar die zijn niet aangetroffen. In een leegstaande bovenwoning is de vliering gecontroleerd op mogelijke sporen van vleermuizen, maar ook daar zijn die niet aangetroffen.. In de directe omgeving van het perceel zijn Spreeuw, Turkse tortel, Kauw, Huismus, Staartmees, Koolmees, Vink, Ringmus, Ekster en Merel, waargenomen. In de opgaande beplantingen zijn (voor zover viel waar te nemen) geen nesten aangetroffen. Er zijn geen amfibieën aangetroffen. Omdat er geen oppervlaktewater aanwezig is kunnen deze dieren zich hier ook niet voortplanten. De kans dat er in de ruigtes op het terrein amfibieën overwinteren is niet geheel uit te sluiten. Er zijn geen exemplaren of sporen van reptielsoorten aangetroffen; Gelet op de ligging en het gebruik is deze soortgroep hier ook niet te verwachten. Vanwege het ontbreken van oppervlaktewater kunnen vissen hier niet voorkomen. Tijdens het veldwerk zijn geen exemplaren van deze soortgroepen waargenomen. Waarschijnlijk zullen een of meer soorten bij droger en warmer weer in de bloementuinen of de wat ruigere delen op het terrein voorkomen. Tijdens het veldwerk zijn geen overige ongewervelden waargenomen. De vet gedrukte soortnamen betreffen wettelijk beschermde soorten. De gearceerde soorten staan op de rode lijst en de nadere aanduiding (sp) geeft aan dat het exemplaar uit deze soortgroep (vooral doorhet late tijdstip van inventariseren) in het veld niet nader gedetermineerd kon worden. 7

3.2. Verkorte rapportage van het Natuurloket Het Natuurloket geeft per kilometerhok aan hoeveel soorten van de onderscheiden soortgroepen in de verschillende categorieën beschermde soorten of op de rode lijst (RL) voorkomen en of er ook soorten voorkomen die op grond van de Vogelrichtlijn (VR) of Habitatrichtlijn (HR) beschermd zijn. Het centrum van Hansweert is gelegen in het kilometerhok 58-385. Binnen dat kilometerhok bevinden zich naast bebouwing, wegen, dijken, oppervlaktewater en openbaar groen ook delen van de Westerschelde en agrarisch gebied. 8