RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD)

Vergelijkbare documenten
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295),

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

EUROPESE CENTRALE BANK

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 augustus 2011 (14.09) (OR. en) 13631/11. Interinstutioneel dossier: 2011/0128 ( LE) 2011/0131 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 maart 2010 (OR. en) 7934/10 ECOFIN 182 UEM 86

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

10623/15 gys/gra/sv 1 DPG

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 februari 2013 (13.02) (OR. en) 5953/13 Interinstitutioneel dossier: 2012/0252 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening (EG) Nr. /2004 van de Raad betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0217),

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

5212/14 ver/bar/dp 1 DPG

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

14264/17 gys/mak/fb 1 DRI

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. Wijzigingsverordening (EU) nr. 1316/2013 in verband met de terugtrekking van het VK uit de EU ***I

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2000 (OR. en) 13191/00 Interinstitutioneel dossier: 2000/0137 (C S) LIMITE UEM 120 ECOFI 330

C 284/6 Publicatieblad van de Europese Unie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0110(COD)

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie juridische zaken. Rapporteur: Andrzej Duda A8-0145/2015

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2003 (08.07) (OR. fr) 11193/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0142 (CNB) ECOFIN 206 UEM 120

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie

2010/06 Structuur van het Publicatieblad - Aanpassing ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon Publicatieblad, L-serie

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

10432/19 pro/gra/sp 1 TREE.2.A

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

10425/19 pro/gra/ev 1 TREE.2.A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 in verband met de invoering van de euro in Litouwen

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0061/

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 april 2016 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0063/

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT C7-0051/2010. Standpunt van de Raad in eerste lezing. Zittingsdocument 2009/0026(COD) 11/03/2010

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

* VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0124/

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0082/

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 mei 202 (30.05) (OR. en) 075/2 Interinstitutioneel dossier: 20/03 (COD) CODEC 376 ECOFI 423 UEM PE 23 I FORMATIEVE OTA van: het secretariaat-generaal aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers / de Raad Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten Resultaat van de eerste lezing door het Europees Parlement (Straatsburg, 2 tot en met 24 mei 202) I. I LEIDI G Overeenkomstig artikel 294 van het VWEU en de gemeenschappelijke verklaring over de wijze van uitvoering van de medebeslissingsprocedure zijn er informele contacten geweest tussen de Raad, het Europees Parlement en de Commissie, teneinde in eerste lezing een akkoord over het in hoofde genoemde voorstel te bereiken en zodoende een tweede lezing en de bemiddelingsprocedure te vermijden. PB C 45 van 30.6.2007, blz. 5. 075/2 lep/ngs/rv DQPG L

In dit verband is door de rapporteur, de heer Hans-Peter MARTIN (NI - AT), namens de Commissie economische en monetaire zaken een compromisamendement (amendement 8) op het verordeningsvoorstel ingediend. Over dit amendement was tijdens de informele contacten overeenstemming bereikt. II. STEMMI G Bij de stemming op 22 mei 202 heeft de plenaire vergadering het compromisamendement (amendement 8) op het verordeningsvoorstel aangenomen. Het aldus geamendeerde Commissievoorstel vormt het standpunt van het Parlement in eerste lezing, dat is vervat in de wetgevingsresolutie in bijlage dezes. Het standpunt van het Parlement vormt de weergave van hetgeen reeds door de instellingen was overeengekomen. De Raad zou dan ook moeten kunnen instemmen met het standpunt van het Parlement. De wetgevingshandeling zou vervolgens worden aangenomen in de formulering die overeenstemt met het standpunt van het Parlement. In het standpunt van het Parlement zoals weergegeven in de wetgevingsresolutie zijn de bij de amendementen aangebrachte wijzigingen in het Commissievoorstel aangegeven. Toegevoegde woorden zijn vetgedrukt en cursief. Het symbool " " staat voor geschrapte tekst. Het symbool " " staat voor een taalkundige of typografische wijziging. 075/2 lep/ngs/rv 2 DQPG L

Uitgifte van euromunten ***I BIJLAGE (22.05.202) Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 22 mei 202 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten (COM(20)0295 C7-040/20 20/03(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(20)0295), gezien artikel 294, lid 2, en artikel 33 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-040/20), gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien het advies van de Europese Centrale Bank van 23 augustus 20, gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 25 april 202 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien artikel 55 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0439/20),. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. PB C 273 van 6.9.20, blz. 2. 075/2 lep/ngs/rv 3

P7_TC-COD(20)03 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 mei 202 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr..../202 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 33, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van de Europese Centrale Bank, Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 2, 2 PB C 273 van 6.9.20, blz. 2. Standpunt van het Europees Parlement van 22 mei 202. 075/2 lep/ngs/rv 4

Overwegende hetgeen volgt: () De conclusies van de Raad van 23 november 998 en van 5 november 2002 betreffende euromunten voor verzamelaars, Aanbeveling 2009/23/EG van de Commissie van 9 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken, bevestigd door de conclusies van de Raad van 0 februari 2009, en Aanbeveling 200/9/EU van de Commissie van 22 maart 200 betreffende de draagwijdte en de gevolgen van de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en -munten 2 bevatten aanbevelingen voor praktijken betreffende de uitgifte van voor circulatie bestemde euromunten, waaronder euroherdenkingsmunten, overleg voorafgaand aan de vernietiging van voor circulatie geschikte euromunten en het gebruik van euromunten voor verzamelaars. (2) Bij gebrek aan bindende bepalingen voor de uitgifte van euromunten kunnen tussen de lidstaten verschillende praktijken ontstaan en is geen voldoende geïntegreerd kader voor de eenheidsmunt tot stand gebracht. In het belang van de transparantie en rechtszekerheid is het derhalve noodzakelijk bindende regels voor de uitgifte van euromunten in te voeren. 2 PB L 9 van 4..2009, blz. 52. PB L 83 van 30.3.200, blz. 70. 075/2 lep/ngs/rv 5

(3) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 998 over de invoering van de euro hebben in euro of in cent luidende munten die aan de door de Raad vastgestelde denominaties en technische specificaties voldoen, de hoedanigheid van wettig betaalmiddel in alle lidstaten die de euro als munt hebben. De denominaties en technische specificaties van euromunten zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad van 3 mei 998 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken 2. (4) Lidstaten die de euro als munt hebben moeten tevens de mogelijkheid hebben om herdenkingsmunten van 2 euro uit te geven om bepaalde gebeurtenissen te vieren, behoudens per jaar en per lidstaat van uitgifte vastgestelde limieten voor het aantal uitgiften van dergelijke munten. Voor euroherdenkingsmunten dienen bepaalde oplagebeperkingen te worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat dergelijke munten een klein percentage van het totale aantal in omloop zijnde muntstukken van 2 euro blijven vormen. Dergelijke oplagebeperkingen moeten evenwel de uitgifte van een voldoende hoeveelheid munten toestaan opdat euroherdenkingsmunten daadwerkelijk in omloop kunnen komen. (5) Lidstaten die de euro als munt hebben, moeten voorts euromunten voor verzamelaars kunnen uitgeven die niet voor circulatie bestemd zijn en die gemakkelijk van circulatiemunten te onderscheiden zijn. Euromunten voor verzamelaars zouden enkel in de lidstaat van uitgifte de hoedanigheid van wettig betaalmiddel moeten hebben en zouden niet mogen worden uitgegeven om in omloop te worden gebracht. 2 PB L 39 van.5.998, blz.. PB L 39 van.5.998, blz. 6. 075/2 lep/ngs/rv 6

(6) Het is passend dat de uitgiften van euromunten voor verzamelaars worden verantwoord op basis van het totale door de Europese Centrale Bank goed te keuren aantal munten en niet op basis van het aantal munten per afzonderlijke uitgifte. (7) Het gebruik van verschillende denominaties van euromunten en eurobiljetten, volgens het huidige systeem, moet op gezette tijden zorgvuldig door de bevoegde instellingen worden getoetst aan de criteria kosten en publieke aanvaardbaarheid. In het bijzonder, dient de Commissie een effectbeoordeling uit te voeren over het voortzetten van de uitgifte van munten van en 2 cent. (8) Om te vermijden dat voor circulatie geschikte euromunten door een lidstaat worden vernietigd terwijl in een andere lidstaat behoefte aan dergelijke munten kan zijn, dienen de lidstaten met elkaar overleg te plegen alvorens dergelijke munten te vernietigen, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: 075/2 lep/ngs/rv 7

Artikel Definities In deze verordening wordt verstaan onder: ) "circulatiemunten": voor circulatie bestemde euromunten, waarvan de denominaties en technische specificaties zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 975/98; 2) " herdenkingsmunten": circulatiemunten die bestemd zijn om een bepaalde gebeurtenis te herdenken als gespecificeerd in artikel nonies van Verordening (EG) nr. 975/98; 3) "munten voor verzamelaars": euromunten die bestemd zijn om te worden verzameld, maar die niet worden uitgegeven om in omloop te komen. 075/2 lep/ngs/rv 8

Artikel 2 Soorten euromunten. De lidstaten mogen twee soorten euromunten uitgeven: circulatiemunten en munten voor verzamelaars. 2. De Commissie voert een effectbeoordeling uit over het voortzetten van de uitgifte van munten van en 2 cent. Deze effectbeoordeling omvat een kosten-batenanalyse waarbij rekening wordt gehouden met de werkelijke productiekosten van deze munten, afgezet tegen de waarde en de voordelen daarvan. Artikel 3 Uitgifte van circulatiemunten. Circulatiemunten worden uitgegeven en in omloop gebracht tegen de nominale waarde. 2. Een klein deel, dat niet meer bedraagt dan 5% van de gecumuleerde totale nettowaarde en het totale aantal van de door een lidstaat uitgegeven circulatiemunten, berekend op basis van jaren met een positieve netto-uitgifte, kan boven de nominale waarde op de markt worden gebracht indien de bijzondere kwaliteit, de bijzondere verpakking of de bijzondere bijgeleverde diensten dat rechtvaardigen. 075/2 lep/ngs/rv 9

Artikel 4 Uitgifte van herdenkingsmunten. Elke lidstaat die de euro als munt heeft mag per jaar slechts twee herdenkingsmunten uitgeven, met uitzondering van gevallen waarin: (a) (b) alle lidstaten die de euro als munt hebben gezamenlijk herdenkingsmunten uitgeven; of een herdenkingsmunt wordt uitgegeven ter gelegenheid van het feit dat de functie van staatshoofd tijdelijk vacant is of voorlopig wordt waargenomen. 2. Het totale aantal per uitgifte in omloop gebrachte herdenkingsmunten mag niet groter zijn dan het grootste van de volgende twee maxima: (a) (b) 0,% van het gecumuleerde totale netto-aantal muntstukken van 2 euro dat tot het begin van het jaar vóór het jaar van uitgifte van de herdenkingsmunt door alle lidstaten die de euro als munt hebben in omloop is gebracht; dit maximum mag worden verhoogd tot 2,0% van het gecumuleerde totale netto-aantal muntstukken van 2 euro van alle lidstaten die de euro als munt hebben indien een breed erkende en zeer symbolische gebeurtenis wordt herdacht; in dat geval geeft de lidstaat van uitgifte de volgende vier jaar geen andere herdenkingsmunten met het verhoogde maximum uit en geeft hij de redenen voor de keuze van het verhoogde maximum; of 5,0% van het gecumuleerde totale netto-aantal muntstukken van 2 euro dat tot het begin van het jaar vóór het jaar van uitgifte van de herdenkingsmunt door de betrokken lidstaat in omloop is gebracht. 075/2 lep/ngs/rv 0

3. Het besluit of alle lidstaten die de euro als munt hebben gezamenlijk herdenkingsmunten met een gemeenschappelijk ontwerp zullen uitgeven wordt genomen door de Raad. De stemrechten van de lidstaten die niet de euro als munt hebben, worden in het kader van de vaststelling van dit besluit geschorst. Artikel 5 Uitgifte van munten voor verzamelaars. Munten voor verzamelaars hebben enkel in de lidstaat van uitgifte de hoedanigheid van wettig betaalmiddel. De identiteit van de lidstaat van uitgifte dient op de munt duidelijk en gemakkelijk herkenbaar zijn. 2. Om gemakkelijk van circulatiemunten te kunnen worden onderscheiden, dienen munten voor verzamelaars aan alle volgende criteria te voldoen: (a) hun nominale waarde moet verschillen van de nominale waarde van circulatiemunten ; (b) (c) hun afbeeldingen mogen niet lijken op de gemeenschappelijke zijde van circulatiemunten, en indien hun afbeeldingen lijken op een nationale zijde van circulatiemunten, dient hun algehele uiterlijk nog steeds eenvoudig te kunnen worden onderscheiden; van de drie kenmerken kleur, diameter en gewicht dienen er ten minste twee aanmerkelijk van die van circulatiemunten te verschillen; het verschil wordt als aanmerkelijk beschouwd indien de waarden met inbegrip van de toleranties de voor de circulatiemunten vastgestelde tolerantiemarges overschrijden; en 075/2 lep/ngs/rv

(d) zij mogen niet getand zijn of de "Spanish flower"-vorm hebben. 3. Munten voor verzamelaars kunnen voor of boven de nominale waarde op de markt worden gebracht. 4. De uitgiften van munten voor verzamelaars dienen te worden verantwoord op basis van de geaggregeerde, door de Europese Centrale Bank goed te keuren omvang van de uitgiften. 5. De lidstaten nemen alle passende maatregelen om het gebruik van munten voor verzamelaars als betaalmiddel te ontmoedigen. Artikel 6 Overleg vóór de vernietiging van circulatiemunten Voorafgaand aan de vernietiging van circulatiemunten die geen voor circulatie ongeschikte euromunten zijn in de zin van artikel 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 20/200 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 200 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie, voeren de lidstaten overleg met elkaar via het bevoegde subcomité van het Economisch en Financieel Comité en stellen zij de directeuren van de munten van lidstaten die de euro als munt hebben in kennis. PB L 339 van 22.2.200, blz.. 075/2 lep/ngs/rv 2

Artikel 7 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is overeenkomstig de Verdragen rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te..., Voor het Europees Parlement De voorzitter Voor de Raad De voorzitter 075/2 lep/ngs/rv 3