Met innovatieve technieken in monumenten: brandveilig of toch niet? Leo.deniet@rgd.minbzk.nl
Onderwerpen ü Koninklijk Paleis op De Dam, te Amsterdam ü Jachtslot Sint Hubertus, te Hoenderloo ü Conclusies 2
Koninklijk Paleis, Amsterdam Blussing in de kappen
Tijdspad ü 1648 Start bouw Stadhuis ü 1665 Voltooiing bouwwerk ü 1808 Inrichten als Paleis door koning Lodewijk Napoleon ü 2001 heden Diversen grondige in- en uitwendige restauraties van het Koninklijk Paleis 4
Blussing in dakkappen 5
Adviesvraag Welk blusalternatief is het meest geschikt voor de kapruimten van de Burgerzaal en de Krijgsraadzaal? Vergelijkingsstudie tussen: ü Watermist blussysteem ü Aerosol blussysteem (Het alternatief, blussing middels een sprinklerinstallatie, is niet meegenomen omdat dit alternatief in een vroeg stadium is vervallen i.v.m. het destructieve karakter voor de houten gewelven) 6
Randvoorwaarden ü Minimale aantasting monument door aanbrengen; ü Minimale aantasting (schade) van monument bij blussing; ü Kans op nodeloze activering minimaliseren; ü Geen actieve activering door personeel; ü Gecertificeerde installatie. 7
Brandscenario s ü Beginnende brand in de kapvoet (smeulbrand weinig rook = detectie) - brandklasse A (vlammen); ü Beginnende cellulose brand (hout)- brandklasse A; ü Blikseminslag met als gevolg een kleine beginnende/ontwikkelde brand. Welke scenario's niet: ü Branddoorslag vanuit een naastgelegen brandcompartiment; ü Brand in de Burgerzaal of brand in de Krijgsraadzaal; ü Vandalisme (brandstichting). 8
Watermistsysteem Variant van een conventionele sprinklerinstallatie ü Heel fijn verneveld water (microns); ü Warmte onttrekken aan de brand; ü Zuurstofverdringen door stoomvorming; ü 3 uitvoeringen mogelijk, voorkeur voor preaction (droogsysteem in combinatie met brandmelders). 9
Aerosol blussysteem ü Na activering van het blussysteem worden fijne poederdeeltjes in de lucht gespoten; ü Gaat reactie aan met vrije radicalen (reactieve stoffen die vrijkomen bij brand) - stopt verbrandingsproces. 10
Vergelijking - criteria 1. Prijs 2. Effectiviteit in blussing 3. Bijzondere voorwaarden aan het blusgebied 4. Nevenschade bij blussing 5. Realisatie 6. Interactie met bestaande installatie 7. Onderhoud 11
Vergelijking - weging Zwaartefactor: bepaalt hoe zwaar een aspect weegt 1, 2 of 3 (relevant, belangrijk of heel belangrijk) Waardering: bepaalt hoe effectief of efficiënt de blusmethodiek is: 1: zeer matig 2: matig 3: normaal 4: goed 5: heel goed 12
Vergelijking - waardering 13
Aspect Aerosol Watermist Prijs Voordeliger in de vergelijking factor 2,5 duurder in de vergelijking Effectiviteit in blussing Aerosol is voldoende effectief bij de gekozen brandscenario's (kleine beginnende brand), echter blussing is altijd in de gehele ruimte Voldoende effectief, blussing kan lokaal plaatsvinden. Blussing vindt pas plaats bij temperatuurverhoging. Er is geen sprake van "total flooding"bij activering van de installatie. Bijzondere voorwaarden aan blusgebied Nevenschade bij blussing Realisatie Interactie met bestaande installatie Onderhoud Aandachtspunt is openingen in de ruimte (kieren) deze vallen met de huidige kennis nog in de marge. Geen, weinig residu (3 a 4 micrometer). Het is vergelijkbaar met een zeer dunne laag stof die door middel van stofzuigen kan worden verwijderd. Nadeel is dat alle blusmodules vervangen moeten worden. Beduidend eenvoudiger dan watermist. Bijlage 2 geeft een weergave van het benodigde installatiewerk. Indien de huidige BMI aangewend kan worden, biedt dit veel voordeel. Er hoeft dan immers niet nog een BMI speciaal voor de blusinstallatie te worden aangelegd. Beduidend eenvoudiger dan bij Watermist. De aangetoonde levensduur van een blusmodule is in ieder geval 15 jaar. Aandachtspunt zijn de constructieve eisen i.v.m. opslag van 6m3 water en een pomp Geen Installatie complex door veel leidingaanleg in dakkappen en wateropslag / pomp. Huidige BMI is aan te wenden voor het blussysteem. Onderhoud aan watermist is intensiever dan bij aerosol. Op lange duur corrosievorming (15jr) in het leidingwerk. Een droog systeem wil niet zeggen dat er geen corrosie kan plaatsvinden er is immers wel waterdamp aanwezig. 14
Resultaat van vergelijking Score Aerosol : 148 Score Watermist : 132 Conclusie: Lichte voorkeur voor blussing middels aerosol ü Blussing even effectief; ü Relatief eenvoudige montage; ü Impact op het gebouw kleiner; ü Onderhoud en beheer minder intensief; ü Geen water(reservoir) droge blussing. Kanttekening bij aerosol: Na ongewenste blussing ( total flooding ) moeten alle modules worden vervangen 15
Conclusie & Advies 1 Nader onderzoek nodig voor: ü Wijze van ventileren na blussing; ü Hoe de inzet is van de repressieve dienst nadat de Aerosol installatie is geactiveerd i.v.m. aanwezig stof en het slechte zicht; ü In hoeverre de luchtdichtheid boven de Burgerzaal verbeterd kan worden; ü Of het mogelijk is om eenvoudige scheidingsconstructies aan te brengen in de Burgerzaal en de Krijgsraadzaal zodat na een activering niet alle blusmodules vervangen hoeven te worden; 16
Conclusie & Advies 2 ü Actualiteit prijzen van de watermistinstallatie; ü Hoe het realisatietraject zich verhoud tot projecten voor oppervlaktebehandeling in de kappen tegen boktor en houtrot projecten; ü Gevolgen van activering van de aerosol installatie als mensen aan het werk zijn in de kappen; ü Of er andere mogelijkheden zijn voor wateropslag t.b.v. het watermistsysteem; ü Hoe de gebruiker aankijkt tegen de twee alternatieven en (af)wegingen. 17
Jachthuis Sint Hubertus
Historie ü Buitenhuis Kröller-Möller ü Gelegen in park de Hoge Veluwe ü Ontwerp Berlage, maar grote invloed van Mevrouw Möller ü Plattegrond in vorm gewei i.v.m. legende Sint Hubertus 19
Eigenschappen ü Bouwjaar: 1920 ü Vloeroppervlak: 2.215 m² ü Erfpacht ü Gebruiksfuncties: Ø Bijeenkomstfunctie (feesten en museum) Ø Woonfunctie (beheerderswoning) Ø Logiesfunctie (gasten van de Staat) 20
21
Hoenderloo Restauratiekosten (2011 2014) 12.000.000,-- Verbouwing minimum qua bouwregelgeving maar wel: 1. Vluchtrouteaanduiding in traploper; 2. Volledige bewaking met o.a. aspiratiemelders; 3. Kleine compartimenten (verticaal); 4. Brandwerendheid op bezwijken bouwconstructie. 22
Vluchtrouteaanduiding onder traploper 23
Volledige bewaking met o.a. Aspiratiesysteem 24
Verticale compartimenten 25
Bouwconstructie 26
Zwakke schakel 27
Conclusie 1) Innovatieve technieken in monumenten verlangen een innovatieve/creatieve geest van u; 2) Tegemoet aan monumentale beleving kan doodsteek zijn voor monument Bent u zich hiervan bewust? 3) Vermeende brandveiligheid is persoonsveiligheid i.p.v. gebouwveiligheid; ofwel: Schijnveiligheid! 28
Veilig? Of toch niet 29