EXPO 29 04 13-31 10 13

Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

1 D o c u m e n t k a r i k a t u u r M a n n e k e n - l e e r l i n g

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

40 jaar Vlaams parlement

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Een onderzoek naar afhandeling van schoolverzuim door de gemeente Hoorn

in de school Adv ocaat

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart

Theorieboek. Knuffel. Mensen zijn afhankelijk van elkaar, want de mens is een sociaal dier dat het liefst in

Eindexamen filosofie vwo I

Seksuele vorming: gave (op-)gave

Mannenmishandeling: het taboe voorbij? EER ALS MOTIEF. Yvonne de Vries René van Blitterswijk

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw )

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING. Nr. GO/2009/5

0234/2003/N Commissie van Beroep definitieve beslissing. Weigering tot toelating tot de stage profiel van stagemeester

Dierenmishandeling in gezinnen

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Commissie inzake Leerlingenrechten. Beslissing. Nr. 2018/68 van 10 september 2018

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.

BELGISCHE VERENIGING VAN FARMACEUTISCHE ARTSEN. Vereniging Zonder Winstoogmerk. Wedrennenlaan 5 bus B BRUSSEL

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Leerdoelen. Voorafgaand aan de film. Jaar: Filmkeuring: Alle leeftijden Website:

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

De laatste wens van Moek

INFORMATIEPLICHT OUDERS

Huwelijk en samenwonen, echtscheiding en hertrouwen, gemengde relaties

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

DRASTISCHE AFBOUW VAN UW PENSIOEN

Hoofdbedekking nog nodig vandaag?

Groep 2: De symbolen van België. Bron 2.1. De naam België/Belgique: (uit: Dossier De Belgische Revolutie, 1, De Standaard, p. 2)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

UNICEF België vraagt...

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Lieve mensen van de Hofkerk, gasten, gemeente van Jezus Christus

Eindexamen filosofie havo 2007-I

Instructie: Landenspel light

De eerste zonde - ongehoorzaamheid

Aantal misdrijven blijft dalen

De tijd die ik nooit meer

David Van Reybrouck (1971) is cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver van non-fictie, theater en poëzie.

niet verbeterde kopie

Je lichaam om lief te hebben

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Leerlingen weten dat er in een democratische rechtsstaat verschillende manieren zijn om conflicten op te lossen en dat rechtspraak daar één van is.

EVALUATIE VAN 1 JAAR SALDUZ- WET

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Het gaat om aanraken vandaag. Aanrakingen die mensen beter maken. Heilzame, helende aanrakingen.

Medley 4: Liefdes medley

Enquete resultaten Normen en Waarden 2014

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2011/148/ (II)

Op zoek naar de vrouw áchter de lesbo

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING. GO / 2011 / 7 / / 25 mei 2011

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

Boekverslag door C woorden 27 mei keer beoordeeld. Psychologische roman Eerste uitgave 1975 Nederlands. Boek: Twee Vrouwen

Herdenking Capitulaties Wageningen

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

3. Een film positioneren

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2012 / 9 /... / 10 mei 2012

Hoofdstuk 1. namelijk afschuwelijke dingen! Daders zijn soms zo creatief en geslepen, daar kunnen we ons maar amper een voorstelling bij maken.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

IN DE GREEP VAN EEN SEKTE Een verkennend onderzoek

2. Loontrekker of zelfstandige?

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS TUSSENBESLISSING II. GO / 2011 / 13 / / 24 november 2011

Sociale media en recht. Een studie van recente rechtspraak

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2010/142/

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 19 mei uur

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

GKv Barneveld-Voorthuizen

Babydieren, een succesverhaal

Karel van België: Brussel, 10 oktober Oostende, 1 juni 1983

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voetbalfederatie Vlaanderen - Klachten over geweld bij voetbalwedstrijden

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

U schrijft ook dat wij Belgen bang zijn voor elkaar. Hoezo?

Gepubliceerd op : FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Elk kind heeft het recht om...

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Transcriptie:

EXPO 29 04 13-31 10 13 1578749 CINEMA KINDEREN NIET TOEGELATEN DE FILMKEURINGSCOMMISSIE, 1921-2005 CATALOGUS ALGEMEEN RIJKSARCHIEF

KINDEREN NIET TOEGELATEN DE FILMKEURINGSCOMMISSIE, 1921-2005 Catalogus van de gelijknamige tentoonstelling in het Algemeen Rijksarchief te Brussel 29 april 2013-31 oktober 2013

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN EDUCATIEVE DIENST CATALOGI 190 ISBN: 978-90-5746-587-1 Algemeen Rijksarchief D/2013/531/029 Bestelnummer: Publ. 5225 Algemeen Rijksarchief Ruisbroekstraat 2 1000 Brussel

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF KINDEREN NIET TOEGELATEN DE FILMKEURINGSCOMMISSIE, 1921-2005 Auteur Geertrui Elaut Brussel 2013 Catalogus van de gelijknamige tentoonstelling in het Algemeen Rijksarchief te Brussel 29 april 2013-31 oktober 2013

Inleiding Film wekte van bij z n ontstaan argwaan. Vooral voor kinderen zou het nieuwe medium gevaarlijk zijn. Maar wat dan met principes als liberalisme en persvrijheid? In 1920 mondde het anticinemadebat uit in de wet Vandervelde. Voortaan kon de filmindustrie op vrijwillige basis geen opgelegde censuur! films voorleggen aan een filmkeuringscommissie, die drie adviezen kon geven: kinderen (- 16 j.) toegelaten, kinderen niet toegelaten, of kinderen toegelaten mits knipsels. Het commercieel belang van het gezinspubliek noopte de sector zich aan deze keuring te onderwerpen. De classificatie KT/KNT werd een begrip in de wereld van de Belgische cinema. In 2012 inventariseerde het Rijksarchief het archief van de Belgische filmkeuringscommissie: een mijlpaal voor de film- en mentaliteitsgeschiedenis! De filmkeuringscommissie bleek in de praktijk het meest gevoelig voor geweld/ criminaliteit en seks/erotiek. Bij de start in 1922 was haar oordeel ronduit streng en gedroeg de commissie zich als scheidsrechter tussen goed en kwaad. De volgende decennia kwam het taxeren van de invloed van cinema op het kind meer centraal te staan. In de jaren 1960 begon de invloed van de commissie te tanen, parallel met de dramatische daling van het bioscoopbezoek. Toch werd pas in 1992 de laatste coupure opgelegd. Meer dan 70 jaar lang werd knippen in films als een normale praktijk beschouwd in België. Een nuancering van het beeld van België als liberale filmmarkt dringt zich op. 7

De filmkeuringscommissie in historisch perspectief 9

Zogezegd een politiefilm maar in feite een gangsterfilm; bevat een massa scènes met chantage en geweld; wulpse en immorele scènes; een lid van de commissie kan mits coupures de film aanvaarden. 034 10

Het anticinemadebat begin 20ste eeuw Eind 19de eeuw vond de eerste publieke filmvertoning plaats. Al snel bestempelden critici bioscopen als gevaarlijk: mannen en vrouwen konden er samen hokken, filmmateriaal was zeer brandbaar De inhoud van films kon dan weer schadelijk zijn voor de zwakke geest van kinderen en van de lagere klassen. Conservatieve en katholieke drukkingsgroepen beschouwden cinema als een school van verderf en plaatsten het controversiële thema op de agenda van pers, lokale autoriteiten en parlement. De opmars van de cinema werd er allerminst door gefnuikt: aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog telde België ongeveer 650 bioscopen. Na de oorlog ging de Belgische anticinemabeweging verder met haar lobbywerk. Opvallend is dat deze beweging mee gedragen werd door progressieve en liberale krachten. De socialistische partij zag staatsinitiatief inzake de bescherming van kinderen als een wapen tegen sociaal en economisch verval. De wet Vandervelde, al meer dan 90 jaar! De ideologisch bont getinte anticinema-alliantie hield het thema bestendig op de politieke agenda, wat uitmondde in de filmcontrolewet van september 1920. Geconfronteerd met de argumentatie dat een filmcensuurwet strijdig zou zijn met het grondwettelijke principe van persvrijheid, maakte de socialistische minister van Justitie Emile Vandervelde er een compromiswet van. De filmsector was niet verplicht films voor te leggen aan de controlecommissie, tenzij ze films wilde vertonen aan kinderen/jongeren onder de 16 jaar. De commissie kon films niet weigeren om religieuze, ideologische, filosofische of politieke redenen. In een richtlijn van 19 april 1921 werden de eerste concrete keuringscriteria meegegeven. 11

De representatie van geweld, erotiek en angstaanjagende taferelen was uit den boze, kortom alles wat de verbeelding van kinderen kon besmetten, verstoren of vertroebelen en hun evenwichtigheid en mentale gezondheid kon schaden. Samenstelling van de commissie De filmkeuringscommissie werd ingesteld in november 1920. De eerste voorzitter was een kinderrechter, de leden filmdistributeurs en -exploitanten, journalisten, advocaten, leer krachten en volksvertegenwoordigers. Ze werden benoemd door de minister van Justitie en hun mandaat was hernieuwbaar (tot de leeftijd van 67 jaar). Vanaf maart 1921 konden distributeurs tegen de beslissing van de keuringscommissie in beroep gaan bij een beroepscommissie. De commissie in eerste aanleg werd aangevuld met kantonnale afgevaardigden en onderverdeeld in afdelingen. Per afdeling kwamen vijf leden samen. Het profiel van de commissieleden? In de beginperiode overwegend mannen van middelbare of hogere leeftijd. Maar het aandeel vrouwen steeg aanzienlijk metter tijd. Terugkerend punt van kritiek was/is het gebrek aan representativiteit (te weinig pedagogen, ontwikkelingspsychologen, filmcritici, enz.) en aan competentiemeting bij de leden. Streng oordeel over goed en kwaad: 1921-1958 De Belgische filmkeuringscommissie ging van start in 1921, maar technische obstakels en protest van de filmindustrie beletten een adequate werking tot 1922. Tijdens het eerste jaar werd de commissie overspoeld met films; van 1924 tot WOII stabiliseerde het aantal rond 1000 per jaar. De richtlijn uit 1921 werd door de commissie bijzonder streng geïnterpreteerd. Sporadisch werd zelfs om religieuze of politieke redenen geknipt, en kon sprake zijn van censuur. Van april 1941 tot september 1944 was de commissie niet actief op Belgische bodem. In Londen werd op een laag pitje verder gekeurd. Toen na de bevrijding de commissie weer aan het werk ging in België was tevens een militaire censuur van kracht: een verwarrende situatie. In 1945 werden amper 418 films voorgelegd, een jaar later alweer meer dan 1000. Verklaring? De afschaffing van de militaire censuur, maar ook de grote toevloed van Hollywoodfilms. Pas in 1951 volgde een nieuwe richtlijn rond keuringscriteria. Het naoorlogse klimaat noopte tot andere accenten. Werden voortaan geweigerd: al te brutaal realisme; het ridiculiseren van de gevestigde sociale orde of de autoriteiten ; het romantiseren van de vrije liefde of overspel, het bekritiseren van echtelijke trouw, het refereren aan geboortebeperking. De promotie van het christelijke familie-ideaal stond voorop en elke filosofische tendens die inging tegen de heersende moraal was verdacht. De richtlijn 12

De uitwerking van het onderwerp is niet gepast voor kinderen. 015 13

Ben-Hur, uitgekomen in 1959, is één van die spektakelfilms waarmee de filmsector de opkomst van de televisie wilde counteren. 022 14

uit 1951 was duidelijk strenger dan die uit 1921. In 1921 was de ideoloog Vandervelde aan zet, in 1951 de pragmaticus F. De Busscher. Als voorzitter van de filmkeuringscommissie ging die laatste meer uit van de praktijk. Vermoedelijk speelde ook het wetsvoorstel-jespers uit 1950 een rol: de CVP-senator stelde voor filmvertoningen radicaal te verbieden onder de 18 jaar. Het voorstel kwam er niet door, maar zorgde voor een strenger klimaat. Ook de evolutie van de cinema speelde een rol. Vanaf de jaren 1950 experimenteerden producenten meer en meer met controversiële thema s. Omdat ze wisten dat dergelijke films een keuring niet zouden overleven, kreeg de commissie minder films voorgelegd. Heel wat distributeurs trachtten de strenge keuring te counteren door preventief coupures uit te voeren. Over tanende invloed en juridisch drijfzand: 1958-2013 Het jaar 1958 was op vele vlakken een keerpunt, met onder meer de doorbraak van de televisie in België. Dat het bioscoopbezoek in die periode dramatisch begon te dalen, werd door de filmindustrie dan ook aan de televisie gewijd, deels onterecht. De toenemende diversiteit aan vrijetijdsbesteding speelde evenzeer een rol. Net als de verbrokkeling van het verzuilde gemeenschapsleven ten voordele van een meer persoonlijke levensstijl, emancipatiestreven en permissiviteit. Het aantal aan de filmkeuringscommissie voorgelegde films dook samen met het bioscoopbezoek pijlsnel naar omlaag. Om volk naar de bioscopen te lokken, zette de sector in op spektakel en sensatie, met films als Ben-Hur en The Exorcist. Ze moesten de grootsheid van de bioscoopbeleving benadrukken, als alternatief voor het kleine scherm. Maar ook de auteurs- en art cinema kende een bloei. Bioscopen werden steeds meer het domein van jongeren en cinefielen. In 1975 kreeg de filmkeuringscommissie nog slechts 196 films voorgelegd. Hoewel de invloed van de filmkeuringscommissie vanaf de jaren 1960 sterk afnam, werd pas in 1992 de laatste coupure opgelegd: een scène rond het bloederig karakter van het baren in Vijf meisjes en een touw. De tanende invloed van de filmkeuringscommissie kan ook aan een reeks technologische innovaties gelinkt worden, die de controle op filmvertoningen in grote mate ondermijnden: VHS, kabeltelevisie, dvd, video on demand, web based cinema, het downloaden en live streamen van films, You Tube... De voorspelde dood van de cinema bleef echter uit. Wat het filmaanbod betreft, werden reeksen zoals Harry Potter of recent de Twilight Saga erg belangrijk.anno 2013 is de wet Vandervelde nog steeds in voege, ondanks steeds terugkerende kritiek op de globale werking van de filmkeuringscommissie en haar betwistbare motivaties. De wetsvoorstellen zijn niet meer te tellen, die de wet willen aanpassen aan de gewijzigde maatschappelijke omstandigheden, de nieuwe mediaomgeving, meer actuele opvattingen rond kinderrechten, ontwikkelingspsychologie, mediapedagogiek, cultuurparticipatie door jongeren en nu ook mediawijsheid en de internetomgeving. Vooralsnog zonder resultaat. 15

Het archief van de filmkeuringscommissie Het archief van de filmkeuringscommissie bevat meer dan 65.000 filmtitels of een volledig overzicht van de filmproductie die tussen 1920 en 2000 in de Belgische zalen kwam. Daarbovenop komt nog de synopsis van 30.000 films uit de hele wereld, die tussen 1930 en 2005 werden vertoond. Pronkstuk is echter het handgeschreven register met alle beslissingen van de commissie, met vermelding van de Belgische titel van de film, de distributeur, het genre, de lengte, de datum van keuring en de beslissing. Een eerste optie was een film in zijn oorspronkelijke vorm het label Kinderen Toegelaten (KT) toe te kennen. Dat deze beslissing gemotiveerd werd, kwam zelden voor. Een tweede mogelijke beslissing was een film Kinderen Toegelaten mits coupures (knipsels) te kwalificeren. In dat geval beschreef de commissie de te knippen passages en gaf hiervoor al dan niet een motivatie mee. Derde optie was een film te weigeren en zonder meer Kinderen Niet Toegelaten te beoordelen. In dat laatste geval was de commissie verplicht een motivatie mee te geven. De lengte van de motivaties varieert sterk: van 1 regel tot een 15-tal. In de zittingsverslagen is de titel van de film opgenomen (overwegend de Franse versie; zelden de originele titel), de datum waarop de film werd ingediend bij de commissie en de naam en de samenstelling van de afdeling van de commissie die de film keurde. Alle verslagen zijn handgeschreven en geklasseerd per afdeling. Los van dit register hield de commissie een aparte lijst bij met beschrijvingen van alle coupures die ooit werden opgelegd. Amerikaanse filmtitels kregen vaak verleidelijk klinkende Nederlandse of Franse vertalingen wanneer ze op de thuismarkt werden uitgebracht. Zo kreeg de film The Jungle Princess uit 1936 de titel Hula, fille de la brousse, met een voor die tijd gewaagde affiche om de aandacht van de bioscoopbezoekers te trekken. In de registers zijn zelden originele filmtitels terug te vinden. Waar films tot in de jaren 1960 gepromoot werden met kleurrijke affiches en programmabrochures, raakte papieren promomateriaal sinds de jaren 1970 steeds meer uit de mode. Anno 2013 wordt filmreclame overwegend op digitale dragers uitgebracht. In het archief van de filmkeuringscommissie is deze evolutie zeer merkbaar: hoe recenter, hoe minder iconografisch materiaal de dossiers bevatten. 16

De keuringscriteria van de filmkeuringscommissie 17

Seks & lichaam De kijk van de filmkeuringscommissie op Seks & lichaam maakte van alle keurings criteria de grootste evolutie door. In de jaren 1930 werd een simpele kus nog als onaanvaardbaar voor kinderoogjes beschouwd. Volgens minister van Justitie Janson zette elke kus van langer dan 5 seconden aan tot wellust. Knippen was de boodschap. De pers nam deze richtlijn zeer zwaar op de korrel. In het kader van een huwelijksaanzoek kon een kus soms wel. Na de Tweede Wereldoorlog werd de commissie milder voor de kus. Dansscènes ondergingen eenzelfde lot: strengheid voor de oorlog en relatieve tolerantie erna. Werden ook als erotisch beschouwd: knipoogjes en canapé-scènes. Wat taalgebruik betreft, censureerde de commissie in de tijd van de stille film vaak suggestieve tussentitels. Vanaf de geluidsfilm werden erotische dialogen eenvoudigweg geknipt. Dat het oordeel over seks en erotiek evolueerde, betekent niet dat de commissie toleranter werd. De taboes van de commissie evolueerden mee met de taboes in de samenleving. Zelfde verhaal wat naaktscènes betreft. In 1930 mochten de kuiten van een jong meisje niet in beeld komen, in de jaren 1960 moest dat meisje al half naakt te zien zijn om geknipt te worden. Seksuele techniek of de anatomie van de vrouw waren eveneens uit den boze. Films die ronduit pornografisch waren, in de huidige betekenis van het woord, zijn zeldzaam in de archieven van de commissie. Ze werden niet voorgelegd ter keuring. De Tweede Wereldoorlog maakte geen einde aan het burgerlijke beschavingsoffensief. De keuringscommissie bleef globaal gezien zeer preuts in de jaren 1950. Tijdens de tweede helft van de stoute jaren 1960 nam het aantal seksfilms, op productieniveau, een hoge vlucht. De Belgische wetgeving liet politionele diensten niet toe op te treden tegen de intrinsieke inhoud van films, wel tegen de bedreiging die ze vormden voor de openbare zeden. Dat seksualiteit zich steeds nadrukkelijker manifesteerde 18

033 Slechte film; te realistisch; het leven in nachtgelegenheden; gesprekken tussen animeermeisjes (prostituees); scènes in bordelen; een speelhol; uitgifte van een ongedekte cheque; een hinderlaag; een overval; een moord; een gerechtelijk onderzoek; losbandige jonge vrouwen; brutaliteiten en geweld tegenover jonge vrouwen, enz. 19

in maatschappij en cultuur, bleek niet zozeer uit de evoluties in besloten sekszaaltjes, maar vooral uit het reguliere filmaanbod. Films als The Graduate (1967), Edipo Re (1967) en Satyricon (1969) confronteerden ook de mainstream of cinefiele bioscoopganger met expliciete, soms gewelddadige seks. Zolang de seksualiteit ondergeschikt bleef aan de esthetische of maatschappelijke boodschap van de film, was ze aanvaardbaar. Seks als raison d être werd verdreven naar het verdachte domein van de sekscinema s. Omdat dit besloten milieu de maatschappelijke normen nauwelijks bedreigde, was het toezicht van de gerechtelijke diensten hierop relatief laks. Vanaf de eerste helft van de jaren 1970 nam het aanbod van seksueel getinte films ook in het gewone bioscoopcircuit aanzienlijk toe. Dat precies vanaf de vroege jaren 1970 ook de ontkerkelijking in een stroomversnelling terechtkwam, vergemakkelijkte de verspreiding van een lossere seksuele moraal. In de beeld- en filmcultuur vertaalde deze evolutie zich enerzijds in veel explicietere pornografische films. Anderzijds zette de banalisering van seks in reguliere films zich definitief in. Tot zover seksualiteit tussen man en vrouw. Wat met homoseksualiteit? Die werd zeer zelden als motief voor afkeuring gebruikt. De verklaring is simpel: zeer weinig films rond homoseksualiteit werden voorgelegd aan de commissie. Toch gebeurde het. In Mädchen in Uniform uit 1958 wordt de liefde van enkele jonge meisjes voor een vrouwelijke leerkracht gekwalificeerd als ziekelijk of ongezond. Familie & huwelijk Waar de representatie van seks en geweld globaal gezien tot op vandaag als criterium geldt om films al dan niet aan kinderen te tonen, staat de derde grote categorie van keuringsmotieven verder af van de morele codes anno 2013. Onder Familie & huwelijk zijn alle motieven gegroepeerd rond overspel, scheiding, vrije liefde, losbandigheid, samenwonen zonder huwelijk, prostitutie en alle andere zaken die het huwelijk desacraliseren. Overspel werd voor de Tweede Wereldoorlog resoluut afgekeurd. Ook toespelingen op het thema waren verboden. Vaak ging het zelfs om nuances in taalgebruik. Zo werd in Saxophon-Susi (1928) de dialoog Maar schat, mijn interesse voor dat meisje is louter vaderlijk te noemen vervangen door Maar schat, ik ben louter geïnteresseerd in het talent van dat meisje. Voor echtscheidingen golden dezelfde regels: pas enigszins aanvaardbaar in films vanaf de jaren 1950. Voordien was de regel: De echtscheiding behoort niet tot de leefwereld van kinderen en mag niet besproken noch in beeld worden gebracht (Jeunes filles en détresse, 1940). Wat vrije liefde betreft, was de gestrengheid van de commissie ingegeven door de zware gevolgen ervan : onwettelijke kinderen, ontvluchten van het gezin, abortus... In de tijd van de stille film werden teksten soms zo aangepast dat men deed uitschijnen dat het bijvoorbeeld om een getrouwd koppel ging, waar dat niet zo was. De term losbandigheid verdween vanaf de jaren 1950 stilaan uit 20

061 Gore film; minachting voor het huwelijk en de zorg voor kinderen. 21

Gewelddadige western; bloederige moordpartijen; kinderroof. 084 22

het vocabularium van de commissie. Samenwonen buiten het huwelijk bleef af te raden. Uiteraard waren scènes rond prostitutie ook uit den boze. Films die het huwelijk als onaantastbaar gegeven bekritiseerden of het huwelijk niet voorstelden als de enige plaats voor een normaal seksleven, werden afgekeurd. Scènes rond een bedenkelijke vaderfiguur werden eveneens door de commissie op de korrel genomen. Hoe hoger de sociale status van de vader, hoe strenger de keuring: leugens van een vader-magistraat ten aanzien van zijn zoon (Le coupable, 1936). Ook het prestige van de moeder moest voor de kinderoogjes onaangetast blijven. Beelden van ontwortelde of uiteengerukte families werden afgeraden, evenals blijken van gebrek aan respect naar de ouders toe. Europese opvoedingstechnieken werden superieur geacht aan Amerikaanse. Na de oorlog begon de commissie ook op dit punt milder te worden. In 1972 werd een laatste keer een scène geknipt omwille van overspel. Geweld & misdaad Representatie van Geweld & misdaad vormt de hoofdcategorie van keuringscriteria, zeker tot de jaren 1950. Ook pogingen tot misdaad waren voor de commissie afkeurenswaardig. Misdaadtechnieken moesten kost wat kost verhuld worden. Representatie van strafrechtelijke feiten werd zonder pardon geweigerd: valsheid in geschrifte, chantage, verduistering van goederen, productie van vals geld, uitgeven van ongedekte cheques, zwendel, handel in verdovende middelen Kinderen moesten behoed worden voor de verdorven geest van misdadigers. Of een scène al dan niet expliciet aanzette tot imitatie, leek geen criterium. Het karakter van de scènes op zich was doorslaggevend. Gangsterfilms werden systematisch geviseerd. Voor de commissie vielen ook de kortfilms van Chaplin rond het personage Charlot onder deze categorie. Opvallend is dat herhaaldelijk motivaties geformuleerd werden die niet strookten met de richtlijnen van het ministerie van Justitie. In sommige motivaties staat zelfs letterlijk te lezen dat de leden niet akkoord gaan met de richtlijn Vandervelde. Zo kreeg Charlot Champion een Kinderen Toegelaten-label, ondanks volgende motivatie: Gemene en belachelijke film, die aanstuurt op een afkeer van de bokssport. Valt helaas niet onder de redenen tot weigering (1922). Dat representatie van moord, poging tot moord, doodsbedreigingen, foltering, wreedheid, brutaliteiten, duels (vaak duels à l américaine genoemd, bv. in het geval van westerns), diefstal en poging tot diefstal, geweigerd werden, verbaast niet. Soms werd geweld op dieren als motivatie gehanteerd. Vielen eveneens onder de noemer geweld voor de filmkeuringscommissie: vuistslagen, messen, maar vooral revolvers. In de jaren 1920 was zelfs het tonen van een revolver reden tot coupure. Vanaf de jaren 23

091 Té imponerende film; scènes die de geesten van jonge kijkers in de war zouden kunnen brengen (executies, bombardementen, moorden); een uiterst subtiele psychologie om spionage en verraad te kunnen rechtvaardigen en verantwoorden. 24

1930 werd het tonen op zich niet meer afgekeurd, enkel het slaan, dreigen of schieten ermee. Soms werd enkel het geluid van een geweerschot geweerd. Waar criminelen geromantiseerd of vermenselijkt werden, greep de commissie in. Angst voor imitatie speelde ook hier een rol. Het sanctioneren van geweld op het scherm was volgens de filmkeuringscommissie meer een zaak van fysieke dan van morele schade. Ze vreesde voor een schok bij kinderen, voor schade aan hun zenuwstelsel en voor nachtmerries. Vooral oorlogsfilms, westerns en politiefilms konden volgens de commissie dit effect genereren. Vóór de oorlog was de enige motivatie voor een Kinderen Niet Toegelaten-label soms dat het om een politiefilm ging. Een vermenging van humor en geweld kon al helemaal niet. Vanaf de jaren 1950 werd de commissie milder voor de (komische) gangster-/politiefilm. Doorheen de jaren bleef het percentage films waarin geknipt werd of dat werd afgekeurd omwille van de representatie van geweld en/of misdaad, vrij stabiel. Politiek en patriottisme De filmkeuringscommissie bleek van bij haar opstart te betreuren dat ze patriottische sentimenten niet als keuringscriterium mocht gebruiken: Onsamenhangende, stompzinnige film die de draak steekt met patriottische gevoelens. We betreuren het de film niet te kunnen afkeuren (Par file à gauche, 1922). Uitzondering vormt Bedevaarten naar de graven van den IJzer, een propagandafilm van de Vlaamse beweging uit 1928: Unaniem geweigerd. Deze film is erop gericht de Belgen tegen elkaar op te zetten, bij sommigen onder hen het plichtsbesef te ondergraven en de eenheid van het Vaderland in opspraak te brengen. De film zou klaarblijkelijk een schadelijke invloed uitoefenen op de geestesgesteldheid van kinderen. De commissie nam aanstoot aan de vermeende anti-belgische houding van de film, het gebruik van de afkorting AVV-VVK en de Vlaams-nationalistische boodschap. Zelfs in de notulen van de Ministerraad is een passage terug te vinden waarin verschillende regeringsleden zich zeer negatief uitlaten over deze film. Uitzonderlijk was een film van discutabel niveau, maar werd hij toch toegelaten omwille van uitgesproken pro-vaderlandse karakteristieken. Dit gold vooral voor oorlogsfilms. Te realistische oorlogsfilms kregen van de commissie steevast een KNT-label opgeplakt (met de representatie van geweld als argumentatie), tenzij ze het heroïsche karakter van soldaten sterk benadrukten. Zo weigerde de commissie in 1938 de film Espagne 1937 om de volgende reden : Beelden van de burgeroorlog zonder heroïsch karakter. Tendentieuze film die de oorlog op een eenzijdige manier voorstelt en die de geesten kan verwringen. 25

Vanuit de bekommernis om het statelijk gezag mocht evenmin gespot worden met de parlementaire instellingen. In de film Mr. Smith Goes to Washington (1940), waarin een idealistische senator strijdt voert tegen een corrupte senaat, werden maar liefst 13 coupures geëist. Elke mogelijke controverse werd weggeknipt. Angst en gruwel Beelden van een brand, van een doodsstrijd of van indrukwekkende natuurrampen zoals vulkaanuitbarstingen werden vaak geweigerd. Ook fantasiescènes moesten soms geknipt worden omdat de commissie ze te aangrijpend vond voor kinderen. Zo werd in Sneeuwwitje en de zeven dwergen (1937) vijf keer geknipt: De angstwekkende scène waarin de wortels in handen veranderen ( ). Het einde van de gedaanteverwisseling van de koningin in heks. De feeërieke scènes kunnen een ongewenste indruk maken op jonge kinderen. Ook beelden van spoken, van paranormale fenomenen of horrorscènes werden in deze geest geweigerd. De film The Mummy (1933) vormt een mooi voorbeeld: Film over occulte wetenschappen die door zijn mysterieuze aard en zijn griezelige enscenering te huiveringwekkend is voor kinderen ( ). Beelden van waanzin, van moord op afstand. Scènes rond de voorbereidingen van de mummificatie. In dezelfde lijn keurde de filmkeuringscommissie de vele horrorscènes in sciencefictionfilms af. Quatermass II (1958) werd omschreven als Afgrijselijke en verbijsterende sciencefictionfilm die de neiging heeft het zenuwstelsel van kinderen aan het wankelen te brengen en bij kinderen angsten doet ontstaan waarvoor psychiaters zo waarschuwen. Sciencefictionfilms werden dus in de eerste plaats om medische redenen geweigerd. Wanneer begin jaren 1950 de 3D-film werd uitgevonden, was die hetzelfde lot beschoren. Mélioscopil (1953) was bijvoorbeeld Te indrukwekkend voor kinderen. Het reliëf geeft de opeenvolgende beelden een te realistisch karakter: shock, zenuwstoornissen, nachtmerries, etc. kunnen het gevolg zijn. Gezag Ouderlijk gezag mocht niet in vraag worden gesteld, maar ook de rechterlijke macht werd in bescherming genomen: Gerechtelijke fout die allesbehalve onvermijdelijk lijkt. Inspanningen van de gerechtelijke autoriteiten opdat deze fout niet onthuld en hersteld zou worden (Beyond This Place, 1960). Komische films vormden geen uitzondering op dit vlak: Zelfs in komische films die geschikt zijn voor vertoning aan kinderen mag het prestige van justitie niet worden aangetast, wat hier niet het geval is. (Accusé Bach, levez-vous!, 1940). Ook het onberispelijke imago van de politie moest gewaarborgd blijven, evenals 26

De verbijsterende scènes uit deze film kunnen onmogelijk vertoond worden aan kinderen. 099 Gerechtelijke fout die allesbehalve onvermijdelijk lijkt. Inspanningen van de gerechtelijke autoriteiten opdat deze fout niet onthuld en hersteld zou worden. 112 27

dat van het leger. From Here to Eternity (1953) werd zo geweigerd omdat de film het leger voorstelt als een meedogenloze en onrechtvaardige organisatie. Militairen die hun oversten bekritiseerden of zich immoreel gedroegen, werden eveneens geweerd: In deze film komen scènes voor die de verbeelding van kinderen kunnen vertroebelen, met name de scène waarin luitenant Herbillon, verliefd op Denise (die verzweeg dat ze getrouwd was en eigenlijk Hélène heette), zich laat fotograferen in functie. Vervolgens, de scènes van lichte zeden en slechte smaak in de bar Chez Florence, waar de militairen zich gaan bezatten Eveneens afkeurenswaardig zijn de scènes waarin de piloten de bevelen van een overste in vraag stellen, en andere onwaarschijnlijke situaties die niet stroken met de militaire discipline (The Woman I Love, 1939). Zeker in de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog was men opvallend streng wat militaire discipline betrof. School was nog zo n gezagsapparaat. Dat leerlingen respectloos met leerkrachten omgingen, werd niet getolereerd. De commissie was evenmin opgezet met leerkrachten die zich immoreel gedroegen of die belachelijk werden gemaakt: Gebrek aan schoolse discipline. Leerkrachten die op een afkeurenswaardige manier in een slecht daglicht worden gesteld en een liefdesverhaal tussen de schooldirecteur en een leerling (verderfelijk voorbeeld). Hoewel het om een zedelijke film gaat, is hij toch niet toegelaten voor kinderen onder de 16 jaar, wiens gedachten zouden kunnen aangetast worden (Girls Dormitory, 1936). Slechte voorbeelden Een scène waarin een slaapkamer in een pensionaat werd overhoop gehaald, werd door de commissie aanvankelijk geweigerd omdat ze kinderen het slechte voorbeeld gaf. Liegen, jaloezie en bedrog werden om dezelfde reden afgekeurd. Ook fysiek gevaar was in deze context een motief: Bevat een reeks acrobatentoeren die kinderen zouden kunnen nabootsen (Attention en bas, 1936). De goochelkunstjes van Houdini (1953) moesten eveneens geknipt worden: Alle gebruikte trucs kunnen worden nagedaan door kleine kinderen en vormen bijgevolg een werkelijk gevaar. Zelfmoord Tot de jaren 1950 was elke sequentie die naar zelfbeschikkingsrecht en meer specifiek naar zelfmoord, abortus of euthanasie verwees onaanvaardbaar. Vooral zelfmoord werd op regelmatige basis als keuringscriterium aangewend. In de richtlijn-vandervelde uit 1921 werd zelfmoord ook expliciet benoemd als criterium, in de richtlijn-de Busscher uit 1951 niet meer. Met de representatie van de dood in zijn totaliteit werd evenmin gelachen: de lach van de roddelaarster op de begrafenis verwijderen (La malle au cadavre, 1953). 28

115 Een ingesteldheid die totaal ongepast is voor kinderen; wangedrag van een meisje; nachtelijke thuiskomst; plan en poging tot ontvoering; twisten tussen kinderen en directie; eigenaardige houding van ouders en directrice; oorvegen; escapade van een personeelslid, enz. Heel de film ademt een atmosfeer van bedrog en leugen, die als sympathiek wordt voorgesteld en eindigt in een poging tot zelfmoord uit wanhoop. 120 29

Dubbelzinnige toestanden; zeer rauwe dialogen die niet geschikt zijn voor kinderen. 123 30

Drugs en alcohol Als in een film alcohol voor verstoring van de maatschappelijke mechanismen zorgde, was de commissie streng. De context was doorslaggevend: piloten die in een oorlogssituatie, onder grote stress, als bijzaak een glaasje dronken, dat kon. Vanaf de jaren 1950 was de commissie uitgesproken milder voor scènes rond alcoholgebruik/-misbruik, tenzij het echt om braspartijen ging. Wat de representatie van drugs betreft, valt op dat vooral drugshandel expliciet aan bod komt in de motivaties van de commissie, en dat de representatie hiervan voor de commissie onder de noemer misdaad viel. Vulgaire taal Alle vuile woorden hadden volgens de commissie een anti-educatieve waarde en werden dus systematisch geknipt. Vuil bleek voor de commissieleden overigens een ruim begrip: in 1928 moest in de film Buffalo Bill het woord flirten vervangen worden door koketteren. Ten tijde van de stille film werden op regelmatige basis tussen- of ondertitels geschrapt of vervangen. Met de invoering op grote schaal van de gesproken film, vooral vanaf 1933, werd de focus van de commissie op taal gebruik nog groter. En niet alleen in de films zelf werden dialogen geschrapt en vervangen. Ook op publicitair materiaal zoals affiches en brochures greep de commissie soms in door zinnen, zinsdelen of woorden onleesbaar te maken. Onbegrijpelijk Sporadisch werd een film toegelaten eenvoudigweg omdat de commissie er niets van begreep. Meestal ging het dan om stille films: Goedgekeurd want onbegrijpelijk voor kinderen onder de 16 jaar en voor de leden van de filmkeuringscommissie (Le masque, 1922). Taal kon in deze redenering eveneens doorslaggevend zijn: In deze film wordt uitsluitend Pools gesproken. Wij wensen de exacte vertaling te ontvangen, zoals beloofd door de verhuurder, en een garantie van de Poolse legatie dat deze vertaling correct is. Dit is uiterst belangrijk gelet op het zeer grote aantal Poolse kinderen in de arbeiderswijken en de scholen van de industriële centra: Anderlecht, Luik, de kolenmijnen van de Kempen en van Bergen, waar zelfs de bakkers Poolse uithangborden hebben (La Roulotte, 1933). 31