HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD CS VINCENT VAN GOGH TE ASSEN & BEILEN Vastgesteld op 19 januari 2009, herzien en vastgesteld op 06 juni 2016
Paragraaf 1 Aantal leden van de Medezeggenschapsraad (MR) Artikel 1 Eenmaal per schooljaar toetst het bevoegd gezag aan de hand van het leerlingenaantal op de eerste door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voorgeschreven peildatum of het aantal leden van de medezeggenschapsraad in overeenstemming is met de bepalingen van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) Paragraaf 2 De werkwijze van de MR Artikel 2 Artikel 2a: Op schoolniveau bestaat de MR uit de onderscheiden functies: a. voorzitter MR; b. plaatsvervangend voorzitter MR, gelijktijdig voorzitter van de PMR, zijnde personeelsgeleding van de MR. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden gekozen uit en door de MR resp. DR. De ambtelijk secretaris, hierna genoemd secretaris, wordt door het bevoegd gezag toegewezen aan de raad en is dan ook geen lid van de raad. Artikel 2b: Op locatieniveau van de deelraden onderscheidt men de volgende functies: a. voorzitter DR; b. plaatsvervangend voorzitter. Een afvaardiging van de DR-en van de drie locaties vormt de totale MR op schoolniveau. Artikel 2c De secretaris ondersteunt de MR en de DR, maar maakt geen deel uit van de MR en deelraden. De secretaris is werknemer van de school en wordt aangesteld op basis van een vastgesteld aantal uren op jaarbasis in de taakbelasting. Artikel 3 De voorzitter en een vooraf aangewezen MR-lid vormen een zogenaamd Dagelijks Bestuur van de MR c.q de DR, dat in voorkomende gevallen beslissingen kan nemen. Hierbij kan men denken aan gevallen waarbij haast geboden is. Het Dagelijks Bestuur is echter achteraf wel verantwoording schuldig aan de voltallige MR c.q. DR. Artikel 3a: Taken van de voorzitter van MR en DR: 1. Het opstellen van de agenda van de MR vergadering in overleg met de voorzitter van de (P)MR en de voorzitter van het College van Bestuur (CvB) en de secretaris. Voor de DR met de voorzitter van de (P)DR en de locatie-/sectordirecteur en de secretaris. 2. Het organiseren en leiden van de vergaderingen. 3. Het regelen van de vertegenwoordiging van de raad bij bijzondere gebeurtenissen. 4. Het officieel vertegenwoordigen van de raad. Toelichting: hierbij kan gedacht worden aan het geven van informatie betreffende de raad op kennismakingsavonden met ouders en het onderhouden van contacten met 2
medezeggenschapsraden van andere scholen. Een delegatie van deze taken naar de secretaris of leden is mogelijk. Artikel 3b: Taken van het lid van het dagelijks bestuur (niet zijnde de voorzitter): 1. Het vervangen van de voorzitter wanneer dat nodig is. Toelichting: Dit geldt t.a.v. alle taken van voorzitter en secretaris, echter voor korte tijd. Als één en ander voor langere tijd nodig is, dient binnen de raad een oplossing gezocht te worden. Bij plotselinge afwezigheid van de voorzitter kan de leiding van de vergadering ook worden overgenomen door een van de leden. 2. De plaatsvervangend voorzitter woont de voorbereidingsbespreking van de agenda door de voorzitter en de secretaris bij. Artikel 3c: Taken van de secretaris: 1a. Het opstellen van de agenda van de MR-vergaderingen in overleg met de MR-voorzitter en de voorzitter van het CvB. b. Voor zover het de DR betreft: het opstellen van de agenda van de deelraad met de DRvoorzitter en de locatie-/sectordirecteur. 2. Het zorgdragen voor de notulering van de vergaderingen. Eén exemplaar dient voor digitale archief. 3. Het versturen van deze notulen/besluitenlijst binnen circa twee weken - aan de leden van de raden. 4. Het openbaar maken van: a. De vastgestelde besluitenlijst van de vergadering ten behoeve van het personeel via Insite. b. De data van de nog te houden vergaderingen indien gewenst door publicatie op de schoolwebsite. 5. Het toezenden van de raadsbesluiten ten aanzien van instemming of advies aan de directie. 6. De publicatie van de agenda s van de raden en hun achterbanvergaderingen vooraf op (de) (In)site, alsmede een verkorte verslaggeving daarvan in de Brug. 7. Het opstellen van het jaarverslag van de raad. Na goedkeuring door de leden zorgdragen voor: - toesturen van het jaarverslag aan het CvB en de directie; - publicatie van het jaarverslag op de website. 8. Het beheren van de penningen van de MR. 9. Het maken van een begroting per kalenderjaar. 10. Het publiceren van de ledenlijst van de raden, direct na de verkiezingen, op de website. 11. Het bijhouden van het digitale archief. 12. Het adviseren en assisteren van de klassenvertegenwoordigers van de subgeleding leerlingen t.a.v. hun overlegvergaderingen (leerlingenraad). 13. Het zo nodig adviseren en assisteren van de voorzitter van de ouderraad/het ouderpanel. 14. Het zorgdragen voor de samenstelling van de lijst van de leden van de ouderraad/het ouderpanel en het verzorgen van de mailing naar de ouderraad/het ouderpanel van vergaderstukken, notulen en informatie. 15. Het zorgdragen voor de samenstelling van de lijst van klassenvertegenwoordigers en mentoren en het verzorgen van de mailing naar de klassenvertegenwoordigers en mentoren van vergaderstukken, notulen en informatie. 3
16. Het instellen van een verkiezingscommissie. Toelichting: deze commissie draagt zorg voor de verkiezingen van de nieuwe leden en kan samengesteld worden uit aftredende leden. Artikel 4 Organisatie van het overleg tussen de subgeledingen van DR en MR en hun achterbannen. Artikel 4a: De subgeleding ouders 1. Elke klas van de school levert zo mogelijk één of meer klassenouders; dat zijn ouders die bereid zijn om overleg te voeren met de oudervertegenwoordigers in de ouderraad/het ouderpanel. Van iedere locatie zijn twee ouders vertegenwoordigd in de DR en één ouder in de MR. 2. Direct na de zomervakantie schrijft de secretaris de klassenouders van het jaar daarvoor aan en stelt hen de vraag of zij van de klas waarin hun kind dit jaar verblijft, klassenouder willen worden. Wanneer de antwoorden binnen zijn, stelt de secretaris een lijst op van de klassen die dan nog geen klassenouder hebben. De mentor vraagt op de eerste informatieavond van het schooljaar aan de ouders van de betreffende klassen of zij zich beschikbaar te willen stellen als klassenouder. De ouders die positief reageren worden lid van de groep klassenouders: de ouderraad (OR). 3. Stelt geen van de ouders zich beschikbaar, dan zal de klas dat jaar niet vertegenwoordigd zijn. 4. De ouderraad/het ouderpanel komt tenminste driemaal per jaar bijeen. De secretaris stelt in overleg met de voorzitter de agenda op. Ook worden de betreffende sectorleiders voor deze vergadering uitgenodigd. 5. De agenda voor een ouderraad/het ouderpanel wordt door de secretaris per mail aan de leden van de ouderraad/het ouderpanel verzonden. 6. De secretaris verleent advies en administratieve ondersteuning aan de ouderraad en verzorgt de notulering van de vergaderingen. 7. De meningen van de Ouderraad vormen voor de oudervertegenwoordigers in de MR/DR uitgangspunt voor hun standpuntbepaling. Ook kan de ouderraad zaken aandragen ter bespreking in de DR. Artikel 4b: De subgeleding leerlingen 1. Elke klas wijst direct na de zomervakantie een klassenvertegenwoordig(st)er aan en een vervang(st)er. Voor het overleg met de leerlingvertegenwoordig(st)ers in de MR/DR vormen deze klassenvertegenwoordig(st)ers een leerlingenraad. 2. Deze leerlingenraad wordt door de leerlingvertegenwoordig(st)ers in de MR tenminste drietot viermaal per schooljaar bijeen geroepen voor een vergadering, georganiseerd tijdens een lesuur. 3. De leerlingenraad vergadert voor de onder- en bovenbouw in een aparte vergadering. 4. Tenminste een week voor een vergadering van de leerlingenraad ontvangen zowel de mentoren als de klassenvertegenwoordig(st)ers de stukken voor de vergadering. Tevens wordt de belanghebbende leerlingcoördinator/sectorleider of begeleider van de leerlingeraad uitgenodigd om de vergadering bij te wonen. 4
5. De klassenvertegenwoordig(st)er krijgt van de mentor de gelegenheid om de agendapunten tijdens een lesuur of mentoruur te bespreken met de klas. De mentor geeft daarbij eventueel technische informatie en begeleidt zonodig de discussie. 6. De meningen van de klas worden op de leerlingenraad doorgegeven en de mening van de leerlingenraad is voor de leerlingenvertegenwoordig(st)ers in de MR/DR uitgangspunt voor hun standpuntbepaling in de MR/DR. Ook kan de leerlingenraad onderwerpen ter bespreking indienen bij de MR/DR. 7. De secretaris geeft waar nodig de leerlingenraad/leerlingenparlement advies en administratieve ondersteuning en is bij de vergaderingen aanwezig. 8. Voorafgaand aan de vergadering wordt een klassenvertegenwoordig(st)er gevraagd om het verslag te maken. Artikel 4c: De geleding personeel 1. Raadpleging tussen MR-vertegenwoordigers en het personeel: a. Via een enquête onder de personeelsleden. De enquête (stemming) gaat via de secretaris. In een lokaal of digitaal b. Via de teamvergaderingen. Een delegatie van de MR/DR-personeelsleden kan hier waarnemer zijn voor de MR/DR. Ook kan de raad een verzoek indienen bij de directie om zelf punten aan te dragen die na overleg besproken kunnen worden in de teamvergaderingen. c. Via een hearing. Na de lessen kan de raad de geïnteresseerde personeelsleden uitnodigen om te komen discussiëren over een onderwerp. d. Via een door de MR/DR georganiseerde personeels achterbanvergadering. Wanneer beleidsvoornemens aan de raad zijn aangeboden, b.v. tijdens het overleg directie-raad 14 dagen voor de MR/DR-vergadering, dan kan de personeelsdelegatie besluiten een achterbanvergadering bijeen te roepen vóór de MR/DR-vergadering in overleg met de directie. Voor dit overleg worden alle personeelsleden opgeroepen om in de aula bij elkaar te komen. Deze bijeenkomst is echter niet verplicht. 2. De MR/DR-leden van de subgeleding OP en OOP zijn tevens lid van de personeelsraad (de PMR/PDR. Voorzitter van de PMR/PDR is dat lid van het personeel dat tevens vice-voorzitter dan wel voorzitter van de MR/DR is. De PMR/PDR personeelscommissie komt bijeen enige tijd voordat een MR/DR-vergadering gehouden wordt. 3. In de PMR/PDR worden rechtspositionele en onderwijskundige zaken besproken, vooral die onderwerpen die deel uitmaken van de agenda van de erop volgende MR/DR-vergadering. Tijdens de vergadering van de PMR/PDR kunnen leden van het management aanwezig zijn teneinde zaken die rechtstreeks het werk van het personeel betreffen te kunnen bespreken. 4. De agenda van de PMR/PDR wordt voorafgaand aan de vergadering gepubliceerd op Insite zodat het personeel inbreng kan hebben op deze vergadering. Onderliggende documenten kunnen aangevraagd worden bij de secretaris. Paragraaf 3 Quorum en stemming Artikel 5 Quorum 1. Een stemming van de MR kan slechts plaatsvinden indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen. 5
2. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt een nieuwe vergadering belegd met dien verstande dat er slechts twee dagen tussen de rondzending van de oproep en het tijdstip van de vergadering behoeven te verlopen. 3. Deze laatste vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. Artikel 6: Stemming 1. De MR beslist bij gewone meerderheid van stemmen, tenzij het reglement anders bepaalt. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd, tenzij de medezeggenschapsraad in een bepaald geval anders besluit. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Stemmen bij volmacht is mogelijk per mail (bijvoorbeeld via de voorzitter). Mits het lid de beeldvorming d.w.z. de discussie heeft bijgewoond. Dat betekent dat als een document met aanpassingen opnieuw per mail wordt aangeboden dan mogen alleen de aanwezigen van de vergadering stemmen omdat zij de discussie hierover hebben bijgewoond. De uitslag van de stemming wordt in het verslag vastgelegd. Op verzoek wordt van een eventueel minderheidsstandpunt verslag gedaan. 2. Wordt bij een stemming over personen bij de eerste stemming geen gewone meerderheid behaald, dan vindt herstemming plaats tussen hen die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is diegene gekozen die alsdan de meeste stemmen op zich verenigd heeft. Indien de stemmen staken, beslist het lot. 3. Bij staking van de stemmen over en door de MR te nemen besluit dat geen betrekking heeft op personen, wordt deze zaak op de eerstvolgende vergadering van de MR opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Paragraaf 4 Overige bepalingen Artikel 7: Niet voorziene gevallen In alle gevallen waarin dit huishoudelijk reglement niet voorziet, beslist de MR op voorstel van de voorzitter, met inachtneming van het bepaalde in de Wet Medezeggenschap op Scholen en het MR reglement. Artikel 8: Wijzing en vaststelling van het huishoudelijk reglement 1. De MR is te allen tijde bevoegd het huishoudelijke reglement, met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens de wet, te wijzigen en deze ten minste eenmaal in de twee jaar opnieuw vast te stellen. 2. De secretaris draagt er zorg voor dat het CvB en de directie over de wijzigingen na vaststelling door de MR worden geïnformeerd. Artikel 9: Citeertitel; inwerkingtreding Dit reglement kan worden aangehaald als Dit reglement treedt in werking met ingang van 6 juni 2016. 6