Havenverordening Oudeschild 2016

Vergelijkbare documenten
Gelezen de adviezen van burgemeester en wethouders van 16 december 2015 en 8 augustus 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

RIJNHAVENVERORDENING ALPHEN AAN DEN RIJN 2016

Parkeerverordening 2013

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van Havengeld 2019

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

Verordening op het parkeren 2007

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Verordening Leukermeer e.o. Bergen (L.)

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, 06jos14047; raadsstuk ;

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Parkeerverordening. C!! emborg

Parkeerverordening Venray 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

Hoofdstuk 2 BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEGANG TOT DE HAVENS

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

g) Woonboot; een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning en dat een vaste verbinding heeft met de wal.

Verordening Haarlemse Wateren

Marktverordening Maastricht 2009.

2. Vast te stellen de op bijlage I bijgevoegde "verordening op de woonschepen".

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Landschapsverordening

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2006 b e s l u i t

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2009;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01;

1. In te trekken de Afvalstoffenverordening 2016 Dronten 2. Vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening 2019 Dronten

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Afvalstoffenverordening van de gemeente Renkum 2016

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Havenverordening voor de gemeente Huizen

b e s l u i t : Nr: 12-9 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-9;

VERORDENING KWALITEITSREGELS PEUTERSPEELZAALWERK

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

De gemeente stelt de Havenverordening gemeente Medemblik 2007 vast. Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening speelautomatenhallen Terneuzen 2011

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016

Erfgoedverordening Boxtel 2010

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Parkeerverordening 2013

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

CVDR. Nr. CVDR60546_1. Havenverordening 2008

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

Havenverordening Ouderkerk aan den IJssel, Gouderak en Lageweg 2017

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Afvalstoffenverordening Lelystad 2010

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Afvalstoffenverordening Avri 2018

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017:

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019;

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Haren 2012

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen ten aanzien van de kwaliteit van peuterspeelzalen;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Speelautomatenhalverordening Bladel 2019

besluiten havenmeester

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007; STZ 07/24389; raadsstuk ;

Tekstuitgave van de verordening naamgeving en nummering 2010

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

b Wettelijke taak Zie inleiding. a Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college a Onvermijdelijk

RAADSBESLUIT 16R şemeente WOERDEN. besluit:

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T:

St. Annaparochie, 26 november No

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Staphorst

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Bedum 2006

GEMEENTEBLAD. Nr Afvalstoffenverordening Breda 2016

Informatie over deze regeling kunt u inwinnen bij de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer, de heer

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

Verordening speelautomatenhallen 2017 gemeente Duiven

MONUMENTENVERORDENING 2006

Hoofdstuk 1. Algemeen

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Gemeente Veghel - Havenbeheerverordening Veghel december 2014

Transcriptie:

Havenverordening Oudeschild 2016 Wetstechnische informatie Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2015 Gepubliceerd als: Gemeenteblad Texel 2016 nr 11 datum 17-12-2015 Havenverordening Oudeschild 2016

De raad van de gemeente Texel: Gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 16 december 2015; Gelet op Artikel 149 van de Gemeentewet; Gehoord de raadscommissie op 1 december 2015; Overwegende dat hij op 2 juni 2008 heeft besloten de haven van Oudeschild over te nemen van het Rijk dat de werkingsduur van de huidige Havenverordening Oudeschild op 31 december 2015 eindigt dat er een havenverordening noodzakelijk is die regels stelt ten aanzien van orde en veiligheid, het gebruik van de haven, de veiligheid in openbaar water, vergunningen en ontheffingen Besluit vast te stellen en per 1 januari 2016 van kracht te laten worden, onder gelijktijdige intrekking van de op 1 juli 2009 vastgestelde 'tijdelijke' Havenverordening Oudeschild, de 'definitieve' Havenverordening Oudeschild 2016

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en procedurebepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Haven De haven van Oudeschild, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening b. Openbaar water Alle wateren binnen de haven die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn c. College Het college van burgemeester en wethouders van Texel d. Havenmeester De door het college aangewezen ambtenaar, belast met het toezicht op de haven e. BPR Het Binnenvaartpolitiereglement f. Bevoegde autoriteit Wat daaronder wordt verstaan op grond van het Binnenvaartpolitiereglement g. Schipper Wat daaronder wordt verstaan op grond van het BPR h. Schip Elk vaartuig, met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water i. Plezierschip Een klein schip, als bedoeld in het BPR, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor sport- of recreatiedoeleinden j. Ligplaats Plaats in het water, aangewezen voor het meren of ankeren van een schip k. Loswal De kade aan de oostzijde van de haven, nabij Haven 22, die in hoofdzaak is ingericht voor laad- en loswerkzaamheden l. Vloeipaal Stevige paal tegen en voor de kademuur die met de kop een eind boven de muur uitsteekt m. Bunkeren De overslag naar een schip van een olieproduct, zijnde een brandbare vloeistof bestemd voor de voortstuwing en het hulpbedrijf van dat schip dan wel een vloeistof bestemd voor de smering van scheepsmachines n. Opleggen Het voor onbepaalde tijd uit de vaart nemen van een schip, anders dan wanneer het schip een seizoensgebonden bedrijfsvoering heeft en in de winterperiode niet vaart o. Handel te water Het in de haven te koop aanbieden, verkopen of anderszins vervreemden van enig goed, met gebruikmaking van een daartoe bestemd en tijdens genoemde handelingen aanwezig vaartuig p. Port Security Officer De ambtenaar die als zodanig door de burgemeester is benoemd q. Port Facility Security Officer De ambtenaar die als zodanig door burgemeester en wethouders is benoemd e/of de functionaris die als zodanig door de gebruikers van de havenfaciliteit is aangesteld r. Port Security Plan PSP Oudeschild Haven, het op grond van de EU-richtlijn 2005/65/EG opgestelde havenbeveiligingsplan voor het hele havengebied s. ISPS-plichtig schip Elk schip van 500 BRT of meer en elk passagiersschip, in de zin van artikel 1 lid 1 onder d van de Schepenwet, dat internationale reizen maakt, niet zijnde een vissersschip Artikel 2 Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op de haven. Artikel 3 Vergunningen en ontheffingen Artikel 3.1. Verboden 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een ligplaats in te nemen en een aan het schip functionele kiosk en/of reclamebord te plaatsen in de Oude Havens. 2. Het is verboden opstallen anders dan een functionele kiosk en andere bouwwerken op de kade te plaatsen.

Artikel 3.2. Vergunning voor een ligplaats zoals aangegeven op de tekening vergunningsgebied 1. Een vergunning geldt voor het bedrijfsmatig exploiteren van een vaartuig in de Oude Havens (Noorderen Zuiderhaven) gedurende minimaal 4 dagen per week in de periode tussen Pasen en 1 november van elk jaar en/of voor anno 2015 in de Oude Havens liggende historische schepen als ze een aantoonbare bijdrage leveren aan het toeristische beleven van de haven en er voldoende activiteiten plaatsvinden om het schip zeevaardig te houden. 2. De vergunning is persoons-, ligplaats- en vaartuig gebonden. Dat wil zeggen dat bij iedere wijziging in een van deze omstandigheden een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd. Artikel 3.3. Overige voorschriften 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften worden verbonden. De beperkingen en voorschriften mogen slechts strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmede de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Op de vergunning of ontheffing wordt de geldigheidsduur ervan vermeld. 3. Indien een vergunning of ontheffing wordt verleend ter vervanging van een voorgaande vergunning of ontheffing, kunnen de beperkingen en voorschriften worden gewijzigd. 4. De verlening van een vergunning of ontheffing geschiedt schriftelijk; de verlening van een ontheffing kan in spoedeisende gevallen voor een eenmalige gedraging of handeling van korte duur mondeling geschieden. 5. Een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd: a. in het belang van de openbare orde b. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast c. in het belang van de verkeersveiligheid of veiligheid in openbaar water d. indien de belangen van derden hiermee onevenredig worden geschaad e. indien een doelmatig gebruik van de haven zich daartegen verzet f. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving g. indien van een eerdere vergunning of ontheffing gebleken is, dat hiervan door de houder geen gebruik is gemaakt h. indien een eerdere vergunning of ontheffing is ingetrokken conform lid 6 van dit artikel i. vanwege strijd met het bestemmingsplan. 6. Het college kan een vergunning, een ontheffing of een verlenging van een geldigheidsduur intrekken indien: a. een reden waarom zij werd verleend of verlengd is vervallen b. een daaraan verbonden beperking of voorschrift niet wordt nageleefd c. zich na de verlening of verlenging een zodanig feit of omstandigheid voordoet dat, indien het feit of de omstandigheid ten tijde van de verlening of verlenging bekend was geweest, de vergunning, de ontheffing of de verlenging van de geldigheidsduur niet of niet in die vorm zou zijn verleend. 7. De geldigheidsduur van een vergunning of ontheffing wordt niet verlengd indien: a. gebleken is dat gedurende het laatste tijdvak van geldigheid door de aanvrager geen gebruik is gemaakt van de eerder verleende vergunning of ontheffing b. redenen van orde en veiligheid in de haven zich tegen een verlenging van de geldigheidsduur verzetten.

Hoofdstuk 2 Orde en veiligheid in de haven Artikel 4 Maximale afmeting van schepen 1. De maximale afmeting van schepen die gebruik maken van de haven, is 90 m x 12,5 m x 4,5 m. 2. De bevoegde autoriteit kan hiervan afwijken. Artikel 5 Ligplaats nemen 1. De schipper van een schip neemt alleen ligplaats op die plaats, die hem door de havenmeester wordt toegewezen. 2. Het is de schipper van een schip niet toegestaan in de haven zijn schip te verhalen zonder toestemming van de havenmeester. 3. Ligplaatsen worden toegewezen door de havenmeester, rekening houdend met: het scheepstype, het doel en aard van de komst van het schip of de werkzaamheden van het schip. 4. De schipper van een schip doet bij aankomst in en bij vertrek uit de haven hiervan direct via de marifoon op het geldende kanaal melding bij het kantoor van de havenmeester. 5. Op verzoek van de havenmeester geeft de schipper zijn naam, de naam van het schip, het europanummer of teboekstellingnummer, de afmetingen van het schip, de naam en adres van de eigenaar, het voorgenomen tijdstip van vertrek en voor zover relevant de aard van de lading, evenals de herkomst en bestemming daarvan. 6. Indien na de melding aan de havenmeester als bedoeld in het vierde lid, blijkt dat de havenmeester niet bereikbaar is, dan wel het havenkantoor niet bezet is, dient deze melding te worden gedaan op het eerstvolgende tijdstip dat het havenkantoor bezet is. Het is schippers van schepen in die tijd wel toegestaan om ligplaats te nemen op een veilige plaats in de haven, maar zij dienen wel na de in dit lid genoemde melding ligplaats te nemen op die plaats die hen alsdan door de havenmeester wordt toegewezen. 7. De aanwijzing van een ligplaats ontheft de schipper niet van zijn verplichting zich er van te overtuigen dat de plaats voor zijn vaartuig veilig is. 8. Plezierschepen worden door de havenmeester doorverwezen naar de passanten- en jachthaven. 9. Zeeschepen die onder de ISPS-code vallen dienen zich te houden aan het gestelde in het Port Facility Security Plan Oudeschild Haven 10. Indien er lading wordt overgeslagen dan dient dat te geschieden aan een beveiligde kade, zoals aangegeven in het aanwijzingsbesluit ingevolge artikel 18 11. Personen vanaf een zeeschip dat onder de ISPS-code valt, kunnen via tenderboten afmeren in de haven, zoals aangegeven in het aanwijzingsbelsuit. 12. Met toestemming van de PSO kan, met inachtneming van het treffen van extra veiligheidsmaatregelen conform het Port Facility Security Plan aan een andere kade dan als bedoeld in lid 2 ladingoverslag of personenoverleg plaatsvinden 13. Zonder toestemming van de PFSO mag niet met ladingoverslag of personenoverslag worden begonnen 14. Ieder ander schip dat niet valt onder de ISPS-code, dat ligt afgemeerd aan een kade waar een ISPSplichtig schip ligt afgemeerd, valt dan ook onder het regime van het Port Facility Security Plan. Artikel 6 Vaarverboden Het is de schipper verboden: a. zonder toestemming van de havenmeester te varen met aan elkaar gekoppelde of vastgemaakte schepen; b. de havens te bevaren anders dan met gestreken zeilen; c. Het veroorzaken van hinderlijke waterbewegingen door de schroef in zijn werk te laten staan of door boeg- of hekgolven. Artikel 7 Verbod de haven binnen te varen 1. De havenmeester kan de schipper een verbod opleggen om met zijn schip de haven binnen te komen, indien het, gelet op de toestand van het schip, dan wel de opvarenden, hinder dan wel verstoring van het doelmatig dagelijks gebruik van de haven, dan wel orde of veiligheid met zich meebrengt of mee kan brengen.

2. De schipper, aan wie een in het eerste lid bedoeld verbod is opgelegd, is verplicht daaraan gevolg te geven. Artikel 8 Vaarverboden 1. Het is verboden te zeilen in de haven. 2. Het is verboden te surfen in de haven. 3. Het college kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen. Artikel 9 Bunkeren 1. Het is verboden al varende te bunkeren in de haven. 2. De schippers van bij bunkeren betrokken schepen en de chauffeurs van bij bunkeren betrokken voertuigen dragen er zorg voor dat slechts tot bunkeren wordt overgegaan nadat de bunkercontrolelijst door hen volledig en naar waarheid is ingevuld en ondertekend. 3. Zij dragen er zorg voor dat de bunkercontrolelijst gedurende het bunkeren en gedurende 1 week na het beëindigen van het bunkeren aan boord van hun schip of in hun voertuig ter inzage aanwezig is. 4. De schipper van het bunkerschip of de chauffeur van het tankvoertuig gaat niet tot bunkeren over alvorens hij zeker heeft gesteld dat: a. het bunkerschip of tankvoertuig goed is afgemeerd of geparkeerd b. de bunkerslangen, het bunkerpistool en de koppelingen in goede staat verkeren c. de bunkerslangen goed zijn opgehangen en voldoende speling hebben d. er voldoende geëigende middelen met voldoende capaciteit aanwezig zijn onder de aansluitingen van de bunkerleiding ter opvang van eventuele lekkage e. maatregelen zijn genomen met betrekking tot een noodstop. f. de communicatie met het te bunkeren schip gedurende het bunkeren voortdurend gewaarborgd is. 5. De schipper van het te bunkeren schip gaat niet tot bunkeren over alvorens hij zeker heeft gesteld dat: a. er een goed werkend overloopalarm (bunkeralarm) aanwezig is, of een wachtsman aan dek die voortdurend toezicht houdt op het bunkeren b. de spuigaten voor zover mogelijk goed zijn afgesloten c. niet in gebruik zijnde bunkerleidingen goed zijn afgeblind d. de bunkerslangen goed zijn opgehangen en voldoende speling hebben e. de bunkeraansluitingen in goede staat verkeren f. er voldoende geëigende middelen met voldoende capaciteit aanwezig zijn onder de aansluitingen van de bunkerleiding, en onder de ontluchting ter opvang van eventuele lekkage g. de maatregelen met betrekking tot een noodstop bekend zijn h. de communicatie met het bunkerschip gedurende het bunkeren voortdurend gewaarborgd is. 6. Het model van de bunkercontrolelijst wordt vastgesteld door het college. 7. Indien het geven van gasolie aan schepen plaats vindt door gecertificeerd personeel is het niet noodzakelijk een zogenaamd bunkerformulier te overleggen aan de havendienst. Artikel 10 Afmeren 1. Het is verboden trossen vast te maken aan vloeipalen. 2. Het is verboden trossen langs of om de vloeipalen te geleiden. 3. Het is verboden een schip met sloten vast te leggen of vastgelegd te houden. 4. Het is verboden vlotten, pontons en bijboten langszij of aan de kades af te meren, anders dan met toestemming van de havenmeester. 5. Het is verboden af te meren aan de kade op het moment dat de waterstand hoger is dan de kade. 6. Het is verboden zonder dat men daartoe gerechtigd is een schip te ontmeren of te verplaatsen. Artikel 11 Bereikbaarheid schepen 1. Het is de schipper verboden de toegang tot een schip te blokkeren. 2. De schipper van een aangemeerd schip is verplicht er zorg voor te dragen dat het schip te allen tijde vlot en veilig kan worden betreden en verlaten en daartoe desnoods een voorziening te treffen.

Artikel 12 Het opleggen en slopen van schepen 1. Het is verboden een schip op te leggen zonder vergunning van het college. 2. Het is verboden een schip te slopen zonder vergunning van het college. Artikel 13 Stoffen of voorwerpen op of aan kades of op of aan het openbaar water 1. Degene die stoffen of voorwerpen op of aan kades of op of in het openbaar water terecht doet komen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan en degene die van een dergelijk voorval kennis draagt, is verplicht dit onmiddellijk te melden bij de havenmeester. 2. Een melding als bedoeld in het eerste lid verschaft voor zover mogelijk ten minste duidelijkheid omtrent de plaats en aard van het voorval alsmede de hoeveelheden en aard van de stoffen die vrij kunnen of zijn gekomen. 3. Degene die stoffen of voorwerpen op of aan de kades of op of in het openbaar water terecht doet komen, is gehouden voor het opruimen daarvan zorg te dragen en onmiddellijk (nood)maatregelen te treffen. 4. Het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid is niet van toepassing als de Wet verontreiniging oppervlaktewateren of de Wet milieubeheer daarin voorziet.

Hoofdstuk 3 Gebruik van de haven Artikel 14 Verboden gebruik van de haven 1. Het is verboden de haven te gebruiken voor het deponeren, lozen, storten, opslaan, achterlaten of afmeren van aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen dan wel onderdelen daarvan, van schroot, puin, vuil, afbraak- of bouwmaterialen, grond- en bodemspecie en al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, voor zover een en ander niet voortvloeit uit het onderhoud of het op de bestemming gerichte gebruik van gronden en bouwwerken. 2. Het is verboden het terrein, het water, de gebouwen, de steigers en andere werken te verontreinigen met vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, verf, of andere daarmee gelijk te stellen stoffen. 3. Het is verboden na afloop van werkzaamheden restanten lading, emballage, gebruiksvoorwerpen, vuilnis of andere daarmee gelijk te stellen stoffen op de haven achter te laten. 4. Het is verboden op het haventerrein in de steigers of palen te spijkeren, te boren en/of veranderingen aan te brengen. 5. Het is verboden aan dek van vaartuigen en op de steigers open vuur aanwezig te hebben, daaronder open vuur voor koken, bakken of braden. 6. Het is verboden rolsteigers en/of loopplanken die buiten gebruik zijn, anders dan evenwijdig aan de kade te laten staan. 7. Het is verboden in de haven vuilwatertanks te ledigen. 8. Het is verboden geluidsapparatuur of andere installaties te gebruiken in strijd met geluidsvoorschriften zoals genoemd in afdeling 2.8 van het Activiteitenbesluit. Artikel 15 Afval 1. Het is verboden scheepsafvalstoffen buiten de daarvoor bedoelde en aangegeven plaatsen in de haven te deponeren of op te slaan. 2. Het is verboden vuilnis anders dan huisvuil afkomstig van scheepvaart te deponeren in de containers ten behoeve van huisvuil scheepvaart. Artikel 16 Kadebelasting Bij werkzaamheden met zwaar materieel wordt de kadebelasting zodanig verspreid dat deze niet hoger is dan 2 ton per m². Op de loswal is de maximale kadebelasting 4 ton per m². Artikel 17 Aanwijzingen voor laden en lossen 1. Het is de schipper verboden goederen zodanig te laden, te lossen of te verschepen dat daardoor schade aan kaden, vloeipalen en andere havenoutillage of eigendommen van derden kan worden veroorzaakt. 2. Het is eenieder verboden goederen zodanig te laden, te lossen of te verschepen dat daardoor het doelmatig gebruik van de haven in het geding komt. 3. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing als de Wet milieubeheer of de Wet verontreiniging oppervlaktewateren daarin voorziet. Artikel 18 Gebruik schepen als opslag Het is verboden een schip op een ligplaats te gebruiken als opslagplaats, magazijn, werkplaats, expositieruimte of voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf, tenzij het gebruik van een schip gebonden is aan de aard van het beroep of bedrijf of indien wordt gehandeld met vergunning van het college. Artikel 19 Handel vanaf een vaartuig Het is verboden handel vanaf een vaartuig te water te bedrijven. Artikel 20 Overige gebruiksbepalingen 1. Het is verboden in de haven balken, fuiken of andere soortgelijke voorwerpen te hebben liggen of te laten drijven.

2. Het is verboden om tijdens het aanbrengen van vistuigen, kabels en dergelijke aan boord van vaartuigen gebruik te maken van op de wal staande bolders en lichtmasten en voor de kades geplaatste vloeipalen. 3. Het is verboden om zonder toestemming van de havenmeester ijs te breken. 4. Duikwerkzaamheden worden gemeld aan de havenmeester.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen Artikel 21 Strafbepaling Overtreding van bij of krachtens deze verordening gestelde gebods- of verbodsbepaling wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 22 Toezichthouders 1. Met het houden van toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening zijn belast: a. de havenmeesters; b. de medewerkers van het team Toezicht en de afdeling Gemeentewerken met de functie van toezichthouder. 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen. Artikel 23 Intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe verordening 1. De Havenverordening Oudeschild, vastgesteld op 2 juni 2009 wordt ingetrokken. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016. Artikel 24 Overgangsbepaling Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 22, eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. Artikel 25 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Havenverordening Oudeschild 2016. Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2015, De griffier, De voorzitter,