NOTA BEANTWOORDING VAN ZIENSWIJZEN VOORTGANGSNOTA EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER.

NOTA BEANTWOORDING VAN ZIENSWIJZEN VOORTGANGSNOTA EUROPESE KADERRICHTLIJN WATER.

1. Belangenvereniging Binnenstad Noord (Delft) 30 januari 2015 Grondwateronttrekking DSM Relatie grondwateronttrekking en bodemdaling moet benoemd worden in nota. Tevens eventuele gevolgen van afbouw onttrekking vermelden in de Nota. Verzoek wordt niet overgenomen. De KRW voortgangsnota heeft betrekking op de chemische grondwaterkwaliteit en - kwantiteit. In de systematiek van de KRW wordt binnen een grondwaterlichaam als geheel gekeken of het totaal aan onttrekkingen en aanvullingen met elkaar in evenwicht zijn, en dat is hier het geval. Individuele onttrekkingen hebben geen invloed op de kwaliteit van de grondwatervoorraad. De relatie met bodemdaling valt buiten het onderwerp van deze nota. 2. LTO-Noord 13 februari Reductie nutriënten en meststoffen. 2.1 Verzoekt de provincie er bij de waterschappen op aan te dringen de doelen aan te passen op niet-beïnvloedbare natuurlijke achtergrondbelasting nutriënten en historische verontreiniging. 2.2 LTO Noord verzoekt de provincie om de processen zoals beschreven in het 2.1 Alleen wanneer er sprake is van natuurlijke achtergrondbelasting, zoals bijvoorbeeld bij voedselrijke kwel of veenafbraak, mogen volgens de KRW doelen hierop aangepast worden. Nietbeïnvloedbare bronnen worden beschouwd als natuurlijke achtergrondbelasting. In tegenstelling tot natuurlijke achtergrondbelasting is historische belasting niet natuurlijk en wel beïnvloedbaar. Om deze reden zal de historische belasting niet verdisconteerd worden in de doelen. 2.2 De provincie staat positief tegenover het initiatief van LTO van het DAW. Wij gaan ervan uit dat LTO dit realiseert via de

3. Dunea 18 februari Fouten in tekst factsheets D(eltaplan) A(grarisch) W(aterbeheer) te faciliteren en capaciteit en financiële middelen vrij te maken om gezamenlijk tot resultaten te komen. In de tekst van de factsheets van Meijendel, Berkheide en Solleveld staan een aantal fouten. Ook zijn er verschillen in metingen terwijl het toch identieke bronnen betreft. bestaande structuren van samenwerking in gebieden. Hierbij kan worden aangesloten bij lopende trajecten en initiatieven, waarbij ook de financiering aan de orde kan komen. Voorbeelden zijn de nutriëntenaanpak in het Veenweide- en Bollengebied. Wij zien geen noodzaak extra capaciteit en middelen beschikbaar te stellen. In het kader van het GLB/POP3 kunnen watermaatregelen worden gefinancierd. Dit sluit aan bij het DAW. Inmiddels heeft er afstemming plaatsgevonden tussen het hoogheemraadschap van Delfland en Rijnland over de waterlichamen Meijendel en Solleveld. De meetlocaties zitten op verschillende afstand van de bronnen, waardoor er toch een verschil in meetresultaat kan optreden. Verder is de tekst, met name die op belastingen en effecten betrekking heeft, aangepast. 4. Hoogheemraadschap van Rijnland 18 februari Provinciale KRWmaatregelen voor Rijnland. Chemische doelen uit BKMW toepassen. 4.1 De lijst van Provinciale KRWmaatregelen die voor waterschapen worden uitgevoerd, aanvullen met maatregelen voor 3 waterlichamen in Rijnland. Vlietland: herinrichting Meeslouwerplas. Vogelplas Starrevaart: 4.1 Verzoek wordt niet overgenomen. Deze maatregelen kunnen niet als resultaatsverplicht in het Stroomgebiedbeheerplan worden opgenomen, aangezien er nog geen overeenstemming is over de status en uitvoering ervan. Daarom zal er eerst overleg moeten plaatsvinden over de

herstelmaatregelen. Valkenburgse Meer: afwerken plas na zandwinning. 4.2 In het kader van het traject Doelen overige wateren wordt gevraagd de chemische doelen uit het Besluit kwalteitseisen en monitoring water 2009 voor alle wateren van toepassing verklaren. voorgestelde maatregelen tussen de provincie en Rijnland. 4.2 Het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 (Bkmw) is op dit moment alleen van toepassing op KRWwaterlichamen, niet op de overige wateren. Normen voor deze overige wateren kunnen slechts op provinciaal niveau worden vastgelegd in de PMV (Provinciale Milieu Verordening). Het Rijk adviseert uit oogpunt van uniformiteit om geen aanvullende regelgeving op provinciaal niveau vast te stellen maar dit als beleidsuitgangspunt vast te leggen in de Water(beheer)plannen van provincies en waterschappen. Dit kan door de tekst in het N(ationaal) W(ater)P(lan) 2016-2021 op te nemen. Deze luidt: Bij alle bronnen van verontreiniging worden via vergunningen of algemene regels de best beschikbare technieken voorgeschreven om lozingen en emissies terug te dringen. Vervolgens wordt beoordeeld, zoals bij lozingen met de emissie-immissie toets, of aanvullende maatregelen nodig zijn. Daarbij kunnen voor zowel de KRWwaterlichamen als overige wateren de in het Besluit kwaliteitseisen en monitoring

water (Bkmw)en de onderliggende Ministeriële regeling monitoring) opgenomen stoffen en de daar vermelde getalswaarden als vertrekpunt dienen voor te maken afwegingen. Voorstel tekstwijziging: De bovenstaande tekst (tussen aanhalingstekens) opnemen onderaan paragraaf 5.1.3, voorafgegaan door de tekst: Het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 (Bkmw) is op dit moment alleen van toepassing op KRWwaterlichamen, niet op de overige wateren. Om de chemische normen uit het Bkmw ook voor overige wateren van toepassing te verklaren willen wij het volgende beleidsuitgangspunt vastleggen: 5. Adviesbureau Watersnip 18 februari Monitoring van de kwaliteit van de oevervegetatie in Reeuwijk. 5.1. Is het verschijnsel van achterblijvende groei van staande waterplanten bij de provincie bekend? 5.2. Op welke wijze vindt monitoring plaats betreffende de groei van oevervegetaties in natuurvriendelijke oevers? Wil PZH deze informatie openbaar maken? 5.1. Ja, dit is bekend. De provincie heeft in het recente verleden meerdere malen subsidie gegeven om oevervegetatie weer op gang te krijgen. 5.2. Er is vanuit Natura 2000 geen monitoring in dit gebied omdat er geen habitats maar alleen vogelsoorten zijn aangewezen. Het hoogheemraadschap van Rijnland Rijnland bevestigt desgevraagd dat zij zelf een monitoring uitvoeren betreffende de groei van de aangelegde oevers. Wij gaan er van uit dat de waterkwaliteitsbeheerder nieuwsgierig

5.3. Wil PZH op basis van nader onderzoek inzichten en kennis delen over begroeiing met staande waterplanten met de afdelingen vergunningverlening en handhaving? 5.4. Is PZH bereid door communicatie te voorkomen dat door bepaalde soort onderhoud/beheer (zoals bij het maaien van oevers) de groei van staande waterplanten verder stagneert? is naar dit verschijnsel, en dat het resultaat van deze monitoring, net als alle andere onderzoeksrapporten, openbaar is. 5.3. Wij zijn graag bereid om kennis van waterschappen en andere instanties binnen en buiten de provincie te delen. De afdelingen vergunningverlening en handhaving zijn niet betrokken bij de groei van waterplanten in veengebieden. 5.4. Wij zijn tevens bereid om via communicatie beheer- en onderhoudsmethoden te bevorderen die aantoonbaar bijdragen aan een oplossing voor de stagnerende plantengroei. 6. Vereniging de Sluipwijkse Plassen 18 februari Commentaar op Factsheet NL13_09 Broekvelden Vettenbroek en Factsheet NL13_11 Reeuwijkse Plassen 6.1. Verzoeken, vanwege het feit dat 80% van de oevers particulier eigendom is en vanwege hun kennis, betrokken te worden bij toekomstige ingrepen en bij de monitoring en het beheer van reeds uitgevoerde maatregelen. 6.2. Er worden enkele vragen gesteld over de fact-sheets en er wordt op enkele 6.1. Deze zienswijze heeft betrekking op oppervlaktewater dat in beheer is bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Daarom is dit voor advies door de provincie voorgelegd aan het Hoogheemraadschap van Rijnland. In overleg is afgesproken dat Rijnland de zienswijze in haar inspraak-nota meeneemt en over het verzoek om (structureel) overleg contact zoekt met de Vereiniging Sluipwijkse Plassen. 6.2. De opmerkingen over de factsheets zijn deels toe te schrijven aan het feit dat er een niet-definitieve versie van de

onvolkomenheden gewezen. factsheets ter inzage is gelegd. Dit is inmiddels gecorrigeerd. De overige opmerkingen/vragen worden door Rijnland beantwoord in haar inspraak-nota en de betreffende fact-sheets worden hierop aangepast. 7. Waternet, sector Drinkwater 19 februari - Tekst voortgangsnota. - Tekst fact-sheet NL13_36 Amsterdamse Waterleidingduinen - Reactie op Voortgangsrapportage Schoon water in beeld Rijn-West 2013. 7.1 Algemeen: Waarom wordt er in de rapportage geen aandacht geschonken aan (het belang van) KWA (Kleinschalige Wateraanvoervoorzieningen Midden-Holland) Via deze maatregel kunnen ook KRW doelen beter bereikt worden. 7.2 Verder een aantal opmerkingen/ verbeteringen op de tekst van de nota: 7.1 De Uitbreiding Capaciteit Kleinschalige Wateraanvoer is geen KRW-maatregel, maar een maatregel uit het Deltaplan Zoetwater. Overigens zoeken de waterschappen bij realisatie van de maatregel naar meekoppelkansen, waaronder het bereiken van doelen voor de KRW. Er is nog geen overzicht van meekoppelkansen en daarmee nog geen beeld van eventuele bijdrage aan KRWdoelen. Daarom is de maatregel niet opgenomen in de rapportage. 7.2.1: Tabel 4.1 en 4.2: Suggestie om meer gedetailleerd aan te geven wat de SVZ is van de maatregelen in N2000 gebieden en drinkwatergebieden. 7.2.1 De stand van zaken is gedetailleerd weergegeven in het maatregelenoverzicht per (Grond)waterlichaam dat terug te vinden is op de web-site van het waterkwaliteitsportaal. www.waterkwaliteitsportaal.nl Verder produceert Rijn-West hierover jaarlijkse voortgangsrapportages ( Schoon

7.2.2: pag. 14: Waarom wordt verwacht dat de chemische toestand in GWL Duin R-W in 2021 weer goed zal zijn? 7.2.3: Paragraaf 4.5, 1 e gedachtestreepje: Ten aanzien van de aanpak van verontreinigingen in de buurt van drinkwaterbronnen die ook via het Wbb spoor loopt zullen verdere concrete afspraken gemaakt moeten worden in het nieuwe Bodemconvenant voor de periode 2016-2021. Deze zal worden aangevuld met de zogenaamde KRW-inventarisatie van verdachte locaties 7.2.4: Paragraaf 4.5, 2 e gedachtestreepje, laatste water in beeld ) die ook op de web-site van de provincie geplaatst worden. 7.2.2. Er worden in de komende planperiode een aantal maatregelen uitgevoerd die gericht zijn op het voorkomen en verminderen van de emissie van fosfaat naar het grond- en oppervlaktewater. Deze maatregelen maken deel uit van het uitvoeringsprogramma Bloembollen Rijn- West. Omdat het slechts een lichte overschrijding van de norm voor fosfaat betreft, is de verwachting dat met deze maatregelen de fosfaatbelasting onder de norm zal komen. 7.2.3: Voorstel tekstwijziging: in paragraaf 4.5 na de tabel in het 1 e gedachtenstreepje de woorden cf. conform Bodemconvenant vervangen door: Het Bodemconvenant 2016-2021 is op 17 maart 2015 ondertekend door Waterschappen, IPO, VNG en het ministerie van I&M. Daarin zijn afspraken opgenomen voor de aanpak van verontreinigde locaties die van belang zijn voor de KRW. 7.2.4: Voorstel tekstwijziging: In paragraaf 4.5, 2 e gedachtestreepje aan het

zinsnede: Indiener wijst erop, dat anders dan de tekst doet vermoeden, er in Zuid-Holland in ieder geval 2 winningen voor drinkwater zijn waar actuele probleemstoffen worden aangetroffen (Bergambacht en Lekkerkerk) en dat er wellicht sanerings/ beheersmaatregelen nodig zijn. eind de tekst toevoegen: Voor drinkwatergebieden is in SGBP1 ook specifiek gekeken naar verontreinigingen die een risico kunnen zijn voor de drinkwatervoorziening. Eventuele locaties die hieruit naar voren zijn gekomen, zijn opgenomen als maatregel saneren verontreinigde landbodems in SGBP 2, voor zover deze niet al zijn uitgevoerd in SGBP 1. 7.2.5: Paragraaf5.1.3: Ambitie voor 2016-2021: advies om ook aandacht te schenken aan de relatie oppervlaktewater dat wordt geïnfiltreerd, o.a. ten bate van de drinkwatervoorziening. Het geïnfiltreerde water dient dan ook aan normen te voldoen, o.a. die welke in het Infiltratiebesluit (Wbb) worden geformuleerd. 7.2.5: Het infiltratiebesluit is alleen van toepassing wanneer oppervlaktewater in de bodem wordt gebracht met het oog op het onttrekken. Waterschappen en Rijkswaterstaat infiltreren geen oppervlaktewater in de bodem ten behoeve van drinkwatervoorziening. In Zuid-Holland wordt alleen door drinkwaterbedrijven oppervlaktewater geinfiltreerd. Dit moet inderdaad voldoen aan het infiltratiebesluit. In de vergunning is dit geregeld. 8. Gebiedsplatform Alblasserwaard- Vijfherenlanden 18 februari KRWmaatregelenpakket. 8. T.a.v. realisatiestrategie Rivierenland stellen zij de volgende aanvulling voor: de waterkwaliteit in gebieden met beschoeide oevers zou ook 8. Verzoek wordt niet overgenomen. Aanpassing van de regelgeving hierover dient bij het Waterschap Rivierenland voorgesteld te worden.

verbeterd kunnen worden door het uitsluitend toestaan van lage beschoeiingen, d.w.z. tot bijvoorbeeld maximaal 10 cm. boven de waterlijn. 9. Fraktie PSP-92 van Waterschap Rivierenland. 10. Mevr. N. Lakerveld-Van Dorp uit Lexmond. 23 februari KRW-voortgangsnota Instemming met de voortgangsnota KRW. 19 februari KRW-voortgangsnota Geen zienswijze die gericht is op aanpassing van de voortgangsnota KRW. Brief is te laat ingediend. Bevat echter geen inhoudelijk commentaar. De standpunten van Mevrouw Lakerveld gaan niet in op de Kaderrichtlijn Water en geven ons geen aanleiding tot aanpassing van het ontwerp.