Wijzigingsverordening Wet werk en bijstand 2009 De raad van de gemeente Oosterhout; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 maart 2009 gelet op artikel 8 van de Wet werk en bijstand, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; overwegende dat het noodzakelijk is om aanpassingen aan te brengen in de verordeningen die in het kader van de Wet werk en bijstand zijn vastgesteld; BESLUIT vast te stellen: de Wijzigingsverordening Wet werk en bijstand 2009, gemeente Oosterhout. Artikel I Wijziging Re-integratieverordening De Re-integratieverordening Wet werk en bijstand, gemeente Oosterhout wordt als volgt gewijzigd: A In de aanhef gelet op wordt artikelen 7, 8 en 10, tweede lid, van de Wet werk en bijstand vervangen door artikelen 7, 8 en 10 van de Wet werk en bijstand. B Onder vernummering van lid 3 tot lid 4 en lid 4 tot lid 5 wordt aan artikel 6 een nieuw lid 3 toegevoegd luidende: 3. Onverminderd artikel 9, tweede lid, van de wet onderscheidenlijk artikel 37a, eerste lid, van de IOAW en artikel 37a, eerste lid, IOAZ, en het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel, verleent het college aan een alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot vijf jaar op diens verzoek ontheffing van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de wet, onderscheidenlijk artikel 37, eerste lid, onderdeel a tot en met d, IOAW en artikel 37, eerste lid, onderdeel a tot en met d, IOAZ genoemde verplichtingen. 10-12-2009 1
C In het nieuw genummerde lid 4 wordt Ontheffing van de arbeidsplicht vervangen door De ontheffing genoemd in het eerste en tweede lid van dit artikel. D In het nieuw genummerde lid 5 wordt een ontheffing vervangen door de ontheffing genoemd in het eerste en tweede lid van dit artikel. E Aan artikel 6 wordt een nieuw lid 6 toegevoegd luidende: 6. De ontheffing bedoeld in lid 3 van dit artikel wordt verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 9a van de wet, onderscheidenlijk artikel 38 IOAW en artikel 38 IO- AZ. F In artikel 14, lid 1, wordt een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling vervangen door scholing of opleiding aanbieden die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert. G In artikel 14, lid 2, wordt regels ten aanzien vergoeden kosten vervangen door nadere regels ten aanzien van het gestelde in het eerste lid. H Artikel 15a wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel 15a luidende: 1. Onder verwijzing naar artikel 10a van de wet onderscheidenlijk artikel 38a van de IOAW en IOAZ, kan het college degene voor wie de kans op inschakeling in het arbeidsproces gering is en die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt, onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten gedurende maximaal twee jaar. 2. Onverminderd het over participatieplaatsen bepaalde in de wet, stelt het college bij uitvoeringsbesluit nadere regels over scholing of opleiding die toegang tot de arbeidsmarkt bevordert voor personen die op grond van artikel 10a van de wet of op grond van artikel 38a van de IOAW of IOAZ additionele werkzaamheden verrichten en het verstrekken van een premie voor deelname aan onbeloonde additionele werkzaamheden. 3. Als additionele werkzaamheden niet beschikbaar zijn of deelname hieraan voor de betrokken persoon naar het oordeel van het college niet mogelijk is, kan het college toestemming verlenen om met behoud van uitkering maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten. 4. De periode waarvoor toestemming wordt verleend voor het met behoud van uitkering verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten wordt afgestemd op de individuele situatie van de belanghebbende en bedraagt maximaal 2 jaar per keer. Na afloop van de vastgestelde periode vindt herbeoordeling plaats. 10-12-2009 2
Artikel II Wijziging Afstemmingsverordening Aan de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout wordt een nieuw artikel 11a toegevoegd luidende: In afwijking van de vorige artikelen is op de uitkeringsgerechtigde die op grond van een mandaatverlening van het college aan de Sociale Verzekeringsbank een uitkering ingevolgde de wet ontvangt, het maatregelenbeleid van de Sociale Verzekeringsbank zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 2006, 121 en 2008, 98 van toepassing. Artikel III Slotbepalingen A Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. B Deze verordening wordt aangehaald: Wijzigingsverordening Wet werk en bijstand 2009, gemeente Oosterhout. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 april 2009 de voorzitter de griffier 10-12-2009 3
Algemene toelichting In de raadsvergadering van 12 mei 2004 is een aantal verordeningen vastgesteld dat betrekking heeft op de Wet werk en bijstand (WWB) waaronder ook de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout en de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout. Deze werden voor het laatst gewijzigd op 20 mei 2008. Op grond van de Wet stimulering arbeidsparticipatie (Wet STAP) en de Wet verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders is de WWB gewijzigd. Deze wijzigingen maken het noodzakelijk om de verordening opnieuw aan te passen. Met ingang van 1 januari 2009 is artikel 10a WWB (artikel 38a IOAW en IOAZ) in werking getreden. Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om uitkeringsgerechtigden additioneel werk te laten verrichten met behoud van uitkering (zgn. participatieplaatsen) en stelt hiervoor een aantal regels. Zo zijn scholing of opleiding en het verstrekken van een premie onderwerpen die hierbij aan bod komen. Artikel 8 van de WWB (waarnaar in artikel 38a IOAW en IOAZ wordt verwezen) beschrijft de opdracht van de gemeenteraad en de bevoegdheid om bij verordening regels te stellen op een aantal onderwerpen. Dit artikel is met ingang van 1 april 2009 aangepast. Het aantal onderwerpen waarop de gemeenteraad een verordenende bevoegdheid heeft is daarmee uitgebreid. De gemeenteraad wordt op grond van dit artikel geacht om (bij verordening) regels te stellen met betrekking tot scholing of opleiding en het verstrekken van premies aan personen werkzaam op een participatieplaats, bedoeld in respectievelijk het vijfde en zesde lid van artikel 10a WWB. Het is niet persé nodig om een aparte verordening voor deze onderwerpen vast te stellen. Binnen de Re-integratieverordening kan hier invulling aan worden gegeven. Naast het nieuwe artikel 10a WWB is met ingang van 1 januari 2009 ook artikel 9a WWB (artikel 38 IOAW en IOAZ) in werking getreden. Op verzoek van de alleenstaande ouder van wie het jongste kind jonger is dan vijf jaar, kan het college ontheffing verlenen van de arbeidsplicht. Deze ontheffing is gekoppeld aan de plicht om deel te nemen aan scholing of opleiding. Deze wetswijziging levert geen nieuwe verordenende bevoegdheid voor de gemeenteraad op. Het is wel wenselijk om de re-integratieverordening op onderdelen aan te passen. Met deze wijzigingsverordening worden de noodzakelijke aanpassingen in de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout aangebracht. Doelstelling van de wijzigingsverordening is om op basis van de aangepaste artikelen in de WWB in combinatie met de al in de re-integratieverordening opgenomen bepalingen te komen tot een samenhangende benadering van scholing en opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert en ook op het vlak van verplichtingen en ontheffingsmogelijkheden tot een coherente beschrijving te komen. Artikelsgewijze toelichting Artikel I Wijziging Re-integratieverordening 10-12-2009 4
A In de aanhef is abusievelijk alleen het tweede lid van artikel 10 WWB benoemd. Dit moet het volledige artikel zijn. B Artikel 6 van de re-integratieverordening heeft betrekking op de ontheffing van de aan de bijstand verbonden verplichtingen in verband met arbeidsinschakeling en is een nadere uitwerking van hetgeen in artikel 9, tweede lid, WWB (ontheffing verplichtingen in verband met arbeidsinschakeling op grond van dringende reden) is bepaald. Ook het bepaalde in artikel 9a WWB moet op deze manier geïnterpreteerd worden. Om tot een samenhangende beschrijving van ontheffingsmogelijkheden te komen, is een nieuw derde lid ingevoegd dat verwijst naar de ontheffingsmogelijkheid op grond van artikel 9a WWB. Ook binnen de IOAW en IOAZ bestaat een zelfde verband dat ook binnen het artikel is verwerkt. C Dit lid heeft abusievelijk betrekking op uitsluitend de arbeidsplicht. De in artikel 6 van de re-integratieverordening geregelde ontheffing van verplichtingen heeft niet alleen betrekking op de arbeidsplicht, maar ook op de re-integratieverplichting genoemd in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, WWB (onderscheidenlijk artikel 37, eerste lid, onderdeel e, IOAW/IOAZ). Dit onderdeel van de wijzigingsverordening herstelt deze tekortkoming. D en E Lid 3 is toegevoegd om tot een samenhangende beschrijving van ontheffingsmogelijkheden te komen (zie B). Artikel 9a WWB biedt geen beleidsvrijheid voor gemeenten als het gaat om het verlenen van de in dit artikel bedoelde ontheffing van de arbeidsplicht. Om dit te benadrukken, is lid 6 ingevoegd en ook het vernummerde lid 5 tekstueel aangepast. F Dit betreft een tekstuele wijziging waarmee aansluiting wordt gezocht bij de wettelijke bepalingen over scholing en opleiding, zoals neergelegd in artikel 9a, vijfde lid, WWB en 10a, achtste en negende lid lid, WWB en gelijkluidende bepalingen in IOAW/IOAZ. G Dit betreft een tekstuele wijziging waarmee aansluiting wordt gezocht bij de formulering van artikel 9, vierde lid, van de re-integratieverordening. Dit artikel bevat de algemene kaders voor datgene wat bij uitvoeringsbesluit geregeld wordt. H Het oorspronkelijke artikel 15a stamt uit de tijd dat er nog geen wettelijk kader was voor de participatieplaats. Met het afronden van de politieke besluitvormingsproces omtrent de participatiebanen en het tot stand komen van wettelijke bepalingen hierover, is artikel 15a aangepast. Hierbij is aangesloten op artikel 10a WWB en wordt invulling gegeven aan de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad als het gaat om scholing of opleiding en het verstrekken van premies in het kader van participatieplaatsen. In aanvulling hierop wordt ook de mogelijkheid geboden om met behoud van uitkering maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten als deelname aan een participatieplaats (is additioneel werk) niet mogelijk is of deze niet beschikbaar is. 10-12-2009 5
Artikel II Wijziging Afstemmingsverordening Met ingang van 1 juli 2008 heeft het college de uitvoering van de Wet werk en bijstand voor personen van 65 jaar of ouder gemandateerd aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB voert de WWB uit voor meerdere gemeenten. Om deze uitvoering op een efficiënte wijze vorm te kunnen geven, heeft de Raad van bestuur van de SVB het afstemmingsbeleid van deze groep geregeld in eigen beleidsregels. Deze beleidsregels zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Met de invoeging van een nieuw artikel 11a in de afstemmingsverordening wordt bewerkstelligd dat voor personen van 65 jaar of ouder die de WWB-uitkering ontvangen via de Sociale Verzekeringsbank het afstemmingsbeleid zoals dit door de Raad van bestuur van de SVB is vastgesteld van toepassing is. Artikel III Slotbepalingen Dit artikel behoeft geen nader toelichting. 10-12-2009 6