de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten met gebruikmaking van een venturidop.

Vergelijkbare documenten
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

5 L Nimrod is een geregistreerd handelsmerk FUNGICIDE

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

50% dimethomorf. 51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

50% dimethomorf. 51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Nimrod 250 EC 5 L. Fungicide. Werkt preventief en curatief en wordt dankzij de EC formulering snel opgenomen. Unieke meeldauw bestrijding

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Nimrod vloeibaar TEGEN SCHIMMELS. inhoud: 5L. Batch nr.: zie verpakking

Wijziging Besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006

Spirit Fungicide Werkzame stof: Aard van het preparaat: Resistentiecode: Scan voor gebruik Toelatingsnummer: 13168N Toelatingshouder: Productname

Paraat. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.7 Productgroep: fungicide Formulering:

5 L Nimrod is een geregistreerd handelsmerk FUNGICIDE. 148x160mm

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

12477 N, 12 juli 2013 A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Voorbeeld. Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA van het middel Paraat, N W.10

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

1. RISK & SAFETY ZINNEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

SPECIMEN SPIRIT. Fungicide. Goede bescherming tegen bladziekten op kritische momenten

Daarnaast zijn er ook S-zinnen; deze geven aanbevelingen voor het veilig werken met bepaalde stoffen. S staat hier voor Safety.

SPECIMEN NIMROD 250 EC 5 L. Fungicide. Preventief en curatief tegen meeldauw, snelle opname dankzij de EC formulering

SPECIMEN PHANTOM. Fungicide. Goede bescherming tegen bladziekten op kritische momenten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol

Gazelle Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Wateroplosbaar granulaat Werkzame stof: acetamiprid Gehalte: 20% Inhoud: 1 kg, 5 kg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Banjo Forte. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol

water dispergeerbaar granulaat 26,7 % boscalid en 6,7 % pyraclostrobin

Risico en Veiligheidszinnen op etiketten en veiligheidsbladen

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Frontier Optima. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.3 Productgroep: herbicide Formulering:

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA voor het middel Paraat, N W.8

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Regalis Plus. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.1. Water dispergeerbaar granulaat WAARSCHUWING. Gevarenaanduidingen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Wijziging Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2007

Verigal D TEGEN ONKRUIDEN. inhoud: 5 L e. Batch nr:

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

U vint ook in bijlage het gunstige advies van de Hoge Gezondheidsraad. Gelieve de opmerkingen in verband met de bijsluiter rekening te houden.

Regalis Plus. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen,

Oikos. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimethanil pyrimenthanil GEVAAR

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

Stroby WG. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Directoraat-generaal Leefmilieu. Betreft: Aanvraag tot toelating voor het product: Pediline Pro. Geachte mevrouw, Geachte meneer,

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Butisan S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer 8660 N W.9 Productgroep: herbicide Formulering: vloeistof Werkzame stof:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

APOLLO SPECIMEN. Insecticide. Suspensie concentraat (SC) op basis van 500 g/l Clofentezine Toelatingsnummer: 8794N W.7

TOELATINGSAKTE Nieuwe toelating. Gelet op de aanvraag ingediend op: 27/05/2011. De Minister van Leefmilieu beslist:

Voorbeeld. Voor persoonlijk beschermingsadvies op maat ga naar

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

Kenbyo FL. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

1 L. Insecticide. typographica. Use only for corrections X print-pdf (for server upload) UN 2902

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

5 L Powertwin is een geregistreerd handelsmerk. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

Abir. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Delan DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

SPECIMEN. Fungicide. De basis voor de peenteelt ANEREFNL5LT/01/A B Scan voor gebruik

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Retengo Plust. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

TEGEN SCHIMMELS UN inhoud: 10 L e. Batch nr: zie verpakking

Paraat. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Transcriptie:

LNV Derde wijziging van het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 april 2006, nr. TRCJZ/2006/948, houdende de derde wijziging van het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen de aanvragen tot vrijstelling van de Nederlandse Bond van Boomkwekers, de Nederlandse Fruittelers Organisatie, LTO Nederland, LTO Groeiservice en het Hoofdproductschap Akkerbouw; Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962; Besluit: Artikel I Het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3455, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 1 wordt als volgt gewijzigd: A Aan deel I van de bijlage worden na onderdeel I.C. de volgende onderdelen toegevoegd, luidende: I. D. knelpunt appel vruchtdunning : Merknaam: Sevin SL Gehalte werkzame stof: 480 g/l carbaryl Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 8786 N Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V. Knelpunt: Appel Vruchtdunning vruchtdunningsmiddel met maximaal 1 toepassing per teeltseizoen in de teelt van appels vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2006 met dien verstande dat maximaal 1 ha per persoon per dag mag worden behandeld. Toepassing is uitsluitend toegestaan met een tractor met een gesloten cabine. De toepassing door middel van een vliegtuig is dus verboden. waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Het middel is schadelijk voor nietdoelwit Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt. In de teelt van appels is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen is de toepassing uitsluitend toegestaan indien: de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten met gebruikmaking van een venturidop. Dit middel is licht irriterend voor de ademhalingswegen, schadelijk bij inademing en bij opname door de mond. Buiten bereik van kinderen bewaren. Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik. Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding, zowel bij toepassen als bij werkzaamheden in behandeld gewas tot twee weken na de toepassing. Tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel dragen. (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen). Vruchtdunning bij appels Het middel toepassen na afloop van de bloei. Op sterk groeiende bomen bestaat grote kans op een te sterke vruchtdunning. In de kop van de boom is de dunning van nature minder. Door regelen van de vloeistofafgifte moet meer vloeistof boven in de boom komen. Nadunnen met de hand is meestal noodzakelijk. 50 200 ml per 100 liter water, afhankelijk van het ras. N.B.: Het juiste bespuitingmoment en de geschikte dosering variëren van ras tot ras. Gebruik van carbaryl kan vruchtverruwing tot gevolg hebben. I. E. knelpunt boomkwekerij en vaste planten emelten en ritnaalden Merknaam: Talstar 8 SC Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin Toelatingsnummer: Toelatingshouder: Belchim Crop Protection Knelpunt: Boomkwekerij en vaste planten emelten en ritnaalden insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat maximaal 6 hectare per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 30 september 2006. Het middel is schadelijk voor nietdoelwit Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid. a. Stof en spuitnevel niet inademen. b. Aanraking met de ogen en de huid vermijden. c. Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen. d. Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas. e. Draag een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht. f. In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. Uit: Staatscourant 27 april 2006, nr. 82 / pag. 13 1

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten en ritnaalden. Als er problemen met deze bodeminsecten verwacht worden, het product verspuiten en inwerken vóór het zaaien of planten. 1,25 liter middel per ha I. F. knelpunt grasland emelten Merknaam: IPM400 Gehalte werkzame stof: 400 g/l fenitrothion Toelatingsnummer: Toelatingshouder: Cerexagri B.V. Knelpunt: Grasland emelt insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per kalenderjaar met gebruikmaking van een spuitmachine en met dien verstande dat maximaal 7 ha per persoon per dag behandeld mag worden b. in grasland vanaf 2 dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 mei en/of 1 september tot en met 30 november 2006, mits een spuitvrije zone van 4 meter rond oppervlaktewater wordt aangehouden en met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen. De toepassing door middel van een vliegtuig is dus verboden. Gezien de persistentie van het middel is toepassing niet toegestaan voor de bloei van het gewas tenzij een minimum interval van 7 dagen tussen toepassing en de bloei van het gewas wordt aangehouden. Er is ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en bij aanraking met de huid. Het kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer giftig voor in water levende organismen; kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen. Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart. Wachttijd Grasland niet binnen 3 weken na behandeling beweiden. Grasland, ter bestrijding van emelten. Toepassen op vochtige grond en/of beregenen na toepassing kan het effect verbeteren. 2 liter middel per ha B Deel II van de bijlage wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel II.AC. komt te luiden: II. AC. knelpunt peterselie valse meeldauw Merknaam: Previcur N Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride Toelatingsnummer: 7920 N Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V. Knelpunt: Peterselie Valse meeldauw schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen: in de bedekte teelt van peterselie vanaf 1 september tot en met 30 november 2006, of in de onbedekte teelt van peterselie vanaf 1 augustus tot en met 30 november 2006 Veiligheidstermijnen: De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 3 weken voor peterselie. Het volgende moet in acht worden Niet roken tijdens gebruik. Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding. Het middel is een systemisch fungicide. Peterselie, ter voorkoming valse meeldauw (Plasmopara spp.). Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen. 0,5% (500 ml middel per 100 liter water) 2. Onderdeel II.AD. vervalt. 3. Na onderdeel II.AM. worden de volgende onderdelen toegevoegd, luidende: II. AN. knelpunt boomkwekerijgewassen en vaste planten gegroefde lapsnuitkever Merknaam: Curater vloeibaar Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran Toelatingsnummer: 7823 N Toelatingshouder: FMC Chemical Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten gegroefde lapsnuitkever Toegestaan is uitsluitend: het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel, met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen, die machinaal worden toegepast met gebruikmaking van driftreducerende doppen van minimaal 90% en, met dien verstande dat maximaal 1 hectare per persoon per dag behandeld mag worden, in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 juni tot en met 30 september 2006. Dit middel is schadelijk voor nietdoelwit Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Draag geschikte beschermende handschoenen, kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas. Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep. Uit: Staatscourant 27 april 2006, nr. 82 / pag. 13 2

Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen. en indien mogelijk dit etiket tonen. Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen. Bijen kunnen ook actief vliegen op nietbloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt. In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van de volwassen lapsnuitkever (Otiorhynchus spp). Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren en met een interval van 21 dagen herhalen. Het optimale toepassingstijdstip is s avonds, omdat de kevers s nachts actief zijn. 0,1% (100 ml per 100 liter water) II. AO knelpunt peer perenbladvlo Merknaam: Vertimec Gehalte werkzame stof: 18 g/l Toelatingsnummer: 10020 N Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection Knelpunt: Perenteelt ter bestrijding van perenbladvlo Toegestaan is uitsluitend: het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van peer van 1 mei tot en met 31 augustus 2006, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat gedurende 28 dagen na toepassing geen werkzaamheden in het gewas uitgevoerd mogen worden. Het middel is zeer giftig voor in het water levende organismen; het kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel daarom zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt. In de teelt van peer is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen de toepassing uitsluitend toegestaan indien de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten met gebruikmaking van een venturidop. Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden. Spuitnevel niet inademen. Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas. Draag een beschermingsmiddel voor de ogen. (indien mogelijk dit etiket tonen). Blootstelling vermijden vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen. Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart. Veiligheidstermijn De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 28 dagen voor peer. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per ha. In de teelt van peer, ter bestrijding van perenbladvlo (Psylla pyri). Toepassen op het moment dat de eerste eieren uitkomen. Vertimec is werkzaam tegen de eerste larvale stadia. Het heeft geen werking tegen de volwassen perenbladvlooien. De behandeling zonodig na minimaal 10 dagen eenmaal herhalen. De toevoeging van een uitvloeier kan de werking versterken. 0,075% (75 ml per 100 liter water) Attentie Gezien de inherente risico s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Verti- mec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen. II. AP knelpunt grondgebonden snijbloemen onder glas wortelduizendpoot : Merknaam: Curater vloeibaar Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran Toelatingsnummer: 7823 N Toelatingshouder: FMC Chemical Knelpunt: grondgebonden snijbloemen onder glas wortelduizendpoot insectenbestrijdingsmiddel op klei-, veen- en zavelgronden met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat voor het laden en mengen maximaal een hoeveelheid voor een te behandelen oppervlakte van 0,2 ha per dag per persoon aangemaakt mag worden. Toepassing is toegestaan in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen door middel van een grondbehandeling vanaf twee dagen na de datum van publicatie in de Staatscourant tot en met 31 december 2006. Dit middel is schadelijk voor nietdoelwit Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Draag geschikte beschermende handschoenen, kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas. Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep. Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen. en indien mogelijk dit etiket tonen. Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen. Uit: Staatscourant 27 april 2006, nr. 82 / pag. 13 3

Bijen kunnen ook actief vliegen op nietbloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden. Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt. In de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Scutigerella immaculata) Het middel toedienen via de regenleiding; meteen na toepassing enkele minuten naregenen. Bij zware aantasting de behandeling na ca. 14 dagen herhalen. In chrysanten is schade in de vorm van blad- of wortelverbranding niet uitgesloten. Op grond met een hoog organisch stofgehalte kan de werking van Curater Vloeibaar middels een grondbehandeling tegen de wortelduizendpoot tegenvallen. 2 ml per m 2, opgelost in 2 tot 3 liter water Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. voor deze: de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp. 1 Stcrt. 2005, 246, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 april 2006, Stcrt. 2006, 67. Toelichting Artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (hierna: de wet) is een uitwerking van artikel 8, tweede lid, van de Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van de Europese Unie van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230) (hierna: de richtlijn). Op grond van artikel 16aa van de wet kan vrijstelling worden verkregen voor de toepassing van een gewasbeschermingsmiddel dat niet is toegelaten. Aanleiding voor het onderhavige besluit De Nederlandse Fruittelers Organisatie, de Land- en Tuinbouw Organisatie LTO Nederland, LTO Groeiservice, de Nederlandse Bond van Boomkwekers NBvB en het Hoofdproductschap Akkerbouw hebben voor het teeltseizoen 2006 aanvragen ingediend tot vrijstelling op grond van artikel 16aa van de wet voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen voor andere teelten dan waarvoor deze zijn toegelaten. Op grond van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gehouden binnen een redelijke termijn op voornoemde aanvragen te beslissen. Algemene werkwijze voor vrijstellingen ex artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 LTO Nederland heeft in 2004 gesignaleerd dat naar haar opvatting in een 200- tal mogelijke combinaties van plagen of ziektes in een teelt geen bestrijdingsmiddel voor handen is (potentiële knelpunten). Vervolgens is ten behoeve van besluitvorming over deze gewasbeschermingproblemen aan de Plantenziektenkundige Dienst advies gevraagd. Zij heeft voor de teeltseizoenen 2004 en 2005 geadviseerd om 90 (van de ingediende 117) respectievelijk 106 (van de ingediende 145) gewasbeschermingsproblemen te erkennen als knelpunt. Deze knelpunten konden daarmee in aanmerking komen voor een eventuele vrijstelling. Bij de adviezen zijn de beginselen van geïntegreerde teelt uitgangspunt geweest. Voor het teeltseizoen 2006 heeft de Plantenziektenkundige Dienst op 1 december 2005 geadviseerd om 50 van de 55 aangedragen gewasbeschermingproblemen te erkennen. TNO en NOTOX adviseren, onder coördinatie van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (hierna: het College) bij iedere aanvraag over de vraag of de voor het knelpunt beoogde gewasbeschermingsmiddelen voldoen aan eisen inzake arbeidsbescherming, volksgezondheid en milieu. Voor de vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 zijn deze adviezen door het College nader bezien. Er zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen die een vrijstelling in de weg staan. Vervolgens heeft de Plantenziektenkundige Dienst op basis van de concrete aanvraag nader beoordeeld of het beoogde gewasbeschermingsmiddel, gelet op de voorliggende adviezen en de aanvraag, het gestelde probleem op een aanvaardbare manier ondervangt. Indien het beoogde gewasbeschermingsmiddel niet, slechts marginaal of op een onaanvaardbare wijze het gestelde probleem ondervangt, kan geen vrijstelling worden verleend. Toetsing van de ingediende aanvragen aan artikel 16aa van de wet Ten aanzien van de onderliggende aanvragen geldt dat de werkzame stof van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen vóór 26 juli 1993 op de Europese markt is gekomen en is opgenomen in een werkprogramma van de Commissie der Europese Gemeenschappen voor onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de richtlijn. Over de betrokken werkzame stoffen is nog geen communautair besluit genomen. Hiermee wordt derhalve voldaan aan het bepaalde in artikel 16aa, eerste lid, onderdelen a, b, en c van de wet. Uit het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 1 december 2005 blijkt dat er sprake is van knelpunten in de bestrijding van een ziekte of plaag die niet volgens de methodiek van geïntegreerde teelt bestreden kunnen worden. Daarmee is aangetoond dat het belang van de landbouw de inzet van een gewasbeschermingsmiddel dringend vereist als bedoeld in het eerste lid, aanhef, van artikel 16aa van de wet. Bovendien blijkt uit de adviezen van TNO en NOTOX, gecoördineerd door het College, dat toepassing van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen onder te stellen voorschriften geen onaanvaardbare gevolgen voor arbeidsveiligheid, volksgezondheid of milieu hebben. Er zijn gelet op het bepaalde in artikel 16aa van de wet dan ook geen beletselen voor de betrokken gewasbeschermingsmiddelen vrijstelling te verlenen van de verboden genoemd in de artikelen 2 en 10 van de wet ten behoeve van de bestrijding van een in de aanvraag genoemde ziekte of plaag in de daarbij genoemde teelt voor een in de vrijstelling genoemde periode. De bij de vrijstellingen gestelde voorschriften zijn in voorkomend geval in vergelijking met de eerder verleende vrijstellingen in het jaar 2005 of eerder aangepast aan de thans geldende eisen op grond van Bijlage V van de richtlijn nr. 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Aanvulling van de bijlagen In de toelichting bij het besluit Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 is aangegeven dat de bijlagen I en II bij dat besluit in de loop van 2006 worden aangevuld met nieuwe vrijstellingen waarvoor een aanvraag is of zal worden ingediend. Dit is thans het geval. Deze werkwijze bevordert de inzichtelijkheid van de beschikbare vrijstellingen via elektronische databanken zoals www.overheid.nl en www.wetten.nl. Concreet betreffen de aanvullingen de volgende: naast 5 nieuwe vrijstellingen wordt voor de reeds verleende vrijstellingen in onderdelen II.AC en AD. de toepassingstermijn enigszins uitgebreid. Onderdeel II.AD. zelf komt te vervallen, maar keert terug als onderdeel I.D.. Uit: Staatscourant 27 april 2006, nr. 82 / pag. 13 4

Gevolgde procedure Het onderhavige besluit is vanwege de voorbereidingen op het nieuwe teeltseizoen op grond van het bepaalde in artikel 4:11, onderdelen a, van de Algemene wet bestuursrecht niet voorgelegd aan belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben tegen het onderhavige besluit, te weten de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie en de Stichting Natuur en Milieu. In verband met het bepaalde in artikel 4:11, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht is van belang dat de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie herhaaldelijk heeft aangegeven dat het geven van vrijstelling tot onaanvaardbare schade leidt en in strijd is met artikel 8, tweede lid en derde lid, van richtlijn nr. 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Het College van beroep voor het bedrijfsleven heeft in haar uitspraak 22 maart 2005, onder nummer AWB 04876, 32010, uitgesproken dat de inzake de bij die uitspraak betrokken vrijstellingen niet staande kan worden gehouden dat de verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat deze risico s tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht, omdat de betreffende gewasbeschermingsmiddelen slechts gedurende korte tijd en op kleine schaal (in een kleine teelt en in een bepaalde dosering) mogen worden toegepast. Bovendien zijn, waar mogelijk, risicoreducerende maatregelen voorgeschreven. Inzake de door de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie naar voren gebrachte vermeende strijd tussen artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 en artikel 8, tweede en derde lid, van richtlijn nr. 91/414/EEG heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven in vernoemde uitspraak vervolgens prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van de Europese Gemeenschappen. Op grond van recente jurisprudentie van voornoemd Hof (Zaak C-316/04, uitspraak van 10 november 2005) is de verwachting dat het Hof tot een uitspraak zal komen waaruit blijkt dat de vrijstellingen niet in strijd zijn met artikel 8, tweede en derde lid van voornoemde richtlijn. Voorts blijkt uit de advisering van TNO en NOTOX voor de bij de in dit besluit betrokken vrijstellingen dat er geen sprake is van onaanvaardbare schade voor volksgezondheid, arbeidsbescherming of het milieu. Er hebben zich dan ook in overeenstemming met artikel 4:11, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht sinds het besluit tot verlenen van vrijstellingen voor het jaar 2005 geen nieuwe feiten of omstandigheden voorgedaan die aanleiding zijn tot het in de gelegenheid stellen om een zienswijze naar voren te brengen. Vervolgprocedure Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. De stukken, die ten grondslag liggen aan dit besluit, liggen ter inzage bij de Centrale Bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Bezuidenhoutseweg 73, 2594 AC, Den Haag en de Plantenziektenkundige Dienst, Geertjesweg 15, 6706 EA Wageningen. voor deze: de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp. Uit: Staatscourant 27 april 2006, nr. 82 / pag. 13 5