Röntgenonderzoek van de bloedvaten Angiografie, Dotterbehandeling / Stent plaatsing
Afspraak Uw behandelend specialist heeft met u een afspraak gemaakt voor een röntgenonderzoek van de slagaders en eventueel een behandeling van een vernauwing van een bloedvat. Voor dit onderzoek wordt u opgenomen. In deze folder kunt u lezen waarom en hoe de behandeling plaatsvindt en welke voorbereidingen u moet treffen. Wilt u tijdig bellen als de afspraak niet kan doorgaan. Wij maken graag een nieuwe afspraak voor u. Op de radiologieafdeling moet uw mobiele telefoon te allen tijde uitstaan. Wij verzoeken u dit GSM verbod na te leven. Het onderzoek Bij een angiografie worden röntgenbeelden gemaakt van uw bloedvaten. Zo kan worden nagegaan of er sprake is van afwijkingen. Bij een dotterbehandeling en/of stent plaatsing wordt geprobeerd om de vernauwing van uw bloedvat op te heffen. Door het opheffen van de vernauwing verbetert de bloeddoorstroming. Voorbereiding op het onderzoek Voor dit onderzoek wordt u opgenomen.voorafgaand aan dit onderzoek wordt bloedonderzoek verricht om uw nierfunctie te controleren. Het is belangrijk om uw nierfunctie te weten omdat bij dit onderzoek contrastvloeistof gebruikt wordt. Bij een zeer slechte nierfunctie wordt bij voorkeur geen onderzoek met contrastvloeistof uitgevoerd. Bij een licht gestoorde nierfunctie wordt een speciaal voorbereidingsschema voor het contrastonderzoek uitgevoerd. Soms, indien uw specialist dat noodzakelijk vindt, wordt voorafgaand aan het onderzoek een hartfilmpje (ECG) gemaakt. Twee uur voorafgaande aan het onderzoek mag u niet meer eten, drinken of roken. Op de verpleegafdeling krijgt u een tabletje valium (5 mg) om een beetje te ontspannen en 0,25 mg atropine intramusculair als een dotter of stentbehandeling gepland is. Ook krijgt u een OK-hemd en een disposable slip aan. Het vaatonderzoek wordt verricht door de radioloog en vindt plaats op de radiologieafdeling. Een verpleegkundige brengt u naar deze afdeling. Uitvoering van het onderzoek Angiografie Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoekstafel met boven u een röntgenbuis. Beide liezen worden schoongemaakt met jodium. Dit om ontstekingen te voorkomen. Vervolgens wordt het lichaam met steriele doeken afgedekt. Uw handen moeten onder deze doeken blijven. Hierna krijgt u in de lies een plaatselijke verdoving toegediend.
Na de verdoving is het vervolg van het onderzoek zo goed als pijnloos. Om de bloedvaten zichtbaar te maken is het noodzakelijk om een contrastvloeistof in te brengen. Nadat in de lies een slagader is aangeprikt wordt een heel dun slangetje (katheter) via de liesslagader tot in het te onderzoeken bloedvat geschoven. Zodra dit slangetje op de juiste plaats ligt, wordt deze aangesloten op een contrastpomp. Daarmee wordt contrastvloeistof in de slagader gespoten, tegelijkertijd worden foto s gemaakt. De radioloog volgt het onderzoek op een monitor. Tijdens het inbrengen van de contrastvloeistof kunt u het even warm krijgen en soms het gevoel hebben dat u urine verliest. (Dit is echter alleen het gevoel, dit gebeurt niet echt.) Tijdens het maken van de foto s is het van belang dat u zo stil mogelijk blijft liggen, omdat de foto s anders bewogen zijn en een nieuwe serie foto s moet worden gemaakt. Afhankelijk van welke bloedvaten onderzocht moeten worden, verschuift de radioloog de onderzoekstafel. Na het onderzoek wordt het slangetje weer uit het lichaam verwijderd. Om nabloeding te voorkomen wordt het gaatje in de liesslagader stevig dichtgedrukt. Vervolgens wordt een drukverband aangelegd dat gemiddeld 3 tot 6 uur moet blijven zitten. Wanneer u alleen voor het bloedvatonderzoek komt duurt het totale onderzoek op de radiologieafdeling ongeveer een half uur. De ingespoten contrastvloeistof plast u met uw urine gewoon weer uit. Dotter en/of stent Dit onderzoek kan soms direct plaatsvinden na de angiografie zoals deze hierboven staat omschreven, soms is al eerder een angiografie verricht en wordt de dotter en/of stent plaatsing in tweede instantie verricht. Wanneer uitgevoerd direct na de angiografie, zal de radioloog vaak hetzelfde gaatje in de lies gebruiken, soms moet een nieuwe verdovingsprik worden gegeven op een andere plaats en wordt daar dan een slangetje in de slagader ingebracht. Wanneer de angiografie al in een eerder stadium werd verricht zult u in de lies een verdoving krijgen en wordt daar dan ook het slangetje ingebracht. Voor een dotterbehandeling maakt de radioloog gebruik van een katheter met een ballon. De radioloog schuift de ballonkatheter (met een lege ballon) naar de plaats van de vernauwing. Daar wordt de ballon een aantal malen opgeblazen, zo wordt geprobeerd om de vernauwing op te heffen. Het opblazen van de ballon kan even pijnlijk zijn. Hierna worden controlebeelden gemaakt om te zien of de vernauwing is opgeheven. Afhankelijk van de beelden wordt het onderzoek beëindigd of wordt er overgegaan op stent plaatsing. In geval van beëindiging wordt de katheter verwijderd en een drukverband aangelegd. Voor de plaatsing van een stent maakt de radioloog gebruik van een speciale katheter waar een stent (kokertje van gaas) in zit. De radioloog schuift
deze katheter naar de plaats van de vernauwing. Daar wordt de stent ontplooid. Daarna wordt meestal nog gebruik gemaakt van een ballonkatheter om de stent tegen de binnenwand van de slagader vast te drukken. Hierna worden controlebeelden gemaakt om te zien of de vernauwing is opgeheven. Als het onderzoek klaar is, wordt de katheter verwijderd en een drukverband aangelegd. De duur van de behandeling is afhankelijk van de plaats van de vernauwing en of de plaats van de vernauwing snel bereikt kan worden. De behandeling duurt 1 a 2 uur. Aandachtspunten Bent u diabeet en gebruikt u het medicijn metformine, glucofage, glucovance of avandamet neemt u dan contact op met uw behandelend arts of meldt dit aan de laborant. U mag tot 48 uur na het onderzoek dit medicijn niet gebruiken. Als u weet dat u overgevoelig bent voor bepaalde contrast of geneesmiddelen, vragen wij u dit voor het onderzoek te melden aan de arts die u voor dit onderzoek heeft aangemeld, of indien dit niet lukt, aan de radioloog of de laborant op de dag van het onderzoek. Geeft u borstvoeding, dan moet u na toediening van contrastvloeistof de eerste voeding afkolven en weggooien. Als u medicijnen gebruikt, kunt u deze gewoon innemen. Indien de mogelijkheid bestaat dat u zwanger bent, moet u dit melden. Dit onderzoek stellen wij dan liever uit. Wanneer u bloedverdunners gebruikt overlegt u dan met uw behandelend specialist over het gebruik gedurende de behandeling. Vaak zal de medicatie rondom de behandeling worden veranderd. Na het onderzoek Na het onderzoek wordt u teruggebracht naar de afdeling dagbehandeling. Het eerste uur na het onderzoek moet u plat in bed blijven liggen met het been, waarin geprikt is, gestrekt. Daarna moet u nog bedrust houden volgens voorschrift van de radioloog. De duur van de bedrust kan variëren en is afhankelijk van de dikte van de gebruikte katheter. U hoeft echter niet meer plat te blijven liggen. Wel moet u het been waarin geprikt is zo goed als gestrekt houden. Na de bedrustperiode wordt het verband verwijderd en mag u mobiliseren. Wanneer één uur na het verwijderen van het verband de controles verder goed blijven mag u naar huis. Wanneer u s ochtends bent geholpen kunt u veelal dezelfde dag naar huis, bent u s middags geholpen dan blijft u nog 1 nacht opgenomen. Thuis adviseren we nog 1 dag rustig aan te doen en het behandelde been niet teveel te belasten. Als u een behandeling aan de bloedvaten heeft ondergaan, worden in sommige gevallen medicijnen voorgeschreven om het bloed te verdunnen. De behandelend specialist zal dit verder met u bespreken.
Het is belangrijk dat u in de uren na het onderzoek veel drinkt. Dit versnelt de uitscheiding van het contrastmiddel. Complicaties U moet zich realiseren dat deze behandeling eigenlijk een kleine operatie is. Er kunnen complicaties optreden. De meest voorkomende is een bloeduitstorting (blauwe plek) in de lies. Sporadisch komt het voor dat er een klein stolsel losraakt en een afsluiting teweeg brengt. In deze gevallen kan een aanvullende behandeling soms nodig zijn. Ook komt het sporadisch voor dat er een scheurtje ontstaat in het bloedvat. Vaak kan dat opgelost worden zonder aanvullende operatie, soms is een operatieve ingreep noodzakelijk. Uitslag Nadat u bent onderzocht, maakt de radioloog een verslag van uw onderzoek. Dit verslag gaat naar uw behandelend arts. Uw arts bespreekt de uitslag van het onderzoek met u. Mocht u nog vragen hebben over het onderzoek, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de radiologieafdeling. Angio afdeling Tilburg 013-4655267 Tot slot Wij doen er alles aan om uw bezoek op onze afdeling zo prettig mogelijk te laten verlopen. Het kan echter voorkomen dat u niet geheel tevreden bent. U kunt uw opmerkingen of klachten over uw onderzoek of behandeling het beste direct bespreken met de betrokken personen of met het hoofd van onze afdeling. Komt u er na overleg niet uit, dan kunt u zich wenden tot de klachtenfunctionaris. Meer informatie hierover kunt u vinden in de folder klachten, die u bij de balie van de radiologieafdeling kunt verkrijgen. Radiologieafdeling TSZ Vestiging Tilburg Dr. Deelenlaan 5 Tel: 013-4655620 Vestiging Waalwijk Kasteellaan 2 Tel: 0416-682658