Bijlage bij de brief aan de vaste kamercommissie met betrekking tot het wetsvoorstel algemene bepalingen burgerservicenummer

Vergelijkbare documenten
Burgerservicenummer Eén nummer is genoeg

PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME

De Minister van Financiën. Wetgevingsadvies - Wet gebruik BSN in de financiële sector

MEMORIE VAN TOELICHTING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

Ad 2. Verbetering regeling identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden Dit onderdeel van het wetsvoorstel bevat drie wijzigingen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg

Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Verordening basisregistratie personen (Verordening BRP) Purmerend

BASISREGISTRATIE PERSONEN

Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

ook voor provincies Eén burgerservicenummer NUMMER NOVEMBER 2005

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gelders Archief. Defintieve bevindingen inzake onderzoek Gelders Archief. Geachte,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

/ De heer I.W. Opstelten

Stichting RDC. Informatieverplichting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP); Burgerlijk Wetboek, boek 7: (overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO);

Privacyreglement PoortwachterDirect

Privacyreglement. Inhoudsopgave. Melius Zorg Privacyreglement

Privacy reglement Kraamzorg Renske Lageveen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Privacyreglement Aalsum & Nieuwland

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Wetgevingsadvies Wetsvoorstel basisregistratie personen

Privacy reglement Coöperatie Kraamzorggroep U.A. (lees Saskia Zorgt)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

Minister van Financiën. Postbus EE Den Haag

Het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg wordt als volgt gewijzigd:

Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg)

Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon.

Privacy reglement. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

33555 Aanpassing van wetten aan de Wet basisregistratie personen (Aanpassingswet basisregistratie personen)

De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG. Wetgevingsadvies invoering flexibel cameratoezicht.

Privacybeleid Artikel 1: Begripsbepalingen

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

Burgerservicenummer: invoering, breder gebruik en coördinatie

Privacy reglement. Pagina 1 van 9

Privacy Reglement Flex Advieshuis

Nieuwe regels voor een basisregistratie personen (Wet basisregistratie personen)

Verordening gegevensverstrekking Basisregistratie personen

PRIVACY STATEMENT. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Regio Utrecht West

Uit artikel 24 Wbp volgt dat het gebruik van wettelijke identificatienummers, zoals het BSN, een wettelijke grondslag moet hebben.

Ons kenmerk z Contactpersoon

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

's-gravenhage, 31 januari 1997 Ons kenmerk 96.A Onderwerp gecontroleerde afgifte kentekenplaten en persoonsregistratie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8.50 Privacyreglement

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)

R e g i s t r a t i e k a m e r

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Postbus EA DEN HAAG. Geachte,

Kennedy Van der Laan. Dhr. R. Paping. H.H. de Vries. Nederlandse Woonbond / Privacy. 6 maart /HVR/792435

De Registratiekamer voldoet hierbij gaarne aan uw verzoek.

Privacyreglement EVC Dienstencentrum

Privacy Statement Eigenheid Vastgoed BV 25 mei 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG); Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming.

FYSIOTHERAPIE STEENWIJK

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wijziging in SZW wetgeving

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PRIVACY STATEMENT. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuid Utrecht. Nieuwegein, september 2018

Deze privacyverklaring heeft betrekking op de verwerking van persoonsgegevens van:

Privacyverklaring. De Drentse Zaak

Bewerkersovereenkomst. Afnemer Logius. behorende bij het aanvraagformulier MijnOverheid

PRIVACYREGLEMENT DIFFERENCE4YOU

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)

Protocollering. Datum 18 februari 2015

Regiopolitie. Prins Clauslaan 20 Uw brief Postbus Bijlagen 1

Privacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder:

Privacyreglement Zorgbewind Nederland BV

Versie 1.0 oktober 2015 Privacyreglement

Oplegnotitie (GBA-verordening 2012) Gemeenteblad 2011 nr.100

Privacyverklaring. Uw veiligheid en privacy is onze zorg

Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy

Privacyverklaring Hulshof TCP

Burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen; gelet op het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens; besluiten:

DE SPELREGELS. rechtmatige verwerking. verzameldoel. verwerkingsgronden toestemming overeenkomst wettelijke plicht publiekrechtelijke taak enz.

Privacyreglement OCA(Zorg)

Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg

Privacy Reglement Nuis BV te Zwanenburg, hierna genoemd het bedrijf

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018)

College bescherming persoonsgegevens. Rapport definitieve bevindingen

Dé andere manier van dienstverlening!

Privacyreglement. Versie juli DOC.2.B /7/2014 versie 1.0

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wetgevingsadvies AMvB wijziging Besluit SUWI

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Advies concept wetsvoorstel Basisregistratie Ondergrond. Geachte,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Privacyverklaring Stichting Christelijke Zorgorganisatie Norschoten - (toekomstige) cliënten

Transcriptie:

Bijlage bij de brief aan de vaste kamercommissie met betrekking tot het wetsvoorstel algemene bepalingen burgerservicenummer Toelichting op punt 3. In de MvT (blz.. 24 en 25) wordt gesteld dat de hier bedoelde ombudsfunctie die het CBP wenselijk acht niet nodig is. Deze taak kan worden uitgeoefend door de FG van de beheersvoorziening, worden opgelost door het bestaande voorzieningen als intern en extern klachtrecht. Daarom wordt er afgezien van een centraal aanspreekpunt voor het BSN-stelsel. De FG is een door de WBP beschermde functionaris (artikelen 62 t/m 64 WBP) bij wie de de ombudsfunctie niet kan worden ondergebracht. Doel van deze voorziening is kort gezegd de burger een aanspreekpunt te geven voor klachten over het BSN-stelsel die hij niet goed ergens anders kan neerleggen. M.a.w. het gaat om een vangnetregeling. Deze is niet verankerd in de wet zelf en wordt zelfs niet nodig geacht. De burger die problemen ondervindt, loopt dan vast. Vraag: Blijft de minister bij zijn standpunt dat een ombudsfunctie niet in de wet hoeft te worden verankerd voor burgers die vastlopen in het BSN-stelsel? Toelichting op punt 5. Artikel 12 Wabb regelt de vergewisplicht. De MvT (blz 35-36) zegt hierover dat de vergewisplicht in sommige gevallen kan samenvallen met de plicht tot identificatie met een document als bedoeld in de WID. De RvS geeft aan dat met de vergewisplicht indirect een ruime, nogal algemene identificatieplicht wordt ingevoerd (blz. 4). In het nader rapport wordt dit ontkend. De vergewisplicht houdt slechts in dat nagegaan wordt of een BSN daadwerkelijk betrekking heeft op een bepaald persoon (blz 4). Vraag: De minister erkent dat de vergewisplicht achterwege kan blijven als de gebruiker en burger elkaar reeds kennen. Betekent dit dat er in alle andere gevallen dan wel sprake is van een verkapte identificatieplicht? Heeft de minister onderzocht of hiervan vaak sprake zal zijn? Toelichting op punt 6. Artikel 1, onder d, Wabb geeft de definitie van gebruiker: 1. een overheidsorgaan; 2. ieder ander ( ) voor zover deze werkzaamheden verricht waarbij het gebruik van het BSN ( ) bij of krachtens de wet is voorgeschreven. De RvS maakt de opmerking dat op grond van de MvT het mogelijk is dat het BSN wordt gebruikt door niet-overheidsorganisaties daar waar dat door een bewindspersoon die het aangaat, nodig wordt geacht ( blz 8). Reactie hierop in het nader rapport. De door de Raad bedoelde passage kan ten onrechte de indruk wekken dat het gebruik van het BSN buiten de kring van de overheid mogelijk zou zijn, ook als daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat. Bedoeld is echter dat gebruik bij of krachtens wet mogelijk kan worden gemaakt (nader rapport, blz 8). Het Cbp acht het voorts noodzakelijk om in de memorie van toelichting meer aandacht te schenken aan de criteria die zullen worden gehanteerd om de gebruikers die geen overheidsorganen zijn, toe te laten tot het stelsel. Om daarin te voorzien, is onder meer de 1

definitie aangescherpt van gebruikers die geen overheidsorgaan zijn. De wijziging impliceert dat voor de regelgeving op basis waarvan niet-overheidsorganen de status van gebruikers kunnen krijgen, altijd een advies van het Cbp noodzakelijk is. Voorts zijn de bepalingen betreffende het gebruik van de voorzieningen van het BSN-stelsel aangescherpt. Verderstrekkende criteria betreffende de toelating van gebruikers tot het BSN-stelsel worden echter niet gegeven. In dit opzicht brengt het onderhavige wetsvoorstel geen verandering in de huidige situatie, waarin immers ook geen algemene criteria gelden, behoudens die in de Wbp, voor het gebruik van persoonsnummers door niet-overheidsorganisaties. (MvT, blz 5) Het gebruik door andere organisaties dan die welke onder het begrip «gebruiker» vallen, valt buiten de reikwijdte van dit wetsvoorstel. MvT, blz. 11). Vraag: Acht de minister het wenselijk of onwenselijk om het gebruik van het BSN ook buiten de overheid door het bedrijfsleven toe te staan? Waarom? Toelichting bij punt 9 De landkaart: De wet regelt de zorg en instandhouding van een informatiepunt waar een ieder informatie kan krijgen over het gebruik van het BSN en de gegevensverwerkingen waarbinnen deze worden gebruikt. In artikel 18 van de Wabb staat hierover het volgende: 1. Onze Minister draagt zorg voor de inrichting en de instandhouding van een voorziening met behulp waarvan voor eenieder algemene informatie beschikbaar wordt gesteld met betrekking tot: a. het gebruik van burgerservicenummers; b. de gegevensverwerkingen van gebruikers, waarbij burgerservicenummers worden gebruikt. 2. Overheidsorganen verschaffen Onze Minister desgevraagd de inlichtingen betreffende gegevensverwerkingen, die van belang zijn voor de uitvoering van het eerste lid. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking de verplichting, bedoeld in het tweede lid. 1 MvT: Aan de hand van de landkaart moet de burger in het kader van transparantie informatie kunnen vinden over overheidsorganisaties die het BSN gebruiken en de verstrekkingen die er plaatsvinden met behulp van dit nummer. Deze voorziening draagt bij aan het inzichtelijk maken aan een ieder van de informatiehuishouding van de gebruikers van het BSN. Concreet wordt de landkaart in een speciale website vormgegeven. Ook kan de burger er informatie vinden De wet geeft aan dat de beheervoorziening deze website moet beheren. Desgewenst kan de Landkaart aan de burger worden toegezonden aldus de MvT. 2 Van de Landkaart zelf gaat geen normerende werking uit. De wet geeft niet aan wie verantwoordelijk is voor het inhoudelijk onderhoud van de op de site geplaatste informatie. Dit houdt het risico in zich dat de informatie die op deze wijze aan de burger wordt verstrekt, op een gegeven moment onvolledig en onjuist is. Daarmee komt het doel waarvoor deze voorziening door de wetgever is bedoeld, onder druk te staan. Hoewel in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel staat dat de Landkaart alomvattend zal zijn, wordt TK 2005-2006, 30312, nr. 2, pagina TK 2005-2006, 30312, nr. 3, pagina 44/45 1 2 2

tevens aangegeven dat de Landkaart enkel een overzicht van overheidsgebruikers zal bevatten. In een eerdere berichten aan de TK 3 en in eerdere versies van het voorontwerp waarover het CBP heeft geadviseerd betrof het nog een overzicht van alle gebruikers. Vraag: Is de minister bereid om de verantwoordelijkheid voor de landkaart op zich te nemen en dit in de wet op te nemen? Toelichting bij punt 10: Register Niet Ingezeten In de MvT wordt op 12 pagina s gesproken 4 over het register van niet-ingezetenen, het zogenaamde ARNI. In dit register worden niet-nederlanders, ex-nederlanders en anderen opgenomen die een band met Nederland hebben, bijvoorbeeld omdat zij in Nederland werken of in Nederland belasting betalen. In Hoofdstuk 13 wordt uiteengezet dat regelgeving daarvoor nog moet worden geformuleerd. Bij elke persoonsregistratie is er sprake van een zogenaamde grijze groep, personen die niet voor 100% passen binnen de grenzen van de registratie, of personen op wie anderszins bijzondere omstandigheden van toepassing zijn. Een stelsel als het burgerservicenummer kan naar de mening van het CBP pas goed functioneren als juist ten aanzien van die grijze groep de zaken goed geregeld zijn. Het wetsvoorstel bevat geen regeling. Het ARNI zal separaat worden geregeld. Vanwege de samenhang met het stelsel is het ongewenst deze wet vast te doen stellen zonder een regeling te hebben voor de niet-ingezeten die een relatie hebben met de Nederlandse overheid. Vraag: De minister van vreemdelingenzaken heeft al kenbaar gemaakt zich niet geroepen te voelen om een register niet-ingezetenen te houden. Omdat dit wetsvoorstel dit niet regelt wordt op zijn minst de indruk gewekt dat de minister van bestuurlijke vernieuwing deze taak ook niet op zich neemt. Kan de minister aangeven wie daar politiek dan wel verantwoordelijk voor is? TK 2004-2005, 30100 VII, pagina 70 Jaarverslag Bzk TK 2005-2006, 30312, nr. 3, p. 5, 7, 11, 13, 14, 15, 22, 27, 28, 30, 31 en 37 3 4 3

Bijlage 2 bij de brief dd aan de Tweede Kamer inzake het Burgerservicenummer. Overzicht van informatie aan de Tweede Kamer inzake het Burgerservicenummer. 1. Aanbieden advies van Van Thijn aan TK De handelingen met betrekking tot persoonsgegevens zijn door ICT eenvoudiger, gemakkelijker en effectiever geworden. Daarmee dient zich de vraag aan of de bestaande beleidskaders voor het gebruik van persoonsnummers, naast de privacywetgeving, nog voldoende waarborgen bieden voor een behoorlijke en transparante omgang met persoonsgegevens.... Privacybescherming, rechtmatigheid en transparantie Het toegenomen gebruik van persoonsgegevens, het groeiende aantal persoonsnummers en het ontbreken van één aanspreekpunt komt het beeld van een transparante en een betrouwbare overheid niet ten goede. De overheid zal daarom de nodige maatregelen moeten treffen, om te beginnen door te zorgen dat de koppeling van gegevens en de geldende privacywetgeving met elkaar in overeenstemming blijven. Daarnaast is het de plicht van de overheid om een maximale transparantie en controleerbaarheid te betrachten als het gaat om de omgang met persoonsgegevens. Duidelijke afspraken over het gebruik en beheer van persoonsnummers dragen hieraan bij.. En vervolgens wordt na deze teksten het BSN-stelsel uiteengezet incl vertrouwensfunctie etc.) (TK 2002-2003, 28600 VII, nr 6/28684, nr. 1.) 2. Modernisering van de overheid kamerstukken 29362 Door middel van het BurgerServiceNummer en de basisregistraties kunnen burgers en bedrijven zich eenduidig bekend maken bij de overheid. Het BSN speelt binnen de gegevenshuishouding van de overheid een spilfunctie: met dit persoonsnummer kunnen persoonsgebonden gegevens doelmatig en betrouwbaar uitgewisseld worden tussen overheid en burger. Het BSN zal in de fiscale en sociale-zekerheidssector worden gebruikt als SoFi-nummer, in de zorgsector als Zorg Identificatie Nummer (ZIN) en in het onderwijs als OnderwijsNummer. De verantwoordelijkheid voor het gebruikvan de nummers ligt daarmede ookbij de onderscheiden vakministers. Teneinde de invoering van het BSN op 1 januari 2006 te realiseren, zal nog in 2004 een daartoe strekkend wetsvoorstel worden voorbereid. (TK 2003 2004, 29 362, nr. 18, 3) Het BSN stelsel Het BSN stelsel bestaat uit voorzieningen voor het beheer en gebruik van 1

het BSN en die zorgen voor vertrouwen in het stelsel. Hiervoor wordt een Overkoepelende Beheervoorziening (OBV) en een Nationale Vertrouwensfunctie (NVF) ingericht. Ook komt er een Wet op het BSN die zorgt voor de juridische verankering van het BSN stelsel. Invoering van het BSN is een voorwaarde om te komen tot een verbetering van de elektronische dienstverlening en eenmalige gegevensverstrekking een speerpunt van het actieprogramma Andere Overheid. De invoering van het BSN verplicht ook tot het stevig doorzetten van de fraudebestrijding. Het streven is erop gericht het BSN per 1 januari 2006 in te voeren. (TK 2003 2004, 29 362, nr. 15, 2) 3. Jaarverslag en slotwet Bzk 2003 Tenslotte is in 2003 het Implementatieplan voor het burgerservicenummer ( BSN) gerealiseerd. Hierin is aangegeven wie een burgerservicenummer gaan krijgen en langs welk invoeringstraject dit zal geschieden. Een analyse van de verschillende activiteiten is uitgevoerd om het burgerservicenummer in 2007 een feit kunnen te laten zijn. Voorgesteld wordt dat niet alleen de burgers die ingeschreven staan in de bevolkingsboekhouding (GBA) maar ook relevante categoriën niet-ingezetenen een BSN krijgen voorzover hiervan de identiteit op een goede manier kan worden vastgesteld. De vorming van een basisregister van nietingezetenen is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Voor het genereren, distribueren en beheren van het BSN moet een Overkoepelende Beheerorganisatie worden ingericht. Het implementatieplan omvat ook het inrichten van een nationale vertrouwensfunctie die mede moet waarborgen dat de overheidsinstanties op een efficiënte en correcte wijze gegevens met elkaar uitwisselen. Met het tot stand komen van het Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 29 540, nr. 14 115 genoemde Implementatieplan is een belangrijke stap gezet in de toegezegde verdere vormgeving van een modern persoonsnummerbeleid. Op basis van het implementatieplan zal het kabinet in de eerste helft van 2004 de definitieve beslissing tot invoering van het BSN kunnen nemen. (TK 2003 2004, 29 540, nr. 14, pagina 115) 4 Jaaverslag en slotwet 2004 Bzk 2004 Halverwege 2004 is het Burgerservicenummer geïntroduceerd en is gestart met het opstellen van de benodigde specificaties voor bijbehorende informatiesystemen. Gelijktijdig is het wetgevingstraject in gang gezet, wat geresulteerd heeft in: 1. een architectuur voor het BSN-stelsel; 2. functionele specificaties voor de technische voorzieningen, in het bijzonder de overkoepelende beheervoorziening; 3. functionele specificaties van een belangrijk onderdeel van de vertrouwensfunctie, te weten de Landkaart en; 4. een wetsvoorstel dat in december ter advisering is voorgelegd aan het 2

College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), ACTAL (Adviescollege Toetsing Administratieve Lasten) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). In 2004 is overeenstemming bereikt tussen verschillende betrokken overheidsorganisaties over de invoering en de financiering van het Burgerservicenummer. (TK 2004-2005, 30100 VII, pagina 70 Jaarverslag Bzk) 5. Modernisering van de overheid Brief aan TK van 22 september 2005 2. Privacybescherming Aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt op verschillende manieren aandacht geschonken. Het burgerservicenummer is een informatieloos nummer. Het is een hulpmiddel om de uitwisseling van persoonsgegevens correct te laten verlopen. Deze uitwisseling blijft gebonden aan de normen die daartoe wettelijk zijn vastgelegd in (onder meer) de Wet bescherming persoonsgegevens. De hiervoor genoemde verificatievragen dragen bij aan het zorgvuldig gebruik van persoonsgegevens. Immers, er wordt niet alleen geëist dat gebruikers zichvergewissen van de relatie tussen BSN en persoon maar er worden ook hulpmiddelen hiervoor aangereikt. Vanuit het oogpunt van privacy is de vorming van de zogeheten «landkaart» van belang. Deze laat zien welke overheidsorganen welke (groepen van) persoonsgegevens met behulp van het BSN verwerken. Het gebruik van het BSN, de uitwisseling van gegevens binnen de overheid met behulp van het BSN en de uitwisselingen tussen overheidsorganen en andere organisaties worden daardoor transparant voor de burger. Voor het beheer van het BSN wordt een beheervoorziening in het leven geroepen. De daarbij horende functionaris voor de gegevensbescherming krijgt mede tot taak om klachten met betrekking tot het BSN te onderzoeken en door te leiden naar de juiste instanties. Met behulp van het zogeheten toetsingskader worden relevante regelgeving en praktische aanbevelingen voor een goed gebruik van het nieuwe persoonsnummer ontsloten voor de gebruikers van het BSN. Ook daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. (TK 2005-2006, 29362, 58, pag. 2) 6. Miljoenennota 2005-2006 Burgerservicenummer Afhankelijk van de parlementaire behandeling kan vanaf de streefdatum van 1 januari 2006 het enkelvoudige burgerservicenummer (BSN) door alle overheidsorganisaties worden gebruikt voor de vastlegging en raadpleging van gegevens van individuele burgers. Ook wordt het mogelijk dat gegevens zoals naam, adres en woonplaats met behulp van het BSN uit de bevolkingsadministraties worden opgehaald. Burgers 3

hoeven deze gegevens dus niet meer op elk apart formulier vast te leggen. Daarmee wordt de tijd verkort die nodig is voor het invullen van formulieren. Het burgerservicenummer is de opvolger van het sociaal-fiscaal nummer. Het BSN garandeert echter betere kwaliteitsgaranties voor de koppeling van persoonsgegevens aan het nummer. Het verschil met het sofi-nummer is ook dat meer organisaties het BSN kunnen gebruiken en dat meer personen over een BSN zullen beschikken. (TK 2005-2006 30301 nr 2 Trendnota Arbeidszaken) 4