Elektrische inbouwkookplaat NL BE LU Geachte koper! De elektrische inbouwkookplaat dient voor huishoudelijk gebruik. Voor de verpakking van onze producten gebruiken wij milieuvriendelijke materialen, die zonder gevaar voor het milieu gerecycleerd, gedeponeerd of vernietigd kunnen worden. Dit staat op het verpakkingsmateriaal aangegeven. Als u het apparaat niet meer gebruikt, belast er dan het milieu niet mee. Lever het in bij een erkende inzamelaar van "afgedankte" huishoudelijke apparaten. Gebruiksaanwijzing De gebruiksaanwijzing is opgesteld voor de gebruiker. Het is een beschrijving van het apparaat en de bediening ervan. De gebruiksaanwijzing is geschreven voor verschillende types apparaten, daarom kan hij ook functies bevatten, die uw apparaat niet heeft. Aanwijzingen voor de aansluiting De aansluiting moet overeenkomstig de bijgevoegde aanwijzingen en de geldende voorschriften en normen worden verricht. Dit mag uitsluitend door een vakman worden gedaan. Typeplaatje Het typeplaatje met de basisgegevens is aan de onderkant van de kookplaat bevestigd. Elektrische inbouwkookplaat... 2 Geachte koper! Gebruiksaanwijzing Aanwijzingen voor de aansluiting Typeplaatje Belangrijke waarschuwingen... 3 Technische gegevens... 3 Bediening van de kookplaten... 4 Pannen... 4 Energiebesparing Reiniging en onderhoud... 5 Kookplaten Aanwijzingen voor de inbouw... 6 De maten van de uitsparing voor de inbouwkookplaat Het inbouwen Aanwijzingen voor de aansluiting van de kookplaat op het elektriciteitsnet... 7 Aansluitprocedure 2 Aanwijzingen voor gebruik, inbouw en aansluiting
Belangrijke waarschuwingen Het apparaat mag uitsluitend door een vakman in een keukenelement worden ingebouwd en op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Afzonderlijke delen van het apparaat worden tijdens de werking warm (de omgeving van de kookplaten). Pas op dat kinderen niet in de buurt van het apparaat komen en waarschuw ze tijdig voor verbrandingsgevaar. Oververhit vet vat snel vlam. Neem daarom de nodige voorzichtigheid in acht bij het klaarmaken van gerechten met vet of olie (bijv. patat) en blijf er voortdurend bij. De kookplaten mogen niet zonder pannen worden gebruikt. Gebruik het apparaat niet om de ruimte te verwarmen. Verbreek bij storingen direct de stroomtoevoer naar het apparaat. Bel de servicedienst. U mag het apparaat niet met een hetestoom- of hogedrukreiniger schoonmaken. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Technische gegevens Type EVK61 EVK62 EVK63 Afmetingen van het apparaat 95/600/530 hoogte/breedte/diepte (mm) Elektrische aansluiting 3N AC 400, 50 Hz Voltage 230 V Totale aansluitspanning max. 7,0 kw max. 6,5 kw max. 5,5 Type schakelaar S=trapsgewijze schakelinrichting Kookplaat N=normale kookplaat B=snellkookplaat Links voor Links achte Rechts achter Rechts voor 145/1,5/B 145/1,5/B 145/1,0/N 145/1,5/B 145/1,0/N 145/1,0/N 180/1,5/N Kookplaat totaal (kw) 7,0 6,5 5,5 Aanwijzingen voor gebruik, inbouw en aansluiting 3
Bediening van de kookplaten U bedient de kookplaten met de knoppen die in het bedieningspaneel zijn ingebouwd. Het gele lampje brandt als minstens één kookplaat is ingeschakeld. Op de knoppen is de verwarmingsstand aangeduid met de getallen 1 tot 6. Op stand 1 is de verwarming het geringste, in stand 6 het hoogste. In de 0 stand is de verwarming uitgeschakeld. Tussenstanden worden trapsgewijze gekozen en ingesteld. U kunt de knoppen voor de trapsgewijze instelling in beide richtingen draaien. De kookplaat wordt volledig uitgeschakeld door de knop in de 0 stand te draaien. Pannen Gebruik pannen van goede kwaliteit met een vlakke en stabiele bodem. Tijdens het koken moet de pan midden op de kookplaat staan. Neem bij het koken in schalen van hittebestendig glas of porselein de aanwijzingen van de fabrikant in acht. Als u een snelkookpan gebruikt, blijf er dan bij totdat de juiste druk is bereikt. Laat de kookplaat eerst op de hoogste stand werken en draai dan de knop overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant van de snelkookpan tijdig terug op een lagere stand. Kookplaten kunnen beschadigd worden: Als u ze inschakelt en zonder pannen laat branden of er lege pannen op plaatst. Als de pannen die u gebruikt niet geschikt zijn, bijvoorbeeld een holle of kromme bodem hebben of een bodem met een te kleine doorsnede (bijv. een koffiepot). Veeg de onderkant van de pan goed droog alvorens hem op de kookplaat te zetten. Dit maakt een goede warmtegeleiding mogelijk en voorkomt beschadiging van de kookplaat. Energiebesparing De bodem van de pan moet enigszins naar binnen gebogen zijn. Dit maakt een goede warmtegeleiding mogelijk. De doorsnede van de pannen moet overeenkomen met de doorsnede van de kookplaten. Als de pan te klein is, ontstaat warmteverlies en kan de kookplaat worden beschadigd. Gebruik indien mogelijk een deksel voor de pan. De pan moet ook de juiste afmetingen hebben voor de hoeveelheid die u klaarmaakt. Kleine hoeveelheden in grote pannen betekent energieverlies. Maak gerechten die lang moeten koken klaar in de snelkookpan. Verschillende soorten groenten, aardappelen itd. kunnen in weinig water worden gekookt. Op deze manier is het eten sneller gaar, als u tenminste een goed sluitend deksel gebruikt. Draai zodra het gerecht aan de kook is gebracht de knop op de stand waarop het aan net de kook blijft. Schakel de kookplaat ongeveer 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit en benut de restwarmte. 4 Aanwijzingen voor gebruik, inbouw en aansluiting
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat met warm water, een vloeibaar reinigingsmiddel en een zachte doek. Gebruik geen schurende middelen en scherpe voorwerpen. Maak verbrande of aangedroogde voedselresten vochtig met een doekje en laat ze met een reinigingsmiddel inweken. Reinig roestvrijstalen onderdelen met de hiervoor bestemde middelen. Breng het schoonmaakmiddel met een zachte doek in een dun laagje op een droog en afgekoeld oppervlak aan en wrijf zacht in de richting van de oppervlaktebewerking. Reinig hardnekkig vuil met een vochtige doek en schoonmaakmiddel en veeg de kookplaat daarna met een zachte doek droog en glanzend. U mag deze middelen niet voor het reinigen van aluminium gebruiken. Kookplaten Tijdens het reinigen moeten de kookplaten tot minstens 50 C afgekoeld zijn! Veeg voedselresten met een zachte doek of sponsje van de kookplaten. Aanbevolen wordt de kookplaten af en toe met een speciaal reinigingsmiddel voor metaal in te smeren. Gebruik geen boter, spek e.d. De ringen van de kookplaten zijn van roestvrij staal en kunnen na verloop van tijd geel verkleuren. U kunt de vergeling met een goed reinigingsmiddel voor roestvrij staal verwijderen. Zachte schoonmaakmiddelen verwijderen de vergeling niet, terwijl schurende middelen het oppervlak beschadigen. Reinig de omgeving van de kookplaten met warm water, een vloeibaar schoonmaakmiddel en een zachte doek. Hardnekkige voedselresten eerst laten inweken. Indien de kookplaat van roestvrij staal is, kan de omgeving van de kookplaten na verloop van tijd vergelen. U kunt de vergeling verwijderen met een schoonmaakmiddel voor roestvrij staal. Aanwijzingen voor gebruik, inbouw en aansluiting 5
Aanwijzingen voor de inbouw Het fineer of de panelen van het inbouw keukenelement moeten met hittebestendige lijm zijn bewerkt (100 C), anders kunnen ze verkleuren. De kookplaat kan in het werkblad boven een keukenelement met een breedte van 60 cm en meer worden ingebouwd. Het onderste keukenelement mag geen lade hebben. Als in het keukenelement een horizontaal tussenschot is ingebouwd, moet dit 15 cm van de onderkant van het werkblad verwijderd zijn. De ruimte tussen het schot en de kookplaat moet leeg zijn. U mag hier geen voorwerpen in leggen. Het gebruik van massief houten randen aan werkbladen achter het apparaat is toegestaan als de minimale afstand zoals deze op de inbouwtekeningen is aangegeven, in acht wordt genomen. De minimale afstand tussen de inbouwplaat en de achterwand is op de tekening van de inbouwplaat aangegeven. De inbouwplaat kan in een werkblad met een dikte van 30-50 mm worden geplaatst. De maten van de uitsparing voor de inbouwkookplaat Het inbouwen Het werkblad moet volledig recht geplaatst zijn. Bescherm de randen van de uitsparing voldoende. Bevestig de bijgeleverde consoles (4) met de schroeven (4) aan de voor- en achterwand van de kookplaat in het hiervoor aanwezige gat en de uitsparing. Sluit de kookplaat op het elektriciteitsnet aan (zie de aanwijzingen voor de aansluiting van de kookplaat op het elektriciteitsnet). Plak de bijgeleverde zelfklevende dichting aan de onderste rand van de kookplaat. Plaats de kookplaat in de uitsparing en druk hem van boven af op het werkblad. 6 Aanwijzingen voor gebruik, inbouw en aansluiting
Aanwijzingen voor de aansluiting van de kookplaat op het elektriciteitsnet De aansluiting mag uitsluitend door een vakman worden verricht. De beveiliging van de elektrische leidingen moet met de geldende voorschriften overeenkomen. Controleer voor de aansluiting of de spanning die op het typeplaatje is aangegeven met de netspanning overeenkomt. De elektrische leiding is voorzien van een schakelaar die het apparaat in alle polen van het stroomnet scheidt en waarin in geopende stand de afstand tussen de contacten minstens 3 mm bedraagt. Geschikt hiervoor zijn LS schakelaars of zekeringen. De zekeringen voor ingrepen in het apparaat uitschakelen of volledig losdraaien. Het apparaat is gemaakt voor aansluiting op 400 V draaistroom met een nulgeleider en voor aansluiting op 230 V wisselstroom. De aansluiting moet geschikt zijn voor de installatie en de zekeringen. De aansluitkabel moet via een trekontlasting verlopen, die de kabel tegen uittrekken beschermt. Aansluitprocedure De elektrische aansluiting mag uitsluitend door de servicedienst of een erkend vakman worden verricht! Door onjuiste aansluiting kunnen onderdelen van het apparaat vernield worden, die in zo'n geval niet onder de garantiebepalingen vallen! De aansluitspanning van de gebruiker (230 V) moet door de vakman met een meetinstrument worden gecontroleerd. Draai met een schroevendraaier de aansluitklemmen aan de onderkant van de kookplaat links en rechts los. De aansluitkabel moet via de trekontlasting verlopen, die de kabel tegen uittrekken beveiligt. Sluit het apparaat aan volgens één van de mogelijkheden die op de tekening zijn aangegeven. Schroef de trekontlasting goed vast en sluit het afdekkapje. A B OPMERKING: In sommige aansluitdozen bevinden de verbindingsbruggen zich tussen de contacten 4 en 5, bij andere de op hiervoor bestemde plaats in de doos. Bij deze dozen zijn de schroeven van de aansluitingen al open, daarom hoeft u ze niet los te draaien. Bij het vastdraaien hoort u een zachte»klik«. Dit betekent dat de schroef zo ver mogelijk stevig moet worden aangedraaid. Kleurcode Pas op dat de N-aansluiting juist is! L1, L2 = buitengeleiders die de spanning geleiden. Gewoonlijk zwart, zwart, bruin. PE = aardgeleider N = neutrale geleider De kleur van de geleider is groen-geel. De kleur is gewoonlijk blauw. WIJ BEHOUNDEN HET RECHT VOOR OP VERANDERINGEN DIE DE FUNCTIE VAN HET APPARAAT NIET BEINVLOEDEN. Aanwijzingen voor gebruik, inbouw en aansluiting 7